Frontotemporale dementie: Progressieve hersenaandoening
Frontotemporale dementie is een zeldzame vorm van dementie. Dementie is de medische term voor "aftakeling van het geestelijk vermogen," wat vaak voorkomt bij veroudering. Bij frontotemporale dementie zijn de frontale en temporale kwabben van de hersenen (de voor- en zijkanten) aangetast. Deze delen van de hersenen zijn grotendeels verantwoordelijk voor het beheersen van het gedrag en voor het taal- en planningsvermogen. Deze neurodegeneratieve aandoening leidt tot problemen met de dagelijkse activiteiten. Voor de hersenaandoening die meestal op vrij jonge leeftijd ontstaat, is geen genezende behandeling beschikbaar, maar diverse ondersteunende therapieën behoren wel tot de mogelijkheden.
Synoniemen frontotemporale dementie
Frontotemporale
dementie (FTD) is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- frontaalkwabdementie
- fronto-temporaalkwab-dementie
- ziekte van Pick
Epidemiologie vorm van dementie
Frontotemporale dementie begint vaak op jongere leeftijd dan de meeste andere vormen van dementie. De meeste patiënten zijn bij de diagnose tussen de 50-65 jaar (vorm van
jongdementie), maar ook patiënten van een nog jongere of juist oudere leeftijd zijn gerapporteerd. Deze vorm van dementie komt voor in ongeveer 10 tot 20% van de dementieën. De geschatte prevalentie bedraagt 15-22 op 100.000. De jaarlijkse incidentie is 2,7-4,1 op 100.000. Mannen en vrouwen zijn tot slot in gelijke aantallen getroffen.
Oorzaken
In de
hersenen van patiënten gebeurt een accumulatie (opbouw) van verschillende abnormale proteïnen. Deze abnormale eiwitten klonteren samen en zijn toxisch (
medische term voor "giftig") voor de hersencellen, die uiteindelijk afsterven. Hierdoor krimpen na verloop van tijd de getroffen hersengebieden. Waarom precies deze abnormale eiwitten zich ophopen, is niet bekend anno september 2024. Mogelijk speelt hierbij een genetische factor een rol. Bij ongeveer 40% van de patiënten met frontotemporale dementie is de aandoening reeds bekend in de familie. Talloze genmutaties (genetische veranderingen) zijn reeds geassocieerd met de neurodegeneratieve aandoening waarbij
hersenatrofie (krimpen van de hersengrootte) optreedt.
Risicofactoren
Hoewel de exacte oorzaken van frontotemporale dementie nog niet volledig begrepen zijn, kunnen bepaalde risicofactoren de kans op het ontwikkelen van de aandoening verhogen:
- Genetische predispositie: Ongeveer 40% van de patiënten heeft een familiegeschiedenis van dementie, wat suggereert dat genetische factoren een rol kunnen spelen.
- Leeftijd: Hoewel frontotemporale dementie vaak op jongere leeftijd begint dan andere vormen van dementie, is de leeftijd waarop de symptomen beginnen nog steeds een belangrijke risicofactor.
- Geslacht: Er zijn geen significante verschillen in prevalentie tussen mannen en vrouwen, wat suggereert dat geslacht geen bepalende risicofactor is.
Symptomen: Problemen met gedrag, taal- en denkvermogen
Bij elke patiënt is een ander gebied van de hersenen getroffen. Daarom variëren de symptomen van frontotemporale dementie. De patiënt krijgt over het algemeen eerst gedragswijzigingen en
persoonlijkheidsveranderingen. Ook met het taal- en denkvermogen ontstaan problemen. Hierdoor wijzigt het karakter van een patiënt vaak ingrijpend. Plots zijn ze bijvoorbeeld impulsief, extravert, ongeïnteresseerd of nemen ze geen initiatief meer (initiatiefverlies). Andere typische symptomen zijn ongepast gedrag in sociale situaties, dwanghandelingen en progressieve problemen met spraak en taal.
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van frontotemporale dementie kunnen een vroege indicatie zijn van de aandoening en omvatten:
- Plotselinge en onverklaarbare gedragsveranderingen.
