Edwards-syndroom (trisomie 18): Ernstige symptomen
Het Edwards-syndroom is een ernstige genetische aandoening die wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een extra kopie van chromosoom 18 in de cellen van het lichaam. Dit syndroom, ook wel bekend als "trisomie 18," leidt vaak tot ernstige fysieke en mentale afwijkingen. Veel van de getroffen baby's worden niet levend geboren of overlijden kort na de geboorte. Voor deze aandoening, die willekeurig optreedt, is er momenteel alleen symptomatische en ondersteunende behandeling beschikbaar. De vooruitzichten voor patiënten met het Edwards-syndroom zijn over het algemeen erg somber. Het syndroom is vernoemd naar de Britse geneticus John Hilton Edwards (1928-2007), die het ontdekte.
Epidemiologie
Het Edwards-syndroom treft ongeveer één op de 3.000 tot 8.000 levendgeborenen. Na het
syndroom van Down (trisomie 21) is dit de tweede meest voorkomende vorm van trisomie. In Nederland worden jaarlijks ongeveer veertig kinderen met het Edwards-syndroom geboren. Trisomie 18 heeft geen raciale voorkeur en komt voor bij alle etnische groepen.
Mechanisme
Edwards-syndroom wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van een extra kopie van chromosoom 18 in elke cel van het lichaam, wat leidt tot een genetische aandoening die ernstige ontwikkelings- en fysieke afwijkingen veroorzaakt. Dit extra chromosoom is meestal het gevolg van een fout tijdens de celdeling, een proces dat niet goed verloopt bij de vorming van de eicel of zaadcel.
Chromosomale afwijking
Het Edwards-syndroom wordt gekarakteriseerd door trisomie van chromosoom 18, wat betekent dat er drie exemplaren van dit chromosoom aanwezig zijn in plaats van twee. Deze extra kopie van chromosoom 18 veroorzaakt de kenmerkende symptomen van de aandoening, zoals ernstige ontwikkelingsachterstanden en fysieke afwijkingen.
Mechanisme van celdeling
Het ontstaan van trisomie 18 is meestal het resultaat van een non-disjunctie, waarbij chromosomen niet correct scheiden tijdens de meiose (de celdeling die nodig is voor de voortplanting). Dit kan leiden tot een ei of zaadcel met een extra kopie van chromosoom 18, wat resulteert in de trisomie bij de bevruchting.
Genetische overerving
In sommige gevallen is trisomie 18 het gevolg van een translocatie, waarbij een stukje van chromosoom 18 is vastgemaakt aan een ander chromosoom. Dit komt minder vaak voor, maar kan wel erfelijk zijn.
Trisomie 18
Het Edwards-syndroom, oftewel trisomie 18, is een ernstige genetische aandoening die wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van een extra kopie van chromosoom 18 in enkele of alle cellen van het lichaam. Normaal bevat elke cel 23 paar chromosomen, maar bij een baby met het Edwards-syndroom zijn er drie exemplaren van chromosoom 18 in plaats van twee. Dit verstoort de normale ontwikkeling van de baby, wat vaak leidt tot een miskraam of
doodgeboorte.
Erfelijkheid
Het Edwards-syndroom is meestal niet erfelijk en ontstaat meestal door een willekeurige fout tijdens de vorming van eieren en sperma. Het is uiterst onwaarschijnlijk dat ouders bij een volgende zwangerschap een kind met hetzelfde syndroom krijgen. De kans op een baby met het Edwards-syndroom neemt toe met de leeftijd van de moeder.
Types van het Edwards-syndroom
Er zijn twee hoofdtypen van het Edwards-syndroom: de volledige vorm en mozaïek trisomie 18.
Volledige vorm
Bijna alle baby's worden geboren met de volledige vorm van het Edwards-syndroom, waarbij elke cel in het lichaam drie exemplaren van chromosoom 18 bevat. De meeste baby's met deze vorm overlijden kort na de geboorte of in de vroege kinderjaren.
