Kindler-syndroom: Lichtgevoelige huid met blaarvorming
Het Kindler-syndroom kenmerkt zich door blaarvorming op de huid die tevens zeer gevoelig is voor blootstelling aan de zon. Deze symptomen ontstaan veelal bij de geboorte. De aandoening is een subtype van epidermolysis bullosa, een groep van zeldzame erfelijke huidziekten met blaarvorming en loslating van de opperhuid, vooral als reactie op druk of letsel. De behandeling is voornamelijk preventief en ondersteunend gericht. Vaak is de aandoening eerst progressief om dan in de volwassenheid te verbeteren. De ziekte werd in 1952 voor het eerst beschreven door de arts Theresa Kindler.
Synoniemen Kindler-syndroom
Het Kindler-syndroom is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- aangeboren bulleuze poikiloderma
- poikiloderma van Kindler
Epidemiologie huidaandoening
Het Kindler-syndroom is een zeldzame aandoening. Sinds het beschrijven van de aandoening zijn wereldwijd enkele honderden patiënten gerapporteerd. De meeste patiënten situeren zich in een stam in de provincie Bocas del Toro aan de noordwestelijke Caribische kust van Panama. De ziekte kent voorts geen raciale of seksuele voorliefde. De huidletsels zijn tot slot zichtbaar in het eerste jaar van het leven.
Oorzaken en erfelijkheid
Genmutatie
Het Kindler-syndroom is het gevolg van mutaties (wijzigingen) in het FERMT1-gen. Dit gen bevat instructies voor het maken van een eiwit dat bekend staat als kindlin-1. Dit eiwit bevindt zich in epitheelcellen (bovenste laag van de huid en slijmvliezen: dekweefsel). In de huid speelt kindlin-1 een cruciale rol bij keratinocyten (speciale huidcellen). Keratinocyten zijn belangrijk bij de vorming van de epidermis (opperhuid). Kindlin-1 is betrokken bij diverse belangrijke celfuncties, waaronder celgroei en celdeling (proliferatie), de hechting van cellen aan het onderliggende netwerk van eiwitten en andere moleculen (cel-matrix adhesie) en de beweging (migratie) van cellen.
Door de meeste mutaties in het FERMT1-gen vindt de productie van kindlin-1 niet plaats. Een gebrek aan dit eiwit verstoort vele essentiële celfuncties. Keratinocyten hebben zonder kindlin-1 bijvoorbeeld een afwijkende structuur waardoor deze niet groeien of zich niet normaal verdelen. Ook hechten ze zich minder goed vast aan de opperhuid. Deze wijzigingen maken de huid kwetsbaar en gevoelig voor blaarvorming. Ook ontstaat schade aan weefsels die zeer breekbaar worden doordat Kindlin-1 in epitheelcellen van de slijmvliezen ontbreekt.
Overervingspatroon
Deze aandoening heeft een autosomaal recessief overervingspatroon. Beide kopieën van het gemuteerde gen moeten aanwezig zijn opdat het Kindler-syndroom tot uiting komt. Ouders van patiënten met dit syndroom weten niet dat ze dit foute gen met zich meedragen, omdat ze zelf geen symptomen van de ziekte vertonen.
Symptomen aan huid en slijmvlies en kans op kanker
Het Kindler-syndroom is een zeldzame vorm van
epidermolysis bullosa. Dit is een huidaandoening waardoor de huid zeer broos is en gemakkelijk blaarvorming ontstaat. Daarnaast is ook het slijmvlies van diverse organen aangetast. De symptomen verschijnen vanaf de geboorte en zijn progressief.
Huid
Vanaf de geboorte hebben patiënten met het Kindler-syndroom
huidblaren, vooral op de handrug en de bovenkant van de
voeten. Door herhaalde blaarvorming op de
handen en
tenen ontstaan mogelijk
littekens waardoor de huid tussen vingers of tenen samengroeit. Getroffen patiënten ontwikkelen ook een dunne, papierachtige huid op de handen en voeten en later ook op andere lichaamsdelen. Andere
huidafwijkingen die optreden bij het Kindler-syndroom omvatten fragmentarische veranderingen in de huidkleur en kleine clusters van bloedvaten net onder de huid (
teleangiëctasieën). Deze combinatie van afwijkingen staat beter bekend als “poikiloderma”. Soms verdikt en verhardt de huid op de
handpalmen en voetzolen (
hyperkeratose).
Zonnebrand (rode, pijnlijke huid door
langdurige blootstelling aan de schadelijke UV-stralen van zonlicht) treedt bij sommige patiënten met het Kindler-syndroom ook sneller op doordat ze zeer gevoelig zijn voor ultraviolette (UV) straling van de
zon. Door de lichtgevoelige huid zijn enkele maatregelen vereist.
Slijmvlies
Ook is mogelijk het slijmvlies van de mond, de ogen, de slokdarm, de geslachtsorganen en de urinewegen aangetast, waardoor deze weefsels zeer breekbaar zijn en gemakkelijk schade oplopen. Getroffen patiënten ontwikkelen vaak een ernstige tandvleesaandoening wat leidt tot een vroegtijdig verlies van tanden. Het
oogbindvlies is snel ontstoken (
conjunctivitis) en ook treedt mogelijk schade op aan het hoornvlies van het oog.
