Carpaal tunnel syndroom: Tintelingen en/of zwakte in de hand
Het carpaal tunnel syndroom is een aandoening waarbij de middelste zenuw (mediane zenuw) in de pols onder druk komt te staan. Deze zenuw is verantwoordelijk voor de gevoel- en bewegingsfunctie in delen van de hand. Het carpaal tunnel syndroom kan leiden tot symptomen zoals gevoelloosheid, tintelingen, zwakte en spierbeschadiging in de hand en vingers. Met een juiste behandeling, die zelfzorgmaatregelen, braces, medicijnen en soms chirurgie kan omvatten, kunnen de symptomen worden verlicht en kan de functie van de pols en hand worden hersteld. De vooruitzichten zijn doorgaans goed bij vroege behandeling, maar bij sommige patiënten kan blijvende zenuwschade optreden. Het carpaal tunnel syndroom kan door verschillende maatregelen worden voorkomen.
Synoniemen van de ziekte
Het carpaal tunnel syndroom staat ook bekend als:
- Carpaaltunnelsyndroom
- Carpale tunnel syndroom
- Carpaletunnelsyndroom
Epidemiologie van het carpaal tunnel syndroom
De incidentie van het carpaal tunnel syndroom bedraagt ongeveer 2,5 gevallen per 1000 patiënten per jaar. De aandoening komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen en is het meest prevalent bij personen tussen de 30 en 60 jaar oud. Ongeveer 10% van de patiënten is jonger dan 31 jaar. Mensen van Europese afkomst hebben een hoger risico dan mensen van andere etnische groepen, zoals Zuid-Afrikaanse bevolkingsgroepen.
Mechanisme
Het carpaal tunnel syndroom ontstaat wanneer de mediane zenuw, die van de onderarm naar de hand loopt, bekneld raakt in de carpaal tunnel in de pols. De carpaal tunnel is een smalle doorgang in de pols, omgeven door botten en ligamenten, waardoor de zenuw samen met pezen die de vingers bewegen, loopt. Wanneer de tunnel vernauwt of ontsteking optreedt, kan dit druk uitoefenen op de zenuw, wat leidt tot pijn, gevoelloosheid en andere symptomen.
Compressie van de zenuw
De mediane zenuw kan worden samengedrukt door verschillende factoren, zoals zwelling van de pezen of door verzwakking van de structuren die de tunnel ondersteunen. De compressie belemmert de normale werking van de zenuw, wat resulteert in de karakteristieke symptomen van het carpaal tunnel syndroom.
Ontsteking en zwelling
Ontsteking van de pezen in de carpaal tunnel, vaak door herhaaldelijke bewegingen of overbelasting, kan de ruimte in de tunnel verminderen en de druk op de zenuw verhogen. Deze ontstekingsreactie speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van de aandoening.
Beperkte zenuwgeleiding
Wanneer de mediane zenuw onder druk staat, vermindert de zenuwgeleiding. Dit betekent dat de signalen van de hand naar de hersenen en omgekeerd verstoord kunnen worden, wat leidt tot verminderde gevoeligheid, pijn of zelfs spierzwakte in de hand en vingers.
Oorzaken: Overmatige druk op de middelste zenuw in de pols
De middelste zenuw verzorgt het gevoel en de beweging in de handpalm, duim, wijsvinger, middelvinger en de duimzijde van de ringvinger. De zenuw passeert door de carpale tunnel in de pols, een smalle doorgang omgeven door bot en ligamenten. Bij zwelling of irritatie van de weefsels in deze tunnel kan de zenuw worden samengedrukt, wat leidt tot de symptomen van het carpaal tunnel syndroom.
Zwaarlijvigheid is een risicofactor voor het carpaal tunnel syndroom /
Bron: Tobyotter, Flickr (CC BY-2.0)Risicofactoren
Enkele bekende risicofactoren voor het carpaal tunnel syndroom zijn:
Anatomische factoren
Sommige mensen zijn geboren met een kleinere carpale tunnel, waardoor ze een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van carpaal tunnel syndroom.
Herhalende bewegingen
Herhaalde hand- en polsbewegingen, zoals bij het gebruik van handgereedschappen of het typen op een computer, kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de aandoening. Hoewel het gebruik van computermuizen en toetsenborden geen directe oorzaak is, kunnen deze activiteiten leiden tot ontstekingen zoals tendinitis en bursitis, die de carpale tunnel kunnen vernauwen.