Mozaïek trisomie 18
Ongeveer 5% van de kinderen met het Edwards-syndroom heeft slechts in een deel van de lichaamscellen drie exemplaren van chromosoom 18. Deze minder ernstige vorm, bekend als mozaïek trisomie 18, varieert in ernst afhankelijk van het aantal en type cellen met het extra chromosoom. Sommige baby's hebben milde symptomen, terwijl anderen ernstig getroffen zijn. Ongeveer 70% van de baby's met mozaïek trisomie 18 overleeft maximaal één jaar. Slechts in zeldzame gevallen leeft een patiënt met mozaïek trisomie 18 langer en bereikt de vroege volwassenheid.
Risicofactoren
De risicofactoren voor het ontwikkelen van het Edwards-syndroom zijn voornamelijk gerelateerd aan de leeftijd van de moeder en bepaalde genetische factoren. Hoewel trisomie 18 meestal voorkomt als een sporadische genetische afwijking, kunnen sommige risicofactoren de kans verhogen.
Moederlijke leeftijd
De grootste risicofactor voor het ontwikkelen van Edwards-syndroom is de leeftijd van de moeder. Vrouwen boven de 35 jaar hebben een verhoogd risico op het krijgen van een kind met trisomie 18. Het risico stijgt met de leeftijd van de moeder en is hoger dan voor andere chromosomale afwijkingen zoals Downsyndroom.
Genetische factoren en familiële geschiedenis
Hoewel de meeste gevallen van trisomie 18 sporadisch zijn, kunnen sommige gevallen verband houden met een erfelijke chromosomale translocatie. Dit betekent dat een ouder een stuk van chromosoom 18 op een ander chromosoom heeft, wat het risico verhoogt dat hun kind de trisomie ervaart.
Omgevingsfactoren
Er is weinig bewijs dat omgevingsfactoren zoals dieet of blootstelling aan toxines een directe invloed hebben op de kans om het Edwards-syndroom te ontwikkelen, hoewel sommige studies suggereren dat bepaalde infecties tijdens de zwangerschap het risico zouden kunnen verhogen.
Risicogroepen
Edwards-syndroom kan in principe bij elke zwangerschap optreden, maar bepaalde groepen lopen een verhoogd risico op het krijgen van een kind met deze aandoening.
Oudere zwangere vrouwen
Vrouwen van 35 jaar of ouder hebben een verhoogd risico op het krijgen van een kind met trisomie 18, wat hen tot een risicogroep maakt voor deze aandoening. Dit geldt voor andere chromosomale aandoeningen zoals Downsyndroom, maar het risico voor trisomie 18 is ook hoger bij oudere moeders.
Families met een voorgeschiedenis van chromosomale afwijkingen
Gezinnen waar een chromosomale translocatie bekend is, lopen een verhoogd risico om een kind met het Edwards-syndroom te krijgen. Dit is een zeldzamere risicofactor, maar het kan een invloed hebben op genetische overerving.
Eerdere zwangerschappen met trisomie 18
Vrouwen die eerder een zwangerschap hebben gehad met een kind met trisomie 18, hebben een verhoogd risico om dit opnieuw te ervaren. Dit kan te maken hebben met genetische factoren die de kans op trisomie beïnvloeden.
Lichamelijke en mentale symptomen
Baby's met het Edwards-syndroom vertonen vaak een langzame groei in de
baarmoeder en hebben een
laag geboortegewicht, samen met ernstige medische problemen. Ongeveer de helft van de levend geboren patiënten overlijdt binnen twee weken na de geboorte, en slechts ongeveer één op de vijf overleeft ten minste drie maanden. De symptomen omvatten een breed scala aan lichamelijke en mentale problemen:
Lichamelijk
De lichamelijke symptomen van het Edwards-syndroom zijn divers en ernstig. Enkele van de meest voorkomende lichamelijke kenmerken zijn:
Mentaal
Mentale symptomen van het syndroom omvatten ernstige ontwikkelingsstoornissen en een verstandelijke handicap.
