Vogelgriep: Griepachtige en longgerelateerde symptomen
Vogelgriep is een zeldzame, besmettelijke aandoening bij vogels die soms op mensen kan overgaan. Het wordt veroorzaakt door een virus dat doorgaans door vogels op mensen wordt overgedragen. De symptomen van vogelgriep lijken vaak op die van de reguliere griep, maar kunnen ook leiden tot ernstige oog- en longproblemen. In ernstige gevallen kan de ziekte fataal zijn. De behandeling richt zich voornamelijk op het verlichten van symptomen en kan antivirale medicijnen en andere ondersteunende maatregelen omvatten. Er zijn diverse preventieve maatregelen die het risico op besmetting kunnen verlagen.
Synoniemen vogelgriep
Vogelgriep is ook bekend onder de volgende benamingen:
- aviaire influenza
- vogelpest
Epidemiologie en risicofactoren
Vogelgriep komt zelden voor bij mensen en wordt vooral aangetroffen in Aziatische landen. Personen die regelmatig in contact komen met besmette vogels, zoals pluimveehouders, landbouwers en dierenartsen, lopen een verhoogd risico op besmetting. Het virus wordt inactivated door hitte, dus het eten van volledig gekookte
vogels vormt geen risico voor besmetting.
Mechanisme
De vogelgriep, veroorzaakt door het H5N1-virus, is een virale infectie die oorspronkelijk dieren treft, met name vogels. Wanneer mensen in contact komen met besmette vogels of hun uitwerpselen, kan het virus zich overdragen. Het mechanisme van de overdracht van het vogelgriepvirus naar mensen is complex en kan verschillende paden volgen. Het virus komt het menselijk lichaam binnen via de luchtwegen, meestal door inademing van aerosolen of het aanraken van besmette oppervlakken en daarna aanraking van de mond, ogen of neus.
Virusverspreiding en infectiepad
Het virus verspreidt zich vaak via direct contact met besmette dieren, vooral vogels die het virus in hun speeksel, uitwerpselen en afscheidingen uit de ogen dragen. In de meeste gevallen wordt de mens geïnfecteerd door nauw contact met besmette vogels, hoewel zeldzame gevallen van menselijke overdracht via druppeltjes in de lucht zijn gerapporteerd. Het virus komt via de slijmvliezen in de luchtwegen binnen en kan zich snel verspreiden naar andere delen van het lichaam.
Invloed op het immuunsysteem
Zodra het virus het lichaam binnendringt, begint het zich te vermenigvuldigen in de luchtwegen en kan het het immuunsysteem beïnvloeden. Het virus kan het vermogen van het immuunsysteem om effectief te reageren verzwakken, wat leidt tot ontsteking en ernstige longproblemen. In sommige gevallen kan het virus zich verder verspreiden naar andere organen, zoals de nieren of het hart, wat complicaties kan veroorzaken.
Oorzaken: Vogelgriepvirus overgebracht door vogels
Soorten Influenzavirussen
Er zijn drie hoofdtypen influenzavirussen: A, B en C. Type A-virussen infecteren zowel mensen als vele diersoorten. Type B-virussen infecteren uitsluitend mensen en veroorzaken seizoensgebonden epidemieën. Type C-virussen infecteren mensen en varkens, maar veroorzaken meestal milde symptomen.
Aviair Influenza A-Virus
Het aviaire (vogel) influenza A-virus komt van nature voor bij wilde vogels. Deze wilde vogels kunnen het virus overdragen aan gekweekte vogels, wat leidt tot grootschalige uitbraken onder pluimvee. Vooral hoenderachtige vogels en watervogels kunnen het virus overdragen op mensen. Voorbeelden van dergelijke vogels zijn:
- duiven
- eenden
- fazanten
- ganzen
- kalkoenen
- kippen
- kwartels
- parelhoenders
- patrijzen
- pauwen
- zwanen
Belangrijke ziekmakende subtypes van het virus zijn onder andere A (H5N1, H5N8, H7N7, H7N9, H9N2) en varkens influenzavirussubtypes A (H1N1) en (H3N2).
