Behandeling kanker: Behandelplan bij kwaadaardige tumor
Patiënten met kanker hebben nood aan een behandeling waarbij meerdere zorgverstrekkers van diverse disciplines samenwerken. Zij stellen in overleg met de patiënt een op maat gerichte behandeling op. In de eerste plaats proberen zorgverleners om de kanker te genezen, wat in sommige gevallen ook mogelijk is. Wanneer de tumor verwijderd is, krijgen sommige patiënten nog een bijkomende behandeling (adjuvante therapie) om het risico op een terugkeer te verminderen. In sommige gevallen is de kanker reeds uitgezaaid (gemetastaseerd) naar de botten, de hersenen, de lever en/of de longen. Ook hiervoor zijn vaak nog behandelingen mogelijk.
Wie behandelt kanker?
Multidisciplinair team
Voor de
behandeling van kanker is een multidisciplinair team nodig zodat de patiënt de juiste behandeling (chirurgie,
chemotherapie,
radiotherapie en biologische/endocriene therapie), ondersteunende en symptomatische zorg en psychosociale ondersteuning kan krijgen. Hoewel alle leden de zorg van de patiënt centraal stellen, moet iemand, vaak de oncoloog, de verantwoordelijkheid op zich nemen voor de coördinatie van de vele betrokken professionele zorgverleners.
Patiënt staat centraal
De betrokkenheid van de patiënt staat hierbij centraal, hetgeen gebeurt door middel van voorlichting over de aard van hun ziekte en de beschikbare behandelingsmogelijkheden. De patiënt kan dan een geïnformeerde keuze maken. Goede communicatie naar de patiënt toe is noodzakelijk waarbij empathie en begrip van de positie van de patiënt aanwezig moeten zijn.
Kanker genezen
Om het succes van een lokale behandeling en een effectieve systemische behandeling te vergroten, is het belangrijk om
kanker snel op te kunnen sporen. De waarschijnlijkheid van genezing van de systemische ziekte hangt onder andere af van het type kanker, de snelheid van het opstarten van de behandeling, de medicijngevoeligheid en het tumorvolume (microscopisch of klinisch detecteerbaar). Een paar zeldzame kankers zijn zo gevoelig voor medicatie dat zelfs omvangrijke metastasen (
uitzaaiingen van kanker) kunnen worden genezen, zoals bijvoorbeeld leukemie, een
lymfoom (kanker van lymfocyten), gonadale kiemceltumoren en een
choriocarcinoom (kanker in baarmoeder tijdens de zwangerschap). Voor de meest voorkomende vaste tumoren (vaste tumoren ontstaan in een orgaan) zoals
longkanker, borstkanker en
dikkedarmkanker, is er anno oktober 2020 geen behandeling van omvangrijke (klinisch detecteerbare) metastasen, maar 10-20% van de patiënten geneest wel wanneer de arts micrometastasen (zeer kleine uitzaaiing van kanker naar andere lichaamsdelen die niet opspoorbaar is met screeningsonderzoeken of diagnostische testen) behandelt met adjuvante systemische therapie.
Adjuvante therapie voor vaste tumoren
Patiënten die adjuvante therapie krijgen, krijgen een ‘aanvullende’ (adjuvante) behandeling op de oorspronkelijke therapie. Adjuvante therapie is vooral nuttig voor patiënten die het risico lopen op een terugkeer van micrometastasen. Dit gebeurt nadat de patiënt een behandeling gekregen heeft voor de primaire tumor (verwijdering van een tumor). 'Neoadjuvante' therapie wordt gegeven vóór de primaire therapie, om zowel de tumor te verkleinen om de lokale uitsnijding achteraf te verbeteren alsook om eventuele micrometastasen zo snel mogelijk te behandelen.
Medicijnen zijn vaak nog inzetbaar om uitzaaiingen te behandelen /
Bron: Stevepb, PixabayBehandeling van uitzaaiingen van kanker
Kanker zaait mogelijk via het bloed of het lymfesysteem uit naar de
botten, de
hersenen, de
lever of de
longen.
Botten
Botmetastasen zijn in de meeste gevallen ongeneeslijk. De
botpijn,
botfracturen,
vermoeidheid /
kankervermoeidheid,
urine-incontinentie,
darmincontinentie, zwakte in de armen of
benen en andere klachten verminderen, is mogelijk door
medicatie, chemotherapie, radiotherapie en chirurgie te combineren.
Hersenen
Wanneer een uitgezaaide ziekte zich heeft verspreid naar het centrale zenuwstelsel (
hersenmetastasen), is het mogelijk niet toegankelijk voor een standaard medicamenteuze behandeling. Voorbeelden hiervan zijn leukemie-infiltratie van de hersenvliezen met
acute lymfoblastische leukemie,
kleincellige longkanker en
borstkanker. Vanwege de bloed-hersenbarrière komen chemotherapiemiddelen en dan vooral monoklonale antilichamen niet in voldoende hoeveelheid in de subarachnoïde (onder het spinnenwebvlies) ruimte en zijn ze daarom niet effectief bij het behandelen van meningeale infiltratie (binnendringen van de hersenvliezen). Om deze cellen te behandelen, zijn intrathecale (binnen de hersen- of ruggenmergsvliezen) chemotherapie en/of craniale radiotherapie (bestraling van de schedel) vereist voor risicopatiënten.