Alarmsymptomen
De symptomen van Edwards-syndroom zijn vaak ernstig en worden meestal kort na de geboorte opgemerkt. Er zijn verschillende alarmsymptomen die kunnen wijzen op deze aandoening, zowel tijdens de zwangerschap als na de geboorte.
Prenatale alarmsymptomen
Tijdens de zwangerschap kunnen bepaalde bloedonderzoeken of echografieën wijzen op een verhoogd risico op trisomie 18. Een verhoogde nuchale doorzichtigheid bij de echografie of abnormale waardes van bepaalde bloedmarkers kunnen wijzen op een verhoogd risico.
Kenmerkende fysieke afwijkingen bij de geboorte
Bij de geboorte vertonen kinderen met het Edwards-syndroom vaak kenmerkende fysieke afwijkingen zoals een kleine schedel, een laag geboortegewicht, en een afwijkende handvorm (meestal met overkrulling van de vingers). Andere typische symptomen zijn een hoge gehemelte, hartafwijkingen, en aangeboren nier- of urinewegafwijkingen.
Neurologische symptomen
Veel kinderen met trisomie 18 vertonen neurologische symptomen, waaronder ernstige ontwikkelingsachterstanden, geringe spierspanning (hypotonie), en vertraagde motorische ontwikkeling. Deze symptomen worden meestal snel opgemerkt.
Prenatale diagnostiek is belangrijk bij het Edwards-syndroom /
Bron: PublicDomainPictures, PixabayDiagnose en onderzoeken
Prenatale diagnostiek
Tijdens de zwangerschap wordt een verhoogd risico op het Edwards-syndroom meestal opgespoord door middel van een
bloedtest en een nekplooimeting met
echografie tussen de 10 en 14 weken. Deze tests kunnen ook het syndroom van Down en
het Patau-syndroom (trisomie 13) identificeren. Tussen de 18 en 21 weken zwangerschap wordt een scan uitgevoerd om lichamelijke afwijkingen en zeldzame syndromen, waaronder het Edwards-syndroom, te detecteren. Een
vlokkentest of
vruchtwaterpunctie kan de diagnose van het Edwards-syndroom bevestigen tijdens de zwangerschap.
Postnatale diagnostiek
Na de geboorte wordt de diagnose van het Edwards-syndroom bevestigd door middel van DNA-onderzoek.
Behandeling van het Edwards-syndroom
Prenataal
Voor het Edwards-syndroom is geen effectieve behandeling beschikbaar. Veel ouders kiezen ervoor de zwangerschap te beëindigen na de diagnose van het syndroom. Andere ouders besluiten de zwangerschap voort te zetten, wat vaak resulteert in een miskraam of doodgeboorte. Psychologische en emotionele steun is essentieel voor ouders die deze moeilijke beslissing moeten maken en omgaan met de gevolgen ervan.
Postnataal
De behandeling van een levend geboren kind richt zich op het verhelpen van onmiddellijk levensbedreigende problemen, zoals infecties en hartproblemen. Indien nodig wordt sondevoeding ingezet om voedingsproblemen te verhelpen. Fysiotherapie en/of ergotherapie kunnen helpen bij mobiliteitsproblemen. Emotionele en psychologische steun is ook cruciaal voor ouders en andere betrokkenen bij levend geboren kinderen met het Edwards-syndroom.
Prognose van trisomie 18
De prognose voor kinderen met Edwards-syndroom is vaak slecht, met de meeste gevallen die zich manifesteren als ernstige ontwikkelingsachterstanden en lichamelijke afwijkingen. De levensverwachting voor kinderen met trisomie 18 is meestal kort.
Levensverwachting
De meerderheid van de kinderen met het Edwards-syndroom overleeft niet de eerste maanden van hun leven, en slechts 5-10% bereikt de eerste verjaardag. Kinderen die de eerste maanden overleven, kunnen ernstige gezondheidsproblemen ontwikkelen, zoals hartafwijkingen, ademhalingsproblemen, en nierfalen.
