Lage bloeddruk en shock: symptomen, oorzaak en behandeling
Wat zijn te lage bloeddruk symptomen en klachten en hoe wordt een lage bloeddruk behandeld? Het hart stuwt met grote kracht bloed door de bloedvaten om alle delen van het lichaam te kunnen bereiken. De bloeddruk kan te hoog, maar ook te laag zijn. Een bloeddruk die lager ligt dan het gemiddelde veroorzaakt vaak geen problemen. Als de bloeddruk echter te laag wordt, krijgen de hersenen niet meer voldoende bloed. Dat kan leiden tot duizeligheid en flauwvallen. Er zijn allerlei oorzaken voor te lage bloeddruk (hypotensie). De meest voorkomende oorzaken van lage bloeddruk zijn uitdroging, een heftige allergische reactie, bloedverlies, een hartinfarct of hartritmestoornis, letsel, alcohol en bepaalde medicijnen, zoals antihypertensiva.
Wanneer is er sprake van lage bloeddruk?
Sanne stond op uit bed en nog voordat ze haar eerste stap kon zetten, voelde ze de wereld draaien. Ze greep zich vast aan de kast, haar hart bonsde in haar keel en zwarte vlekken dansten voor haar ogen. ‘Niet weer,’ mompelde ze. Het gebeurde steeds vaker—bij opstaan, na een lange werkdag of zelfs zomaar terwijl ze in de rij bij de supermarkt stond. Ze had het altijd afgedaan als ‘even te weinig gegeten’ of ‘gewoon moe’, maar toen ze laatst op haar werk bijna onderuitging bij het koffieapparaat, wist ze dat ze iets moest doen. Een bezoekje aan de huisarts bracht de oorzaak aan het licht: lage bloeddruk. Opgelucht dat het niets ernstigs was, maar ook verbaasd—want hoe kon iets ‘gezonds’ ervoor zorgen dat ze zich zo slap en licht in haar hoofd voelde?
Bloeddruk is de kracht waarmee het hart het bloed in de vaten pompt en de druk waarmee dit gebeurt verschilt per persoon en varieert in de loop van de dag. De druk ligt normaal gesproken binnen een bereik dat alle organen en lichaamsweefsels van bloed worden voorzien. Indien de bloeddruk zo laag is dat het lichaam niet meer normaal functioneert, dan is er sprake van een te lage bloeddruk.

Bloeddrukmeting /
Bron: Istock.com/KatarzynaBialasiewiczBij het
meten van de bloeddruk worden twee waarden gemeten:
- bovendruk of systolische bloeddruk;
- onderdruk of diastolische bloeddruk.
De bovendruk is de druk waarmee het hart het bloed de vaten in pompt - de samentrekkingsfase van het hart - en de onderdruk is de druk op het moment dat het hart zich ontspant en zich weer vult met bloed - de ontspanningsfase van het hart. Wat zijn ideale waarden? De bovendruk van een gezonde volwassene schommelt tussen de 100 en 140 mm Hg (millimeter kwikdruk). De onderdruk ligt tussen de 60 en 80 mm Hg. Een gemiddelde systologische waarde van rond de 120 en een diastolische waarde van rond de 80 is optimaal voor gezonde volwassen mannen en vrouwen.
Men spreekt van een te lage bloeddruk als die onder de 90/60 zakt. Het lichaam is dan niet meer in staat optimaal te functioneren. Door de lage bloeddruk ontstaat zuurstoftekort in de organen en hierdoor werken de organen slechter (multi-orgaanfalen).
Lage bloeddruk en shock: hoe vaak komt het voor en wie loopt risico?
Lage bloeddruk, oftewel hypotensie, is zo’n fenomeen waar je zelden over hoort, tot je er zelf mee te maken krijgt. Je hoort mensen vaak klagen over hoge bloeddruk, maar lage bloeddruk? Dat wordt pas echt vervelend als je regelmatig duizelig wordt, zwart voor je ogen ziet of zelfs flauwvalt. En in extreme gevallen, als je bloeddruk zó laag wordt dat je lichaam het niet meer bij kan benen, kan het zelfs overgaan in een levensbedreigende shock. Maar hoe vaak komt het voor, wie zijn de grootste pechvogels, en waarom is het in sommige landen een groter probleem dan in andere?

Meer vrouwen dan mannen hebben last van een lage bloeddruk /
Bron: Clker Free Vector Images, Pixabay Wie krijgt er het vaakst last van lage bloeddruk?
