Klippel-Feil-syndroom: Fusie van twee of meer nekwervels
Het Klippel-Feil-syndroom is een zeldzame aangeboren botaandoening die gekenmerkt wordt door afwijkingen in de nek en de rug. Deze aandoening ontstaat door een vergroeiing (fusie) van twee of meer nekwervels die zich tijdens de embryonale ontwikkeling niet goed hebben gescheiden. Hierdoor ondervindt de patiënt beperkingen in het bewegingsbereik van de nek en kan de aandoening gepaard gaan met andere symptomen en aandoeningen. Behandeling kan bestaan uit fysiotherapie en chirurgie. Hoewel het syndroom niet te genezen is, zijn de vooruitzichten in de meeste gevallen redelijk positief. Het syndroom werd voor het eerst beschreven door de artsen Maurice Klippel en André Feil in 1912.
Synoniemen Klippel-Feil-syndroom
Het Klippel-Feil-syndroom staat ook bekend onder verschillende synoniemen:
- Aangeboren dystrofie brevicollis
- Cervicale fusie syndroom
- Dystrofie brevicollis congenita
- Fusie van nekwervels
- Nekwervel fusie
- Nekwervel fusie syndroom
- Klippel-Feil anomalie
- Klippel-Feil misvorming
- Klippel-Feil sequentie
- Wervels cervicale fusie syndroom
De afkorting "KFS" wordt vaak gebruikt om deze aandoening aan te duiden.
Epidemiologie van de aandoening
Anno augustus 2024 komt het Klippel-Feil-syndroom voor bij ongeveer 1 op de 40.000 tot 42.000 pasgeborenen wereldwijd. Vrouwen worden iets vaker getroffen dan mannen. Er zijn geen specifieke gegevens beschikbaar over de etnische of geografische voorkeuren voor deze aandoening.
Oorzaken eneErfelijkheid
Genmutatie
Mutaties in de genen GDF6, GDF3 of MEOX1 zijn verantwoordelijk voor het Klippel-Feil-syndroom. Deze genen spelen een cruciale rol bij de normale ontwikkeling van botten en gewrichten. Het eiwit dat door het GDF6-gen wordt geproduceerd, is essentieel voor de vorming van botten, waaronder die van de wervelkolom. Het eiwit van het GDF3-gen ondersteunt eveneens de botontwikkeling. Het MEOX1-gen reguleert de scheiding van de wervels tijdens de vroege embryonale ontwikkeling (tussen de vijfde en achtste week van de zwangerschap). Mutaties in deze genen kunnen leiden tot een verminderde werking of volledige afwezigheid van de eiwitten, wat resulteert in de fusie van de nekwervels. In sommige gevallen is het Klippel-Feil-syndroom een onderdeel van een andere aandoening, waarbij de genmutaties van die aandoening van toepassing zijn, en niet de genmutaties die specifiek zijn voor het geïsoleerde Klippel-Feil-syndroom.
Overervingspatroon
Wanneer het Klippel-Feil-syndroom wordt veroorzaakt door mutaties in de GDF6- of GDF3-genen, volgt het een autosomaal dominant overervingspatroon. Dit betekent dat slechts één kopie van het gemuteerde gen voldoende is om de aandoening te veroorzaken. Indien het syndroom voortkomt uit mutaties in het MEOX1-gen, volgt het een autosomaal recessief overervingspatroon. In dit geval moeten beide kopieën van het gen gemuteerd zijn om de aandoening te ontwikkelen. Als het Klippel-Feil-syndroom een kenmerk is van een andere aandoening of syndroom, wordt de overervingswijze bepaald door het overervingspatroon van die aandoening.
Risicofactoren
Het Klippel-Feil-syndroom (KFS) is een zeldzame aangeboren aandoening die wordt gekarakteriseerd door de fusie van twee of meer wervels in de nek. Hoewel de oorzaak vaak genetisch is, kunnen verschillende factoren de kans op het ontwikkelen van KFS vergroten. Het is belangrijk te begrijpen welke risicofactoren het risico op het ontwikkelen van KFS verhogen, zodat patiënten tijdig ondersteund kunnen worden met passende behandelingen en opvolging.
