Acathisie: Bewegingsdrang na nemen van medicijnen
Acathisie is een symptoom waarbij een patiënt op een oncontroleerbare manier de benen verplaatst. Deze motorische onrust treedt op als gevolg van het nemen van bepaalde geneesmiddelen voor de behandeling van psychische aandoeningen, al resulteren soms ook andere medicijnen in de bewegingsstoornis. Medische hulp is noodzakelijk bij de start van deze symptomen, want de tekenen van acathisie verergeren en veroorzaken tal van ernstige complicaties. De arts schrijft andere medicijnen voor zodat de klachten van het symptoom verminderen, waardoor de prognose zeer goed is. Af en toe kampen patiënten echter ondanks het stoppen of wijzigen van de medicatie toch nog met milde problemen als gevolg van acathisie.
Synoniemen van acathisie
Andere gebruikte termen voor acathisie zijn ‘tasikinesie’ en ‘zitangst’.
Epidemiologie
Acathisie komt voor bij patiënten die antipsychotica gebruiken, vooral oudere generaties. Het exacte aantal patiënten met acathisie is moeilijk te bepalen, maar het is een erkende bijwerking van antipsychotica en andere medicijnen. Studies suggereren dat tot 25% van de patiënten die langdurig antipsychotica gebruiken, acathisie kan ontwikkelen. De prevalentie kan variëren afhankelijk van het type medicatie en de duur van het gebruik.
Mechanisme
Acathisie is een neurologische aandoening die wordt gekarakteriseerd door een oncontroleerbare drang om te bewegen, vaak vergezeld van gevoelens van innerlijke rusteloosheid. Deze aandoening kan ontstaan als gevolg van het gebruik van bepaalde medicijnen, met name antipsychotica. Het mechanisme van acathisie is complex en omvat verschillende fysiologische en neurochemische processen die leiden tot de symptomen van de aandoening.
Dopaminereceptoren en antipsychotica
Het mechanisme van acathisie is sterk verbonden met de werking van dopaminereceptoren in de hersenen. Antipsychotische medicijnen blokkeren vaak dopamine-receptoren, wat kan leiden tot een verstoring in de dopaminerge systemen. Deze verstoring veroorzaakt de symptomen van acathisie, die typisch worden gekarakteriseerd door een onvermogen om stil te zitten, een gevoel van innerlijke rusteloosheid en de constante drang om te bewegen.
De blokkade van dopamine heeft invloed op verschillende hersengebieden die betrokken zijn bij motorische controle, wat leidt tot de onrustige en vaak pijnlijke bewegingen die kenmerkend zijn voor acathisie.
Neurochemische veranderingen en serotonineregulatie
Naast de dopamine-receptoren spelen ook andere neurotransmitters, zoals serotonine, een rol bij de ontwikkeling van acathisie. Er is aanwijzing dat een verstoorde balans tussen dopamine en serotonine bijdraagt aan de symptomen van acathisie. Veranderingen in de serotoninebalans kunnen de prikkelbaarheid van de hersenen verhogen, wat leidt tot motorische onrust en een verhoogde gevoeligheid voor bewegingen.
Deze neurochemische veranderingen kunnen ook worden beïnvloed door de interactie van antipsychotica met verschillende receptoren in de hersenen, zoals de serotonine- en adrenerge receptoren, die invloed kunnen hebben op de symptomen van acathisie.
Motorische controle en de basale ganglia
De basale ganglia, een gebied in de hersenen dat betrokken is bij de coördinatie van bewegingen, speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van acathisie. Wanneer de basale ganglia worden beïnvloed door verstoringen in de dopamine- en serotoninesystemen, kan dit leiden tot de motorische onrust en de voortdurende drang om te bewegen die kenmerkend is voor de aandoening. Deze verstoringen kunnen de normale motorische controle belemmeren, wat resulteert in de symptomen van acathisie.
De basale ganglia zijn ook betrokken bij de regulatie van spiertonus en motorische functies, waardoor veranderingen in deze hersenstructuren bijdragen aan de motorische onrust die patiënten ervaren.
Oorzaken
Acathisie is geen aandoening, maar een bijwerking van
medicatie die de arts inzet voor het behandelen van
schizofrenie (aandoening met o.a. waanideeën en hallucinaties), een
bipolaire stoornis (
stemmingsstoornis) en een ernstige
depressie.
Oudere antipsychotica
Vaak zijn de tekenen van acathisie te wijten aan oudere
antipsychotica zoals:
- chloorpromazine
- flupenthixol
- haloperidol
- perphenazine
Nieuwere antipsychotica
Ook nieuwere antipsychotica veroorzaken echter af en toe de motorische onrust. Voorbeelden van deze atypische antipsychotica zijn:
- lurasidone
- olanzapine
- paliperidone
- quetiapine
- risperidon
- ziprasidon
Waarom acathisie precies tot stand komt, is anno september 2024 niet bekend. Een mogelijke verklaring is dat acathisie optreedt omdat antipsychotica de hersengebieden blokkeren die gevoelig zijn voor dopamine. Dopamine is een chemische stof die helpt bij de regulatie van de beweging. Wanneer deze hersengebieden minder dopaminesignalen krijgen, is de beweging van een persoon aangetast.