Levenskwaliteit
De levenskwaliteit voor kinderen met trisomie 18 is meestal beperkt door de ernst van de aandoening. Veel kinderen vertonen ernstige fysieke en neurologische afwijkingen, wat hun vermogen om een normaal leven te leiden ernstig belemmert.
Langdurige medische zorg
Kinderen die het Edwards-syndroom overleven, hebben vaak langdurige medische zorg nodig om de verschillende gezondheidsproblemen te behandelen die zich ontwikkelen, zoals ademhalingsondersteuning, voeding via een sonde, en chirurgie voor aangeboren hartafwijkingen.
Complicaties van het Edwards-syndroom
Het Edwards-syndroom kan leiden tot een reeks ernstige complicaties die zowel lichamelijk als mentaal aanzienlijke impact kunnen hebben. Enkele veelvoorkomende complicaties zijn:
Ademhalingsproblemen
Kinderen met het Edwards-syndroom kunnen ernstige ademhalingsproblemen ervaren, waaronder een verminderde longcapaciteit en frequente ademhalingsinfecties. Deze problemen kunnen leiden tot chronische ademhalingsmoeilijkheden en verhoogd risico op longontsteking.
Hartafwijkingen
Veel kinderen met het Edwards-syndroom hebben aangeboren hartafwijkingen, zoals atriumseptumdefect en ventrikelseptumdefect. Deze afwijkingen kunnen de bloedcirculatie verstoren en leiden tot hartfalen of andere ernstige complicaties.
Voedingsproblemen
Voedingsproblemen zijn gebruikelijk bij kinderen met het Edwards-syndroom, vaak als gevolg van mond- en keelafwijkingen zoals een gespleten lip of gehemelte. Dit kan leiden tot onvoldoende gewichtstoename en ondervoeding, en soms is sondevoeding nodig.
Nierafwijkingen
Nierafwijkingen kunnen variëren van structurele defecten tot functionele problemen. Deze afwijkingen kunnen de nierfunctie beïnvloeden en het risico op nierinfecties verhogen.
Spierspanning en motorische problemen
Veel kinderen met het Edwards-syndroom hebben een verlaagde spierspanning (hypotonie) en problemen met de motorische ontwikkeling. Dit kan leiden tot moeite met bewegen, coördinatieproblemen en vertraagde motorische mijlpalen.
Infecties
Door de zwakke algemene gezondheid en vaak aanwezige anatomische afwijkingen hebben kinderen met het Edwards-syndroom een verhoogd risico op frequente infecties, waaronder luchtweginfecties en urineweginfecties.
Geestelijke en ontwikkelingsstoornissen
Mentale en ontwikkelingsstoornissen zijn prominent aanwezig bij het Edwards-syndroom. Kinderen kunnen ernstige cognitieve beperkingen en een vertraagde ontwikkelingsachterstand vertonen, wat invloed heeft op hun algehele levenskwaliteit en vermogen om dagelijkse activiteiten uit te voeren.
Impact op Kwaliteit van leven
De combinatie van deze complicaties kan de levenskwaliteit van kinderen met het Edwards-syndroom aanzienlijk verminderen. Veel van de complicaties vereisen voortdurende medische zorg en ondersteuning, wat een grote belasting kan zijn voor zowel het kind als de familie.
Preventie
Hoewel er geen manier is om Edwards-syndroom volledig te voorkomen, kunnen er wel maatregelen genomen worden om het risico te verlagen of om het te detecteren vóór de geboorte. Vroege detectie kan helpen bij het informeren van ouders over het risico en bij het maken van keuzes die het best bij hun situatie passen.
