Traankliertumor: Goedaardige en kwaadaardige tumoren
Bij een traankliertumor heeft een patiënt een tumor in één van de klieren die verantwoordelijk zijn voor de traanproductie. De traanklier bevindt zich onder het buitenste deel van elke wenkbrauw. Ongeveer de helft van de traankliertumoren zijn goedaardig (benigne), terwijl de andere helft kwaadaardig (maligne) is. Diverse soorten tumoren zijn mogelijk in de traanklier. De prognose van een traankliertumor is sterk afhankelijk van het soort tumor, maar dankzij een goede en vooral snelle behandeling verhoogt de levensverwachting van de patiënt sterk.
Epidemiologie traankliertumor
Een traankliertumor komt uiterst zeldzaam voor, maar exacte cijfers zijn niet gevonden via de geraadpleegde bronnen. Veelal krijgen patiënten in het derde decennium van het leven een traankliertumor. Patiënten met een geschiedenis van lymfoom hebben een hoger risico op het ontwikkelen van een lymfoom rond de ogen (peri-oculair). Ook wanneer een patiënt eerder een goedaardige tumor had waarbij de arts niet in staat was deze volledig te verwijderen, is er een kans op het ontwikkelen van een kwaadaardige traankliertumor.
Werking traanklieren
Elk oog bevat traanklieren, hetgeen in
medische termen bekend is als glandulae lacrimales. Deze bevinden zich aan de achterzijde van het bovenste ooglid, vlak bij de buitenste ooghoek. Deze klieren scheiden ter bescherming van het oog traanvocht af dat voor 99% uit water en voor 1% uit vaste stoffen bestaat. Het vocht gaat regelmatig naar de binnenste ooghoek doordat een persoon zijn oogleden sluit. In ieder ooglid bevindt zich een traanpunt (kleine opening) dat het begin is van een traanbuisje (ductus lacrimalis). Deze beide traanbuisjes lopen naar elkaar toe in de richting van de neusholte en monden dan uit in een verwijding, de traanzak. De tranen gaan door het neustraankanaal naar de onderste neusgang.
Goedaardige en kwaadaardige tumoren in de traanklier
Goedaardige gemengde epitheliale tumor
Een goedaardige gemengde epitheliale tumor is een goedaardige tumor die zich niet verspreidt naar andere lichaamsdelen, maar blijft groeien indien de arts deze niet behandelt.
Kwaadaardige gemengde epitheliale tumor
Zoals de naam reeds doet vermoeden, is een kwaadaardige gemengde epitheeltumor kwaadaardig. Deze verspreidt zich, indien onbehandeld, naar andere lichaamsdelen.
Lymfoom
Lymfoom heeft betrekking op verschillende oogstructuren, vooral op de conjunctiva (
oogbindvlies) en de traanklieren. Meestal presenteert
een non-Hodgkin lymfoom (
kanker in lymfocyten van het immuunsysteem met
vergrote lymfeklieren en algemene symptomen) zich bij een patiënt, hetgeen mogelijk gepaard gaat met een systemische lymfoom of een lymfoom in het centrale zenuwstelsel (
hersenen en ruggenmerg).
Adenoid cysteuze carcinoom (ADCC) van de traanklier
ADCC is een zeldzame vorm van adenocarcinoom, een tumor die voortvloeit uit klierweefsels. Deze tumor kenmerkt zich door een onderscheidend patroon. Wanneer dit type traankliertumor groeit, krijgt de patiënt uitpuilende ogen (proptosis). Een ander kenmerk is
pijn. De tumor tast namelijk de plaatselijke zenuwen aan.
Ooggerelateerde symptomen van een traankliertumor
De presentatie van traankliertumoren varieert tussen patiënten. Sommigen zijn asymptomatisch, maar hebben een licht gezwollen bovenste ooglid. Anderen hebben pijn en last van proptosis (
medische term voor "een uitpuilend oog"), een zwelling rond de ogen,
dubbelzien (diplopie) en een verminderde
gezichtsscherpte. Een langdurig traanklierletsel wijst mogelijk op een goedaardige tumor, zoals een pleomorf
adenoom (meestal goedaardige klierweefselgezwel). Een recente geschiedenis wijst ofwel op een
ontsteking of een kwaadaardig proces.
