Convulsies (stuipen): symptomen, oorzaken en behandeling
Convulsies of stuipen zijn onwillekeurige spiertrekkingen, waarbij contractie (samentrekking) en ontspanning elkaar ritmisch afwisselen. Dit kan leiden tot verkramping en schokken door je gehele lichaam. De hersenen bevatten miljarden neuronen (zenuwcellen) die elektrische impulsen creëren en ontvangen. Elektrische impulsen laten neuronen met elkaar communiceren. Tijdens een aanval is er abnormale en overmatige elektrische activiteit in de hersenen. Dit kan veranderingen in bewustzijn, gedrag en/of convulsies veroorzaken. Deze activiteit duurt meestal maar een paar seconden tot minuten. Epilepsie verwijst naar een aandoening waarbij je het risico loopt op terugkerende epileptische aanvallen. Niet iedereen die een aanval heeft gehad, heeft epilepsie. Niet-epileptische aanvallen of convulsies kunnen worden veroorzaakt door andere aandoeningen zoals een lage bloedsuikerspiegel, flauwvallen of een angstaanval. Een arts kan een convulsie van een niet-epileptische aanval onderscheiden.
Soorten convulsies
Convulsies of stuipen zijn aanvallen van spiercontracties. De tonisch-clonische aanval is de meest bekende aanval. Tonisch betekent 'verstijving of verkramping' en clonisch verwijst naar 'samentrekking van spieren'. Bij een dergelijke aanval kun je eerst verstijven en daarna schokkende spierbewegingen hebben; tijdens het spiertrekken, kan je in de
tong bijten, waardoor bloedverlies of schuimvorming aan de mond ontstaat. Andere soorten aanvallen zijn meestal minder dramatisch. Onwillekeurige spiertrekkingen kunnen geïsoleerd voorkomen op één arm of op een deel van het gezicht. Het kan zijn dat je plotseling niet meer kunt reageren en een paar seconden aan het staren bent, soms met kauwbewegingen of smakken van de lippen.
Je kunt zowel gedeeltelijke als gegeneraliseerde aanvallen tegelijk ervaren, of de ene kan aan de andere voorafgaan. De symptomen kunnen variëren van enkele seconden tot 15 minuten per aanval.
Niet-epileptische aanvallen
Niet-epileptische aanvallen zijn het gevolg van een verwonding, zoals een klap tegen het hoofd of een ziekte. Wanneer je voor de aandoening wordt behandeld, verdwijnen de aanvallen.
Gedeeltelijke aanvallen
Deze aanvallen kunnen optreden als je epilepsie hebt, wat een aandoening is die herhaalde aanvallen veroorzaakt. Dit type aanvallen treedt op aan slechts één kant van de hersenen. Als gevolg hiervan wordt één kant van het lichaam beïnvloedt tijdens een aanval.
Gegeneraliseerde aanvallen
Deze aanvallen komen aan beide zijden van de hersenen voor en beïnvloeden beide zijden van het lichaam. Gegeneraliseerde aanvallen bestaan uit tonisch-clonische aanvallen, die kunnen optreden als je epilepsie hebt. Petit mal aanvallen, ook absences genoemd, zijn een ander type van gegeneraliseerde aanvallen. Deze aanvallen hebben weinig fysieke symptomen, maar kunnen inhouden dat je gedurende enkele seconden in de ruimte staart.
Symptomen
Convulsies kunnen gepaard gaan met andere symptomen:
- een plotseling gevoel van angst of angstgevoelens
- maagklachten
- duizeligheid
- een verandering in het zien, zoals wazig zien
- een schokkerige beweging van de armen en benen waardoor je dingen kunt laten vallen
- een gevoelloos gevoel
- hoofdpijn
Symptomen die erop duiden dat een aanval plaatsvindt, zijn onder meer:
Aura
Convulsies kunnen ook bepaalde sensaties veroorzaken die alleen jij voelt. Je kunt bijvoorbeeld last krijgen van
maagklachten,
angst of een onaangename geur opmerken die er in werkelijkheid niet is. Dergelijke subjectieve gevoelens wordt gewoonlijk een aura genoemd. Een aura is het geheel van verschijnselen die het begin van een convulsie vormen. Je ervaart meestal dezelfde symptomen bij elke aanval.
