Bloedtransfusie: Soorten en risico’s
Een bloedtransfusie is levensbelangrijk voor een patiënt die (dringend) bloed nodig heeft tijdens of na een operatie, ongeval of ziekte. De patiënt ontvangt via een bloedtransfusie bloed van onbekende of bekende donoren, of van zichzelf. Dit gebeurt via een intraveneuze lijn. Hiervoor maakt de arts een injectie in een ader. De tijdsduur van de ontvangen bloedtransfusie varieert afhankelijk van de hoeveelheid die de patiënt nodig heeft en duurt gewoonlijk tussen de één en vier uur. Een bloedtransfusie is een relatief veilige procedure, hoewel er af en toe complicaties kunnen optreden.
Indicatie bloedtransfusie: Operatie, bloedaandoeningen, verwonding
Een patiënt heeft omwille van vele mogelijke oorzaken een bloedtransfusie nodig. Dit is noodzakelijk wanneer het lichaam onvoldoende bloed produceert of bijvoorbeeld bij
anemie (zoals Fanconi-anemie,
sikkelcelziekte,
thalassemie,
aplastische anemie, enzovoort). Ook bij enkele bloedaandoeningen zoals onder andere
hemofilie (bloedziekte door het ontbreken van stollingsfactoren) en
trombocytopenie is een bloedtransfusie nodig. Daarnaast krijgt een patiënt vaak een bloedtransfusie na een ernstige verwonding waardoor hij veel bloed heeft verloren. Tot slot is een bloedtransfusie noodzakelijk na een grote operatie zoals knie- of heupprothesechirurgie, waarbij de patiënt veel bloedverlies vertoont.
Acute bloedingen
Na een zwaar trauma of operatie kan een transfusie van volledig bloed noodzakelijk zijn om het bloedvolume snel aan te vullen en te voorkomen dat de patiënt in shock raakt.
Bloedarmoede en bloedplaatjes tekort
Patiënten met bloedarmoede kunnen transfusies van rode bloedcellen nodig hebben om het zuurstoftransport in het lichaam te herstellen. Bij patiënten met een tekort aan bloedplaatjes wordt vaak een transfusie van bloedplaatjes uitgevoerd.
Soorten bloedtransfusies
Er zijn verschillende soorten bloedtransfusies, afhankelijk van de benodigde bloedcomponenten. Een transfusie van volledig bloed bevat alle componenten van bloed, inclusief rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes en plasma. Dit wordt meestal gebruikt bij zware bloedingen, bijvoorbeeld na een ongeluk of een operatie. Een transfusie van rode bloedcellen is de meest voorkomende en wordt gebruikt bij patiënten die bloedarmoede hebben of ernstig bloed verloren zijn, omdat rode bloedcellen essentieel zijn voor zuurstoftransport in het lichaam. Plasma, het vloeibare deel van het bloed, wordt vaak gebruikt om de bloedstolling te ondersteunen bij patiënten met stollingsstoornissen. Bloedplaatjes worden gebruikt bij patiënten met een lage bloedplaatjesaantal, vaak als gevolg van chemotherapie of bepaalde bloedziekten, omdat bloedplaatjes cruciaal zijn voor de bloedstolling.
Volledig bloedtransfusie
Volledig bloed wordt in gevallen van ernstige bloedingen of shock vaak gebruikt, omdat het een breed scala aan bloedcomponenten bevat die snel het bloedvolume kunnen aanvullen.
Rode bloedcellen transfusie
Een transfusie van rode bloedcellen wordt vaak gegeven aan patiënten met bloedarmoede of na zware operaties om het tekort aan zuurstoftransport in het lichaam te corrigeren.
