Noonan-syndroom: Skeletaandoening
Het Noonan-syndroom is een aandoening die vele gebieden van het lichaam beïnvloedt. Het kenmerkt zich door milde, ongewone gezichtskenmerken, een kort gestalte, hartafwijkingen, bloedingsproblemen, skeletmisvormingen en vele andere symptomen. Belangrijk hierbij is dat niet alle symptomen aanwezig zijn bij een patiënt en de uitgebreidheid en ernst bij iedereen anders is. Het syndroom werd voor het eerst beschreven in 1967 door de Amerikaanse kindercardioloog Jacqueline Noonan.
Synoniemen Noonan-syndroom
Het Nooman-syndroom is gekend onder een hele waaier van synoniemen:
- Familiale syndroom van Turner
- Mannelijke Turner Syndroom
- Noonan-syndroom Ehmke
- Pseudo-Ullrich-Turner-syndroom
- Turner-syndroom bij vrouwen met een X-chromosoom
- Turner-achtig syndroom
- Turner's fenotype, karyotype normaal
- Ullrich-Noonan-syndroom
- Vrouwelijke Pseudo-Turner Syndroom
"NS" vormt de afkorting van deze ziekte.
Epidemiologie skeletaandoening
Het Noonan-syndroom komt voor bij ongeveer 1 op de 1.000 tot 5.000 patiënten. Mannen en vrouwen zijn in gelijke aantallen getroffen. Informatie met betrekking tot de raciale of geografische voorkeur is niet bekend.
Oorzaken en erfelijkheid ziekte
Mutaties in het PTPN11-, SOS1-, RAF1-, KRAS-, NRAS- en BRAF-gen veroorzaken het Noonan-syndroom. De meeste patiënten met de
skeletaandoening hebben een mutatie in één van de drie genen, PTPN11, SOS1 of RAF1. Het is niet bekend hoeveel patiënten mutaties hebben in het BRAF- of NRAS-gen, maar wellicht zijn het er erg weinig. De oorzaak van het Noonan-syndroom blijft bij een deel van patiënten onbekend.
De overerving van dit syndroom verloopt op autosomaal dominante wijze, waardoor één kopie van het gewijzigde gen in elke cel voldoende is om de aandoening veroorzaken. In sommige gevallen erft een getroffen patiënt de mutatie van één betrokken ouder. In andere gevallen ontstaat de aandoening spontaan en is er bijgevolg geen familiale geschiedenis van het syndroom te vinden.
Symptomen: Aangezicht, gestalte, skelet, hart, bloeding en puberteit
Aangezicht
Patiënten met het Noonan-syndroom hebben karakteristieke gelaatstrekken. De ogen staan ver uit elkaar (
hypertelorisme) waarbij de
oogkleur meestal lichtblauw of blauwgroen is. De oogleden zijn dikker en gaan mogelijk hangen (
ptosis). De wenkbrauwen zijn sterk gebogen.
Bijziendheid en scheelzien (in
medische termen gekend als "myopie") komen relatief vaak voor bij patiënten met het Noonan-syndroom. De oren zijn laagstaand en draaien naar achteren, waardoor patiënten gevoeliger zijn voor
middenoorontstekingen. Dit leidt soms tot mild
gehoorverlies. Getroffen patiënten hebben verder een hoog, gebogen gehemelte, een diepe groef in het filtrum, een slechte uitlijning van de tanden en een kleine onderkaak (
micrognathie). Veel kinderen met het Noonan-syndroom hebben een korte nek en zowel kinderen als volwassenen hebben soms overtollige nekhuid en een lage haarlijn aan de achterkant van de nek.
Gestalte
Ongeveer de helft van de patiënten met het Noonan-syndroom heeft een
kort gestalte. Bij de geboorte hebben patiënten meestal een normale lengte en een normaal gewicht, maar de groei vertraagt in de loop der tijd. De patiënt heeft een abnormale hoeveelheid groeihormoon waardoor hij traag groeit (
groeihormoondeficiëntie: aandoening met tekort aan groeihormonen).