Genetische oorzaken
De meeste gevallen van het Klippel-Feil-syndroom zijn erfelijk en worden vaak overgeërfd op een autosomaal dominante wijze, wat betekent dat slechts één kopie van het gemuteerde gen van een van de ouders voldoende is om het syndroom te veroorzaken. Dit betekent dat als een ouder het syndroom heeft, er een kans van 50% is dat het aan hun kinderen wordt doorgegeven. Het is van belang dat patiënten met een familiegeschiedenis van KFS genetisch advies krijgen om het risico van overerving te begrijpen en de juiste beslissingen te nemen voor gezinsplanning.
Omgevingsfactoren
Hoewel het Klippel-Feil-syndroom voornamelijk genetisch van aard is, kunnen omgevingsfactoren bijdragen aan de ernst van de aandoening. Blootstelling aan bepaalde schadelijke stoffen, zoals schadelijke chemische stoffen of straling, kan mogelijk de ontwikkeling van genetische mutaties beïnvloeden, hoewel er weinig bewijs is dat dit direct het ontstaan van KFS veroorzaakt. Het is belangrijk dat vrouwen die zwanger zijn of proberen zwanger te worden hun blootstelling aan dergelijke omgevingsfactoren minimaliseren.
Prenatale factoren
Er zijn gevallen waarin prenatale factoren zoals infecties tijdens de zwangerschap of ernstige verwondingen aan de wervelkolom in de vroege ontwikkeling van de foetus kunnen bijdragen aan het ontstaan van KFS. Hoewel dit niet de primaire oorzaak is van de aandoening, kunnen bepaalde genetische mutaties, gecombineerd met omgevings- of prenatale factoren, de kans op KFS verhogen.
Risicogroepen
Er zijn verschillende risicogroepen die meer kans hebben om het Klippel-Feil-syndroom te ontwikkelen. Het is belangrijk dat patiënten in deze risicogroepen regelmatig worden gecontroleerd op de mogelijke tekenen van het syndroom om de juiste diagnose te stellen en een behandelingsplan op te stellen.
Patiënten met een familiegeschiedenis van KFS
Patiënten die een familielid hebben met Klippel-Feil-syndroom lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van de aandoening. Zoals eerder vermeld, wordt het syndroom vaak overgeërfd, wat betekent dat deze patiënten genetisch vatbaarder zijn. Het is cruciaal voor dergelijke patiënten om genetisch advies te krijgen en te begrijpen hoe het syndroom mogelijk van generatie op generatie wordt doorgegeven.
Vrouwen
Vrouwen lijken een iets hoger risico te hebben om het Klippel-Feil-syndroom te ontwikkelen in vergelijking met mannen. Dit is echter geen definitieve regel en het syndroom kan bij zowel mannen als vrouwen voorkomen. Het verhoogde risico bij vrouwen wordt mogelijk verklaard door hormonale of genetische factoren die de ontwikkeling van de wervelkolom beïnvloeden.
Zwangere vrouwen
Zwangere vrouwen, vooral diegenen die zich in een risicogroep bevinden, zoals vrouwen met een familiale voorgeschiedenis van KFS, moeten bijzonder voorzichtig zijn en hun gezondheid goed monitoren. Hoewel het syndroom voornamelijk genetisch wordt doorgegeven, kan zwangerschap bij sommige vrouwen de kans op het ontstaan van de aandoening vergroten, vooral als er sprake is van een reeds bestaande genetische aanleg.
Symptomen: Fusie van twee of meer nekwervels
Fusie van nekwervels
Het Klippel-Feil-syndroom is gekenmerkt door een abnormale fusie van twee of meer cervicale wervels. Deze fusie is aangeboren en aanwezig vanaf de geboorte. De meerderheid van de patiënten vertoont minstens één of twee van de volgende drie botgerelateerde symptomen. Minder dan de helft van de patiënten heeft alle drie de klassieke kenmerken van de aandoening:
- De patiënt heeft een korte nek.