Overdracht
Het vogelgriepvirus bevindt zich in het
speeksel, slijm en ontlasting van besmette vogels. Hoewel het virus meestal niet overdraagbaar is van vogel op mens, kunnen sporadische besmettingen optreden. Besmettingen bij mensen gebeuren meestal door contact met besmette vogels of met oppervlakken besmet met vogelgriepvirus, zoals kooien, landbouwmachines, kleding en schoenen. De ziekte is niet besmettelijk tussen mensen.
Risicofactoren
Er zijn verschillende risicofactoren die de kans op het oplopen van vogelgriep bij mensen verhogen. Deze factoren kunnen variëren afhankelijk van de blootstelling aan besmette vogels, de gezondheidstoestand van de persoon en andere omgevingsfactoren.
Blootstelling aan besmette vogels
De grootste risicofactor voor het oplopen van vogelgriep is de blootstelling aan besmette vogels, met name in gebieden waar de vogelgriep wijdverspreid is. Dit komt vooral voor bij mensen die werken in de veehouderij of die zich in nauwe nabijheid van gevogelte bevinden. Jagers en mensen die vogels vangen of doden, lopen ook een verhoogd risico. De mate van blootstelling speelt een cruciale rol in de mate van infectie.
Gezondheidstoestand en immuniteit
Mensen met een verzwakt immuunsysteem, zoals ouderen, jonge kinderen of mensen met chronische aandoeningen, hebben een verhoogd risico om ernstiger ziek te worden na een infectie. Een eerder verzwakt immuunsysteem kan het moeilijker maken om het virus effectief te bestrijden, waardoor er een grotere kans is op ernstige complicaties zoals longontsteking of orgaanfalen.
Risicogroepen
Bepaalde groepen mensen lopen een hoger risico om besmet te raken met vogelgriep of ernstige complicaties te ontwikkelen na infectie. Dit kan variëren afhankelijk van factoren zoals leeftijd, werk, gezondheid en het type contact met besmette dieren.
Ouderen en immuungecompromitteerden
Ouderen en mensen met een verzwakt immuunsysteem hebben een grotere kans op het ontwikkelen van ernstige symptomen van vogelgriep. Het immuunsysteem van ouderen is vaak minder effectief in het bestrijden van virale infecties, waardoor ze vatbaarder zijn voor complicaties zoals longontsteking. Ook mensen die immuunsuppressiva gebruiken of een andere onderliggende ziekte hebben, zoals HIV/AIDS, hebben een verhoogd risico.
Mensen die werken in de veehouderij of de diergeneeskunde
Mensen die werken in de veehouderij, bijvoorbeeld als pluimveehouder, dierenarts of in pluimveeverwerkingsfaciliteiten, hebben een verhoogd risico op blootstelling aan het vogelgriepvirus. De nabijheid van grote aantallen besmette vogels kan de kans op infectie aanzienlijk verhogen, vooral in landen waar vogelgriep regelmatig voorkomt.
Griepachtige en oog- en longgerelateerde symptomen
Griepachtige symptomen
Ongeveer tien dagen na besmetting met vogelgriep kunnen de symptomen verschijnen. De ziekte begint vaak met milde
griepachtige symptomen zoals
braken,
diarree, een verstopte keel en
keelpijn,
hoesten,
hoofdpijn,
koorts,
spierpijn en vermoeidheid.
Ogen
Conjunctivitis (oogbindvliesontsteking) is een veelvoorkomend symptoom van vogelgriep. Deze
oogontsteking kan gepaard gaan met
waterige ogen,
branderige ogen,
jeukende ogen,
pijnlijke ogen (
oogpijn),
lichtschuwheid,
oogafscheiding en
rode ogen.
Longen
In sommige gevallen kan vogelgriep leiden tot ernstige longcomplicaties, zoals
longontsteking (pneumonie) en het
acute respiratory distress syndrome (ARDS). ARDS is een ernstig longprobleem dat zich uit in
kortademigheid,
ademhalingsproblemen en acute ademnood, en kan in meer dan de helft van de gevallen fataal zijn.
