Hartritmestoornissen – bradycardie (trage hartslag)
Bradycardie is een ritmestoornis. Het hart klopt dan zeer traag. Dat kan allerlei oorzaken hebben. Bij een reguliere cardiale prikkelgeleiding noemt men dat een sinusbradycardie. Dat hoeft beslist niet abnormaal te zijn. Professionele sporters hebben in rust doorgaans een hartslag tussen de 50 en 60 slagen per minuut of nog lager, ook wel sporthart genoemd. Een bradycardie kan echter ook duiden op een hartblok (atrioventriculair blok) of op andere hartaandoeningen. Ook bij spijsverteringsproblemen, zoals braken en diarree, wil de hartslag wel eens een vrije val maken als gevolg van overprikkeling van de nervus vagus. Soms kan de hartslag zo sloom zijn dat de bloedcirculatie in de hersenen eronder te lijden heeft. De diagnose bradycardie kan alleen met een ecg worden vastgesteld, omdat een (voelbare) pols van bijvoorbeeld 50 slagen per minuut weinig zegt over de feitelijke hartslagfrequentie.
Inhoud
Langzame pols – vaak heel normaal
De normale hartslag bij volwassenen schommelt tussen de 60 en 90 slagen per minuut. Bij een
bradycardie is de frequentie lager dan 50 slagen. Op zich hoeft een lage
pols niet verontrustend te zijn. Sommige mensen hebben van nature een trage hartslag. Ook bij sporters in rust kan men dat verschijnsel waarnemen. Bij hen komt het
hart pas 'op gang' als er een sportprestatie tegenover staat. Ook bestaat er een rechtstreeks verband tussen de pols en de
lichaamstemperatuur. Bij koorts zal het hart sneller kloppen.
Diagnose
Toch zijn er uitzonderingen, zoals bij enkele bacteriële i
nfecties, virusziekten en buiktyfus. In die gevallen wordt de trage hartslag
relatieve bradycardie genoemd. Verder komt dit verschijnsel voor bij
geelzucht (icterus) en hersenaandoeningen, waaronder
tumoren en
bloedingen. In het laatste geval noemt men dat een drukpols, doorgaans als gevolg van verhoogde liquordruk in de hersenen. Er zijn meer aandoeningen die gepaard gaan met een trage pols, zoals een verlaagde
schildklierfunctie (hypothyreoïdie). Bij het vaststellen van de diagnose bradycardie zullen al deze aandoeningen moeten worden uitgesloten. In veel gevallen blijkt dat de bradycardie te wijten is aan een hartritmestoornis, en die is alleen zichtbaar op een
elektrocardiogram (ecg of hartfilmpje).
Soorten hartritmestoornissen
Een hartblok (derdegraads) veroorzaakt een verontrustend lage hartslag van 20 tot 40 slagen per minuut, ook wel 'escape ritme' genoemd. Er zijn echter tal van andere hartritmestoornissen die een bradycardie in hun kielzog hebben. Enkele van de meest voorkomende ritmestoornissen zijn:
- tachycardie. Versneld hartritme (> 100 sl./min.);
- bradycardie. Vertraagd hartritme (< 50 sl./min.);
- onregelmatige hartslag. Vaak een teken van boezemfibrilleren;
- extrasystolen. 'te vroege' hartslagen, die sporadisch bij iedereen voorkomen;
- boezemfibrilleren. Talloze zwakke geleidingsprikkels worden vrijwel gelijktijdig gevormd en zorgen ervoor dat de boezems (voorkamers of atria) gaan fibrilleren (trillen). De AV-knoop laat maar enkele van deze impulsen passeren, waardoor het hartritme altijd onregelmatig en ongelijkmatig zal zijn. Atriumfibrilleren is een supraventriculaire ritmestoornis;
- boezemflutter. Deze ritmestoornis ontstaat door een onregelmatig impulscircuit in de boezems (atria). Boezemflutter is eveneens een supraventriculaire stoornis en komt vaak voor in combinatie met boezemfibrilleren;
- syndroom van Adams-Stokes. Diverse dysritmieën, waaronder asystolie en ventrikelfibrilleren, veroorzaken tal van klachten, zoals tijdelijke bewusteloosheid (flauwvallen);
- hartblok. Geleidingsbeperking van de impulsen met betrekking tot de voorkamers (boezems), ventrikels (hartkamers), de atrioventriculaire knoop en de bundel van His (bundeltakblok).