Skelet
Patiënten met het Noonan-syndroom hebben vaak ofwel een gezonken borst (
trechterborst) of een vooruitstekende borst (
kippenborst, pectus carinatum). Sommige getroffen patiënten hebben daarnaast een abnormale kromming van de wervelkolom (
scoliose).
Hart
De meeste patiënten met het Noonan-syndroom hebben een hartafwijking. De meest voorkomende hartafwijking is een vernauwing van de klep die de bloedstroom van het hart naar de longen regelt (
pulmonalisstenose). Sommige aangetaste patiënten lijden aan hypertrofische
cardiomyopathie (hartspieraandoening), een verdikking van de hartspier waardoor het hart harder moet werken om bloed te pompen. Daarnaast zijn andere
hartaandoeningen mogelijk.
Bloeding
Verschillende bloedingsstoornissen zijn geassocieerd met het Noonan-syndroom. Sommige patiënten hebben overmatige
blauwe plekken,
neusbloedingen, of bloeden langdurig na een verwonding of operatie. Vrouwen bloeden meestal overmatig tijdens de menstruatie (
menorragie) of bevalling.
Puberteit
Adolescente mannen met het Noonan-syndroom ervaren een
vertraagde puberteit. Getroffen patiënten starten aan de puberteit op de leeftijd van 13 of 14 jaar en hebben een verminderde puberale groeispurt. De meeste mannen met het Noonan-syndroom hebben niet-ingedaalde testikels (
cryptorchisme), die gerelateerd zijn aan de vertraagde puberteit of tot
onvruchtbaarheid (
mannelijke onvruchtbaarheid) leiden later in het leven. De puberteit en vruchtbaarheid bij vrouwen daarentegen is normaal.
Bijkomende symptomen
Het Noonan-syndroom leidt tot een verscheidenheid aan andere symptomen. De meeste kinderen met de diagnose hebben een normale intelligentie, maar een klein percentage heeft speciale onderwijsbehoeften, en sommige hebben een verstandelijke handicap. Sommige getroffen patiënten hebben visus- of gehoorproblemen. Zuigelingen met het Noonan-syndroom komen soms ter wereld met
gezwollen handen en
gezwollen voeten, veroorzaakt door een ophoping van vocht (
lymfoedeem) die vanzelf verdwijnt. Ook één of meer
lymfangiomen (goedaardige gezwellen, vaak in het hoofd, de nek of de mond) behoren tot de mogelijke symptomen. Aangetaste zuigelingen hebben hierdoor soms voedingsproblemen, die doorgaans verbeteren wanneer het kind 1 tot 2 jaar oud is. Oudere patiënten ontwikkelen soms lymfoedeem, meestal in de enkels en
onderbenen.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van de
skeletaandoening gebeurt via een grondig klinisch onderzoek waarbij de arts de uiterlijke kenmerken bekijkt. Hij doet tot slot een genetisch onderzoek om de diagnose te bevestigen. Dit is nodig omdat de ziekte soms doet denken aan
het Legius-syndroom (symptomen aan huid,
gezicht en hoofd) waarbij de gezichtskenmerken ongeveer gelijkaardig zijn.
Behandeling skeletaandoening
Het syndroom valt niet te genezen. De patiënt krijgt veelal logopedie en fysiotherapie. Een operatie aan het hart, de oren en de testes, is soms nodig. Groeihormonen doen de patiënt groeien. Een periodiek
uitgebreid oogonderzoek is nodig bij deze patiënten; een bril of operatie helpt bij scheelzien. Daarnaast is een regelmatig hartonderzoek noodzakelijk.
In Nederland is de
Stichting Noonan Syndroom actief. De stichting houdt zich bezig met het verspreiden van medische informatie, het organiseren van contactdagen en activiteiten met lotgenoten en focusgroepen rond dit syndroom.