Fonofobie: Overgevoeligheid voor geluid (geluidsschuwheid)
Bij geluidsschuwheid (fonofobie), een angststoornis, heeft een patiënt een aanhoudende, abnormale, en ongegronde angst voor vaak normale, onschadelijke omgevingsgeluiden. Plotselinge harde en onverwachte geluiden veroorzaken bij patiënten met fonofobie reeds angstaanvallen. Voor de meeste patiënten betekent de ziekte een beperking van het persoonlijke en professionele leven. De veelvoorkomende aandoening genezen is niet mogelijk, maar met het volgen van één of meer therapieën in combinatie met medicatie, zijn de meeste patiënten prima in staat om weer deel te nemen aan de dagelijkse activiteiten.
Synoniemen fonofobie
Geluidsschuwheid (fonofobie) kent nog meerdere synoniemen zoals:
- acousticofobie
- ligyrofobie
- sonofobie
Terminologie
Geluidsschuwheid mag niet verward worden met
hyperacusis (overgevoeligheid voor bepaalde geluiden) of
misofonie (sterke reactie op specifieke klanken). Fonofobie verwijst in bepaalde gevallen echter wel naar een extreme vorm van misofonie. Soms melden mensen ook dat fonofobie een
gehoorstoornis is, maar dit klopt niet. De abnormale en aanhoudende angst voor geluiden behoort tot de angststoornissen. Fonofobie is ook vrij vaak te vinden in de neurologische literatuur en dan vooral wanneer artsen verschillende soorten
migraine (aanvallen van een aura en/of eenzijdige
hoofdpijn) bespreken. Bij
abdominale migraine (buikmigraine: plotse
buikpijn bij kind),
hemiplegische migraine (hoofdpijn en neurologische symptomen) en
oogmigraine (aanvallen van tijdelijke blindheid en hoofdpijn) is sprake van fonofobie als symptoom, maar dit duidt dan eerder op de intolerantie van geluid tijdens een migraine-aanval.
Epidemiologie en oorzaken van overgevoeligheid voor geluid
Fonofobieis een vrij veel voorkomende angststoornis die wereldwijd zowel kinderen, volwassenen als ouderen aantast.
Kinderen
Kinderen lopen een hoger risico op het krijgen van fonofobie omdat ze meer gevoelig zijn voor geluidsprikkels. Meestal is dit slechts een tijdelijk probleem dat vanzelf verdwijnt, maar dit verandert sneller bij een traumatische of negatief incident in verband met het lawaai. Dit is een bepaald verdedigingsmechanisme waarbij de geest zich verdedigt tegen een volgende traumatische gebeurtenis.
Volwassenen
Bij volwassenen zijn vaak onderliggende redenen te vinden voor deze angststoornis.
Bijnierinsufficiëntie, misofonie, hyperacusis of
autismespectrumstoornissen (autisme: problemen met sociale interactie, communicatie en gedrag) zijn enkele mogelijke oorzaken van fonofobie. Ook is fonofobie een tijdelijk verschijnsel van een hersenvliesontsteking (
meningitis) of een
hersenschudding.
Voorbeelden fonofobie
Patiënten met fonofobie zijn bijvoorbeeld bang voor apparaten die plotseling harde geluiden maken, zoals een alarm. Een ander probleem voor patiënten met fonofobie is muziek die stil begint en plots luid wordt. Mensen die de inhoud van het liedje niet kennen, vinden de wijziging van het geluid verrassend, maar patiënten met fonofobie zijn bang voor zo’n “verrassende” situaties. Ook vinden patiënten het bijvoorbeeld enorm verontrustend en storend dat een ballon boven de capaciteit wordt opgeblazen, aangezien ze verwachten dat de ballon op een bepaald ogenblik kapot gaat knallen.
Symptomen angststoornis
Patiënten met fonofobie ervaren symptomen in vaak normale situaties in het dagelijks leven, zoals bij het sluiten van de deur, bij het luid spreken, in verkeerssituaties of bij keukengeluiden. De symptomen van geluidsschuwheid doen denken aan klachten die optreden bij andere angststoornissen en bestaan bijvoorbeeld uit:
- een intense angst voor harde geluiden
- een onregelmatige hartslag (aritmie)
- een paniekaanval
- ernstige stemmingswisseling na het horen van het plotse, luide geluid
- flauwvallen
- geen actie kunnen ondernemen bij een angstaanval
- misselijkheid of duizeligheid
- overmatig zweten (hyperhidrose)
- vlucht- en vermijdingsgedrag van plaatsen of situaties waarbij in het verleden plots harde geluiden zijn opgetreden
Diagnose en onderzoeken
Patiënten met fonofobie bezoeken veelal eerst een huisarts die hen dan verwijst naar een specialist zoals een keel-, neus- en oorarts, een psychiater en/of een neuroloog. De arts bevraagt eerst de patiënt en voert daarna een
gehooronderzoek, een
neurologisch onderzoek, een endocrinologisch onderzoek, een psychiatrisch onderzoek, een
bloedonderzoek en/of een
MRI-scan uit om andere aandoeningen uit te sluiten. Een diagnostische test is niet mogelijk voor fonofobie, dus moet de arts door middel van diverse onderzoeken, andere ziekten zien uit te sluiten.
Behandeling geluidsschuwheid
Fonofobie is niet te genezen, maar via enkele therapieën leert de patiënt wel omgaan met de angststoornis. Medicatie in combinatie met gedrags- en
cognitieve gedragstherapie (vorm van psychotherapie) behoren tot de meest inzetbare behandelingen voor deze aandoening. De medicijnen zorgen ervoor dat de patiënt minder angst en
stressheeft als gevolg van de geluidsschuwheid. Een andere behandelingsmogelijkheid is blootstellingstherapie. Hierbij wordt de patiënt aanvankelijk blootgesteld aan ruisgeluid. De arts drijft dit geluid stilaan op zodat de patiënt telkens leert om hiermee om te gaan. Op deze manier leert hij geleidelijk wennen aan hardere en plotse geluiden.
Prognose van angst voor plotse, harde geluiden
Geluidsschuwheid is een behandelbare psychiatrische aandoening, waarbij de meeste patiënten goede vooruitzichten hebben. De hersteltijd is echter voor iedereen anders en afhankelijk van de ernst van de angst en de wijze van de behandeling.
Complicaties aandoening
Sociaal isolement is een complicatie van fonofobie omdat een patiënt van nature familie, vrienden of bepaalde plaatsen zal vermijden. Hierdoor krijgt de patiënt te maken met problemen op school en/of op het werk. Door het sociaal isolement missen sommige patiënten eveneens bepaalde sociale vaardigheden. Een
depressie is een andere complicatie van fonofobie of angst voor harde geluiden. Eenzaamheid en isolement maakt patiënten tevens vatbaar voor middelenmisbruik. Sommige patiënten krijgen tot slot zelfmoordgedachten.