Lever
Een chirurgische verwijdering van de uitgezaaide tumor is mogelijk wanneer de kanker zich slechts in één of enkele levergebieden bevindt. Systemische chemotherapie is inzetbaar bij uitzaaiingen van kanker naar de lever (en andere organen). Verder krijgen patiënten met
levermetastasen soms chemo-embolisatie (kankerdodende geneesmiddelen inbrengen via een slagader in de lever) of radio-emobilisatie (straling om kankercellen te doden). Andere behandelingsmogelijkheden zijn een injectie met alcohol (ethanol), warmte-energie en cryotherapie in (verwijdering van tumor via bevriezing).
Longen
Chemotherapie, hormonale therapie,
immunotherapie en een chirurgische ingreep zijn mogelijke behandelingen voor
metastasen in de longen.
Palliatieve behandeling
Wanneer een genezing niet langer mogelijk is, is een palliatieve behandeling nodig. Hierbij verlicht de arts de symptomen veroorzaakt door de tumor en verlengt hij de levensduur. Dit is bij veel kankers mogelijk doordat de tumoren reageren op medicatie en radiotherapie. Er is gemiddeld een verlenging van de mediane levensverwachting van 2 tot 18 maanden met behandelingen voor vaste tumoren en tot 5-8 jaar voor sommige vormen van leukemie en lymfomen, waarbij patiënten met de meest responsieve tumoren het grootste voordeel hebben. De ontwikkeling van effectievere chemotherapeutica, gerichte biologische medicijnen en betere ondersteunende zorg zoals
anti-emetica (medicijnen voor de behandeling van
misselijkheid en
braken) vermindert veel bijwerkingen van systemische therapie. Bovendien is het mogelijk om door een vroegtijdige beoordeling tijdens de behandeling te stoppen als er binnen 6-8 weken na aanvang geen bewijs van voordeel is, om de blootstelling aan een toxische (giftige) en niet-succesvolle behandeling tot een minimum te beperken.
Respons op behandeling van kanker meten
Een meetbare respons op de behandeling is belangrijk zodat de arts kan beoordelen of een bepaalde behandeling voor een patiënt moet worden voortgezet. Een reactie op de behandeling kan subjectief of objectief zijn.
Subjectieve respons
Een subjectieve respons duidt op datgene wat de patiënt waarneemt in termen van bijvoorbeeld een verlichting van
pijn en
kortademigheid, of een verbetering van de eetlust, een
gewichtstoename of meer energie. Een dergelijke subjectieve respons is een belangrijk doel van de meeste palliatieve behandelingen. Kwantitatieve metingen van deze subjectieve symptomen vormen een onderdeel van de beoordeling van de respons op chemotherapie, vooral in situaties waarin een genezing niet mogelijk is en waarbij de arts door de behandeling kwaliteit van leven wil verbeteren. In deze omstandigheden maken metingen van de kwaliteit van leven het mogelijk een schatting te maken van het evenwicht tussen voordelen en neveneffecten.
Objectieve respons
Een objectieve respons op de behandeling meet de arts door klinisch en radiologisch het ziekteverloop te beoordelen. Bij een volledige respons zijn alle detecteerbare ziekten verdwenen. Bij een gedeeltelijke respons is er meer dan 50% vermindering van de tumor. Mogelijk is de ziekte stabiel; er is dan geen verandering. Bij een progressieve ziekte is er een vergroting van de tumor met ten minste 25% op elke locatie.
Epidemiologie
Behandeling van kanker is een uitgebreide en complexe materie die afhankelijk is van vele factoren, waaronder het type kanker, het stadium van de ziekte, en de algemene gezondheidstoestand van de patiënt. Kanker is wereldwijd een van de belangrijkste oorzaken van sterfte, met een hoge prevalentie in zowel ontwikkelde als ontwikkelingslanden. De behandelingsstrategieën variëren afhankelijk van de locatie en het type van de tumor. In de afgelopen jaren zijn er aanzienlijke vooruitgangen geboekt in de behandeling van kanker, met een groeiend aantal therapieën en behandelopties beschikbaar voor patiënten.
Oorzaken
De oorzaken van kanker zijn divers en omvatten zowel genetische als omgevingsfactoren. Genetische mutaties, die kunnen optreden door blootstelling aan carcinogenen zoals tabaksrook, UV-straling, of bepaalde chemicaliën, spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van kanker. Er zijn ook erfelijke factoren die bijdragen aan het risico, zoals specifieke genetische mutaties die kanker predisponeren. Daarnaast kunnen levensstijlkeuzes, zoals voeding, alcoholgebruik, en lichaamsbeweging, invloed hebben op het risico van kanker. Chronische ontsteking en infecties met bepaalde virussen kunnen ook bijdragen aan de ontwikkeling van kanker.
