Aquafobie: Irrationele, aanhoudende angst voor water
Heel wat mensen houden van het geluid en het uitzicht van de golvende zee, of ze ontspannen zich door na een lange werkdag een douche te nemen. Sommige patiënten lijden echter aan een psychische aandoening waardoor ze extreme, aanhoudende en irrationele angst hebben voor water. Deze angststoornis staat in medische termen bekend als ‘aquafobie’. Deze psychische aandoening, die vaak maar niet uitsluitend gekoppeld is aan negatieve gebeurtenissen uit het verleden, veroorzaakt bij een patiënt diverse lichamelijke en/of mentale klachten bij het zien, voelen en/of horen van water, zoals trillen, hartkloppingen en zweten. De abnormale en aanhoudende angst voor water is echter zeer goed te behandelen via blootstellingstherapie en cognitieve gedragstherapie, al zijn ook andere behandelingen mogelijk. Hierdoor is het mogelijk om de gevoelens van angst en paniek te verminderen zodat de levenskwaliteit verhoogt.
Aquafobie versus hydrofobie
Hydrofobie verwijst ook naar
angst voor water, maar over het algemeen gebruiken artsen deze term voor patiënten of dieren die zich in de laatste stadia van een rabiësinfectie (hondsdolheid) bevinden. Bij hydrofobie raakt een besmette patiënt in paniek bij het zien van water omdat hij niet kan slikken. Het virus dat leidt tot
hondsdolheid veroorzaakt namelijk enorme
pijn in de
keel, hoewel de patiënt wel enorm veel dorst heeft.
Oorzaken van aquafobie
Artsen beschouwen aquafobie als een
specifieke fobie van het natuurlijke omgevingstype in de diagnostische en statistische handleiding voor
psychische stoornissen. Een specifieke fobie is een aanhoudende, intense angst voor iets dat niet of nauwelijks gevaar oplevert. Bij een specifieke fobie, zoals aquafobie, voelt een patiënt zich extreem angstig of krijgt hij te maken met een
paniekaanval wanneer hij wordt blootgesteld aan een specifieke situatie of een specifiek object.
Risicofactoren van aanhoudende, irrationele angst voor water
Psychologen geven aan dat aquafobie zich bij patiënten manifesteert door een combinatie van een aantal elementen:
- ervaringsgerichte factoren: Ervaringsgerichte factoren zijn bijvoorbeeld negatieve gebeurtenissen uit het verleden met of in water (zoals een bijna-verdrinking, in de zee geduwd bij het leren zwemmen of bijna gezonken bij een bootongeval).
- genetische factoren: Wanneer ouders lijden aan aquafobie, is de kans groter dat hun kind ook lijdt aan deze psychische stoornis.
- veranderingen in de hersenfunctie
Verder lijden patiënten met een specifieke fobie (zoals aquafobie) vaker aan een andere psychische aandoening of psychische problemen zoals
Symptomen
Patiënten met aquafobie zijn erg angstig bij het zien, voelen of denken aan water waardoor ze zowel psychische als lichamelijke klachten krijgen. Deze angstklachten zijn irrationeel, onbeheersbaar en verstoren het dagelijks leven. Aquafobie kent een variabel presentatiepatroon waarbij het soort en de ernst van de klachten eveneens varieert. Zo zijn sommige patiënten bijvoorbeeld erg angstig om ondergedompeld te worden in het water, terwijl anderen bang zijn voor de regen.
Patiënten met aquafobie vinden het bijvoorbeeld bijzonder eng om een regenbui, een gevulde badkuip, een gevuld zwembad of de zee te zien en hiermee dan in aanraking te komen. Ze weigeren dan in het water te gaan, vluchten hiervan weg, staan helemaal verstijfd van angst op de grond, zijn
verward en/of
gedesoriënteerd en/of anders krijgen ze
lichamelijke klachten, zoals een
droge mond, beven, trillen,
hartkloppingen,
zweten,
ademhalingsproblemen,
misselijkheid,
duizeligheid,
flauwvallen, ... Een aantal patiënten krijgt eveneens deze angstsymptomen bij het uitsluitend zien van water van bijvoorbeeld een douche of fontein. Verder zijn sommige patiënten dermate angstig dat ze symptomen krijgen wanneer iets of iemand of zij zelf met water besprenkeld of besproeid worden. Tot slot kampen sommige patiënten met angstklachten wanneer ze weten dat ze in de toekomst aan water blootgesteld gaan worden en willen ze deze situatie het liefst vermijden.
Diagnose en onderzoeken
Het handboek van Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) bevat richtlijnen over de diagnose van psychische stoornissen zoals aquafobie. Specifieke onderzoeken zijn hiervoor namelijk niet mogelijk. De arts stelt bijgevolg aan de hand van tips uit het handboek vragen aan de patiënt. Hierdoor is hij eveneens in staat om andere psychische stoornissen zoals een
obsessief-compulsieve stoornis, een
gegeneraliseerde angststoornis of een
post-traumatische stress-stoornis uit te sluiten.
Behandeling van angst voor water
Blootstellingstherapie
Een therapeut leert een patiënt stap voor stap aan om om te gaan met de angst voor water. Zo moet een patiënt bijvoorbeeld eerst leren kijken naar een badkuip. Later leert hij geleidelijk te wennen aan een paar centimeter water die in een badkuip wordt gedaan. In een volgende stap gaat een patiënt in een minimaal gevulde badkuip instappen enzovoort. De patiënt leert zo geleidelijk te wennen aan water waardoor de opdrachten steeds omvangrijker kunnen worden.
Cognitieve gedragstherapie
De meeste patiënten met aquafobie zijn goed te behandelen via
cognitieve gedragstherapie. Ze leren dan andere denkpatronen en overtuigingen te ontwikkelen rond hun angststoornis wat bijdraagt aan het overwinnen van de fobie.
Andere therapieën
Wanneer patiënten kampen met ernstige klachten, zijn ze mogelijk gebaat met andere vormen van psychotherapie,
yoga, diepe ademhalingstechnieken, hypnose en/of
medicatie. Sommige patiënten die niet in het water durven zwemmen, zijn gebaat met een goede en vooral ook geduldige zweminstructeur.
Prognose van angststoornis
De meeste patiënten met de psychische aandoening reageren goed op de behandeling waardoor hun zelfvertrouwen groeit en ze meer en meer gewend geraken aan water en de levenskwaliteit verhoogt.
Complicaties van psychische aandoening
Fobieën zijn irrationele angsten voor een activiteit, situatie of voorwerp. De angst voor water is bij aquafobie zo erg dat het de activiteiten en het leven beperkt. Veel patiënten met deze angststoornis zullen hun uiterste best doen om (situaties of plaatsen met) water te vermijden. Patiënten met aquafobie krijgen bijgevolg sneller te maken met ziekten en infecties doordat ze angstig zijn om zichzelf te reinigen. Ook worden ze hierdoor sneller uitgesloten uit de maatschappij omdat ze vuil zijn en stinken.
Lees verder