Ectropion (naar buiten gekeerd onderste ooglid) is ook beschreven in de medische literatuur. Door deze oogafwijkingen heeft de patiënt een verminderd gezichtsvermogen. Voorts ontwikkelt de patiënt mogelijk door het Kindler-syndroom een vernauwing (stenose) van de slokdarm, waardoor de patiënt progressieve
slikproblemen (
medische term: dysfagie) krijgt. Sommige getroffen patiënten ontwikkelen een
ontsteking van de dikke darm (colitis). Tot slot is schade mogelijk aan het slijmvlies van de schede, de anus of de urinebuis.
Kanker
Door het Kindler-syndroom heeft de patiënt een hoger risico op het ontwikkelen van een
plaveiselcelcarcinoom (vorm van
huidkanker). Deze vorm van
kanker ontstaat uit plaveiselcellen, die zich in de buitenste laag van de huid (de epidermis) en de slijmvliezen bevinden. Bij patiënten met het Kindler-syndroom komt een plaveiselcelcarcinoom het meest voor op de huid, de lippen en het slijmvlies van de mond.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk en diagnostisch onderzoek
De arts bekijkt de huidletsels en voert een huidbiopsie uit. De huidziekte valt te diagnosticeren met een genetisch onderzoek.
Differentiële diagnose
Bij de volgende aandoeningen komen gelijkaardige symptomen voor, waardoor de arts het Kindler-syndroom wel eens verwart met een van de volgende aandoeningen:
Behandeling lichtgevoelige huid met blaarvorming
De behandeling is voornamelijk symptomatisch en preventief gericht, omdat het Kindler-syndroom niet te genezen is. Patiënten dienen trauma te vermijden, omdat blaarvorming bij trauma sneller optreedt. Ook moeten patiënten de blootstelling aan de zon vermijden, of beschermende maatregelen treffen. Verder schrijft de arts
topische en systemische
antibiotica voor om de huidletsels goed te laten genezen. Een chirurgische behandeling is mogelijk bij teleangiëctasieën, of bij problemen aan de urinewegen of slokdarm.
Prognose
De blaarvorming ontstaat in de kindertijd en verergert, maar verbetert vaak aanzienlijk met het ouder worden. In de meeste gevallen is de levensverwachting normaal. Soms kan een patiënt echter overlijden door een agressieve vorm van een plaveiselcelcarcinoom.
Complicaties
Het Kindler-syndroom kan verschillende complicaties met zich meebrengen:
Huidkanker
Patiënten met het Kindler-syndroom hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van
plaveiselcelcarcinoom (huidkanker), vooral op de huid, lippen en slijmvliezen van de mond. Deze vorm van kanker ontstaat uit plaveiselcellen die zich in de buitenste laag van de huid en de slijmvliezen bevinden.
Infecties
Door de kwetsbaarheid van de huid en slijmvliezen zijn patiënten vatbaarder voor infecties, waaronder bacteriële en virale infecties. Herhaalde infecties kunnen de symptomen verergeren en het herstel bemoeilijken.
Oogaandoeningen
Oogaandoeningen zoals
conjunctivitis,
ectropion, en beschadiging van het hoornvlies kunnen leiden tot verminderd gezichtsvermogen en andere visuele problemen.
Slokdarmvernauwing
Een vernauwing (stenose) van de slokdarm kan optreden, wat leidt tot progressieve
slikproblemen (
dysfagie). Dit kan de voedingsinname en de algehele gezondheid beïnvloeden.
Tandvleesproblemen
Ernstige tandvleesaandoeningen kunnen leiden tot vroegtijdig verlies van tanden. Dit kan de mondgezondheid en de mogelijkheid om te eten beïnvloeden.
Darmontsteking
Sommige patiënten ontwikkelen een ontsteking van de dikke darm (
colitis), wat kan leiden tot buikpijn en andere gastro-intestinale klachten.
Preventie
Hoewel het Kindler-syndroom niet te genezen is, kunnen de volgende maatregelen helpen om complicaties te voorkomen en de kwaliteit van leven te verbeteren:
Vermijd trauma
Patiënten moeten fysieke trauma’s vermijden, aangezien blaarvorming bij beschadiging van de huid sneller optreedt. Voorzichtigheid bij activiteiten die huidirritatie kunnen veroorzaken, is essentieel.
Bescherm tegen zonlicht
Door de verhoogde gevoeligheid voor UV-stralen moeten patiënten blootstelling aan de zon vermijden of beschermende maatregelen treffen, zoals het dragen van beschermende kleding en het gebruik van zonnebrandcrème met een hoge SPF.
Regelmatige medische controle
Regelmatige controle door een arts is belangrijk voor het vroegtijdig opsporen van complicaties zoals huidkanker of infecties. Dit omvat het monitoren van de huid en slijmvliezen op veranderingen of afwijkingen.
Oogzorg
Voor patiënten met oogaandoeningen zijn regelmatige oogcontroles van groot belang om visuele problemen te identificeren en te behandelen. Dit kan helpen om verdere schade aan de ogen te voorkomen.
Mondgezondheid
Een goede mondhygiëne en regelmatige tandartsbezoeken kunnen helpen om tandvleesproblemen en vroegtijdig verlies van tanden te voorkomen.
Ondersteuning bij slikproblemen
Bij slikproblemen is het belangrijk om een specialist te raadplegen. Voedingsadviezen en behandelingen kunnen helpen om de voedingstoestand te verbeteren en problemen met de slokdarm te minimaliseren.