Laten we met de basis beginnen: lage bloeddruk komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. De cijfers verschillen per onderzoek, maar in Europa ligt het percentage vrouwen met chronisch lage bloeddruk rond de 25%, terwijl bij mannen dit eerder rond de 10% zit. Waarom? Hormonale schommelingen spelen een rol, net als een gemiddeld lagere spiermassa bij vrouwen, wat invloed heeft op de bloedcirculatie. Vooral tijdens de menstruatie, zwangerschap en overgang kunnen vrouwen vaker last krijgen van een ‘luie’ bloeddruk.
Bij kinderen is het minder vaak een probleem, al kunnen tieners in de groeispurt er wel mee te maken krijgen. Je kent vast wel dat beeld van een puber die uit bed strompelt en eerst op de rand moet gaan zitten om niet om te vallen. De bloedvaten kunnen in die fase soms net iets te traag reageren, wat resulteert in kortdurende duizeligheid bij opstaan.
Bij ouderen wordt het weer een ander verhaal. Vanaf een jaar of 60 nemen de risico’s toe, vooral omdat de bloedvaten stijver worden en het lichaam minder efficiënt reageert op bloeddrukdaling. Orthostatische hypotensie—dat duizelige gevoel bij opstaan—komt bij mensen boven de 65 voor in zo’n 30% van de gevallen. Flauwvallen is bij ouderen een serieus risico, want dat leidt weer tot botbreuken en andere narigheid.
Klimaat, leefomgeving en lage bloeddruk: is het in warme landen erger?
Ja! Als je in een warm klimaat woont, heb je meer kans op een lage bloeddruk. Dat klinkt misschien gek, maar de logica is simpel: warmte zorgt ervoor dat je bloedvaten wijder worden, en daardoor zakt je bloeddruk. Mensen in tropische gebieden zweten ook meer, verliezen sneller vocht en elektrolyten, en lopen daardoor meer risico op uitdroging—een belangrijke oorzaak van hypotensie.
In Nederland en België is het klimaat gematigder, maar ook hier zie je dat lage bloeddruk in de zomer vaker voorkomt. Warm weer, minder eten door de hitte, wat extra zweten, en hoppa, je voelt je ineens een beetje zweverig. In de winter zijn er juist minder meldingen van lage bloeddruk, omdat kou de bloedvaten vernauwt en de druk iets opkrikt.
Als je kijkt naar de Nederlandse overzeese gebiedsdelen zoals Curaçao, Aruba en Bonaire, dan zie je een hogere prevalentie van hypotensie vergeleken met het moederland. Dat komt deels door de hitte en luchtvochtigheid, maar ook door leefstijlverschillen. Voeding, hydratatie en genetische aanleg spelen hier een rol. In sommige Caribische gemeenschappen zijn lage bloeddrukklachten zelfs vaker reden voor doktersbezoek dan hoge bloeddruk, iets wat je in Nederland zelden ziet.
Wereldwijde verschillen: waarom lopen sommige bevolkingsgroepen meer risico?
Lage bloeddruk en shock komen niet overal even vaak voor. In westerse landen wordt hypotensie vaak gezien als een ongemak, maar in ontwikkelingslanden kan het een serieuze bedreiging zijn. Chronische ondervoeding, uitdroging door infectieziekten zoals cholera of malaria, en een gebrek aan medische zorg zorgen ervoor dat ernstige hypotensie daar vaker voorkomt en gevaarlijker is.
In Japan is lage bloeddruk opvallend veelvoorkomend, vooral bij vrouwen. Sommige onderzoeken suggereren dat dit te maken heeft met het voedingspatroon—veel vis, weinig verzadigde vetten en een laag BMI lijken samen een rol te spelen. In Noord-Amerika en Europa zie je juist dat hypotensie vaker voorkomt bij vegetariërs en veganisten, waarschijnlijk door een lagere zoutinname en soms een tekort aan bepaalde voedingsstoffen zoals
ijzer en
zink.
In Afrika en delen van Zuid-Amerika komt hypotensie ook vaker voor, maar hier is het vaak gelinkt aan uitdroging door ziektes en slechte toegang tot schoon drinkwater. Lage bloeddruk door ondervoeding en chronische ziekte is daar een groter probleem dan de ‘onschuldige’ duizeligheid die je in Europa ziet.
Shock: wanneer wordt lage bloeddruk levensgevaarlijk?
Een beetje duizeligheid bij opstaan is vervelend, maar niet direct een ramp. Lage bloeddruk wordt pas écht een noodgeval als het overgaat in shock. Dat gebeurt wanneer je bloeddruk zo laag wordt dat organen niet genoeg zuurstof en voedingsstoffen krijgen. En als dat te lang duurt, kan dat dodelijk zijn.