- De patiënt heeft een lage haarlijn aan de achterkant van het hoofd.
- De patiënt heeft een beperkt bewegingsbereik van de nek.
Door de fusie van de wervels ervaren patiënten vaak chronische
hoofdpijn en
spierpijn in de nek en rug, die in ernst kan variëren. De verkorte nek kan leiden tot asymmetrie in de grootte en vorm van het
gezicht. De fusie kan ook schade veroorzaken aan de zenuwen in het hoofd, de nek, of de rug. Op lange termijn kan dit leiden tot een vernauwing van het wervelkanaal (
spinale stenose), wat schade aan het ruggenmerg kan veroorzaken. In zeldzame gevallen kunnen rugzenuwafwijkingen leiden tot abnormale sensaties of onwillekeurige bewegingen. Patiënten kunnen ook
artrose ontwikkelen rond het fusiegebied, evenals pijnlijke onwillekeurige contracties van de nekspieren, bekend als cervicale
dystonie. Naast de gefuseerde cervicale wervels kunnen ook afwijkingen in andere rugwervels voorkomen. Veel patiënten met het Klippel-Feil-syndroom vertonen een abnormale zijdelingse kromming van de wervelkolom, oftewel
scoliose. Het is ook mogelijk dat er bijkomende wervels onder de nek versmelten.
Bijkomende symptomen
Patiënten met het Klippel-Feil-syndroom kunnen ook andere aandoeningen hebben, zoals:
In sommige gevallen kan het Klippel-Feil-syndroom ook een kenmerk zijn van andere aandoeningen of syndromen, zoals het Wildervanck-syndroom,
spina bifida (open rug) of hemifacialis microsomie. Patiënten met deze combinatie zullen zowel de symptomen van het Klippel-Feil-syndroom als de bijkomende aandoening vertonen.
Alarmsymptomen
Het is essentieel voor patiënten en zorgverleners om zich bewust te zijn van de alarmsymptomen die kunnen wijzen op het Klippel-Feil-syndroom. Vroege detectie kan helpen bij het implementeren van de juiste behandelingsopties om de symptomen te verlichten en de levenskwaliteit van de patiënt te verbeteren.
Bewegingsbeperkingen in de nek
Een van de meest opvallende symptomen van Klippel-Feil-syndroom is een beperkte beweeglijkheid van de nek. Patiënten kunnen merken dat ze moeite hebben met het draaien van hun hoofd of dat hun nek stijf aanvoelt. Dit kan het dagelijks functioneren beïnvloeden en is vaak een van de eerste tekenen dat verdere evaluatie noodzakelijk is. Het is belangrijk dat patiënten die dit symptoom ervaren, zo snel mogelijk medische hulp zoeken.
Ongemak of pijn in de nek
Naast de beperkte beweeglijkheid van de nek kunnen patiënten met KFS ook pijn in de nek ervaren. De fusie van de wervels kan leiden tot extra druk op de omliggende weefsels, wat resulteert in chronische pijn. Deze pijn kan variëren van een doffe pijn tot scherpe, acute pijnscheuten. Het is belangrijk om pijn die gepaard gaat met bewegingsbeperkingen in de nek serieus te nemen en verdere medische beoordeling te zoeken.
Scoliose of andere wervelkolomafwijkingen
Veel patiënten met Klippel-Feil-syndroom ontwikkelen ook scoliose of andere afwijkingen van de wervelkolom. Dit kan zich uiten in een zichtbare kromming van de rug, pijn in de rug of een asymmetrisch postuur. Dit symptoom kan vaak optreden als gevolg van de fusie van de wervels, die de normale uitlijning van de wervelkolom verstoort. Scoliose kan in sommige gevallen ernstig zijn en vereist mogelijk chirurgische behandeling.