Bloedtransfusie van bloed van onbekende bloeddonoren
Homologene bloeddonatie is de vorm van bloedtransfusie die het meest voorkomt. Hierbij ontvangt een patiënt bloed van een onbekende bloeddonor. Deze bloeddonaties komen van vrijwilligers die deze tijdens een donatie geven. De donor hoeft geen speciale voorzorgsmaatregelen te nemen alvorens hij bloed doneert. Vlak voor de bloeddonatie vult de bloeddonor eerst een uitgebreide vragenlijst in, waarna hij bij de arts terechtkomt die hem onderwerpt aan een kort lichamelijk onderzoek. De eerste keer dat hij komt doneren, krijgt hij een uitgebreid
bloedonderzoek. Pas als de resultaten hiervan goed zijn, mag de donor bloed doneren. De donatie zelf duurt maximaal vijftien minuten, waarbij een verpleegkundige de donor voortdurend volgt. Besmetting met hepatitis,
hiv of andere virussen na een bloedtransfusie komt zelden voor als complicatie; een bloedtransfusie is doorgaans zeer veilig. Het bloeddonatieproces verloopt zeer streng en nauwkeurig, waarbij de arts tevens grondig het gedoneerde bloed test op verschillende infecties. Een bloedbank bewaart dit bloed.
Bloedtransfusie van bloed van familie of vrienden
Soms ondergaat een patiënt een belangrijke, geplande operatie. Hiervoor doneert een familielid of vriend enkele dagen voor de operatie bloed. Het bloed van familie of vrienden is niet noodzakelijk veiliger dan het bloed van het grote publiek, van onbekende donoren. Uiteraard onderzoekt de arts ook dit bloed grondig op allerlei infecties. Daarnaast behandelt de arts het bloed met radiatie (straling) voordat de patiënt het bloed ontvangt, omdat er een minieme kans is dat de patiënt te maken krijgt met de
graft-versus-host ziekte (complicatie na transplantatie). Dit is een ernstige aandoening waarbij het transplantaat zich richt tegen de ontvanger (gast) in plaats van het tegenovergestelde.
Bloedtransfusie van bloed van zichzelf
Normaal gesproken is een bloedtransfusie van anderen zeer veilig en zijn de risico’s en mogelijke complicaties slechts miniem. Niettemin kiezen sommige patiënten voor een autologe bloeddonatie. Hierbij doneert de patiënt bloed dat hij later weer ontvangt. Autoloog bloed is dus bloed dat de ontvanger van zichzelf krijgt. Dit bloed wordt door de arts zes weken tot maximaal vijf dagen voor de operatie afgenomen (preoperatieve bloedtransfusie). De arts bewaart het bloed in de bloedbank tot wanneer het nodig is tijdens een operatie (intra-operatieve autologe bloedtransfusie) of na een operatie (postoperatieve autologe bloedtransfusie). Heeft de patiënt het bloed niet of niet meer nodig, dan wordt het bloed weggegooid. Soms gebeurt tijdens een operatie hemodilutie. Hierbij neemt de arts voor de operatie bloed af, verdunt hij het door middel van het toedienen van een plasmavervangend middel, en geeft hij na de operatie (postoperatief) het bloed terug aan de patiënt.
Reacties, risico’s en complicaties van bloedtransfusie
De ontvanger kan af en toe complicaties ervaren door het ontvangen van bloed. Deze complicaties kunnen uren, dagen, maanden of zelfs jaren later optreden.
Allergische reactie
Tijdens of zeer snel na de bloedtransfusie kan de patiënt mogelijk een
allergische reactie ervaren, waarbij jeuk en
netelroos (huidziekte met jeukende bultjes op het huidoppervlak) optreden. Soms kan de patiënt te maken krijgen met een
gezwollen bovenlip als gevolg van een bloedtransfusie.
Febriele reactie
Tijdens of kort na de transfusie kan de patiënt mogelijk koorts ontwikkelen. De arts kan besluiten om de transfusie te stoppen na deze febriele reactie.

Pijn op de borst is een complicatie van een bloedtransfusie /
Bron: Pexels, PixabayAcute immune hemolytische reactie
Soms is het gedoneerde bloed niet geschikt, en treedt tijdens of kort na de transfusie een acute immune hemolytische reactie op. De patiënt kan koorts, koude
rillingen, pijn in de onderrug of
pijn op de borst ervaren. Daarnaast kan de urine donkergekleurd zijn en kan de patiënt
misselijk zijn. Deze complicatie kan de nieren schaden.
