Hemofilie: Bloedingsziekte door ontbreken stollingsfactoren
Hemofilie is een zeldzame erfelijke bloedingsaandoening waarbij het bloed niet goed kan stollen. Dit leidt tot langdurige bloedingen na een blessure en, in sommige gevallen, spontane inwendige bloedingen. Inwendige bloedingen kunnen schade aan organen en weefsels veroorzaken en zijn potentieel levensbedreigend. De behandeling van hemofilie omvat substitutietherapie, waarbij de ontbrekende stollingseiwitten worden toegediend. Met de juiste maatregelen kunnen bloedingsproblemen zoveel mogelijk worden voorkomen. De meeste patiënten met hemofilie hebben echter een goede prognose.
Epidemiologie van hemofilie
Hemofilie is een zeldzame erfelijke bloedstollingsstoornis die wereldwijd voorkomt, maar met variërende prevalentie tussen regio's en bevolkingsgroepen. Deze sectie bespreekt de verspreiding, demografie en trends in detail.
Prevalentie en incidentie
De geschatte prevalentie van hemofilie A, de meest voorkomende vorm, is ongeveer 1 op de 5.000 mannelijke geboorten, terwijl hemofilie B minder frequent voorkomt, met een prevalentie van ongeveer 1 op de 25.000 mannelijke geboorten. De aandoening is significant zeldzamer bij vrouwen vanwege de X-gebonden overerving.
Regionale variaties
De prevalentie van hemofilie varieert wereldwijd, mede door verschillen in toegang tot diagnose en behandeling. Hogere prevalenties worden vaak gerapporteerd in regio's met geavanceerde gezondheidszorgsystemen, terwijl onderrapportage een probleem blijft in ontwikkelingslanden.
Demografische trends
Hoewel de aandoening voornamelijk mannen treft, kunnen vrouwen die draagsters zijn ook symptomen ontwikkelen, zoals verhoogde bloedingsneiging. Leeftijdsgebonden trends tonen dat levensverwachting en kwaliteit van leven zijn verbeterd door betere behandelingen.
Mechanisme
Hemofilie wordt veroorzaakt door een tekort aan stollingsfactoren, wat leidt tot vertraagde of onvoldoende bloedstolling. Deze sectie bespreekt de pathofysiologie en moleculaire basis van de aandoening.
Genetische basis
Hemofilie A wordt veroorzaakt door mutaties in het F8-gen, dat codeert voor stollingsfactor VIII. Hemofilie B is het gevolg van mutaties in het F9-gen, verantwoordelijk voor de productie van factor IX. Beide genen bevinden zich op het X-chromosoom, wat de X-gebonden overerving verklaart.
Stollingscascade en verstoring
In een normale situatie leidt weefselbeschadiging tot activatie van de stollingscascade, waarbij factor VIII en IX een cruciale rol spelen in de vorming van een stevig fibrinenetwerk. Bij hemofiliepatiënten wordt dit proces verstoord, wat resulteert in langdurige bloedingen.
Gevolgen van factordeficiëntie
Het tekort aan stollingsfactoren leidt tot bloedingen in gewrichten, spieren en interne organen. Zonder behandeling kan dit permanente schade veroorzaken, zoals gewrichtsdeformatie en orgaanfalen.
Oorzaken en erfelijkheid: Ontbreken van stollingsfactoren
Oorzaken
Het lichaam heeft een gespecialiseerd systeem, bekend als de “coagulatiecascade”, dat bloedstolsels vormt door middel van stollingsfactoren (speciale eiwitten). Bij hemofilie ontbreken één of meer van deze stollingsfactoren of functioneren ze niet goed, wat leidt tot een verhoogde bloedingsneiging. Hemofilie wordt voornamelijk veroorzaakt door het ontbreken van stollingsfactor VIII of IX in het bloed. De aandoening is meestal erfelijk en treft vooral mannelijke kinderen. Ongeveer één op de drie patiënten heeft hemofilie zonder bekende familiale geschiedenis.
Erfelijkheid
Hemofilie ontstaat door een geslachtsgebonden (X-chromosomaal) erfelijk stollingsdefect, wat leidt tot een verhoogde bloedingsneiging. Hemofilie komt voornamelijk voor bij mannen. Mannelijke kinderen van een hemofiele vader hebben meestal geen hemofilie, maar dochters van een hemofilie-patiënt kunnen de ziekte doorgeven aan hun zonen. Veranderingen in het F8-gen veroorzaken hemofilie A, terwijl mutaties in het F9-gen
Hemofilie B veroorzaken.