- Ongebruikelijk ongeïnteresseerdheid of sociaal isolement.
- Problemen met communicatie, zoals moeite met het vinden van de juiste woorden of het begrijpen van gesproken en geschreven taal.
- Progressieve problemen met plannen en organiseren.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Een arts voert een lichamelijk onderzoek uit en onderzoekt het geestelijk vermogen van de patiënt (neuropsychologische testen).
Diagnostisch onderzoek
Soms gebeurt een
bloedonderzoek en een hersenscan via een
PET-scan, een
MRI-scan en/of een
CT-scan. Deze resulteren bieden in combinatie met de resultaten uit het fysiek en geestelijk onderzoek informatie over de vraag of de symptomen veroorzaakt zijn door frontotemporale dementie, een andere vorm van dementie, of een andere aandoening.
Differentiële diagnose
De arts verwart frontotemporale dementie soms met volgende aandoeningen:
Behandeling frontotemporale dementie
Voor frontotemporale dementie is geen effectief bewezen behandeling beschikbaar. Ook geneesmiddelen die de progressie van symptomen vertragen, zijn niet voorhanden. Dankzij
antidepressiva zijn sommige gedragsproblemen wel te beheren. Ook zijn fysiotherapie, ergotherapie en logopedie nuttig zodat patiënten leren omgaan met de verloren functies. Psychotherapie is een andere ondersteunende behandeling.
Prognose progressieve hersenaandoening
Frontotemporale dementie is langzaam progressief. Dit betekent dat de symptomen steeds verergeren, maar meestal verloopt dit proces over meerdere jaren. Patiënten met de aandoening zijn vaak geïsoleerd en sociaal teruggetrokken als de ziekte vordert. Zij willen of kunnen geen tijd meer doorbrengen in het gezelschap van anderen. In gezelschap hebben ze geen empathie en zorg meer voor anderen niet hebben, of gedragen ze zich onbeleefd of ongepast. Zelfzorg is voor bepaalde patiënten eveneens moeilijk, waardoor toezicht en aansporing nodig is. Hulp aan huis is vaak nodig. Uiteindelijk is vaak residentiële zorg in een instelling vereist.
Complicaties
Een belangrijk probleem bij frontotemporale dementie is de achteruitgang van de zorg voor zichzelf en de eigen omgeving. Dit leidt vaak tot ongelukken en verwondingen. Aangezien patiënten niet meer adequaat op hun omgeving kunnen reageren, hebben zij ook moeite om veilig te blijven en kunnen zij onbedoeld gevaarlijke situaties creëren.
Preventie
Er is momenteel geen bekende manier om frontotemporale dementie te voorkomen. Het onderzoek naar de preventie van deze en andere vormen van dementie is nog gaande.
Praktische omgangstips bij frontotemporale dementie
Behandeling en zorg voor cognitieve achteruitgang
Frontotemporale dementie is een progressieve hersenaandoening die voornamelijk de frontale en temporale kwabben aantast, wat leidt tot veranderingen in gedrag, persoonlijkheid en cognitieve functies. Er is momenteel geen genezing voor frontotemporale dementie, maar medicatie kan worden voorgeschreven om symptomen te beheersen.
Patiënten met frontotemporale dementie kunnen moeite hebben met planning, organisatie en zelfs met het nemen van beslissingen. Het is belangrijk om een gestructureerde en voorspelbare omgeving te creëren om angst of verwarring te minimaliseren. Ondersteuning van familieleden en professionele zorgverleners is essentieel, zowel voor het welzijn van de patiënt als voor de zorg van de zorgverleners zelf.
Levensstijl en aanpassingen
Patiënten kunnen het beste profiteren van routines die hen comfort en stabiliteit bieden. Het minimaliseren van stress en onduidelijkheid in hun omgeving kan helpen de symptomen te verlichten. Het gebruik van herinneringen, zoals schriftelijke aantekeningen of elektronische hulpmiddelen zoals herinneringsapps, kan ook nuttig zijn bij het omgaan met dagelijkse taken.