Diagnose en onderzoeken
Diagnostisch onderzoek
De diagnose van het Klippel-Feil-syndroom begint meestal met een
röntgenfoto van de wervelkolom. Een
CT-scan van het ruggebied kan aanvullende nuttige informatie opleveren. Bij vermoeden van nierafwijkingen voert de arts een
echografie van de nieren uit. Om andere aandoeningen uit te sluiten, kan een
MRI-scan van de wervelkolom nodig zijn. Aangezien gehoorproblemen relatief vaak voorkomen bij deze patiënten, wordt ook een
gehooronderzoek aanbevolen.
Differentiële diagnose
De symptomen van het Klippel-Feil-syndroom kunnen overlappen met die van andere aandoeningen en syndromen. Het is belangrijk om deze aandoeningen te onderscheiden van het Klippel-Feil-syndroom voor een juiste diagnose. De volgende aandoeningen worden vaak verward met het Klippel-Feil-syndroom:
Behandeling
Het Klippel-Feil-syndroom is momenteel niet te genezen, maar de symptomen kunnen worden behandeld met symptomatische en ondersteunende therapieën. Dit kan het samenwerken van verschillende specialisten vereisen, waaronder een nefroloog (voor nierafwijkingen), een uroloog, een cardioloog (voor hartaandoeningen), een audioloog (voor gehoorproblemen) en/of een KNO-arts. Behandeling kan fysiotherapie omvatten, evenals orthopedische operaties om skeletafwijkingen te corrigeren.
Prognose
De prognose voor patiënten met het Klippel-Feil-syndroom hangt af van de specifieke afwijkingen die aanwezig zijn. Over het algemeen is de levensverwachting voor de meeste patiënten niet significant aangetast. Het beheer van symptomen en complicaties kan bijdragen aan een goede kwaliteit van leven.
Complicaties
Symptomen van het Klippel-Feil-syndroom kunnen verergeren door trauma aan de wervelkolom, zoals een
valpartij of een auto-ongeluk. Deze traumatische incidenten kunnen de bestaande symptomen verergeren en extra complicaties veroorzaken.
Preventie
Omdat het Klippel-Feil-syndroom voornamelijk erfelijk is, zijn er geen specifieke preventieve maatregelen die volledig kunnen voorkomen dat iemand de aandoening ontwikkelt. Er zijn echter verschillende benaderingen die risicopatiënten kunnen helpen bij het beheersen van symptomen en het verbeteren van de kwaliteit van leven.
Genetisch advies en gezinsplanning
Voor patiënten die een familiegeschiedenis van Klippel-Feil-syndroom hebben, is genetisch advies een belangrijke preventieve maatregel. Dit kan helpen bij het begrijpen van het risico op overerving en biedt ouders de mogelijkheid om weloverwogen keuzes te maken over gezinsplanning. Genetisch advies kan ook helpen bij het identificeren van andere aandoeningen die mogelijk samenhangen met KFS, zodat er proactief gehandeld kan worden.
Vroege detectie en regelmatige controles
Vroege detectie van Klippel-Feil-syndroom kan helpen bij het verminderen van de ernst van de symptomen en het verbeteren van de levenskwaliteit van de patiënt. Regelmatige medische controles zijn belangrijk voor risicopatiënten, vooral voor diegenen met een familiegeschiedenis van de aandoening. Door tijdig in te grijpen, kunnen zorgverleners behandelingsopties voorstellen die verdere complicaties voorkomen.
Ergotherapie en fysiotherapie
Hoewel het Klippel-Feil-syndroom niet te voorkomen is, kunnen patiënten baat hebben bij fysiotherapie en ergotherapie om de mobiliteit van de nek te verbeteren en pijn te verlichten. Deze therapieën kunnen helpen bij het versterken van de spieren rond de nek en het verbeteren van de flexibiliteit. Fysiotherapeuten kunnen ook oefeningen aanbevelen die de symptomen van KFS verlichten en de algehele levenskwaliteit van de patiënt bevorderen.