Prenatale screening
Prenatale screening is de belangrijkste manier om trisomie 18 te identificeren en het risico op de aandoening vroeg in de zwangerschap vast te stellen. Dit kan vrouwen helpen bij het maken van geïnformeerde keuzes over vervolgonderzoeken en de mogelijkheden die beschikbaar zijn. De screening kan bestaan uit bloedonderzoeken en echografieën die markers kunnen detecteren die wijzen op een verhoogd risico op trisomie 18. De meest gebruikelijke screeningstests zijn echografie, waarbij bij 11-14 weken zwangerschap de dikte van de nekplooi wordt gemeten, en bloedonderzoek, waarbij de niveaus van bepaalde stoffen in het bloed van de moeder worden gemeten, zoals PAPP-A en vrije bèta-hCG. Ook de niet-invasieve prenatale test (NIPT), een bloedtest die het DNA van de baby onderzoekt, kan het risico op trisomie 18 helpen inschatten. Deze test is zeer nauwkeurig en heeft een lage kans op valse positieven. Deze screeningsmethoden helpen risicogroepen te identificeren, maar een positieve uitslag vereist meestal vervolgonderzoek zoals een vlokkentest of vruchtwaterpunctie voor een definitieve diagnose.
Genetisch advies
Genetisch advies speelt een belangrijke rol voor vrouwen die een verhoogd risico lopen op het krijgen van een kind met trisomie 18, bijvoorbeeld voor vrouwen ouder dan 35 jaar of voor degenen die een familielid hebben met een chromosomale afwijking. Genetisch advies kan ouders helpen om het risico van een volgende zwangerschap te begrijpen en hen informeren over de beschikbare testopties. Tijdens het genetisch advies wordt de familiegeschiedenis en medische geschiedenis van beide ouders bekeken, waarbij gekeken wordt naar mogelijke genetische aandoeningen die het risico kunnen verhogen. Het advies kan ook betrekking hebben op de ethische, juridische en emotionele aspecten van prenatale screening en diagnose, zodat ouders weloverwogen keuzes kunnen maken.
Gezonde zwangerschappen
Hoewel het niet mogelijk is om trisomie 18 volledig te voorkomen, kunnen sommige maatregelen de kans op chromosomale afwijkingen verlagen, zelfs als ze niet direct gericht zijn op het voorkomen van trisomie 18. Vrouwen die zwanger willen worden of zwanger zijn, wordt aangeraden een evenwichtig voedingspatroon aan te houden dat rijk is aan vitamines en mineralen. Dit ondersteunt de algehele gezondheid van zowel de moeder als de baby, waarbij foliumzuur bijzonder belangrijk is om het risico op bepaalde afwijkingen te verminderen. Het vermijden van schadelijke stoffen zoals roken, alcohol en illegale drugs is cruciaal, aangezien deze stoffen de gezondheid van zowel de moeder als de baby in gevaar kunnen brengen en mogelijk bijdragen aan het risico op genetische afwijkingen. Verder kunnen vrouwen een gezond gewicht behouden en regelmatig bewegen, wat het risico op complicaties tijdens de zwangerschap vermindert, hoewel dit geen direct effect heeft op het voorkomen van trisomie 18.
Prenatale diagnose bij verhoogd risico
Indien de prenatale screening wijst op een verhoogd risico op trisomie 18, kan het aanbevolen worden om verder te onderzoeken door middel van invasieve testen. Deze tests bieden een nauwkeurige diagnose en kunnen de ouders helpen bij het maken van weloverwogen beslissingen. De vruchtwaterpunctie (amniocentese) is een invasieve test waarbij een kleine hoeveelheid vruchtwater wordt afgenomen om de chromosomen van de baby te onderzoeken. Dit kan de aanwezigheid van trisomie 18 bevestigen of uitsluiten. Een andere invasieve test is de vlokkentest (chorionvillusmonster), waarbij een klein stukje van de placenta wordt afgenomen om de chromosomen van de baby te testen. Hoewel deze tests nauwkeurige resultaten bieden, brengen ze ook risico’s met zich mee, zoals het risico op een miskraam. Het is belangrijk om deze tests alleen te doen wanneer het risico op trisomie 18 wordt geacht hoog genoeg om het potentiële risico te rechtvaardigen.