Ectodermale dysplasie: Groep aandoeningen met veel symptomen
Ectodermale dysplasie is een groep aandoeningen waarbij bij de patiënt een abnormale ontwikkeling optreedt van het haar, de nagels, de huid, de tanden en/of de zweetklieren. Deze erfelijke groep van aandoeningen kent nog tal van bijkomende symptomen. Wanneer minimaal twee van de vijf hoofdsymptomen aanwezig zijn, is sprake van ectodermale dysplasie. De behandeling is veelal ondersteunend en symptomatisch bedoeld. Een bekend model dat lijdt aan een vorm van ectodermale dysplasie is Melanie Gaydos.
Ectoderm
Het ectoderm is de buitenste cellaag in de embryonale ontwikkeling. Deze is mede verantwoordelijk voor de vorming van vele lichaamsdelen zoals het haar, de tanden, de huid, de nagels, de zweetklieren, de oren, de ogen, de mond, het centrale zenuwstelsel, ... Ectodermale dysplasie ontstaat wanneer het ectoderm van bepaalde gebieden zich niet normaal ontwikkelt. Alle ectodermale dysplasieën zijn vanaf de geboorte aanwezig en zijn niet-progressief (de symptomen verergeren niet).
Epidemiologie van ectodermale dysplasie
7 op de 10.000
baby’s komen ter wereld met ectodermale dysplasie. Mannen en vrouwen zijn in gelijke aantallen getroffen, en ook heeft de ziekte geen raciale of etnische voorliefde.
Oorzaken
Ectodermale dysplasie kent diverse soorten. Veel gendefecten veroorzaken mogelijk ectodermale dysplasie. Deze genmutaties (wijziging in de genen) zijn geërfd of anders muteren de genen bij de bevruchting. De meest voorkomende ectodermale dysplasieën zijn X-gebonden recessieve hypohidrotische ectodermale dysplasie (Christ-Siemens-Touraine syndroom) en hidrotische ectodermale dysplasie (Clouston-syndroom).
Risicofactoren
Er zijn verschillende risicofactoren die het risico op het ontwikkelen van ectodermale dysplasie kunnen verhogen. Deze omvatten:
- familiegeschiedenis van ectodermale dysplasie of andere erfelijke aandoeningen
- genetische mutaties die worden doorgegeven van ouders op kinderen
- bepaalde genetische syndromen die het risico kunnen verhogen
Symptomen: Haar, huid, nagels, tanden en zweten
Haar
De patiënt heeft een afwezige haargroei. Soms is het haar dun of erg licht van kleur, overmatig broos, krullend of zelfs “verdraaid”. Ook andere haarafwijkingen zijn zichtbaar. Een pruik is nodig om de haarproblemen te maskeren.
Huid
De huid is dun,
bleek, droog,
schilferig, snel geïrriteerd, gevoelig voor
huiduitslag, infecties en
zonnebrand (rode, pijnlijke huid door
langdurige blootstelling aan de schadelijke UV-stralen van zonlicht), of dik aan de palmen en de tong. Een
gebarsten huid is mogelijk, vooral op de hoofdhuid, de
handen en de
voeten. Het is belangrijk om zorg te dragen voor de huid om infecties en bloedingen te vermijden.
Nagels
Verder vertonen de nagels afwijkingen. De vinger- en teennagels zijn namelijk dik of dun, abnormaal gevormd, verkleurd, geribbeld, langzaam groeiend of broos. De nagelriemen zijn bovendien gevoelig voor infecties.
Tanden
Patiënten met ectodermale dysplasie hebben tevens soms
ontbrekende of misvormde tanden, of een minder dan normaal aantal tanden (hypodontie). De tanden zijn bijvoorbeeld puntig, staan ver uit elkaar, of zijn vatbaar voor gaatjes (
tandbederf) als gevolg van een defect email (tandglazuur). Een tandheelkundige behandeling met een prothese en later een implantaat is vrijwel altijd nodig. Soms is een orthodontische behandeling eveneens nodig.
Zweten
Patiënten met ectodermale dysplasie zijn niet of verminderd in staat om te zweten als gevolg van een gebrek aan zweetklieren (
anhidrose). Bij kinderen met de ziekte ontstaat mogelijk koorts. Zelfs een milde vorm van de ziekte ontaardt mogelijk in zeer hoge
koorts omdat het zweten via de huid niet lukt en de temperatuurregeling van het lichaam verstoord is. Voor een patiënt met ectodermale dysplasie is het niet mogelijk om zich in een warme omgeving te begeven, tenzij de patiënt speciale maatregelen treft om een normale lichaamstemperatuur te houden.