Andere factoren
Andere risicofactoren zijn:
Risicogroepen
Bepaalde groepen mensen lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van het carpaal tunnel syndroom, afhankelijk van hun levensstijl, gezondheidstoestand en beroep.
Vrouwen
Vrouwen hebben een hogere kans om het carpaal tunnel syndroom te ontwikkelen dan mannen. Dit komt waarschijnlijk doordat de carpaal tunnel bij vrouwen meestal smaller is, wat hen gevoeliger maakt voor compressie van de mediane zenuw.
Mensen met een zittend beroep
Beroepen die langdurig zitten en repetitieve polsbewegingen vereisen, zoals werken met computers of administratief werk, verhogen het risico op het ontwikkelen van carpaal tunnel syndroom. Het langdurig in dezelfde positie zitten verhoogt de kans op zwelling en druk op de zenuw.
Mensen met overgewicht
Overgewicht kan extra druk uitoefenen op de polsen, wat de kans op het ontwikkelen van het carpaal tunnel syndroom vergroot. Vetweefsel kan de zenuwen in de pols samendrukken en bijdragen aan zwelling in de carpaal tunnel.
Mensen met een familiegeschiedenis van CTS
Als er in de familie gevallen van carpaal tunnel syndroom zijn, kan de kans groter zijn om zelf de aandoening te ontwikkelen. Genetische factoren kunnen de structuur van de carpaal tunnel beïnvloeden en bijdragen aan de ontwikkeling van compressie van de zenuw.
Symptomen: Gevoelloosheid, tintelingen, pijn en/of zwakte in de hand
Bij een gevorderd stadium of chronische symptomen kan er spierafbraak onder de duim optreden. Veel voorkomende symptomen zijn:
- Gevoelloosheid of tintelingen in de duim, de twee of drie volgende vingers, en/of de handpalm van één of beide handen
- Gevoel van zwelling in de vingers, hoewel ze niet daadwerkelijk gezwollen zijn
- Onhandigheid bij het grijpen van objecten of problemen met fijne motoriek (coördinatieproblemen)
- Pijn en mogelijk een brandend gevoel in de pols en hand, soms uitstralend naar de elleboog (brandende handen)
- Zwakte in één of beide handen, wat het moeilijk maakt om bijvoorbeeld een tas te dragen of de hand te schudden
- Handkrampen kunnen ook optreden
Alarmsymptomen
Er zijn verschillende symptomen die wijzen op het carpaal tunnel syndroom en medische aandacht vereisen. Het herkennen van deze symptomen is belangrijk voor een tijdige diagnose en behandeling.
Pijn in de pols en hand
Een van de belangrijkste symptomen van het carpaal tunnel syndroom is pijn in de pols, handen of vingers. De pijn kan zich uiten als een doffe, zeurende pijn die kan verergeren bij gebruik van de hand of pols.
Gevoelloosheid of tintelingen
Patiënten ervaren vaak gevoelloosheid of tintelingen in de duim, wijsvinger, middelvinger en de helft van de ringvinger. Deze sensaties kunnen 's nachts verergeren en zijn vaak een indicatie van druk op de mediane zenuw.
Spierzwakte
Het carpaal tunnel syndroom kan leiden tot spierzwakte in de hand, vooral in de duim. Dit kan het moeilijk maken om objecten vast te houden of fijne motorische taken uit te voeren, zoals schrijven of knopen vastmaken.
Verergering van symptomen 's nachts
Veel patiënten merken dat de symptomen 's nachts verergeren. De pols kan in een verkeerde positie liggen tijdens het slapen, waardoor de druk op de mediane zenuw toeneemt, wat leidt tot verergering van de pijn en gevoelloosheid.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Tijdens een lichamelijk onderzoek kan de arts gevoelloosheid en zwakte in de handpalm, duim, wijsvinger, middelvinger en de duimzijde van de ringvinger constateren. Het Tinel-teken, waarbij de arts op de middelste zenuw in de pols tikt, kan pijn veroorzaken die van de pols naar de hand uitstraalt. Het Phalen-teken, waarbij de patiënt de pols gedurende 60 seconden in een geflecteerde positie houdt, kan ook symptomen zoals tintelingen en zwakte veroorzaken.
Diagnostisch onderzoek
Om andere mogelijke oorzaken uit te sluiten, kan een
röntgenfoto van de pols worden gemaakt.
Electromyografie (EMG) kan worden uitgevoerd om de spier- en zenuwfunctie te evalueren. Een zenuwgeleidingstest kan ook worden gebruikt om de snelheid van elektrische signalen door de zenuw te meten.