Oorzaken van bradycardie (trage hartslag)
In het algemeen kan men stellen dat een
(sinus)bradycardie (< 50 sl./min) niet voorkomt bij gezonde mensen, afgezien van professionele sporters met een sporthart. Wel ziet men bij 'gezonde' bejaarden vaak een opvallend langzame pols. Voor de rest ligt aan de bradycardie in vrijwel alle gevallen een aandoening ten grondslag, zoals een hartritmestoornis.
Symptomen
De symptomen van een bradycardie zijn onder andere duizeligheid,
vermoeidheid,
kortademigheid en soms
flauwvallen (syncope). Hieronder volgen enkele
oorzaken van bradycardie, waarbij inbegrepen de bovengenoemde relatieve bradycardie:
- geelzucht;
- virusziekten en buiktyfus, waarbij de hartslag trager is dan de lichaamstemperatuur doet vermoeden;
- digitalispreparaten, bètablokkers en andere medicijnen (bijwerkingen).
- hersenaandoeningen, waaronder tumoren en bloedingen (drukpols);
- prikkeling van de nervus vagus. Een karakteristiek effect bij braken, diarree, pijn, hongerklop, vermoeidheid. Dit soort bradycardie is echter makkelijk herleidbaar en herstelt zich snel;
- hartaandoeningen, waaronder een hartblok en sinusknoopdisfunctie (sick sinus-syndroom);
- syndroom van Adams-Stokes;
- bigemenie (tweelinghartslag), waarbij vlak na elke hartslag een extrasystole volgt. De (voelbare) polsslag kan dan bijvoorbeeld 50 sl./min. zijn, terwijl de werkelijke hartfrequentie normaal is;
- littekenvorming na een hartinfarct;
- hypothyreoïdie (verlaagde schildklierwerking);
- Sterke onderkoeling (bevriezingsverschijnselen).
Hartblok (atrioventriculair blok)
Een hartfrequentie van minder dan 50 slagen per minuut is doorgaans te wijten aan een vorm van hartblok, ofwel atrioventriculair blok. De prikkels die in de
sinusknoop ontstaan, kunnen de AV-knoop en de bundel van His niet passeren. Aan een hartblok zijn drie graden of niveaus te onderscheiden:
- Eerstegraads hartblok. De atrioventriculaire knoop geeft de impulsen van de sinusknoop vertraagd door aan de kamers (ventrikels).
- Tweedegraads hartblok. De AV-knoop laat de sinusprikkels na elke tweede, derde of vierde impuls door, waardoor de hartslag ernstig vertraagd is.
- Derdegraads hartblok. Tijdelijke of permanente blokkade van de sinusprikkels.
Derdegraads hartblok
Bij een derdegraads blok zullen de ventrikels de hartslag zelf ter hand nemen met een eigen frequentie van 20 tot 40 slagen per minuut (
escape ritme). De boezems en kamers contraheren dus elk in hun eigen ritme. Door de trage hartslagfrequentie (van de kamers) moet het hart per slag meer
bloed rondpompen om een redelijk hartminuutvolume te waarborgen. Daardoor dreigt het hart overbelast te raken. Bij personen met een zwakke
gezondheid, of bij wie het hartblok in combinatie met andere hartaandoeningen optreedt (zoals
decompensatio cordis), kan een hartblok fataal zijn.
Sinusknoopdisfunctie (sick sinus-syndroom)
Bij deze hartritmestoornis functioneert de sinusknoop niet meer naar behoren en geeft te weinig prikkels af, waardoor er een
sinusbradycardie ontstaat, onafhankelijk of het lichaam in rust is of dat er fysieke inspanning wordt geleverd. Overigens kan ook een snelle hartslag het gevolg zijn van een sinusknoopdisfunctie, met symptomen als een
snelle pols, opvliegers en
hartbonzen. In veel gevallen wordt dan een pacemaker ingebracht. Zeker als de klachten progressief zijn, zoals lage
bloeddruk, duizeligheid en
syncope omdat het hartminuutvolume niet correspondeert met de lichaamsbehoefte
Syndroom van Adams-Stokes
Langdurige aanvallen van
Adams-Stokes kunnen hersenbeschadiging veroorzaken als gevolg van een circulatiestilstand. Dit syndroom betreft de overgang van een gewoon sinusritme naar een hartblok en vice versa. Deze patiënten krijgen dan last van tal van verschijnselen, variërend van duizeligheid tot flauwvallen (bewusteloosheid) en convulsies als gevolg van
cardiale dysritmieën. Ook ventrikelfibrilleren is niet ongewoon bij deze hartaandoening.
Lees verder