Belang van goede mondhygiëne bij diabetes (suikerziekte)
Heel wat diabetespatiënten zijn zich niet bewust van hun verhoogde gevoeligheid voor mondaandoeningen, zoals tandvleesontstekingen. Het is van cruciaal belang om deze problemen te voorkomen. Bij gingivitis (tandvleesontsteking) of parodontitis (ontsteking van het weefsel rond de tand) kan mogelijk kaakbot verloren gaan, wat resulteert in uitvallende kiezen en tanden. Een regelmatige controle bij de tandarts of mondhygiënist, in combinatie met een goede regulering van de bloedsuikerspiegel, is dan ook van groot belang.
Diabetes: Risico op gebitsaandoeningen
Diabetici hebben een verhoogd risico op de volgende tandaandoeningen:
Cariës (tandbederf: gaatjes in de tanden en kiezen)
Cariës is de meest voorkomende ziekte van de tanden en kiezen. Bacteriën in de mond zetten suikers uit voedsel om in zuren, die het glazuur van de tanden aantasten. Dit begint met een kleine holte in het email en breidt zich uit naar het tandbeen. Vervolgens dringen de bacteriën de tandholte binnen. De pulpa raakt ontstoken, en deze
ontsteking verspreidt zich via het wortelkanaal naar de kaak, wat kan leiden tot een kaakabces. Tandplak is de voorloper van cariës; hierbij hechten bacteriën zich aan de tanden. Voorkom dit door voldoende fluoride en calcium via de voeding op te nemen, minder suikerhoudend voedsel te nuttigen, een goede
mondhygiëne te handhaven, en rauw voedsel te eten dat intensief gekauwd moet worden. Een wortelkanaalbehandeling kan nodig zijn bij ernstige gevallen.
Dagelijks de tanden poetsen is nodig
/
Bron: Photo Mix, Pixabay
Gingivitis
Tandplak en bacteriën hopen zich op rondom de tanden en kiezen, wat leidt tot tandvleesontsteking. Het tandvlees bloedt gemakkelijk en ziet er rood en gezwollen uit. Voorkomen is beter dan genezen: het gebruik van tandenstokers, flossen, en goed poetsen blijft essentieel.
Spruw (schimmelinfectie)
Spruw wordt gekenmerkt door een vlokkig wit beslag op de
tong en de binnenkant van de wangen. De oorzaak is de witte schimmel
Candida albicans. Een slopende ziekte zoals
diabetes mellitus kan de weerstand aantasten, maar ook het gebruik van breedspectrumantibiotica (
antibiotica die zowel tegen grampositieve als
gramnegatieve bacteriën werkt) is een mogelijke risicofactor. De behandeling bestaat uit een goede mondhygiëne en
antimycotica (geneesmiddelen met een schimmelwerende of -dodende functie).
Parodontitis (ontsteking van het weefsel rondom de tand)
In tandplak bevinden zich bacteriën die een infectie kunnen veroorzaken. Dit kan leiden tot uitvallende tanden en kiezen doordat de infectie botverlies in de kaak veroorzaakt. Een antibioticakuur in combinatie met een grondige gebitsreiniging zijn de belangrijkste behandelingsopties.
Xerostomie (droge mond)
Te weinig
speeksel veroorzaakt een droge mond (
xerostomie). De mond voelt
pijnlijk aan, en eten en praten zijn moeilijk. Dit kan ook leiden tot tandvleesontsteking en tandbederf.
Water drinken of suikervrije kauwgom gebruiken kan de speekselproductie stimuleren.
Infectie
Er is een wisselwerking tussen een slechte diabetesregeling en het krijgen van een ontsteking in de mond. Bij een tandvleesontsteking is de behoefte aan insuline groter, wat kan leiden tot een verhoogde bloedsuikerspiegel en een ontregelde diabetes. Anderzijds zorgt een slechte diabetesregeling voor een verminderde weerstand, waardoor de kans op mondontstekingen toeneemt. Voorkomen is altijd beter dan genezen.
Te hoge bloedsuikerspiegel
Diabetespatiënten zijn extra kwetsbaar voor
mondaandoeningen omdat hun bloedsuikerspiegel vaak te hoog is. Wanneer de bloedsuikerspiegel te hoog is, probeert het lichaam deze suikers kwijt te raken door meer te plassen. Dit vermindert de speekselproductie, wat leidt tot een droge mond. Speeksel speelt een belangrijke rol in de bescherming van het gebit en heeft een reinigende werking. Bij een tekort aan speeksel krijgen bacteriën meer kans om tandvleesontstekingen en gaatjes te veroorzaken. De kans op infecties is eveneens groter omdat de weerstand lager is.
Doorbloedingsproblemen
Diabetespatiënten zijn niet alleen vatbaarder voor ontstekingen door een drogere mond, maar hebben ook te maken met verminderde of verslechterde doorbloeding. Hierdoor genezen wondjes en infecties minder goed en snel.
Advies van een tandarts of mondhygiënist is nodig bij een slecht passend kunstgebit
/
Bron: Jim Sneddon, Flickr (CC BY-2.0)
Mondhygiënist of tandarts
Diabetespatiënten merken vaak niet snel op dat er problemen zijn in hun mond. Veel aandoeningen geven namelijk geen klachten, vooral niet in het beginstadium. Het is echter belangrijk om contact op te nemen met een mondhygiënist of tandarts, zeker in de volgende situaties:
Een slechte adem is meestal het gevolg van bacteriën. Dit kan wijzen op gebits- en tandproblemen, andere gezondheidsproblemen, maar ook op een onbehandelde diabetes.
Na een behandeling bij de mondhygiënist kan het nodig zijn om tijdelijk niet te eten, omdat dit kan leiden tot hypo's. Het is aan te raden om een afspraak net na de maaltijd te maken of iets te eten net voor de behandeling (bijvoorbeeld een boterham en een
tandenborstel meenemen naar de tandarts). De patiënt meldt ook best vooraf aan de tandarts dat hij diabetes heeft.
Suikerziekte: Goede regulering bloedsuikerspiegel
Het beste en belangrijkste advies voor diabetespatiënten is om de bloedsuikerspiegel zo goed mogelijk te reguleren. Een diabetesverpleegkundige kan hierbij goed ondersteunen. Daarnaast is het belangrijk om een goede mondgezondheid te behouden. Diabetici gaan het beste één tot twee keer per jaar naar de mondhygiënist of tandarts. Preventie is cruciaal om mogelijke mondproblemen en tandaandoeningen zoals cariës (tandplak), gingivitis en parodontitis te voorkomen. Het is aanbevolen dat de patiënt minstens eenmaal per dag tandplak verwijdert met een spiraalborsteltje, tandenstoker en tandzijde (flossen), omdat een tandenborstel niet tussen de gebitselementen komt. Uiteraard is het tweemaal per dag poetsen van de tanden ook essentieel.
Lees verder