Kegeldystrofie: Verlies van kegeltjes van netvlies in oog
Kegeldystrofie is een erfelijke oogafwijking waarbij een verlies ontstaat van de kegeltjes van het netvlies. De kegeltjes, ook bekend als de fotoreceptoren, zijn verantwoordelijk voor zowel het centraal gezichtsvermogen als het kleurenzien. Bij de oogaandoening ervaart een patiënt bijgevolg een progressief verlies van het gezichtsvermogen en kleurenzienstoornissen. Daarnaast komen ook andere symptomen tot uiting, al is de klinische presentatie bij elke patiënt verschillend. Een behandeling is niet mogelijk voor de oogziekte, maar een ondersteunende therapie, diverse supplementen een ooggezonde voeding vertragen de progressie van kegeldystrofie.
Wat zijn staafjes en kegeltjes in het netvlies?
Het netvlies bezit kegeltjes en staafjes. Deze fotoreceptoren detecteren lichtprikkels en reageren hierop. Kegeltjes bevinden zich overal in het netvlies en dan vooral ter hoogte van het midden van het netvlies (macula). Kegeltjes zorgen ervoor dat mensen fijne details kunnen zien en gezichten kunnen herkennen. Ze spelen bovendien een rol bij de kleurwaarneming. Kegeltjes hebben fel licht nodig om goed te kunnen functioneren. Staafjes bevinden zich overal in het netvlies, met uitzondering van het centrum. Dankzij staafjes kunnen mensen zien bij weinig of beperkt licht.
Epidemiologie
Kegeldystrofie is een zeldzame aandoening van het netvlies, gekenmerkt door verlies van kegeltjes, die de fotoreceptoren zijn verantwoordelijk voor kleurwaarneming en visuele scherpte. De aandoening komt zelden voor en heeft vaak een erfelijke basis. Het kan leiden tot ernstige visuele problemen en wordt vaak gediagnosticeerd op jonge leeftijd.
Oorzaken van kegeldystrofie
Kegeldystrofie is het gevolg van schade aan de kegeltjes van de
netvliezen. Ten minste één type autosomaal dominante kegelstrengdystrofie is het resultaat van mutaties (wijzigingen) in het guanylaatcyclase 2D-gen (GUCY2D) dat gelegen is op chromosoom 17. Kegeldystrofie komt in het algemeen echter meestal sporadisch tot stand. Erfelijke vormen hebben meestal een autosomaal dominant overervingspatroon, maar een autosomaal recessieve en X-gebonden overerving komen soms ook tot uiting.
Risicofactoren
Risicofactoren voor Kegeldystrofie zijn voornamelijk genetisch en omvatten familiegeschiedenis van erfelijke netvliesaandoeningen. Mensen met een familiegeschiedenis van retinitis pigmentosa of andere erfelijke oogziekten kunnen een verhoogd risico hebben. Milieu- of levensstijlfactoren spelen geen significante rol in de ontwikkeling van de aandoening.
Symptomen: Verminderd gezichtsvermogen
De leeftijd van aanvang (late tienerjaren tot jaren zestig), de (eventuele) progressie en de ernst van kegeldystrofie is sterk variabel tussen patiënten. Het meest voorkomende symptoom van kegeldystrofie is een verlies van het gezichtsvermogen. Ook ervaart de patiënt een
overgevoeligheid voor felle lichten (fotofobie) en heeft hij een
slecht kleurenzicht. Patiënten met deze oogaandoening zien beter in de schemering. De gezichtsscherpte verslechtert meestal eveneens geleidelijk, maar kent af en toe een snel progressief verloop totdat de visus 20/200 bedraagt. In een later, meer ernstig stadium van de oogziekte, daalt het de visus naar het tellen van vingers. De patiënt is in deze eindfase juridisch blind (
maatschappelijk blind).