Triggers of uitlokkende factoren
Bij een minderheid van de mensen worden de aanvallen uitgelokt door bepaalde factoren, zoals sterke emoties, intense lichaamsbeweging, luide muziek of knipperende lichten. Wanneer deze triggers in het spel zijn, gaan ze meestal onmiddellijk vooraf aan de aanval. Hoewel ze moeilijker te koppelen zijn aan een aanval, kunnen bepaalde andere factoren ook de kans op een convulsie vergroten.
Koorts, menstruatie,
gebrek aan slaap en stress kunnen bijvoorbeeld bij sommige mensen het risico op aanvallen vergroten.
Na een aanval (postictale fase)
Na een aanval kom je weer tot rust en deze periode wordt ook wel de 'postictale fase' genoemd. Gedurende deze periode ben je misschien verward en
moe en kun je last krijgen van een bonzende
hoofdpijn krijgen. Deze periode duurt meestal enkele minuten, hoewel deze fase ook uren of zelfs dagen kan duren.
Bij sommige mensen gaat de postictale fase gepaard met bepaalde symptomen. Je kunt bijvoorbeeld lichte tot ernstige zwakte in een hand, arm of been ervaren. Andere mensen hebben moeite met spreken of ervaren tijdelijk (gedeeltelijk) gezichtsverlies of andere sensorische verschijnselen. Dit kunnen belangrijke aanwijzingen zijn over het type aanval en het deel van de hersenen dat werd beïnvloed tijdens de aanval.
Oorzaken van stuipen of convulsies
Convulsies kunnen worden veroorzaakt door onder meer de volgende factoren:
Niet alle convulsies worden veroorzaakt door
epilepsie. Er worden drie categorieën van oorzaken van convulsies onderscheiden:
Epileptische aanvallen
Mensen met epilepsie hebben een type hersenstoornis die af en toe episodes van abnormale elektrische activiteit veroorzaakt. Dit kan worden veroorzaakt door elk type hersenletsel, zoals trauma,
beroerte, hersenontsteking of een
hersentumor. Bij sommige personen is epilepsie een erfelijke aandoening. In veel gevallen is de oorzaak van epileptische aanvallen niet duidelijk.
Een geprovoceerde aanval door alcoholonttrekking /
Bron: Marian Weyo/Shutterstock.comGeprovoceerde aanvallen
Een vergelijkbaar type abnormale elektrische activiteit in de hersenen kan worden veroorzaakt door bepaalde geneesmiddelen, alcoholonttrekking en andere onevenwichtigheden, zoals een lage
bloedsuikerspiegel. Aanvallen die worden veroorzaakt door dergelijke problemen worden geprovoceerde aanvallen genoemd en ze treden meestal niet meer op zodra het onderliggende probleem is verholpen. Van mensen met geprovoceerde aanvallen wordt niet gezegd dat ze epilepsie hebben.
Niet-epileptische aanvallen
Niet-epileptische aanvallen lijken op toevallen, maar worden niet veroorzaakt door abnormale hersenactiviteit. Deze aanvallen kunnen te wijten zijn aan flauwvallen, een spieraandoening of een psychische aandoening.
Onderzoek en diagnose
Vraaggesprek en lichamelijk onderzoek
Als je nog nooit eerder convulsies of stuipen hebt gehad, dan zal de arts een uitgebreid vraaggesprek met je voeren, je medische voorgeschiedenis in ogenschouw nemen en lichamelijk onderzoek doen. De arts zal tot in detail willen weten of je tijdens de aanval het bewustzijn verloor, wezenloos staarde of schokte en onwillekeurige spiertrekkingen vertoonde. Hoe meer informatie je arts heeft over je aanval, hoe beter hij of zij in staat zal zijn om de juiste diagnose te stellen.