Andere symptomen
Bij ernstige gevallen kunnen ook de
hersenen worden aangetast, wat kan leiden tot neurologische afwijkingen zoals
epileptische aanvallen en gedragsveranderingen. Patiënten met ernstige symptomen kunnen ook lijden aan orgaanfalen.
Alarmsymptomen
Bij besmetting met vogelgriep kunnen verschillende alarmsymptomen optreden. Het is belangrijk om deze symptomen tijdig te herkennen om snel medische hulp in te schakelen. De symptomen kunnen variëren afhankelijk van de ernst van de infectie, maar ze vertonen vaak gelijkenissen met die van andere ademhalingsaandoeningen zoals de gewone griep.
Hoge koorts en algemene zwakte
Een van de eerste symptomen van vogelgriep is vaak hoge koorts, die gepaard kan gaan met een gevoel van algemene zwakte. Koorts kan oplopen tot 39-40°C, wat duidt op een serieuze infectie. Deze symptomen kunnen gepaard gaan met spierpijn, koude rillingen en vermoeidheid, die vaak voorkomen bij virale infecties.
Ademhalingsproblemen en hoesten
Ademhalingsproblemen, zoals kortademigheid en pijn op de borst, zijn ook veelvoorkomende alarmsymptomen bij vogelgriep. Dit kan wijzen op ernstige longontsteking, een veelvoorkomende complicatie van de infectie. Hoesten, zowel droog als productief, komt ook vaak voor, en kan gepaard gaan met een gevoel van beklemming in de borstkas. Bij ernstige gevallen kan het ademhalingsfalen leiden tot ziekenhuisopname.
Diagnose en onderzoeken
De arts zal de patiënt ondervragen over zijn symptomen en medische voorgeschiedenis, en of hij recent in risicogebieden heeft verbleven of met risicovolle vogels heeft gewerkt. Vervolgens zal de arts een
bloedonderzoek uitvoeren, uitstrijkjes nemen van het neusslijmvlies en mogelijk beeldvormende onderzoeken zoals een
röntgenfoto uitvoeren om de oorzaak van de symptomen vast te stellen.
Behandeling
De behandeling van vogelgriep bestaat voornamelijk uit
antivirale geneesmiddelen. Bij sommige patiënten reageren de medicijnen mogelijk niet optimaal. Behandeling vindt doorgaans plaats in een isolatiekamer in het ziekenhuis om de verspreiding van het virus te voorkomen. In ernstige gevallen kan ademhalingsondersteuning of nierdialyse noodzakelijk zijn om de nierfunctie te verbeteren.
Prognose
Wanneer de symptomen mild zijn, kan vogelgriep effectief worden behandeld met antivirale medicijnen. Bij ernstige longcomplicaties is de prognose minder gunstig, met een sterftecijfer van meer dan 50% binnen negen tot tien dagen na het ontstaan van de symptomen.
Complicaties van vogelgriep
- Longproblemen: Ernstige longcomplicaties zoals longontsteking en ARDS kunnen optreden, met een hoog risico op fatale afloop.
- Neurologische complicaties: Bij ernstige gevallen kunnen neurologische afwijkingen optreden, waaronder epileptische aanvallen en gedragsveranderingen.
- Orgaanfalen: In ernstige gevallen kan orgaanfalen optreden, waarbij meerdere organen uitvallen.
- Secundaire infecties: Door verzwakte immuunsystemen kunnen secundaire infecties zoals bacteriële longontsteking ontstaan.
Preventie
Om besmetting met vogelgriep te voorkomen, moeten mensen die in contact komen met vogels voorzorgsmaatregelen nemen, zoals het vermijden van contact met wilde vogels. Pluimveehouders dienen hun dieren goed te controleren en op te hokken om verspreiding te voorkomen. Besmette vogels moeten worden vernietigd om verdere uitbraken te voorkomen. Personen die in risicovolle omgevingen werken, zoals in de pluimvee-industrie, krijgen aanbevolen griepvaccinaties ter bescherming.
Lees verder