Andere geneesmiddelen
Naast antipsychotica ontstaat acathisie soms door het nemen van andere medicijnen zoals:
Risicofactoren
Bepaalde patiënten hebben een verhoogde kans op het krijgen van acathisie met name patiënten:
Risicogroepen
Acathisie komt voor bij patiënten die bepaalde medicatie gebruiken, maar niet iedereen die deze medicijnen gebruikt, zal de aandoening ontwikkelen. Er zijn echter risicogroepen die een verhoogde kans hebben om acathisie te ervaren, gebaseerd op genetische factoren, medische geschiedenis en het type medicatie dat wordt voorgeschreven. Het identificeren van risicogroepen is belangrijk om vroegtijdige diagnose en passende behandeling mogelijk te maken.
Patiënten die antipsychotica gebruiken
De meest voorkomende risicogroep voor acathisie bestaat uit patiënten die antipsychotische medicijnen gebruiken. Deze medicijnen, die vaak worden voorgeschreven voor de behandeling van psychische aandoeningen zoals schizofrenie en bipolaire stoornis, kunnen de dopamine-receptoren blokkeren, wat een verstoring van de dopaminerge systemen veroorzaakt en de ontwikkeling van acathisie bevordert. Patiënten die deze medicijnen gebruiken, vooral de oudere antipsychotica (zoals haloperidol), lopen een groter risico op het ontwikkelen van acathisie.
Patiënten met een geschiedenis van bewegingsstoornissen
Patiënten die een voorgeschiedenis hebben van bewegingsstoornissen, zoals de ziekte van Parkinson, kunnen een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van acathisie wanneer zij antipsychotica of andere dopamine-gerelateerde medicijnen gebruiken. De onderliggende verstoringen in de motorische systemen maken hen gevoeliger voor de bijwerkingen van deze medicatie, waaronder acathisie.
Ouderen
Ouderen vormen een andere risicogroep voor acathisie, vooral bij het gebruik van antipsychotica. Dit komt doordat het verouderende brein vaak gevoeliger is voor de effecten van medicatie, wat het risico op bijwerkingen zoals acathisie vergroot. Bovendien hebben ouderen vaak meer kans op polyfarmacie, wat betekent dat zij meerdere medicijnen tegelijk gebruiken, waardoor de kans op interacties en bijwerkingen, waaronder acathisie, toeneemt.
Genetische predispositie
Er is ook bewijs dat genetische factoren een rol spelen bij het ontwikkelen van acathisie. Sommige patiënten kunnen genetisch vatbaarder zijn voor de bijwerkingen van antipsychotica, met name wat betreft de regulatie van dopaminereceptoren. Genetisch onderzoek en advies kunnen helpen bij het identificeren van patiënten die mogelijk een verhoogd risico lopen op acathisie, zodat behandelingsopties kunnen worden aangepast om deze risico’s te verminderen.
Het begrijpen van de risicogroepen is essentieel voor het minimaliseren van de kans op acathisie, evenals het tijdig herkennen van symptomen bij patiënten die gevoelig zijn voor deze aandoening. Het kan helpen bij het aanpassen van de behandeling of het nemen van preventieve maatregelen om de kans op het ontwikkelen van acathisie te verkleinen.
Soorten bewegingsdrang
Acathisie is ingedeeld in drie typen volgens de aanvang en de tijdsduur.
- Acute acathisie ontwikkelt zich kort nadat de patiënt gestart is met het antipsychoticum en houdt minder dan zes maanden aan.
- Chronische acathisie duurt langer dan zes maanden.
- Tardieve acathisie ontstaat na een langere periode van antipsychoticagebruik.
Symptomen: Drang om te bewegen
Patiënten met acathisie zijn rusteloos, en hebben de drang om te bewegen, meestal met de
benen. Zij ervaren
angst, paniek, zijn ongeduldig en zijn meer
prikkelbaar. Door de bewegingsdrang schuiven of slepen ze met de
voeten tijdens het lopen, tikken ze de voeten aan of wisselen ze af met het kruisen van de benen en het weer naast elkaar plaatsen van de benen. De knieën hoog opheffen tijdens het
wandelen (lijkt op marcheren) is een andere mogelijke uitingsvorm. Het gewicht van de éne naar de andere voet verplaatsen tijdens het rechtstaan is een andere presentatievorm van acathisie. Veel patiënten beschrijven symptomen van
neuropathische pijn (
pijn door schade aan zenuwstelsel) die vergelijkbaar zijn met fibromyalgie en het rustelozebenensyndroom. Spanning, slapeloosheid, een gevoel van ongemak, motorische rusteloosheid en duidelijke angst en paniek zijn andere symptomen. Schommelen, zwaaien, wiebelen, friemelen, heen en weer schuiven of trappelen met de benen, of frequente positieveranderingen zijn tot slot andere tekenen van acathisie. In ernstige gevallen houdt de bewegingsstoornis constant aan.