CT-scan /
Bron: Anekoho/Shutterstock.comVervolgonderzoek
Afhankelijk van de omstandigheden van de aanval, je leeftijd en je individuele situatie, kan vervolgonderzoek nodig zijn in de vorm van:
- Bloedonderzoek kan worden uitgevoerd om te controleren op problemen zoals een lage of hoge bloedsuikerspiegel die mogelijk de aanval heeft veroorzaakt, en om te controleren op markers in het bloed die kunnen wijzen op het type aanval dat je had.
- Een lumbaalpunctie (een ruggenprik) kan worden uitgevoerd na een aanval om te controleren op tekenen van infectie.
- Een EEG kan worden uitgevoerd om abnormale elektrische activiteit in de hersenen te detecteren.
- Beeldvormend onderzoek van de hersenen zoals MRI- of CT-scans, kunnen worden uitgevoerd om te controleren op tumoren, beroertes of andere structurele problemen in de hersenen.
Behandeling van convulsies
Als je epilepsie hebt of als de convulsies werden veroorzaakt door een beroerte, tumor of een vorm van permanent hersenletsel, kan de arts je een of meer anti-epileptische medicatie voorschrijven. de arts zal proberen een geneesmiddel te vinden dat het beste bij je past en dat de minste bijwerkingen veroorzaakt. In sommige gevallen kan de arts meer dan één medicijn aanraden. Het vinden van de juiste medicatie en dosering kan ingewikkeld zijn. De arts zal rekening houden met je gezondheidstoestand, de frequentie van aanvallen, je leeftijd en andere factoren, bij het kiezen van welk medicijn hij moet voorschrijven. De arts zal ook eventuele andere medicijnen die je gebruikt, beoordelen om ervoor te zorgen dat de anti-epileptische medicatie geen interactie met hen heeft. Als anti-epileptische medicatie niet effectief is, kunnen andere behandelingen een optie zijn.
Prognose
Veel mensen hebben slechts eenmalig last van stuipen, bijvoorbeeld door een zonnesteek, en dan zijn de vooruitzichten uitstekend. Wanneer er sprake is van een onderliggende ziekte, dan is het van belang om deze te diagnosticeren en succesvol te behandelen zodat er in de toekomst geen convulsies meer optreden.
Preventie
Convulsies of stuipen kunnen leiden tot sociaal ongemakkelijke situaties, lichamelijk letsel, auto-ongelukken en gevaarlijke valpartijen. Voorkomen (voor zover mogelijk) is daarom beter dan genezen. Er zijn twee belangrijke benaderingen voor preventie van convulsies. De eerste is met medicatie en de tweede is door het vermijden van uitlokkende factoren.
Medicatie om convulsies of stuipen te voorkoment /
Bron: Stevepb, PixabayMedicijnen
Het voorkomen van stuipen kan met medicijnen:
- Anticonvulsiva zijn de meest effectieve manier voor een persoon met epilepsie om aanvallen te voorkomen. Er zijn veel anticonvulsieve medicijnen die aanvallen effectief beheersen. Als je epilepsie hebt, kan de arts bepalen welke (combinatie van) anticonvulsiva het meest geschikt is voor het onder controle brengen van convulsies.
- Het nemen van anti-epileptica is ook een belangrijk onderdeel van de beheersing van aanvallen. Als je anticonvulsiva gebruikt om epileptische aanvallen te voorkomen, moet je ze innemen zoals voorgeschreven en ongeveer elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip.
Uitlokkende factoren vermijden
De tweede benadering in het voorkomen van convulsies is het voorkomen van triggers van aanvallen. Als je bent gediagnosticeerd met epilepsie, is het belangrijk om uitlokkende factoren te vermijden en een
gezonde leefstijl te handhaven. Dit betekent voldoende slapen, geen alcohol drinken en extra oplettend zijn bij felle lichten of een andere trigger die je persoonlijk hebt opgemerkt.