Vertraagde immune hemolytische reactie
Deze toestand is vergelijkbaar met een acute immune hemolytische reactie, maar de symptomen ontwikkelen zich één tot vier weken na de transfusie.
Longbeschadiging door TRALI
TRALI staat voor “transfusion-related acute lung injury”. Deze reactie ontstaat door antistoffen die zich richten tegen leukocyten (witte bloedcellen) die zich in het donorbloed bevinden. De patiënt krijgt bij deze transfusiereactie acute ademnood,
cyanose (blauwe huidskleur door zuurstoftekort in de weefsels), en moet bovendien
hoesten. Uit
radiografisch onderzoek blijkt dat de patiënt witte vlekken op de longen vertoont.
Bloed overgedragen infecties
Normaal gesproken test een bloedbank zeer nauwkeurig al het gedoneerde bloed, en infecties komen slechts zelden voor. Niettemin is er altijd een zeer klein risico op besmetting met HIV of
virale hepatitis B of virale hepatitis C.
IJzerstapeling
IJzerstapeling, in
medische termen bekend als "hemosiderose", is een toestand waarbij het lichaam niet-functioneel
ijzer stapelt. Door deze stapeling van ijzer treedt beschadiging van lichaamsweefsels op, omdat het lichaam slechts weinig ijzer kan uitscheiden. Dit kan leiden tot ijzerdepots in verschillende organen, waardoor de lever, het pancreas (alvleesklier), het hart, het beenmerg en de huid (vale gelaatskleur) worden aangetast. IJzerchelatietherapie is nodig om het overtollige ijzer uit het lichaam te verwijderen.
Graft-versus-host ziekte
Deze aandoening komt zeldzaam voor. Het lichaam van de patiënt die de bloedtransfusie heeft gekregen, valt hierbij de witte bloedcellen aan. Dit komt voornamelijk voor bij patiënten met een ernstig
verzwakt immuunsysteem, zoals patiënten met
leukemie. Ook patiënten met een
lymfoom lopen meer risico op graft-versus-host ziekte. Een lymfoom is een kwaadaardige woekering van cellen in het lymfatisch weefsel van de lymfklieren en milt. De patiënt heeft hierbij koorts,
huiduitslag en
diarree. Uit een bloedonderzoek blijkt dat de patiënt een abnormale leverfunctie heeft. Deze ziekte is meestal fataal. Bestraling (radiatie) van het bloed vóór transfusie vermindert het risico op deze ziekte.
Indicatie bloedtransfusie: Operatie, bloedaandoeningen, verwonding
Een patiënt heeft omwille van vele mogelijke oorzaken een bloedtransfusie nodig. Dit is noodzakelijk wanneer het lichaam onvoldoende bloed produceert of bijvoorbeeld bij
anemie (zoals Fanconi-anemie,
sikkelcelziekte,
thalassemie,
aplastische anemie, enzovoort). Ook bij enkele bloedaandoeningen zoals onder andere
hemofilie (bloedziekte door het ontbreken van stollingsfactoren) en
trombocytopenie is een bloedtransfusie nodig. Daarnaast krijgt een patiënt vaak een bloedtransfusie na een ernstige verwonding waardoor hij veel bloed heeft verloren. Tot slot is een bloedtransfusie noodzakelijk na een grote operatie zoals knie- of heupprothesechirurgie, waarbij de patiënt veel bloedverlies vertoont.