Risicofactoren
Enkele risicofactoren voor kanker zijn roken, overmatig alcoholgebruik, obesitas, en een ongezonde voeding. Blootstelling aan bepaalde chemische stoffen, zoals asbest of benzine, kan ook het risico verhogen. Erfelijke factoren spelen een rol, waarbij sommige families genetische mutaties bezitten die de kans op kanker verhogen. Het hebben van een geschiedenis van kanker in de familie, of bepaalde genetische syndromen zoals het BRCA1- of BRCA2-gen, kan het risico verhogen. Regelmatige blootstelling aan UV-straling door zonnebrand kan ook bijdragen aan de ontwikkeling van huidkanker.
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van kanker zijn afhankelijk van het type en de locatie van de tumor, maar kunnen onder andere onverklaarbaar gewichtsverlies, aanhoudende vermoeidheid, en ongebruikelijke bloedingen of afscheiding omvatten. Veranderingen in het normale patroon van ontlasting of urine, het verschijnen van nieuwe of veranderende huidafwijkingen, en pijn die niet verdwijnt zijn ook belangrijke symptomen. Bij vrouwen kunnen symptomen zoals bloedingen tussen menstruaties of na de menopauze, en bij mannen, veranderingen in de prostaatfunctie, alarmsignalen zijn. Het is belangrijk om onmiddellijk medische hulp te zoeken als deze symptomen optreden.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van kanker wordt vaak gesteld door middel van een combinatie van medische geschiedenis, lichamelijk onderzoek, en diagnostische tests. Beeldvormende technieken zoals röntgenfoto's, CT-scans, MRI-scans, en echografie kunnen helpen bij het visualiseren van tumoren en het bepalen van hun omvang. Een biopsie, waarbij een monster van het verdachte weefsel wordt genomen, is essentieel voor het bevestigen van de diagnose en het bepalen van het type kanker. Laboratoriumtests, zoals bloedonderzoeken, kunnen ook nuttig zijn om de algehele gezondheid van de patiënt te beoordelen en om biomarkers te identificeren die specifiek zijn voor bepaalde soorten kanker.
Behandeling
De behandeling van kanker kan verschillende vormen aannemen, afhankelijk van het type en stadium van de kanker. Veelvoorkomende behandelingen zijn chirurgie, chemotherapie, radiotherapie, en immunotherapie. Chirurgie wordt vaak gebruikt om tumoren te verwijderen of te verkleinen. Chemotherapie en radiotherapie worden gebruikt om kankercellen te doden of te vernietigen. Immunotherapie en doelgerichte therapieën richten zich op specifieke aspecten van kankercellen om de groei te stoppen. In sommige gevallen kunnen hormoontherapie en palliatieve zorg nodig zijn om symptomen te verlichten en de kwaliteit van leven te verbeteren.
Prognose
De prognose voor kanker hangt af van verschillende factoren, waaronder het type kanker, het stadium bij diagnose, en de respons op behandeling. Over het algemeen geldt dat hoe vroeger kanker wordt ontdekt, hoe beter de prognose. De overlevingskansen variëren sterk afhankelijk van het type kanker en de behandelingsopties. Voor sommige kankers, zoals borst- en testis kanker, zijn de overlevingskansen de afgelopen jaren aanzienlijk verbeterd door vooruitgang in behandelingen en vroege opsporing. Voor andere vormen van kanker, zoals pancreas- of longkanker, kunnen de prognoses minder gunstig zijn.
Complicaties
Complicaties van kankerbehandeling kunnen variëren afhankelijk van de gebruikte therapieën en het type kanker. Veelvoorkomende complicaties zijn vermoeidheid, misselijkheid, haaruitval, en infecties door een verzwakt immuunsysteem. Specifieke behandelingen kunnen ook leiden tot langdurige bijwerkingen zoals hart- of longproblemen, zenuwbeschadiging, en reproductieve problemen. Psychologische effecten zoals angst en depressie kunnen ook optreden als gevolg van de ziekte en de behandeling. Het is belangrijk om deze complicaties te monitoren en te behandelen om de algehele kwaliteit van leven te behouden.
Preventie
Preventieve maatregelen voor kanker omvatten het vermijden van bekende risicofactoren zoals roken en overmatig alcoholgebruik, een gezonde voeding, regelmatige lichaamsbeweging, en het handhaven van een gezond gewicht. Regelmatige screenings en vroege detectie zijn belangrijk voor het opsporen van kanker in een vroeg stadium, vooral voor individuen met een verhoogd risico. Vaccinatie tegen bepaalde virale infecties, zoals het HPV-vaccin, kan helpen bij het voorkomen van bepaalde soorten kanker. Het aanpassen van levensstijlkeuzes en het volgen van aanbevelingen voor kankerpreventie kan het risico op de ontwikkeling van kanker verminderen.
Lees verder