Soorten hemofilie
Hemofilie A
Hemofilie A wordt gekenmerkt door een afwezigheid of tekortkoming van stollingsfactor VIII (antihemofiliefactor). Deze vorm, ook bekend als “klassieke hemofilie” of “factor VIII-deficiëntie”, is de meest voorkomende en komt voor bij ongeveer 80% van de hemofiliepatiënten.
Hemofilie B
Hemofilie B, ook bekend als “kerstziekte” of “factor IX-deficiëntie”, wordt veroorzaakt door het ontbreken van stollingsfactor IX (tromboplastinogeen).
Hemofilie C
Hemofilie C, veroorzaakt door een tekort aan stollingsfactor XI, vertoont vaak milde symptomen. Deze uiterst zeldzame vorm kan zowel mannen als vrouwen treffen.
Risicofactoren
Hemofilie is primair genetisch bepaald, maar andere factoren kunnen de ernst en het verloop van de aandoening beïnvloeden. Deze sectie bespreekt de belangrijkste risicofactoren.
Genetische aanleg
De aanwezigheid van een mutatie in het F8- of F9-gen is de belangrijkste risicofactor. Vrouwen met één kopie van de mutatie zijn vaak draagsters en kunnen de aandoening doorgeven aan hun kinderen.
Familiegeschiedenis
Een familiegeschiedenis van hemofilie verhoogt het risico aanzienlijk. Genetisch advies kan nuttig zijn voor families met bekende dragers of patiënten.
Omgevingsfactoren
Hoewel genetica de primaire oorzaak is, kunnen omgevingsfactoren zoals trauma of operaties de frequentie en ernst van bloedingen verhogen. Een proactieve opvolging van deze factoren kan complicaties helpen beperken.
Risicogroepen
Bepaalde groepen patiënten lopen een verhoogd risico op hemofilie of gerelateerde complicaties. Deze sectie bespreekt deze risicogroepen uitgebreid.
Mannen met een X-chromosomale mutatie
Mannelijke patiënten zijn het meest vatbaar vanwege de X-gebonden overerving, met een verhoogd risico op ernstige vormen van de aandoening.
Vrouwelijke draagsters
Vrouwen die draagsters zijn, kunnen milde bloedingssymptomen vertonen en hebben een kans van 50% om de mutatie door te geven aan hun kinderen.
Patiënten met beperkte toegang tot zorg
In landen met beperkte toegang tot diagnostiek en behandelingen lopen patiënten een verhoogd risico op complicaties zoals gewrichtsschade en interne bloedingen.
Symptomen van hemofilie: Inwendige en uitwendige bloedingen
Uitwendige bloeding
Bij hemofilie is de bloedstollingstijd verlengd. Deze symptomen kunnen na de puberteit verbeteren door een stijging van de activiteit van de antihemofiliefactor VIII of IX. Door de verlengde stollingstijd ontwikkelt de patiënt sneller bloedingen (hemorragische diathese) en kan spontane bloeding optreden.
Voorbeelden van symptomen zijn:
![Dubbelzien kan een teken zijn van ernstige inwendige bloedingen bij hemofilie / Bron: Frankieleon, Flickr (CC BY-2.0)](/artikel-fotos/miske/785227934688-thumb1.jpg)
Dubbelzien kan een teken zijn van ernstige inwendige bloedingen bij hemofilie /
Bron: Frankieleon, Flickr (CC BY-2.0)
Inwendige bloeding
Hemofiliepatiënten kunnen inwendige bloedingen ontwikkelen op verschillende plaatsen in het lichaam. Bloedingen in de gewrichten (vooral heupen, knieën, enkels en ellebogen) zijn vaak gerapporteerd en kunnen leiden tot zwelling, warmte en pijn. Inwendige bloedingen in de
hersenen kunnen ook voorkomen, vooral na een trauma aan het hoofd of een
hersenletsel. Kenmerkende symptomen zijn:
Alarmsymptomen
Het tijdig herkennen van alarmsymptomen is cruciaal om complicaties bij hemofiliepatiënten te voorkomen. Deze sectie bespreekt de meest voorkomende signalen die medische aandacht vereisen.
Spontane bloedingen
Een veelvoorkomend symptoom is spontane bloeding zonder duidelijke oorzaak, vaak in gewrichten (hemartrose), spieren of zachte weefsels.
Langdurige bloedingen na verwondingen
Bloedingen die niet stoppen na kleine verwondingen, zoals snijwonden of tandheelkundige ingrepen, zijn een belangrijk alarmsignaal.
Interne bloedingen
Interne bloedingen in organen zoals het maagdarmkanaal of de hersenen kunnen levensbedreigend zijn en vereisen onmiddellijke medische interventie. Symptomen zoals hevige buikpijn, hoofdpijn of bewustzijnsverlies zijn hierbij indicatief.