De vier belangrijkste soorten shock zijn:
- Hypovolemische shock (door ernstig bloedverlies of uitdroging)
- Cardiogene shock (door hartfalen)
- Distributieve shock (zoals bij sepsis of allergische reacties)
- Obstructieve shock (bijvoorbeeld door een longembolie)
Hypovolemische shock is wereldwijd de meest voorkomende vorm, en je ziet ‘m vooral in landen waar medische zorg minder toegankelijk is. In Nederland en België komt shock vooral voor bij ernstige ongelukken, postoperatieve complicaties of in het ziekenhuis bij patiënten met ernstige infecties. In ontwikkelingslanden kan shock door uitdroging, diarree of bloedarmoede een veel groter probleem zijn.
Genetische aanleg: is lage bloeddruk erfelijk?
Ja, gedeeltelijk. Als je ouders allebei een lage bloeddruk hebben, is de kans groter dat jij er ook gevoelig voor bent. Er zijn verschillende genen betrokken bij de regulatie van bloeddruk, en sommige mensen hebben simpelweg een trager reagerend zenuwstelsel dat minder snel de bloedvaten vernauwt bij bijvoorbeeld opstaan.
In bepaalde families komt hypotensie vaker voor, en vaak hoor je dat meerdere gezinsleden dezelfde klachten hebben: ‘Mijn moeder heeft dit ook, en mijn oma had er ook al last van.’ Interessant genoeg lijkt genetische aanleg ook een rol te spelen bij de gevoeligheid voor orthostatische hypotensie (dat duizelige gevoel bij opstaan), en sommige studies suggereren dat dit vaker voorkomt bij mensen met een lichte huid en een slanke bouw.
Tot slot: lage bloeddruk is niet altijd onschuldig
In de meeste gevallen is lage bloeddruk vooral een ongemak. Maar als het structureel is, je er vaak last van hebt, of het gepaard gaat met flauwvallen, extreme vermoeidheid of concentratieproblemen, dan is het geen ‘onschuldige kwaal’ meer. In sommige delen van de wereld is het zelfs een serieus gezondheidsprobleem. Dus of je nu in een koud of warm land woont, man of vrouw bent, jong of oud—als je lichaam protesteert, luister dan goed. En als je echt twijfelt? Laat je bloeddruk checken en trek aan de bel als dat nodig is!
Wat gebeurt er precies bij lage bloeddruk?
Je bloeddruk is als een goed georkestreerd muziekstuk: alles moet op het juiste moment samenkomen om je lichaam draaiende te houden. Maar als die harmonie verstoord raakt en je bloeddruk zakt als een plumpudding, gaat je lichaam in overlevingsmodus. Lage bloeddruk, oftewel hypotensie, betekent simpelweg dat er te weinig druk is om je bloed effectief rond te pompen. Maar waarom gebeurt dat, en wat doet je lichaam eraan?
Stel je voor: je staat op uit bed en ineens voel je de zwaartekracht harder werken dan ooit. Je bloed, dat netjes door je lijf circuleerde, zakt naar je benen. Normaal gesproken grijpt je lichaam direct in—de vaten in je benen vernauwen en je hart pompt net iets krachtiger om je hersenen van zuurstof te voorzien. Maar als dat proces niet snel genoeg werkt, krijg je dat bekende duizelige gevoel. Een paar seconden later herstelt het meestal vanzelf. Maar als het vaker gebeurt, of je lichaam structureel moeite heeft om je bloeddruk op peil te houden, dan wordt het een ander verhaal.
Wat regelt je bloeddruk eigenlijk?
Denk aan je bloeddruk als een goed geregelde waterleiding. De druk in de leidingen hangt af van drie dingen:
- De kracht van je hart – Hoe goed je hart pompt bepaalt hoeveel bloed er rondgaat.
- De wijdte van je bloedvaten – Hoe strakker of wijder ze staan beïnvloedt de druk enorm.
- Het totale bloedvolume – Hoeveel bloed er überhaupt in je systeem zit.
Als één van deze drie elementen faalt, gaat je bloeddruk onderuit.
- Je hart pompt niet sterk genoeg: Dit zie je bij mensen met hartfalen. De ‘pomp’ werkt trager en kan het bloed niet met genoeg kracht rondsturen.
- Je bloedvaten staan te wijd open: Dit kan gebeuren bij warm weer, allergische reacties of sepsis (bloedvergiftiging). Het bloed ‘verspreidt’ zich te veel, en de druk zakt in.