Differentiële diagnose
Andere aandoeningen die symptomen vertonen die lijken op het carpaal tunnel syndroom zijn onder andere:
- Acute compartimentsyndroom (schade aan spieren en zenuwen met pijn, gevoelloosheid en zwakte)
- Brachiale plexopathie (zenuwpijn of zwakte in arm of hand)
- Cervicale myofasciale pijn
- Cervicale spondylose
- De ziekte van Lyme
- Diabetische neuropathie (zenuwschade door diabetes)
- Epicondylitis
- Het thoraxapertuursyndroom
- Ischemische monomelische neuropathie
- Lepra
- Mononeuritis multiplex
- Multiple sclerose
- Neoplastische brachiale plexopathie
- Overbelastingsblessure
- Posttraumatische syringomyelia
- Traumatische brachiale plexopathie
- Tussenwervelschijfaandoening van de nek
Behandeling
Zelfzorg
Vroegtijdige behandeling kan de symptomen verlichten en verdere zenuwschade voorkomen. Tijdens de behandeling kan het nuttig zijn om 's nachts een polsspalk te dragen. Als dit niet effectief is, kan het nodig zijn om de spalk ook overdag te dragen. Het is raadzaam om het slapen op de polsen te vermijden. Het toepassen van warme en koude kompressen op het getroffen gebied kan pijn verlichten. Ergonomische aanpassingen op de werkplek of thuis kunnen nuttig zijn, zoals het gebruik van speciale toetsenborden, computermuizen en muismatten. Het toetsenbord moet op een hoogte worden geplaatst die voorkomt dat de polsen omhoog worden gebogen tijdens het typen.
Indien de zelfzorgmaatregelen niet effectief zijn, kan medicatie helpen /
Bron: Stevepb, Pixabay Professionele medische zorg
Medicatie
Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (
NSAID's), zoals
ibuprofen of
naproxen, kunnen helpen de pijn te verlichten. Injecties met
corticosteroïden kunnen tijdelijk verlichting geven van de pijn door ontsteking in de carpale tunnel.
Chirurgie
In ernstige gevallen kan een chirurgische ingreep nodig zijn waarbij de arts het ligament doorsnijdt dat druk uitoefent op de zenuw. Deze ingreep wordt meestal alleen uitgevoerd als andere behandelingen niet effectief zijn.
Prognose
De prognose van het carpaal tunnel syndroom hangt af van de ernst van de aandoening, de tijdigheid van de diagnose en de behandelingsopties die worden gekozen. Bij vroege diagnose en behandeling kunnen de meeste patiënten goed herstellen.
Conservatieve behandelingen
Bij veel patiënten is de prognose goed, vooral wanneer de aandoening in een vroeg stadium wordt gediagnosticeerd. Conservatieve behandelingen zoals rust, fysiotherapie, en het dragen van een polsbrace kunnen vaak de symptomen verlichten en herstel bevorderen.
Chirurgische ingreep
In gevallen waarin conservatieve behandelingen niet effectief zijn, kan een operatie nodig zijn om de carpaal tunnel te openen en de druk op de mediane zenuw te verlichten. De prognose na een operatie is meestal goed, met veel patiënten die volledig herstellen van hun symptomen.
Langdurige effecten
In zeldzame gevallen, vooral bij langdurige onbehandelde carpaal tunnel syndroom, kan de zenuw blijvende schade oplopen, wat kan leiden tot chronische gevoelloosheid, zwakte en verlies van functie in de hand. Bij tijdige behandeling is de kans op langdurige complicaties echter klein.
Complicaties
Complicaties komen meestal niet voor wanneer de aandoening adequaat wordt behandeld. Onbehandeld kan het carpaal tunnel syndroom echter leiden tot blijvende zenuwschade, met als gevolg blijvende zwakte, gevoelloosheid en tintelingen.
Preventie van het carpaal tunnel syndroom
Het is belangrijk om gereedschappen en apparatuur te gebruiken die ergonomisch zijn ontworpen om de kans op polsletsels te verminderen. Ergonomische hulpmiddelen zoals aangepaste toetsenborden en polsbraces kunnen helpen bij het verbeteren van de polshouding. Regelmatige pauzes tijdens het typen en stoppen bij het ervaren van tintelingen of pijn zijn ook cruciaal. Andere preventieve maatregelen omvatten het handhaven van een gezond gewicht, regelmatig bewegen en het vermijden van overbelasting van de polsen.
Lees verder