Bloedtransfusie van bloed van onbekende bloeddonoren
Homologene bloeddonatie is de vorm van bloedtransfusie die het meest voorkomt. Hierbij ontvangt een patiënt bloed van een onbekende bloeddonor. Deze bloeddonaties komen van vrijwilligers die deze tijdens een donatie geven. De donor hoeft geen speciale voorzorgsmaatregelen te nemen alvorens hij bloed doneert. Vlak voor de bloeddonatie vult de bloeddonor eerst een uitgebreide vragenlijst in, waarna hij bij de arts terechtkomt die hem onderwerpt aan een kort lichamelijk onderzoek. De eerste keer dat hij komt doneren, krijgt hij een uitgebreid
bloedonderzoek. Pas als de resultaten hiervan goed zijn, mag de donor bloed doneren. De donatie zelf duurt maximaal vijftien minuten, waarbij een verpleegkundige de donor voortdurend volgt. Besmetting met hepatitis,
hiv of andere virussen na een bloedtransfusie komt zelden voor als complicatie; een bloedtransfusie is doorgaans zeer veilig. Het bloeddonatieproces verloopt zeer streng en nauwkeurig, waarbij de arts tevens grondig het gedoneerde bloed test op verschillende infecties. Een bloedbank bewaart dit bloed.
Bloedtransfusie van bloed van familie of vrienden
Soms ondergaat een patiënt een belangrijke, geplande operatie. Hiervoor doneert een familielid of vriend enkele dagen voor de operatie bloed. Het bloed van familie of vrienden is niet noodzakelijk veiliger dan het bloed van het grote publiek, van onbekende donoren. Uiteraard onderzoekt de arts ook dit bloed grondig op allerlei infecties. Daarnaast behandelt de arts het bloed met radiatie (straling) voordat de patiënt het bloed ontvangt, omdat er een minieme kans is dat de patiënt te maken krijgt met de
graft-versus-host ziekte (complicatie na transplantatie). Dit is een ernstige aandoening waarbij het transplantaat zich richt tegen de ontvanger (gast) in plaats van het tegenovergestelde.
Bloedtransfusie van bloed van zichzelf
Normaal gesproken is een bloedtransfusie van anderen zeer veilig en zijn de risico’s en mogelijke complicaties slechts miniem. Niettemin kiezen sommige patiënten voor een autologe bloeddonatie. Hierbij doneert de patiënt bloed dat hij later weer ontvangt. Autoloog bloed is dus bloed dat de ontvanger van zichzelf krijgt. Dit bloed wordt door de arts zes weken tot maximaal vijf dagen voor de operatie afgenomen (preoperatieve bloedtransfusie). De arts bewaart het bloed in de bloedbank tot wanneer het nodig is tijdens een operatie (intra-operatieve autologe bloedtransfusie) of na een operatie (postoperatieve autologe bloedtransfusie). Heeft de patiënt het bloed niet of niet meer nodig, dan wordt het bloed weggegooid. Soms gebeurt tijdens een operatie hemodilutie. Hierbij neemt de arts voor de operatie bloed af, verdunt hij het door middel van het toedienen van een plasmavervangend middel, en geeft hij na de operatie (postoperatief) het bloed terug aan de patiënt.
Procedure voor bloedtransfusie
De procedure voor een bloedtransfusie begint met het zorgvuldig bepalen van de bloedgroep van de patiënt en het matchen met de donor. Dit wordt gedaan door middel van bloedtesten om ervoor te zorgen dat het bloed van de donor compatibel is met dat van de patiënt. Na het verifiëren van de compatibiliteit wordt het bloed of de bloedproducten via een infuus in de ader van de patiënt toegediend. Het proces wordt meestal in een ziekenhuis uitgevoerd, en de patiënt wordt zorgvuldig gecontroleerd op eventuele bijwerkingen of complicaties tijdens en na de transfusie.
Bloedgroepbepaling en compatibiliteit
Voorafgaand aan een bloedtransfusie worden zowel de bloedgroep van de ontvanger als de donor zorgvuldig gecontroleerd om een optimale compatibiliteit te garanderen en om mogelijke afstotingsreacties te voorkomen.
Toediening van bloedproducten
Bloed wordt via een infuus in de ader van de patiënt toegediend. De arts controleert regelmatig de toestand van de patiënt, vooral voor mogelijke reacties of complicaties.