- Er is te weinig bloedvolume: Dit gebeurt bij uitdroging, bloedverlies of ernstige infecties waarbij vocht uit je bloedbaan lekt naar je weefsels.
En hier komt de grap: je lichaam heeft allerlei trucs om de bloeddruk weer omhoog te krijgen. Het activeert het sympathische zenuwstelsel (oftewel de ‘vecht-of-vlucht’-modus), geeft hormonen af zoals adrenaline en probeert de bloedvaten te vernauwen. Maar als dat allemaal niet werkt, dan wordt het serieus.
Wanneer wordt het een probleem?
Sommige mensen hebben van nature een lage bloeddruk zonder klachten. Prima, niks aan de hand. Maar als je structureel klachten hebt—duizeligheid, flauwvallen, vermoeidheid, een ‘mistig’ hoofd—dan heeft je lichaam moeite om de boel op niveau te houden.
Er zijn drie belangrijke soorten hypotensie:
- Orthostatische hypotensie: Dit is die beruchte duizeligheid bij opstaan. Je bloed zakt naar je benen en je lichaam reageert te traag om de druk weer te verhogen.
- Postprandiale hypotensie: Dit gebeurt na het eten, vooral bij ouderen. Je spijsvertering trekt een flinke slok bloed naar de maag en darmen, waardoor er tijdelijk minder beschikbaar is voor je hersenen.
- Neurogene hypotensie: Dit is wat je ziet bij mensen met aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson. Het zenuwstelsel stuurt de verkeerde signalen uit, waardoor de bloeddruk niet goed gereguleerd wordt.
En dan is er nog de ‘grote broer’ van hypotensie: shock.
Shock: wanneer lage bloeddruk écht gevaarlijk wordt
Laten we eerlijk zijn: duizeligheid bij opstaan is vervelend, maar geen ramp. Shock daarentegen is een ramp. Dit is het moment waarop je bloeddruk zo laag wordt dat je organen te weinig zuurstof krijgen. En als dat te lang duurt? Dan stoppen ze ermee.
Er zijn vier belangrijke soorten shock:
- Hypovolemische shock: Dit gebeurt bij groot bloedverlies of uitdroging. Er is simpelweg te weinig bloedvolume over om je lichaam draaiende te houden. Denk aan ernstige interne bloedingen of uitdroging bij extreme diarree (zoals bij cholera).
- Cardiogene shock: Dit gebeurt als je hart faalt. Denk aan een hartaanval of ernstige hartritmestoornissen. Je hart kan wel pompen, maar doet het niet goed genoeg om de bloeddruk op niveau te houden.
- Distributieve shock: Hier zijn de bloedvaten het probleem. Ze zetten te veel uit, waardoor de druk wegvalt. Dit gebeurt bij sepsis (bloedvergiftiging), anafylaxie (ernstige allergische reacties) of neurologische schade.
- Obstructieve shock: Hier is er een fysieke blokkade in de bloedstroom. Denk aan een grote longembolie (bloedprop in de longen) of een harttamponade (vocht rondom het hart dat pompen belemmert).
Zodra je in shock raakt, start een vicieuze cirkel. Je lichaam probeert de bloeddruk omhoog te krijgen, maar als dat niet lukt, neemt de schade razendsnel toe. Je hersenen krijgen te weinig zuurstof, organen beginnen af te takelen, en als er niet snel wordt ingegrepen, kan het fataal aflopen.
Hoe reageert je lichaam op shock?
Je lichaam vecht terug, dat is zeker. Zodra je bloeddruk keldert, gaan er allerlei alarmbellen af:
- Je hartslag schiet omhoog: Je hart probeert wanhopig het bloed rond te pompen om de druk te compenseren.
- Je bloedvaten vernauwen: Om ervoor te zorgen dat de hersenen en vitale organen wél bloed krijgen, trekken je vaten in armen en benen samen. Dat verklaart waarom mensen in shock vaak koude en bleke huid hebben.
- Je nieren slaan alarm: Minder bloedtoevoer betekent minder urineproductie. Dit is een overlevingsmechanisme: je lichaam houdt zo veel mogelijk vocht vast.
Als er geen medische hulp komt, stort het hele systeem uiteindelijk in. Eerst faalt de bloedcirculatie, dan de ademhaling, en uiteindelijk stopt het hart ermee.
En nu? Tijd voor actie!