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van acathisie kunnen zijn:
- ernstige rusteloosheid en bewegingsdrang
- aangehouden angst en paniek
- verminderde kwaliteit van leven door constante motorische onrust
- moeite met het uitvoeren van dagelijkse activiteiten
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk en diagnostisch onderzoek
Een patiënt die start met antipsychotica of andere medicijnen en tekenen van acathisie ervaart, neemt best meteen contact op met de arts. De arts bevraagt de patiënt eerst over het medicatiegebruik, want wanneer hij antipsychotica gebruikt, is dat reeds een mogelijke aanwijzing voor acathisie. Daarnaast meldt de patiënt alle symptomen, wanneer deze begonnen zijn, hoe ernstig deze zijn en hoe lang de klachten duren. De arts probeert eveneens een beeld te krijgen van de rusteloosheid en bewegingsdrang. Ondanks de hoge incidentie en de associatie met een toename van zelfmoordgedachten bij de patiënt, is de arts vaak niet in staat om deze bewegingsstoornis te identificeren. Dit blijkt uit een wetenschappelijk onderzoek waarvan de resultaten verschenen in het tijdschrift ‘Aust Fam Physician’ in 2017.
Soms is het nodig om een extra bloedonderzoek uit te voeren /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay
Differentiële diagnose
Een
bloedonderzoek,
neurologisch onderzoek en een gedragsonderzoek zijn nodig om zeker te zijn dat de patiënt niet lijdt aan volgende aandoeningen.
- agitatie die secundair is aan psychotische symptomen of stemmingsstoornissen
- andere neurologische en medische aandoeningen
- andere stemmingsstoornissen
- angst
- antipsychotische dysforie
- ontwenningsverschijnselen van medicatiegebruik
- rusteloze benen syndroom (vervelende gevoelens in onderbenen)
- slapeloosheid
- tardieve dyskinesie (onwillekeurige bewegingen van het gelaat en ledematen)
Diagnosecriteria volgens DSM-5
Om te voldoen aan de diagnosecriteria van acathisie volgens DSM-5 moet de patiënt aan de volgende criteria voldoen:
- Er moet een constante onrust zijn in de benen en/of de rest van het lichaam waarbij er een drang is om te bewegen.
- De symptomen moeten optreden bij patiënten die antipsychotica gebruiken en zich gedurende een aanzienlijke tijdsperiode voordoen.
- De symptomen moeten ernstiger zijn dan het normale ongemak veroorzaakt door psychische aandoeningen.
- De symptomen moeten niet worden veroorzaakt door andere medische aandoeningen.
Behandeling
Acathisie vereist meestal een behandeling die kan bestaan uit medicatie en andere therapieën. De arts kan de medicatie bijstellen, wijzigen of stoppen als de symptomen aanhouden. Medische behandeling kan bestaan uit het geven van andere medicijnen die acathisie kunnen verminderen zoals:
- beta-adrenerge blokkers zoals propranolol
- anticholinergica zoals biperideen
- benzodiazepines zoals diazepam
- amfebutamone (bupropion)
- clozapine (medicatie bij schizofrenie)
- depletie van de serotonine en dopamine door de toediening van geneesmiddelen zoals clozapine
- tetrabenazine (medicijn voor motorische stoornissen)
Prognose
Acathisie kan variëren van mild tot ernstig. De symptomen kunnen verergeren en hebben een aanzienlijke invloed op het dagelijks leven van de patiënt. Wanneer de arts tijdig ingrijpt en de juiste behandeling start, kunnen de symptomen verminderen of verdwijnen. In sommige gevallen blijven milde symptomen bestaan, zelfs na stopzetting van de medicatie. Het herstel van acathisie hangt af van de ernst van de symptomen en de reactie op de behandeling.
Complicaties
Complicaties van acathisie kunnen onder andere zijn:
- verhoogde kans op paniekstoornissen en angststoornissen
- decrease in sociale interactie
- belemmeringen in het dagelijks functioneren
- enkele mensen ervaren suïcidale gedachten door de verergering van hun symptomen
Preventie
Er zijn geen bewezen methoden voor de preventie van acathisie, maar het kan helpen om:
- de dosis van antipsychotica te verlagen
- medicatie te wijzigen indien er symptomen optreden
- de patiënt te monitoren op tekenen van acathisie bij het starten met antipsychotica
- psychotherapie in te schakelen naast medicatie om de symptomen te verminderen