Omdat de ziekte vaak gedrag veranderingen teweegbrengt, kunnen patiënten baat hebben bij therapieën zoals gedrags- of cognitieve therapieën om hen te helpen omgaan met de veranderingen in hun persoonlijkheid.
Misvattingen rond frontotemporale dementie
Frontotemporale dementie is hetzelfde als alzheimer
Hoewel zowel frontotemporale dementie als alzheimer dementie vormen zijn, verschillen ze in de manier waarop ze de hersenen aantasten. Frontotemporale dementie richt zich voornamelijk op de frontale en temporale kwabben van de
hersenen, wat leidt tot veranderingen in gedrag en persoonlijkheid. Alzheimer daarentegen treft vooral het geheugen en de cognitieve functies. De symptomen van beide ziektes kunnen overlappen, maar de onderliggende oorzaken en hersengebieden die betrokken zijn, verschillen aanzienlijk.
Frontotemporale dementie komt altijd voor op oudere leeftijd
Frontotemporale dementie wordt vaak geassocieerd met oudere leeftijd, maar het kan ook jongere mensen treffen. In veel gevallen wordt de diagnose bij mensen tussen de 45 en 65 jaar gesteld. Het is dus een misvatting dat deze ziekte alleen ouderen treft. Het verloop en de symptomen kunnen bij jongere patiënten anders zijn dan bij oudere mensen, wat de diagnose soms bemoeilijkt.
Frontotemporale dementie veroorzaakt altijd geheugenverlies
Een veel voorkomende misvatting over frontotemporale dementie is dat het altijd gepaard gaat met ernstig geheugenverlies, zoals bij alzheimer. Terwijl geheugenverlies bij sommige vormen van frontotemporale dementie kan voorkomen, zijn de belangrijkste symptomen gedragsveranderingen, moeite met plannen en het nemen van beslissingen, en problemen met taal. Geheugenproblemen treden vaak pas later op in het ziekteverloop.
De symptomen van frontotemporale dementie zijn altijd hetzelfde
Frontotemporale dementie kan zich op verschillende manieren manifesteren, afhankelijk van de specifieke vorm en het hersengebied dat wordt aangetast. De ziekte kan zich bijvoorbeeld voornamelijk uiten in gedragsveranderingen, zoals impulsief gedrag of sociale ongepastheid, of in spraak- en taalproblemen. De variëteit aan symptomen maakt de diagnose en het verloop van de ziekte moeilijker te voorspellen.
Er is geen behandeling voor frontotemporale dementie
Hoewel er momenteel geen genezing is voor frontotemporale dementie, zijn er behandelingen die kunnen helpen bij het verlichten van de symptomen. Medicijnen kunnen helpen bij het beheersen van gedragsveranderingen, depressie of agressie. Daarnaast kan therapie, zoals
mentale gezondheid ondersteuning en spraaktherapie, de kwaliteit van leven verbeteren. Het is belangrijk om te weten dat elke patiënt een andere benadering nodig heeft, afhankelijk van de symptomen en het stadium van de ziekte.
Frontotemporale dementie heeft geen invloed op de fysieke gezondheid
Hoewel frontotemporale dementie vaak wordt geassocieerd met gedrags- en cognitieve veranderingen, kan het ook invloed hebben op de fysieke gezondheid van de patiënt. Naarmate de ziekte vordert, kunnen motorische problemen zoals
spieren zwakte en moeite met lopen optreden. Bovendien kunnen patiënten problemen ondervinden bij het slikken, wat kan leiden tot gewichtsverlies en ondervoeding.
Mensen met frontotemporale dementie hebben altijd een slechte prognose
De prognose voor mensen met frontotemporale dementie varieert sterk. Terwijl de ziekte vaak voortschrijdt, kunnen sommige patiënten relatief lange periodes van stabiliteit ervaren, vooral in de vroege stadia van de ziekte. De snelheid van achteruitgang hangt af van verschillende factoren, waaronder de specifieke vorm van dementie en de algehele gezondheid van de patiënt.
Lees verder