Lage bloeddruk is niet altijd een probleem, maar als je merkt dat je vaak duizelig bent, flauwvalt of zelfs een wazig bewustzijn hebt, dan is het goed om alert te zijn. Shock is een noodgeval en vraagt om directe medische hulp. Tijdig herkennen wat er gebeurt, begrijpen wat je lichaam probeert te doen en op de juiste manier ingrijpen kan letterlijk het verschil maken tussen leven en dood. Dus, voel je je structureel slap, lig je vaker op de grond dan je lief is of word je gewoon moe van al die zwarte vlekken voor je ogen? Dan is het misschien tijd om je bloeddruk onder de loep te nemen.
Oorzaken van lage bloeddruk
Er zijn meerdere oorzaken aan te wijzen voor een te lage bloeddruk. De belangrijkste zijn:

Polsslag /
Bron: Dragon Images/Shutterstock.comLage bloeddruk door uitdroging
Uitdroging (dehydratie): bij heel veel mensen is lage bloeddruk het gevolg van uitdroging. Daarom staan we bij deze oorzaak wat uitgebreider stil. Uitdroging kan optreden na het verlies van veel vocht en zouten als gevolg van bij voorbeeld hevige transpiratie (zweten), heel hoge koorts, bloedverlies, ernstige diarree, bepaalde medicijnen of extreme hitte. Bij uitdroging verliest de persoon meer vocht dan dat hij binnenkrijgt. Naast lage bloeddruk zijn de symptomen voor ernstige uitdroging (uitdrogingsverschijnselen):
- snelle pols (hoge polsslag) of juist heel zwakke pols (zie onder);
- niet meer plassen;
- sterk ingezonken ogen;
- bij baby's een sterk ingezonken fontanel;
- loomheid/sufheid.
U kunt uitdroging op de volgende manieren bestrijden:
- drink veel water, thee, vruchtensap, of speciale middelen zoals ORS (oral rehydration salts) waardoor het vocht beter vastgehouden wordt.
- blijf uit de zon en in de koelte om vochtverlies door zweten te voorkomen.
- waarschuw de huisarts als de uitdrogingsverschijnselen desondanks verergeren.
Lage bloeddruk door verminderde pompfunctie van het hart
Aandoeningen waardoor het hart niet meer goed uitpompt:
hartfalen (acuut en chronisch hartfalen), een hartinfarct en een onregelmatige hartslag (
hartritmestoornissen).
Verwijding van de bloedvaten
Abnormale verwijding van de bloedvaten ten gevolge van een infectie die zich via de bloedbaan verspreidt (bloedvergiftiging of sepsis).
Anafylaxie
Een ernstige allergische reactie (anafylaxie): dit is en zeldzame doch ernstige allergische reactie die optreedt bij gevoeligheid voor een bepaalde stof. De reactie verspreidt zich door het gehele lichaam en bestaat uit een snelle bloeddrukverlaging en vernauwing van de luchtwegen. Het kan optreden na een
insectenbeet, maar ook voedingsmiddelen of bepaalde medicijnen kunnen een sterke allergische reactie uitlokken.

Duizeligheid en vallen bij opstaan door een lage bloeddruk /
Bron: Andrey_Popov/Shutterstock.comPosturale of orthostatische hypotensie
Posturale of
orthostatische hypotensie: een plotselinge bloeddrukdaling die optreedt bij plotseling opstaan. Hierbij functioneert het bloeddrukregulatiesysteem niet goed. Deze aandoening wordt onder andere veroorzaakt door aandoeningen van het zenuwstelsel (bijvoorbeeld de ziekte van Parkinson), waarbij de zenuwen naar de bloedvaten beschadigd zijn geraakt. Andere oorzaken zijn suikerziekte of het gebruik van bepaalde medicijnen.
Postprandiale hypotensie
Als de bloeddruk binnen 2 uur na het begin van de maaltijd sterk daalt, wordt gesproken van postprandiale hypotensie. Deze tijdelijke bloeddrukdaling wordt vooral gezien bij ouderen.

Vermoeidheid /
Bron: Istock.com/BartekSzewczykLage bloeddruk door bloedverlies
Bloedverlies door bijvoorbeeld heftige menstruaties of een bloeding in het maag-darmkanaal, kan leiden tot lage bloeddruk.
Overige oorzaken lage bloeddruk
Lage bloeddruk tijdens de zwangerschap is een normaal verschijnsel. Lage bloeddruk kan voorts het gevolg zijn van bepaalde medicijnen, zoals bloeddrukverlagende medicijnen die een persoon voorgeschreven krijgt bij
hoge bloeddruk (hypertensie) en bepaalde soorten antidepressiva. Een lage bloeddruk kan een familietrek zijn en dus erfelijk bepaald zijn. Ook is uitgewezen dat lage bloeddruk(klachten) veel voorkomt onder grote en slanke vrouwen. Tevens zijn over)vermoeidheid en stress van invloed op de bloeddruk.