Een wazig gezichtsvermogen is in combinatie met andere hoofdsymptomen mogelijk een teken van ectodermale dysplasie /
Bron: Nufkin, Flickr (CC BY-2.0)
Bijkomende symptomen
Afhankelijk van het specifieke syndroom, zijn mogelijk tal van andere symptomen mogelijk die variëren in ernst:
- ademhalingsproblemen
- conjunctivitis (oogbindvliesontsteking)
- droge ogen
- een gebrek aan borstontwikkeling
- een gespleten lip en/of gehemelte (schisis)
- een groeistoornis
- een groot voorhoofd
- een lage neusbrug
- een onregelmatige pigmentatie van de huid / een lichtere huidskleur (hypopigmentatie)
- een ontwikkelingsachterstand
- een stinkende loopneus
- een verhoogde lichaamstemperatuur (hyperthermie)
- een verminderde speekselproductie
- een verminderde traanproductie
- een verstandelijke handicap
- epileptische aanvallen
- frequente infecties door een niet goede werking van het immuunsysteem of het onvermogen om ziekteverwekkende bacteriën buiten te houden (door huidproblemen)
- gevoeligheid voor licht (fotofobie)
- het ontbreken of de misvorming van een aantal vingers of tenen
- koorts
- luchtwegproblemen (infectie of beklemming)
- slikstoornissen
- verlies van het gehoor
- verlies van het gezichtsvermogen of wazig gezichtsvermogen
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van ectodermale dysplasie zijn onder andere:
- ernstige koorts als gevolg van problemen met temperatuurregeling
- significante huidinfecties of -uitslag
- ernstige afwijkingen aan de tanden of het gebit
- acute ademhalingsproblemen
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Wanneer een patiënt minstens twee afwijkingen heeft aan ofwel het haar, de huid, de nagels, de zweetklieren en de tanden (bijvoorbeeld misvormende tanden en zeer dun haar), dan is hij getroffen door een ectodermale dysplasie.
Diagnostisch onderzoek
De arts voert diverse diagnostische onderzoeken uit zoals een
biopsie van de slijmvliezen en van de huid. De arts neemt hierbij wat weefsel weg en vervolgens gaat dit naar een laboratorium waarbij een specialist kijkt naar de mogelijke aanwezigheid van ectodermale dysplasie. Verder maakt de arts een
röntgenfoto van de tanden of botten. Tot slot is een genetisch onderzoek nodig om een onderliggende aandoening op te sporen, al is niet elke aandoening hiermee te identificeren.
Behandeling
Ectodermale dysplasie valt niet te genezen, maar een symptomatische en ondersteunende behandeling is zeker beschikbaar. Hierbij valt te denken aan het dragen van een pruik en een huidverzorgingsregime om de huidproblemen te verlichten. Het dragen van neus- of mondmaskers kan infecties voorkomen. Bij de afwezigheid van tanden zijn tandheelkundige implantaten of een prothese mogelijk, alsook een orthodontische behandeling bij ernstige afwijkingen aan de tanden. Kunsttranen en speciale druppels helpen bij droge ogen, alsook speciale zonnebrillen bij een verhoogde gevoeligheid voor licht. Bij problemen met zweten is een aangepaste omgeving noodzakelijk. Voorkom hoge temperaturen en overmatige inspanning, en kies voor een verkoelende omgeving met airconditioning.
Prognose
De prognose bij ectodermale dysplasie varieert sterk en hangt af van de ernst en het type van de aandoening. De meeste patiënten met ectodermale dysplasie leiden een redelijk normaal leven met geschikte behandeling en ondersteuning. De levensverwachting kan normaal zijn, hoewel sommige patiënten mogelijk ernstige complicaties ervaren die hun levenskwaliteit beïnvloeden.
Complicaties
Patiënten met ectodermale dysplasie kunnen verschillende complicaties ondervinden, waaronder:
- problemen met de temperatuurregeling
- frequente huidinfecties
- ernstige tandproblemen
- problemen met ademhaling
- oogproblemen
Preventie
Ectodermale dysplasie kan niet worden voorkomen, omdat het vaak genetisch is en erfelijk wordt doorgegeven. Voor een vrouw die een zwangerschap overweegt en een familiegeschiedenis van ectodermale dysplasie heeft, kan genetische expertise helpen om het risico op het doorgeven van de aandoening aan het kind te begrijpen.