Diagnose en onderzoeken
Prenataal onderzoek
Hemofilie kan prenataal worden gedetecteerd via een
vlokkentest, die doorgaans wordt uitgevoerd tussen de tiende en twaalfde zwangerschapsweek.
![Blauwe plekken zijn kenmerkend voor hemofilie / Bron: Dezidor, Wikimedia Commons (CC BY-3.0)](/artikel-fotos/miske/257765362526-thumb1.jpg)
Blauwe plekken zijn kenmerkend voor hemofilie /
Bron: Dezidor, Wikimedia Commons (CC BY-3.0)
Lichamelijk en diagnostisch onderzoek
Patiënten met milde symptomen worden vaak pas op latere leeftijd gediagnosticeerd, meestal na een operatie of blessure waarbij overmatig bloeden wordt opgemerkt. Hemofilie wordt vaak vastgesteld wanneer een patiënt plotseling abnormaal begint te bloeden. De arts voert een
bloedonderzoek uit om de diagnose te bevestigen. Bij inwendige bloedingen kan de arts bloed in de urine (hematurie), bloed in de ontlasting en grote
blauwe plekken opmerken.
Indeling
- Bij milde hemofilie produceert het lichaam 6% tot 50% van de benodigde stollingsfactor. Hierdoor kan de patiënt af en toe langer dan normaal bloeden.
- Bij matige hemofilie produceert het lichaam 2% tot 5% van de stollingsfactor.
- Bij ernstige hemofilie produceert het lichaam minder dan 1% van de stollingsfactor.
Differentiële diagnose
Het bloedonderzoek moet andere aandoeningen uitsluiten die vergelijkbare symptomen veroorzaken, zoals lever- en vaatziekten, gebruik van bepaalde
geneesmiddelen en kindermisbruik. Andere aandoeningen om te overwegen zijn het
Ehlers-Danlos syndroom (met problemen aan huid en gewrichten), Glanzmann trombasthenie, bloedplaatjesaandoeningen en de
ziekte van Von Willebrand.
Behandeling van hemofilie
De meest gebruikelijke behandeling voor hemofilie is de vervangende therapie met stollingsfactoren via intraveneuze infusie. Het is cruciaal dat artsen op de hoogte zijn van de bloedingsstoornis, zodat ze de behandeling kunnen aanpassen aan de behoeften van de patiënt, bijvoorbeeld tijdens een operatie.
Prognose van hemofilie
De prognose van hemofilie is sterk verbeterd door moderne behandelingen, maar blijft afhankelijk van de ernst van de aandoening en toegang tot zorg. Deze sectie bespreekt de lange termijnvooruitzichten.
Milde tot matige hemofilie
Patiënten met milde vormen hebben doorgaans een goede prognose, mits ze toegang hebben tot preventieve therapieën zoals stollingsfactorconcentraten.
Ernstige hemofilie
Bij ernstige vormen kan de prognose variëren afhankelijk van de frequentie en ernst van bloedingen. Langdurige gewrichtsschade en invaliditeit blijven belangrijke complicaties.
Verbeteringen in levensverwachting
Dankzij profylactische therapieën en verbeterde zorg hebben patiënten nu een bijna normale levensverwachting, vooral in landen met geavanceerde gezondheidszorg.
Complicaties van hemofilie
Mogelijke complicaties bij hemofilie zijn onder andere hemofiliecysten, pseudotumoren die voornamelijk in het bekken en de lange pijpbeenderen voorkomen. Deze cysten kunnen bot vernietigen en weke delen beschadigen. In ernstige gevallen kunnen hersencomplicaties optreden die levensbedreigend kunnen zijn. Andere complicaties zijn diepe inwendige bloedingen met gevoelloosheid en pijn in de ledematen,
artritis (gewrichtsontsteking), infecties door
bloedtransfusies, en negatieve reacties op de stollingsfactorbehandeling.
Preventie van bloedingsproblemen
Het voorkomen van bloedingsproblemen is mogelijk door enkele belangrijke maatregelen:
- Gezond gewicht en lichaamsbeweging: Handhaaf een gezond gewicht en zorg voor voldoende lichaamsbeweging om de spieren te versterken en de bloedingsrisico's door verwondingen te verminderen. Zwemmen is een uitstekende keuze voor kinderen met hemofilie omdat het alle spiergroepen gebruikt zonder druk uit te oefenen op de gewrichten.
- Goede tandzorg: Zorg voor goede mondhygiëne om tandvleesbloedingen en andere tandheelkundige problemen te voorkomen.
- Regelmatige medische controle: Volg regelmatig medisch toezicht om bloedingsrisico's te monitoren en behandelingen tijdig aan te passen.
Lees verder