Polsfrequentie
Normale polsfrequentie
Normaal gesproken bedraagt de polsfrequentie tussen 60 en 80 slagen per minuut. De polsfrequentie kan als volgt berekend worden: tel het aantal slagen gedurende 15 seconden en vermenigvuldig dit getal met 4. De uitkomst hiervan is het aantal slagen per minuut. Bij een te lage polsfrequentie wordt gesproken van een vertraagde polsfrequentie of '
bradycardie' (brady is Grieks voor 'traag'). Bij een te hoge polsfrequentie wordt gesproken van een 'tachycardie' (tachy is Grieks voor 'snel').
Normaal polsritme
Het patroon van een normale pols is regelmatig. Tussen twee opeenvolgende slagen zit steeds een gelijke tijdspanne. Als dit niet het geval is, spreekt men van een onregelmatige pols of ritmestoornis (aritmie). Deze afwijking kan optreden bij zowel trage als bij snelle hartfrequenties.
Normale polssterkte
De sterkte is een ander kenmerk van de polsslag. De kracht waarmee de slag van de pols gevoeld wordt is onder normale omstandigheden 'vol'. Bij ernstig bloedverlies of bij een hartprobleem zal de pols eerder zwak aanvoelen. Dit noemt men een 'zwak geslagen' of zwakke pols. Bij grote lichamelijke inspanning zal het hart juist harder pompen. De pols zal in dat geval naar verhouding in kracht toenemen.

Misselijkheid /
Bron: Istock.com/CentralITAllianceLage bloeddruk symptomen en klachten
Normaal gesproken zullen er pas klachten optreden als de bloeddruk erg laag is. De belangrijkste klachten zijn:
- vermoeidheid/sufheid;
- algemeen zwak gevoel;
- duizeligheid (lichtheid in het hoofd), duizelingen, 'sterretjes' voor de ogen en flauwvallen;
- misselijkheid;
- onscherp zien.
Diagnose en onderzoek
Lage bloeddruk is niet altijd een teken van een (onderliggend) probleem. Veel artsen spreken pas over een lage bloeddruk als er klachten aanwezig zijn, bijvoorbeeld duizeligheid, vermoeidheid en flauwvallen. Als je klachten hebt als gevolg van een lage bloeddruk, kan de arts de diagnose stellen en de oorzaak achterhalen. Het is belangrijk om de oorzaak van de lage bloeddruk te identificeren, zodat de juiste behandeling kan worden gegeven.
Anamnese en lichamelijk onderzoek
De arts zal je medische voorgeschiedenis in ogenschouw nemen, evenals je leeftijd, je algehele gezondheid en de specifieke symptomen en klachten waar je last van hebt. De arts zal een lichamelijk onderzoek doen en herhaaldelijk je bloeddruk en hartslag controleren, nadat je een aantal minuten hebt gelegen, vlak nadat je opstaat, en binnen een paar minuten nadat je rustig bent gaan staan.

Afname van bloed voor onderzoek /
Bron: Istock.com/Jovanmandic Overige onderzoeken
Andere onderzoeken die kunnen worden uitgevoerd, zijn onder meer een ECG (hartfilmpje) om te kijken of je ene regelmatig hartritme hebt, en echocardiogram, waarmee een digitale doorsnede wordt gemaakt van de hartkamers en bepaald wordt met welke snelheid het bloed langs de hartkleppen stroomt. Je kunt ook
bloedonderzoek krijgen om te bekijken of er sprake is van
bloedarmoede of dat er problemen zijn met betrekking tot de
bloedsuikerspiegel.
Behandeling lage bloeddruk
Bij een lage bloeddruk zal er door de huisarts onderzocht worden welke oorzaak er aan ten grondslag ligt. Bij het vermoeden van een onderliggende oorzaak zoals een hartkwaal, zal de persoon verwezen worden naar een specialist. Indien de oorzaak bepaalde medicijnen zijn, dan zal bekeken worden of er een andere dosering nodig is of dat er uitgeweken moet worden naar een alternatief.
Wat te doen bij plotselinge bloeddrukdaling?
