Thoracotomie: Chirurgische insnijding van de borstkas
Een thoracotomie is een medische term die verwijst naar een chirurgische insnijding van de borstkas (thorax), hetgeen de arts uitvoert om snel toegang te krijgen tot de organen in de borst. Vaak is deze operatie nodig om longkanker te behandelen, al zijn ook nog andere indicaties gekend. Verder bestaan diverse chirurgische technieken voor het openen van de borstholte. De tijdsduur van een chirurgische insnijding van de borstholte bedraagt gemiddeld twee tot vijf uur. De chirurgische procedure gaat verder mogelijk gepaard met enkele bijwerkingen en complicaties. De vooruitzichten zijn tot slot afhankelijk van de reden van de thoracotomie.
Doel van thoracotomie
De chirurgische ingreep is inzetbaar om (in noodsituaties) snel de toegang te krijgen tot de organen in de
borstkas: de longen, de slokdarm, het hart en het
middenrif. Dankzij de chirurgische opening van de borst bereikt de arts ook een deel van de aorta, de grootste slagader van het lichaam.
Deze operatietechniek zet de arts vaak in om volgende problemen te diagnosticeren of behandelen:
- longkanker: Door de borstkas te openen is het mogelijk om de longen te opereren, wat nodig is als onderdeel van de behandeling van longkanker.
- reanimatie: In een noodsituatie voert de arts een thoractotomie uit om de patiënt te reanimeren (bloedingen van het hart of de borstkasbloedvaten controleren, druk op het hart uitvoeren om bloed rond te pompen, druk op het hart ontlasten door opgehoopte vloeistof).
- verwijdering van een (deel van de) rib: De operatietechniek gebeurt bij een botfractuur waarbij het orgaan doorboord is of wanneer botkanker aanwezig is
Procedure van chirurgische insnijding van borstkas
De arts brengt de patiënt onder algemene verdoving (
anesthesie) zodat de patiënt slaapt en geen
pijn voelt tijdens de operatie. Het is ook mogelijk dat de patiënt een
ruggenprik krijgt waardoor pijnmedicatie rechtstreeks in de wervelkolom terechtkomt. Dit is nuttig voor operaties waarbij de arts verwacht dat de patiënt na de operatie veel pijn zal ervaren. De arts maakt vervolgens eerst een incisie (chirurgische insnijding) in de borst. De plaats van deze incisie varieert en is afhankelijk van de reden voor de thoracotomie:
- "l-vormige" thoracotomie: Dit type thoracotomie voert de arts uit in een noodsituatie. De ingreep is mogelijk met minimale apparatuur.
- axillaire thoracotomie: Hierbij maakt de arts vanaf de zijkant, onder de arm van een patiënt, een incisie in de thorax.
- intercostale benadering: Intercostaal duidt op een incisie tussen de ribben. Hierdoor is het mogelijk om de hoeveelheid schade aan de spieren, de zenuwen en de botten te verminderen.
- mediane sternotomie: Bij deze operatietechniek maakt de arts vanaf de voorkant een incisie in de thorax via het borstbeen van de patiënt.
Tijdens de operatie plaatst de arts een buis door de luchtpijp om de geopereerde long te laten leeglopen. Een mechanisch apparaat houdt dan de andere long opgeblazen. Hierna volgt dan de longkankerbehandeling, de ribverwijdering of de reanimatie.
Longkanker procedures
De arts bekijkt naar de locatie en de ernst van de
kanker en stemt dan een geschikte behandeling voor longkanker af. Hiervoor bestaan diverse technieken.
- biopsie: Bij een biopsie neemt de arts een weefselmonster om een ziekte te diagnosticeren. Het openen van de borstkas geeft de dokter toegang tot elk van de thoracale organen. Zo is het eenvoudig om een weefselmonster van het gewenste orgaan te nemen.
- lobectomie: De arts verwijdert een door longkanker aangetaste kwab van de long.
- pneumonectomie: Als kanker zich door het hele orgaan heeft verspreid, is het mogelijk om de gehele long te verwijderen via een thoracotomie.
- resectie: De arts verwijdert bij een resectie een longtumor via een incisie.
- segmentectomie (wigresectie): De arts verwijdert bij een segmentectomie een klein wigvormig stuk long.