Nabeschouwing en opvolging
Na de bloedtransfusie zal de patiënt worden gecontroleerd op eventuele bijwerkingen of complicaties. Dit omvat het monitoren van vitale functies, zoals bloeddruk, hartslag en temperatuur. Indien er geen acute reacties zijn, kan de patiënt vaak dezelfde dag naar huis worden gestuurd. Bij bepaalde patiënten is langdurige opvolging nodig, vooral als de transfusies meerdere keren plaatsvinden.
Controle van vitale functies
De vitale functies van de patiënt worden gecontroleerd, zoals hartslag, bloeddruk en temperatuur, om te bepalen of er onmiddellijk na de transfusie complicaties optreden.
Langdurige opvolging bij herhaalde transfusies
Bij patiënten die herhaaldelijk bloedtransfusies nodig hebben, kan langdurige opvolging noodzakelijk zijn om mogelijke bijwerkingen op de lange termijn, zoals ijzerstapeling of infecties, te monitoren.
Reacties, risico’s en complicaties van bloedtransfusie
De ontvanger kan af en toe complicaties ervaren door het ontvangen van bloed. Deze complicaties kunnen uren, dagen, maanden of zelfs jaren later optreden.
Allergische reactie
Tijdens of zeer snel na de bloedtransfusie kan de patiënt mogelijk een
allergische reactie ervaren, waarbij jeuk en
netelroos (huidziekte met jeukende bultjes op het huidoppervlak) optreden. Soms kan de patiënt te maken krijgen met een
gezwollen bovenlip als gevolg van een bloedtransfusie.
Febriele reactie
Tijdens of kort na de transfusie kan de patiënt mogelijk koorts ontwikkelen. De arts kan besluiten om de transfusie te stoppen na deze febriele reactie.

Pijn op de borst is een complicatie van een bloedtransfusie /
Bron: Pexels, PixabayAcute immune hemolytische reactie
Soms is het gedoneerde bloed niet geschikt, en treedt tijdens of kort na de transfusie een acute immune hemolytische reactie op. De patiënt kan koorts, koude
rillingen, pijn in de onderrug of
pijn op de borst ervaren. Daarnaast kan de urine donkergekleurd zijn en kan de patiënt
misselijk zijn. Deze complicatie kan de nieren schaden.
Vertraagde immune hemolytische reactie
Deze toestand is vergelijkbaar met een acute immune hemolytische reactie, maar de symptomen ontwikkelen zich één tot vier weken na de transfusie.
Longbeschadiging door TRALI
TRALI staat voor “transfusion-related acute lung injury”. Deze reactie ontstaat door antistoffen die zich richten tegen leukocyten (witte bloedcellen) die zich in het donorbloed bevinden. De patiënt krijgt bij deze transfusiereactie acute ademnood,
cyanose (blauwe huidskleur door zuurstoftekort in de weefsels), en moet bovendien
hoesten. Uit
radiografisch onderzoek blijkt dat de patiënt witte vlekken op de longen vertoont.
Bloed overgedragen infecties
Normaal gesproken test een bloedbank zeer nauwkeurig al het gedoneerde bloed, en infecties komen slechts zelden voor. Niettemin is er altijd een zeer klein risico op besmetting met HIV of
virale hepatitis B of virale hepatitis C.
IJzerstapeling
IJzerstapeling, in
medische termen bekend als "hemosiderose", is een toestand waarbij het lichaam niet-functioneel
ijzer stapelt. Door deze stapeling van ijzer treedt beschadiging van lichaamsweefsels op, omdat het lichaam slechts weinig ijzer kan uitscheiden. Dit kan leiden tot ijzerdepots in verschillende organen, waardoor de lever, het pancreas (alvleesklier), het hart, het beenmerg en de huid (vale gelaatskleur) worden aangetast. IJzerchelatietherapie is nodig om het overtollige ijzer uit het lichaam te verwijderen.