Bij plotselinge bloeddrukdaling met duizeligheid en (bijna) flauwvallen moet ervoor worden gezorgd dat er weer voldoende bloed naar de hersenen stroomt. Dit kan door te gaan liggen met de benen omhoog zodat bloed naar de hersenen stroomt. Gewoonlijk verdwijnt het duizelige gevoel dan snel, de persoon voelt zich al weer snel wat beter. Verdere behandeling kan in dat geval uitblijven.
Eventuele andere maatregelen
Bij veel mensen met chronische lage bloeddruk, kunnen dieet- en leefstijlveranderingen effectief zijn. Afhankelijk van de oorzaak van je klachten, kan je huisarts je aanraden om je bloeddruk te verhogen door een aantal eenvoudige veranderingen, bijvoorbeeld:
- Meer zoutgebruik;
- Drink veel niet-alcoholische vloeistoffen;
- Beperk alcoholische dranken;

Eerst een tijdje op de rand van je bed zitten voordat je opstaat om te gaan plassen /
Bron: VGstockstudio/Shutterstock.com
- Drink meer bij warm weer en als je getroffen bent door een virale ziekte, zoals een verkoudheid of griep.
- De huisarts kan bekijken of bepaalde medicijnen die je gebruikt de oorzaak zijn van je klachten. Hij kan eventueel andere medicijnen voorschrijven
- Doe aan regelmatige lichaamsbeweging om de doorbloeding te bevorderen.
- Wees voorzichtig bij het opstaan uit een liggende of zittende positie. Beweeg eerst je voeten en enkels een paar keer voordat je opstaat. Doe dat langzaam. Bij het opstaan uit bed, zit rechtop op de rand van het bed gedurende een paar minuten voordat je opstaat.
- Leg' s nachts je hoofd wat hoger op je bed door het plaatsen van stenen of blokken onder het hoofdeinde van het bed.
- Vermijd zwaar tillen.
- Vermijd persen als je op het toilet zit. Er zijn mensen die flauwvallen tijdens of na het plassen of poepen.
- Vermijd langdurige blootstelling aan warm water, zoals warme douches en kuuroorden. Als je duizelig wordt, ga zitten. Het kan zinvol zijn om een stoel of kruk in de douche te plaatsen zodat je kunt gaan zitten als dat nodig is. Gebruik dan een antislipstoel.
- Om problemen met een lage bloeddruk te voorkomen en duizeligheid na de maaltijd te verminderen, eet dan wat kleinere maaltijden, verspreid over de dag. Gebruik weinig koolhydraten. Ga even rusten na het eten.
- Indien nodig kun je gebruikmaken van compressiekousen. Deze kunnen helpen om de bloedtoevoer naar de benen te beperken, waardoor er meer bloed in het bovenlichaam aanwezig is.
Shock
Bij een ernstige daling van de bloeddruk worden de organen en vitale weefsels zoals hart, hersenen en
nieren, van te weinig bloed en daarmee van te weinig zuurstof voorzien. Dit tekort aan bloed in de bloedsomloop noemen we
shock en kan levensbedreigend zijn. De organen zoals de hersenen hebben een constante en goede toevoer van zuurstofrijk bloed nodig om te functioneren.
Hoofdvormen en oorzaken van shock
Er zijn vier hoofdvormen van shock te onderscheiden.
Hypovolemische shock
Een hypovolemische shock is het gevolg van bloedverlies en vochtverlies (dehydratie) door bij voorbeeld bloeding, brandwonden of
braken. Hierbij krijgen de vitale organen zo veel mogelijk van het nog aanwezige bloed en de huid en spijsverteringsorganen veel minder.
Cardiale shock
Een cardiale shock ontstaat door een verslechterde hartwerking. Bijvoorbeeld: een hartinfarct of een hartritmestoornis. Hierbij is er voldoende bloed, deze wordt echter onvoldoende of niet rondgepompt. Er ontstaat ook bij deze shock een sterke vaarvernauwing in de niet-vitale delen zodat hart, hersenen en nieren voorzien worden van zo veel mogelijk bloed.
Distributieve shock
Een distributieve shock, ook wel vaatverwijdingsshock of warme shock genoemd, kan onder andere ontstaan door een allergische reactie (anafylactische shock) of sepsis/bloedvergiftiging (septische shock). Er ontstaat dan een algehele vaatverwijding. Het bloed kan niet meer goed verdeeld worden over de weefsels.
Obstructieve shock
Een obstructieve shock ontstaat door een afgesloten bloedsomloop. Bijvoorbeeld na een grote
longembolie, waarbij een bloedprop de longslagaders afsluit. Te dientengevolge zullen de vaten in de niet-vitale weefsels vernauwen om zodoende de doorbloeding van de vitale weefsels veilig te stellen.