Diagnose en onderzoeken
Oogheelkundig onderzoek
De patiënt krijgt eerst een
uitgebreid oogheelkundig onderzoek door de oogarts, maar ook een KNO-arts onderzoekt de patiënt mogelijk. De diagnose gebeurt meestal met een
CT-scan van de ogen en oogkas of een
MRI-scan.
Differentiële diagnoses
De differentiële diagnoses omvatten
tuberculose,
amyloïdose (afzettingen van amyloïde in weefsels en organen met symptomen aan hart, huid, maag en darmen, lever,
nieren en hersenen),
de oogziekte van Graves,
granulomatose met polyangiitis,
sikkelcelziekte, het
droge ogen syndroom,
exoftalmie (uitpuilende ogen) en volwassen proptosis.
Behandeling
Meestal verwijdert een chirurg de traankliertumor operatief. Na de operatie krijgt de patiënt vaak een
oogprothese. Kankergezwellen vereisen vaak nog andere behandelingsmethoden zoals bestraling (
radiotherapie) of
chemotherapie. Aparte
bestralingsbehandelingen voor het oog zijn beschikbaar.
Prognose aandoening
De prognose van een patiënt met een traankliertumor is meestal uitstekend voor goedaardige gezwellen. De vooruitzichten voor kanker zijn afhankelijk van het type kanker, het stadium waarin de arts de diagnose stelt, en de algemene gezondheidstoestand en leeftijd van de patiënt.
Complicaties van een traankliertumor
De complicaties van een traankliertumor kunnen variëren, afhankelijk van het type tumor en de behandelingsmethoden. Enkele mogelijke complicaties zijn:
Verspreiding van de tumor
Bij kwaadaardige traankliertumoren kan de tumor zich naar andere delen van het lichaam verspreiden, wat kan leiden tot metastasen in omliggende weefsels of andere organen.
Oogproblemen
Tumoren die in de traanklier groeien, kunnen druk uitoefenen op omliggende structuren, wat kan resulteren in problemen zoals proptosis (uitpuilende ogen), dubbelzien (diplopie), en verminderde gezichtsvermogen.
Pijn en ongemak
Tumoren kunnen pijn veroorzaken door druk op de zenuwen en omliggende weefsels. Dit kan leiden tot chronische ongemakken en pijnklachten rond het oog.
Functionele beperkingen
De groei van een traankliertumor kan de normale traanproductie verstoren, wat kan leiden tot droge ogen, irritatie en andere problemen met de oogfunctie.
Complicaties van behandelingen
Behandelingen zoals chirurgie, bestraling of chemotherapie kunnen ook complicaties met zich meebrengen, zoals infecties, wondgenezingproblemen, en secundaire effecten op andere organen.
Esthetische en psychosociale gevolgen
Chirurgische ingrepen of andere behandelingen kunnen leiden tot veranderingen in het uiterlijk van het gezicht, wat esthetische en psychosociale gevolgen kan hebben voor de patiënt.
Preventie
De preventie van traankliertumoren richt zich vooral op het verminderen van risicofactoren en het bevorderen van vroege detectie. Enkele maatregelen zijn:
Regelmatige oogonderzoeken
Voor mensen met een verhoogd risico op traankliertumoren kunnen regelmatige oogonderzoeken helpen bij het vroegtijdig opsporen van eventuele afwijkingen.
Behandeling van onderliggende aandoeningen
Het adequaat behandelen van aandoeningen zoals lymfoom kan helpen het risico op het ontwikkelen van traankliertumoren te verminderen.
Vroegtijdige medische interventie
Bij symptomen zoals aanhoudende pijn, gezwollen ogen of veranderingen in het gezichtsvermogen is het belangrijk om snel medische hulp te zoeken voor een vroege diagnose en behandeling.
Lees verder