Graft-versus-host ziekte
Deze aandoening komt zeldzaam voor. Het lichaam van de patiënt die de bloedtransfusie heeft gekregen, valt hierbij de witte bloedcellen aan. Dit komt voornamelijk voor bij patiënten met een ernstig
verzwakt immuunsysteem, zoals patiënten met
leukemie. Ook patiënten met een
lymfoom lopen meer risico op graft-versus-host ziekte. Een lymfoom is een kwaadaardige woekering van cellen in het lymfatisch weefsel van de lymfklieren en milt. De patiënt heeft hierbij koorts,
huiduitslag en
diarree. Uit een bloedonderzoek blijkt dat de patiënt een abnormale leverfunctie heeft. Deze ziekte is meestal fataal. Bestraling (radiatie) van het bloed vóór transfusie vermindert het risico op deze ziekte.
Praktische tips voor het leven met / omgaan met bloedtransfusie
Een
bloedtransfusie kan noodzakelijk zijn in verschillende situaties, zoals bij grote bloedverlies, bepaalde bloedziekten, of andere medische aandoeningen die een tekort aan bloed of bloedcomponenten veroorzaken. Na een bloedtransfusie is het belangrijk om goed voor jezelf te zorgen en aandacht te besteden aan je herstel. Hier volgen enkele praktische tips die je kunnen helpen om je gezondheid te behouden en te verbeteren.
Zorg voor voldoende rust na de transfusie
Na een
bloedtransfusie is het essentieel om voldoende rust te nemen, vooral de eerste dagen. Je lichaam heeft tijd nodig om zich aan te passen aan de nieuwe bloedcomponenten. Probeer zwaar lichamelijk werk te vermijden en geef je lichaam de kans om zich te herstellen. Zorg ervoor dat je nachtrust van goede kwaliteit is en probeer overdag korte rustpauzes te nemen als dat nodig is.
Volg je controleafspraken nauwgezet
Na een bloedtransfusie is het belangrijk om je arts regelmatig te raadplegen voor controleafspraken. Je arts zal je gezondheid monitoren en mogelijk bloedonderzoeken uitvoeren om ervoor te zorgen dat je bloedwaarden zich goed herstellen. Deze controles kunnen ook helpen om te zien of er bijwerkingen optreden, zoals infecties of reacties op de transfusie, die tijdig behandeld kunnen worden.
Let op symptomen van bijwerkingen
Hoewel een bloedtransfusie over het algemeen veilig is, kunnen er bijwerkingen optreden. Het is belangrijk om alert te zijn op symptomen zoals koorts, huiduitslag, ademhalingsproblemen of pijn op de borst. Als je een van deze symptomen ervaart, neem dan direct contact op met je arts of ga naar de eerste hulp. Bijwerkingen kunnen meestal goed worden behandeld als ze tijdig worden opgemerkt.
Eet een gezond en evenwichtig voedingspatroon
Na een bloedtransfusie kan het lichaam extra voedingsstoffen nodig hebben om de bloedcellen en andere componenten die je lichaam gebruikt voor herstel, aan te vullen. Zorg voor een gezond en evenwichtig voedingspatroon dat rijk is aan ijzer, vitamine B12 en foliumzuur, aangezien deze belangrijk zijn voor de aanmaak van nieuwe bloedcellen. Voedingsmiddelen zoals vlees, vis, bonen, donkergroene bladgroenten, en volkorenproducten kunnen hierbij helpen.
Hydrateer goed, maar pas op voor overhydratie
Voldoende hydratatie is belangrijk na een bloedtransfusie, omdat je lichaam vocht nodig heeft om het herstelproces te ondersteunen. Drink voldoende water, maar wees voorzichtig met te veel drinken, omdat overhydratatie ook complicaties kan veroorzaken. Als je twijfelt over je vochtinname, vraag dan aan je arts wat het beste voor jou is.
Wees geduldig met je herstelproces
Het kan enige tijd duren voordat je je volledig herstelt van een bloedtransfusie, vooral als je transfusie te maken had met een onderliggende aandoening zoals
bloedaandoening of bloedverlies. Het is belangrijk om geduldig te zijn en naar je lichaam te luisteren. Forceer jezelf niet om te snel te veel te doen, maar geef jezelf de tijd om te herstellen.
