Specifieke fobieën: Angst voor een object of situatie
Een specifieke fobie is een soort angststoornis waarbij een patiënt een onredelijke, irrationele en aanhoudende angst heeft bij de blootstelling aan specifieke objecten of situaties. Zo zijn sommige patiënten bang voor water, dieren of bloed. De patiënt krijgt soms te maken met een paniekaanval, waarbij ook fysieke symptomen optreden zoals duizeligheid en hartkloppingen. Door de specifieke fobie vermijdt de patiënt de objecten of situaties, wat soms ook het dagelijks leven ernstig kan beïnvloeden. De arts zet mogelijk een combinatie van gedragstherapie en medicatie in om de patiënt te behandelen. Meestal is de prognose goed, al keren de symptomen van een specifieke fobie af en toe wel terug.
Epidemiologie
Vaak krijgen adolescenten of volwassenen te maken met een
fobie, al komt een specifieke fobie mogelijk bij mensen van alle leeftijden tot stand. Vrouwen zijn iets vaker dan mannen getroffen. Kinderen zijn minder vaak getroffen door specifieke fobieën. Bij hen verdwijnen meestal de specifieke fobieën ook na verloop van tijd. Vaak ontstaan de symptomen van een specifieke fobie bij volwassen plotseling en blijven de symptomen langer aanwezig dan bij kinderen. Circa één op de vijf specifieke fobieën bij volwassenen verdwijnt zonder behandeling.
Sommige patiënten hebben een specifieke fobie voor honden /
Bron: Kim BolsTypen specifieke fobieën
Specifieke fobieën zijn in te delen ingedeeld in de volgende algemene categorieën:
- bloed/injectie/letsel: angst voor medische procedures, waaronder naalden en injecties (trypanofobie), angst voor bloed (hemofobie) en angst om gewond te raken
- dieren (meest voorkomend): angst voor honden, katten (kattenfobie), ratten en/of muizen, varkens, koeien, vogels, spinnen of slangen
- natuurlijke omgeving: angst voor water (aquafobie), hoogten (acrofobie), bliksem en onweersbuien (astrafobie) of veroudering (gerascophobie)
- situatie: angst voor kleine besloten ruimtes (claustrofobie) of het donker (nyctofobie).
- andere: de angst van kinderen voor harde geluiden of gekostumeerde personages (zoals clowns), angst om naar beneden te vallen
Oorzaken van specifieke fobie
De exacte oorzaak van specifieke fobieën is niet bekend anno oktober 2020. Mogelijk houden fobieën van dit type verband met een traumatische ervaring. Wanneer een patiënt bijvoorbeeld in het verleden een beangstigende of bedreigende ervaring heeft gehad met een dier, ontstaat mogelijk een specifieke fobie voor dat dier. Specifieke fobieën ontstaan soms ook wanneer patiënten getuige zijn van schade aan of extreme angst bij anderen door een traumatische gebeurtenis. Verder krijgen patiënten mogelijk een specifieke fobie wanneer ze informatie of herhaalde waarschuwingen ontvangen over mogelijk gevaarlijke situaties of dieren. Soms is angst ook aangeleerd door anderen. Wanneer ouders van een kind angstig reageren op bepaalde objecten of situaties, krijgt het kind hiermee ook sneller te maken.
Risicofactoren
Risicofactoren voor specifieke fobieën omvatten een familiegeschiedenis van angststoornissen, eerdere traumatische ervaringen met het object of de situatie waar de fobie betrekking op heeft, en een persoonlijkheidsstructuur die gekenmerkt wordt door verhoogde angstgevoeligheid. Ook omgevingsfactoren zoals blootstelling aan angstige situaties op jonge leeftijd kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van fobieën.
Symptomen: Irrationele, aanhoudende angst voor object of situatie
Psychische tekenen
Een patiënt met een specifieke fobie heeft een duidelijke en aanhoudende angst die buitensporig of onredelijk is die optreedt door de aanwezigheid of anticipatie van een specifiek object of een specifieke situatie. Anticiperende angst verwijst naar stress en nervositeit die optreedt over de mogelijke blootstelling van het object van de fobie. Zo is een patiënt met angst voor honden bijvoorbeeld bang om te gaan
wandelen omdat hij dan mogelijk onderweg een hond tegenkomt. Meestal weet een volwassen patiënt dat de angst buitensporig of onredelijk is maar weet hij dit niet onder controle te krijgen. Kinderen erkennen dit mogelijk niet. Door de irrationale en aanhoudende angst vermijden patiënten bepaalde situaties die de angst veroorzaken.