Na de operatie
De patiënt gaat eerst naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer). Vervolgens gaat hij naar een ziekenhuisafdeling intensieve zorgen. Gewoonlijk gaat hij dan na één of meer dagen naar een gewone kamer. Hij is omgeven met diverse slangen en een monitor, en heeft een beademingsbuis in de keel zitten. Sufheid, koude, dorst en
kortademigheid zijn enkele bekende bijwerkingen die meteen na een operatie tot uiting komen. Door de
pijnstillers is het meestal wel mogelijk om goed te ademen, maar zijn ademhalingsoefeningen (gegeven door een fysiotherapeut) vereist. Ook bewegingsoefeningen zijn nodig voor het verkrijgen van sterkere spieren. Veelal verblijft de patiënt ongeveer één week in het ziekenhuis. Verder oefeningen thuis zijn ook aanbevolen om het herstel te bespoedigen.
Complicaties van chirurgische opening van borst
Bloedingen
Tijdens de operatie is er steeds een risico op een bloeding of overmatig bloeden. De longen hebben namelijk veel bloedvaten die de arts mogelijk beschadigt tijdens de procedure. Ook nabloedingen en
bloeduitstortingen komen voor.
Bloedstolsel
Het risico op het ontwikkelen van een
bloedstolsel is tijdens een thoracotomie ook aanwezig. De
diep veneuze trombose start veelal in het been waardoor pijn en een
zwelling aan het been ontstaat. Dit stolsel verplaatst zich af en toe naar de longen, waardoor een
longembolie ontstaat. Hierbij ontstaat dan een plotselinge verstopping van een belangrijke slagader in de long.
Hartproblemen
Een aantal patiënten kampte voor de operatie reeds met een
hartaandoening. Na een chirurgische opening van de borstholte verergert de hartziekte mogelijk.
Infectie
Na de operatie komt er soms wat vloeistof uit de incisie. Een schone en droge wonde is nodig om het risico op een
wondinfectie te verminderen. Een goede wondverzorging is bijgevolg van vitaal belang.
Ingeklapte long
Na de operatie haalt de arts een buis uit de borstkas. Deze handeling verhoogt de kans op een
pneumothorax (ingeklapte long). Hierbij komt lucht terecht tussen de long en de borstwand, waardoor de patiënt een scherpe pijn ervaart. Om het risico op een klaplong te verkleinen, verwijdert de arts de slang net nadat de patiënt heeft ingeademd of uitgeademd. Indien de patiënt een klaplong ervaart, is een langere ziekenhuisopname vereist.
Longontsteking
Wanneer de patiënt een thoracotomie ondergaan heeft, krijgt hij mogelijk te maken met een
longontsteking na de operatie. Diep ademhalen en hoestoefeningen verminderen dit risico. Pijnstilling is essentieel na een operatie, omdat het diep ademhalen en
hoesten zo vlotter verloopt. Ademen en hoesten zonder pijn versnelt het herstel en vermindert de kans op een longontsteking. Na een operatie krijgt de patiënt soms fysiotherapie en ademhalingsoefeningen om het ademhalen te vergemakkelijken.
Verdoving
Tijdens een thoracotomie is de patiënt onder algemene verdoving. Dit brengt mogelijke bijwerkingen en risico’s met zich mee zoals bloeddrukproblemen,
braken, een allergische reactie, hoofdpijn en
misselijkheid.
Verlamming
In uiterst zeldzame gevallen ervaren patiënten een
dwarslaesie (ruggenmergletsel: schade aan ruggenmerg) na een thoracotomie en krijgt hij te maken met
verlamming.
Andere complicaties
Jeuk, pijn of een doof gevoel zijn andere typische symptomen die een patiënt in het geopereerde wondgebied ervaart. Deze klachten houden gewoonlijk tot enkele weken na de operatie aan.
Prognose en herstel van opening van borstholte
De vooruitzichten voor een patiënt die een thoracotomie heeft gehad, zijn afhankelijk van de oorzaak van de ingreep. De vooruitzichten voor longkanker zijn bijvoorbeeld afhankelijk van het stadium van de ziekte. De thoracotomiewonde is normaal gezien binnen de twee maanden na de ingreep genezen. De pijn neemt in deze periode geleidelijk af. Na circa zes tot acht weken na de operatie mag de patiënt weer tillen en andere zware activiteiten uitvoeren, maar in de beginperiode mag er zeker geen spanning komen op het operatiegebied. Af en toe ontstaat zenuwschade tijdens de operatie. Dit zorgt voor blijvende pijn en is gekend als het ‘thoracotomiepijnsyndroom’. Als een patiënt na de operatie pijn of bijwerkingen ervaart, moet hij zo snel mogelijk met de arts spreken.
Lees verder