Misvattingen rond bloedtransfusie
Bloedtransfusie is een medische procedure waarbij bloed of bloedbestanddelen van een donor naar een patiënt worden overgedragen. Er bestaan echter verschillende misvattingen over bloedtransfusies, die kunnen leiden tot onbegrip en zorgen bij patiënten. Het is belangrijk om deze misvattingen te verhelderen om de voordelen en risico's van bloedtransfusies beter te begrijpen.
Bloedtransfusies zijn altijd riskant
Veel mensen denken dat bloedtransfusies altijd gepaard gaan met risico's, zoals infecties of ernstige reacties. Hoewel er inderdaad kleine risico's zijn, zijn bloedtransfusies tegenwoordig in de meeste gevallen veilig. Dankzij strenge screeningprocedures en testen op virussen zoals hiv en hepatitis, is het risico op overdracht van infecties extreem laag. Daarnaast wordt bloed zorgvuldig gecontroleerd en bewaard volgens strikte normen.
Een bloedtransfusie betekent altijd dat je bloed van een onbekende donor ontvangt
Veel patiënten maken zich zorgen over het ontvangen van bloed van een onbekende donor. In werkelijkheid wordt bloed echter altijd zorgvuldig gematcht op basis van bloedgroepen en andere factoren, zodat het bloed zo goed mogelijk bij de ontvanger past. Bovendien kunnen patiënten, in gevallen van geplande operaties, hun eigen bloed doneren voor gebruik tijdens de procedure, een techniek die bekend staat als autologe bloedtransfusie.
Bloedtransfusies zijn alleen nodig in geval van ernstig bloedverlies
Een andere misvatting is dat bloedtransfusies alleen nodig zijn wanneer iemand veel bloed verliest, zoals bij een ernstige verwonding of operatie. Hoewel bloedverlies inderdaad een veelvoorkomende reden is voor een bloedtransfusie, kunnen er ook andere medische redenen zijn, zoals anemie of ernstige bloedarmoede, waarbij een transfusie nodig is om de patiënt te stabiliseren en hun gezondheid te verbeteren. Patiënten met aandoeningen zoals
kanker kunnen bijvoorbeeld ook baat hebben bij een bloedtransfusie.
Bloedtransfusies kunnen altijd worden vervangen door kunstbloed
Hoewel kunstbloed of kunstmatige bloedproducten in ontwikkeling zijn, kunnen ze momenteel niet volledig de rol van menselijke bloedtransfusies vervangen. Bloed heeft unieke eigenschappen die kunstbloed momenteel niet kan evenaren, zoals het vervoeren van zuurstof en het ondersteunen van het immuunsysteem. Hoewel kunstbloed in de toekomst wellicht een waardevolle aanvulling kan zijn, blijft het gebruik van echt bloed essentieel in veel medische situaties.
Bloedtransfusies kunnen leiden tot bloedgroepconflicten als je niet dezelfde bloedgroep hebt als de donor
Een veelvoorkomende misvatting is dat bloedtransfusies altijd gevaarlijk zijn als je niet dezelfde bloedgroep hebt als de donor. Dit is gedeeltelijk waar: het is essentieel dat de bloedgroepen goed worden gematcht om ernstige reacties te voorkomen. Echter, met behulp van de moderne bloedgroepsbepalingen en compatibiliteitstests kunnen artsen ervoor zorgen dat de patiënt alleen het juiste type bloed ontvangt, waardoor complicaties worden geminimaliseerd.
Iedereen kan zomaar bloed doneren voor een transfusie
Hoewel bloedtransfusies een belangrijke rol spelen in de geneeskunde, is het niet zo eenvoudig als iedereen zomaar bloed kan doneren. Bloeddonors moeten aan bepaalde gezondheidscriteria voldoen om ervoor te zorgen dat het bloed veilig is voor de ontvanger. Dit omvat zaken als een gezond gewicht, een goede gezondheid, en het testen op infecties om ervoor te zorgen dat het gedoneerde bloed geen risico vormt voor anderen. De geselecteerde donors worden bovendien regelmatig gecontroleerd om de veiligheid van bloedtransfusies te waarborgen.
Lees verder