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van Kegeldystrofie kunnen bestaan uit verslechtering van de kleurwaarneming, verminderde visuele scherpte, en problemen met nachtzicht. De symptomen kunnen progressief zijn en meestal beginnen in de kindertijd of vroege volwassenheid. Het is belangrijk om medische hulp te zoeken bij tekenen van ernstige visuele stoornissen of snel voortschrijdende symptomen.
Diagnose en onderzoeken
Oogonderzoeken
Om de
kleurenzienstoornissen op te sporen, zijn
kleurenzichtonderzoeken nodig. Ook meet de arts de
gezichtsscherpe. De oogarts voert daarnaast een fundoscopie uit via een
oftalmoscopie (achterkant van het oog bekijken). In een vroeg stadium van kegeldystrofie is dit nog redelijk normaal. Wanneer visueel verlies optreedt, zijn duidelijke maculaire veranderingen te zien. Een
fluoresceïneangiografie (onderzoek van de bloedvaten van het netvlies) is een nuttige aanvulling bij een patiënt met een vermoeden van kegeldystrofie. Dit
oogonderzoek onthult vroege veranderingen in het netvlies die een oftalmoscoop meestal niet kan waarnemen. Verder is een
gezichtsveldonderzoek nodig. Een patiënt met kegeldystrofie heeft meestal een centraal scotoom (blinde vlek) in het gezichtsveld. Door het brede spectrum van fundusveranderingen en de moeilijkheid om de diagnose in een vroeg stadium te stellen, is een
electroretinografie (ERG: onderzoek van het netvlies van het oog) het beste
oogonderzoek voor het stellen van de diagnose.
Differentiële diagnose
De oogaandoening doet soms denken aan andere
maculadystrofieën (oogziekten met een verminderd centraal gezichtsvermogen) evenals erfelijke
optische atrofieën (oogziekten waarbij de
oogzenuw afsterft). Een fluorescentieangiografie, ERG en kleurenzichttesten zijn belangrijke hulpmiddelen om de diagnose in een vroeg stadium te vergemakkelijken.
Behandeling van oogziekte
Voor kegeldystrofie bestaat er anno oktober 2020 geen behandeling. Bepaalde supplementen vertragen de progressie van de ziekte. Bètacarotenoïden,
luteïne en zeaxanthine verminderen het risico op het ontwikkelen van
leeftijdsgebonden maculadegeneratie. Het is daarom aangewezen een
ooggezonde voeding te consumeren of supplementen te nemen om de progressie van kegeldystrofie te vertragen.
Patiënten met kegeldystrofie zijn gebaat met een goede zonnebril /
Bron: Hans, PixabayPrognose van oogaandoening
Kegeldystrofie is soms stationair; de symptomen blijven dan stabiel. Bij de meeste patiënte nis stationaire kegeldystrofie aanwezig bij de geboorte of de vroege kinderjaren. Bij progressieve kegeldystrofie verergeren de symptomen langzaam in de loop van de tijd. Verder zijn patiënten gebaat met een bril met getinte glazen of een donkere
zonnebril die ze kunnen dragen in heldere omgevingen. Ook
revalidatietraining voor slechtzienden is nuttig. Patiënten met een verminderd zicht leren hierdoor omgaan met hun beperking. Daarnaast leren ze werken met diverse aanpassingen en/of hulpmiddelen.
Complicaties
Complicaties van Kegeldystrofie kunnen onder meer ernstig verlies van visuele scherpte en problemen met dag- en nachtzicht. Secundaire complicaties zoals adaptieve visuele problemen kunnen ook optreden. Het is belangrijk om regelmatige controles te ondergaan om de voortgang van de aandoening te monitoren en eventuele bijkomende problemen te beheren.
Preventie
Er zijn geen specifieke preventieve maatregelen voor Kegeldystrofie, vooral gezien de erfelijke aard van de aandoening. Voor mensen met een familiegeschiedenis van erfelijke netvliesaandoeningen kan genetisch advies nuttig zijn om risico's beter te begrijpen. Regelmatige oogcontroles en monitoring kunnen helpen om vroege tekenen van de aandoening te detecteren.
Lees verder