Verschijnselen van shock
De belangrijkste symptomen, tekenen en klachten van shock zijn:
- koude, bleke, klamme huid door het vernauwen van de bloedvaten in de huid;
- transpireren door hogere concentraties adrenaline die o.a. wordt afgegeven om het hart te stimuleren;
- verwardheid/onrust door o.a. zuurstofgebrek in de hersenen;
- snelle ademhaling, jachtig en oppervlakkig ademhalen;
- snelle hartslag - en een snelle, doch zwakke pols;
- rillen door verminderde huiddoorbloeding en zweten;
- ingevallen gezicht en spitse neus, door afname van de hoeveelheid onderhuids vocht;
- dorst en misselijkheid door o.a. vaatvernauwing in het spijsverteringskanaal;
- bloeddrukdaling;
- verminderde urineproductie doordat de nieren vocht vasthouden;
- bewustzijnsverlies door zuurstofgebrek in de hersenen.
Behandeling van shock
Eerste hulp en behandeling shock
In geval iemand in een shock verkeert, is er sprake van een
medische noodsituatie. Het slachtoffer moet onmiddellijk medische bijstand krijgen in een ziekenhuis. De eerste prioriteit is om de bloed- en zuurstoftoevoer naar de vitale organen te herstellen en weer op gang te brengen voordat onherstelbare schade is aangericht. Professionele hulp bestaat bij elke vorm uit drie maatregelen, de zogenaamde
VIP-behandeling:
- Ventilatie: zuurstoftoediening en/of beademing;
- Infusie: snel extra vocht in de bloedbaan brengen;
- Pompkracht verbeteren: adrenaline, dopamine en/of dobutamide; deze geneesmiddelen stimuleren de hartwerking.(¹)
Voordat de ambulancemedewerkers zijn gearriveerd, kan degene die als eerste de patiënt aantreft verschillende maatregelen nemen om de toestand van de persoon die in shock verkeert te verlichten:
- Ten eerste moet hij zo spoedig mogelijk medische hulp inroepen door het alarmnummer te bellen.
- Stel het slachtoffer gerust. Straal rust en kalmte uit.
- Vermijd drukte, spanning en plotselinge bewegingen.
- De persoon die in shock verkeert moet warm worden gehouden, dat wil zeggen dat afkoeling moet worden voorkomen. Dit kan met een deken. Ga het lichaam niet actief opwarmen. Door het lichaam actief op te warmen zal een groot deel van het bloedvolume hierheen gaan ten koste van de vitale delen.
- De persoon moet in een liggende houding worden neergelegd. Breng daarbij de benen ongeveer 20 tot 40 cm omhoog (uitgezonderd bij cardiogene shock). Deze houding bevordert de terugstroom van het bloed naar het hart.
- Indien er een bloeding aanwezig is, dan moet deze gestelpt worden.
- De ademhaling moet regelmatig worden gecontroleerd. Bij ernstige ademhalingsmoeilijkheden moet het bovenlichaam rechtop worden gebracht.
- Het hoofd van het slachtoffer die in shock verkeert, moet opzij worden gedraaid ter voorkoming dat hij zijn eigen braaksel inademt.
- Er mag geen vloeistof zoals water of vaste voeding via de mond worden toegediend, ook al klaagt het slachtoffer bijvoorbeeld dat hij dorst heeft. In een shocktoestand wordt de bloedsomloop zo veel mogelijk beperkt tot de vitale delen. Door het toedienen van eten of drinken worden de maag en darmen en de bloedsomloop rondom deze organen gestimuleerd. Doordat deze minder vitale organen van meer bloed voorzien worden, is er minder bloed beschikbaar voor de vitale organen zoals de hersenen, de nieren, de lever en het hart. Hierdoor kunnen cellen in deze organen in korte tijd onherstelbaar beschadigd raken en afsterven, wat tot gevolg heeft dat ze mogelijk niet meer naar behoren functioneren. Daar komt bij dat eten en drinken niet zal worden opgenomen door de darmen in het bloed en bijgevolg in de maag blijft. Hierdoor kan het slachtoffer misselijk worden en eventueel gaan braken, met alle gevolgen van dien.
Noot
- C. van Heycop ten Ham, H.J.C. Hendriks, J.H. in de Bosch, J.H.M. Schormans, J.W. van der Krans (redactie): Basisboek Pathologie, ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, eerste druk, tweede oplage, 2000, p. 279.
Lees verder