Pijn op de borst komt mogelijk tot stand /
Bron: Pexels, PixabayFysieke tekenen
Een patiënt die datgene tegenkomt waarvan hij een fobie heeft, ervaart vaak tekenen van angst of ongemak, wat mogelijk gepaard gaat met een
paniekaanval. Kinderen drukken hun angst uit door te
huilen, door driftbuien, door bevriezing of door zich aan iets of iemand (vaak een ouder) vast te klampen. Deze psychische aandoening schaadt het functioneren van de patiënt en heeft zelfs invloed op de lichamelijke gezondheid.
Volgende lichamelijke symptomen komen mogelijk tot uiting:
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van specifieke fobieën omvatten intense angst of paniek bij de gedachte aan of blootstelling aan het object of de situatie die de fobie opwekt. Symptomen kunnen ook fysieke reacties omvatten zoals hartkloppingen, zweten, en kortademigheid. Deze symptomen kunnen leiden tot vermijding van situaties die verband houden met de fobie en een aanzienlijke impact hebben op het dagelijks leven.
Diagnose en onderzoeken
Diagnostische criteria
Naast de aanwezige symptomen, kan de diagnose van een specifieke fobie pas gesteld worden wanneer de angst of vermijding hiervan hardnekkig is en zes maanden of langer aanhoudt. De angst of vermijding hiervan veroorzaakt tevens klinisch significant leed of sociale, relationele, werk-, of schoolproblemen of andere problemen inzake het dagelijks functioneren. De symptomen zijn tot slot niet te verklaren door een andere psychiatrische aandoening zoals een
obsessieve-compulsieve stoornis, een
posttraumatische stressstoornis (PTSS), een verlatingsangststoornis of een sociale angststoornis.
Vraaggesprek en lichamelijk onderzoek
De arts wil eerst alle lichamelijke aandoeningen uitsluiten en voert daarom een lichamelijk onderzoek en soms ook nog bijkomende testen uit. Een psychiater of psycholoog gebruikt klinische interviews en beoordelingsinstrumenten om patiënten op specifieke fobieën te evalueren. Hij bekijkt tevens welke symptomen aanwezig zijn en welke invloed deze hebben op het dagelijks leven.
De arts zet mogelijk medicatie in /
Bron: Stevepb, PixabayBehandeling van psychische aandoening
De arts zet cognitieve gedragstherapie in. Hiermee leert de patiënt vaardigheden om zijn gedrag te begrijpen en veranderen. Blootstellingstherapie is effectieve vorm van
cognitieve gedragstherapie voor specifieke fobieën. De arts zet soms
bètablokkers of
benzodiazepinen in om acute afleveringen van angst op te lossen. Verder verminderen ontspanningstechnieken (zoals diepe ademhaling) de angstgerelateerde symptomen. Een andere behandelingsvorm is virtuele therapie waarbij de patiënt wordt blootgesteld aan of interactie heeft met het fobische object of de situatie op een computerscherm. De arts zet mogelijk een combinatie van
medicatie en een therapie in.
Prognose van angststoornis
De prognose voor specifieke fobieën is over het algemeen gunstig, vooral met effectieve behandeling. Veel mensen ervaren aanzienlijke vermindering van angst en verbetering van functioneren na therapie. Het succes van de behandeling kan variëren afhankelijk van de ernst van de fobie en de betrokkenheid van de persoon bij de therapie.
Complicaties
Complicaties van specifieke fobieën kunnen onder andere sociale isolatie en vermijdingsgedrag omvatten, wat kan leiden tot belemmeringen in het dagelijks leven en het functioneren. Langdurige fobieën kunnen ook bijdragen aan andere psychische aandoeningen zoals depressie of andere angststoornissen.
Preventie
Preventie van specifieke fobieën richt zich op het bevorderen van gezonde copingmechanismen en het voorkomen van traumatische ervaringen. Het vroegtijdig identificeren van angstklachten en het zoeken van professionele hulp kan helpen bij het voorkomen van de ontwikkeling van een fobie. Ondersteuning en educatie over angst en fobieën kunnen ook nuttig zijn in het voorkomen van ernstigere aandoeningen.
Lees verder