Kleincellige longkanker: Oorzaken, symptomen en behandeling
Kleincellige longkanker is een agressieve vorm van longkanker die voornamelijk wordt veroorzaakt door roken. Deze kanker groeit snel en neigt vaak naar vroegtijdige verspreiding. Typische symptomen zijn hoesten, pijn op de borst, kortademigheid en gewichtsverlies. De diagnose wordt gesteld aan de hand van bloedonderzoek, longscans en een biopsie van het longweefsel. De behandelopties zijn afhankelijk van het stadium van de ziekte. In veel gevallen is genezing moeilijk te bereiken omdat kleincellige longkanker vaak al is uitgezaaid tegen de tijd dat de diagnose wordt gesteld.
Oorzaken van kleincellige longkanker
Kleincellige longkanker ontstaat wanneer cellen in de longen ongecontroleerd beginnen te groeien. Deze abnormale cellen kunnen gezonde cellen vernietigen en zich naar andere delen van het lichaam verspreiden, wat resulteert in metastasen.
Risicofactoren: Roken
Er zijn twee hoofdtypen
longkanker: kleincellige longkanker (SCLC) en
niet-kleincellige longkanker (NSCLC). Kleincellige longkanker vertegenwoordigt 15 tot 20% van alle longkankergevallen. Deze vorm van longkanker komt vooral voor bij
rokers. Niet-rokers worden zelden getroffen door kleincellige longkanker. Dit type longkanker komt iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen, en de diagnose wordt meestal gesteld bij patiënten tussen de zestig en tachtig jaar oud.
Symptomen
Kleincellige longkanker groeit vaak snel en kan zich vroeg verspreiden naar andere delen van het lichaam. De symptomen kunnen variëren afhankelijk van het stadium van de ziekte.
Nog niet uitgespreide tumor
Bij een tumor die zich nog niet heeft verspreid, kunnen de volgende symptomen optreden:
Uitzaaiingen van kanker
Kleincellige longkanker kan zich naar verschillende organen verspreiden. De meest voorkomende metastasering vindt plaats in:
- De bijnieren: Metastasen in de bijnieren kunnen buikpijn veroorzaken, maar worden meestal ontdekt via een CT-scan.
- De botten: Botmetastasen kunnen pijn veroorzaken in de rug (rugpijn), heupen, borst, schouders of ribben.
- De hersenen: Hersenmetastasen kunnen het eerste teken zijn van kleincellige longkanker. Symptomen zijn hoofdpijn, visusveranderingen, zwakte of epileptische aanvallen.
- De lever: Levermetastasen veroorzaken vaak buikpijn, een opgeblazen gevoel en geelzucht (geelzucht).
Paraneoplastische syndromen
Kleincellige longkanker kan leiden tot paraneoplastische syndromen, waarbij symptomen optreden door de afgifte van stoffen door de tumor of als reactie van het lichaam op de kanker. Mogelijke symptomen zijn:
Diagnose en onderzoeken
De diagnose kleincellige longkanker begint met een lichamelijk onderzoek. Aanvullende testen zijn onder andere een
bloedonderzoek, een
röntgenfoto van de
borstkas (
thoraxfoto), een slijmproef en een longfunctietest. Voor bevestiging van de diagnose is een
longbiopsie nodig, waarbij een klein stuk longweefsel wordt verwijderd en microscopisch wordt onderzocht. Verdere
biopsieën en scans zijn noodzakelijk om eventuele
uitzaaiingen naar andere lichaamsdelen te detecteren. Dit proces, bekend als ‘stadiëring’, is cruciaal voor het bepalen van de behandelstrategie en de prognose.
Behandeling
De behandeling van kleincellige longkanker hangt af van het stadium van de ziekte en de mate van verspreiding. Behandelopties kunnen omvatten:
Patiënten met kleincellige longkanker kunnen ook profiteren van deelname aan ondersteuningsgroepen of begeleidingsprogramma’s, die kunnen helpen bij de emotionele en praktische aspecten van de behandeling.
Prognose
De prognose voor kleincellige longkanker varieert aanzienlijk en is sterk afhankelijk van het stadium bij diagnose. De gemiddelde vijfjaarsoverleving voor kleincellige longkanker ligt over het algemeen tussen de 5 en 10 procent, afhankelijk van de mate van uitzaaiing en de effectiviteit van de behandeling.
Factoren die de overlevingskansen kunnen verbeteren, zijn onder andere:
- [ITEM]Een goede algemene gezondheid op het moment van diagnose[/ITEM]
- [ITEM]Vrouwelijk geslacht[/ITEM]
Rokers hebben doorgaans een slechtere prognose dan mensen die stoppen met roken.
Preventie
De beste manier om kleincellige longkanker te voorkomen, is door te stoppen met roken of het vermijden van sigarettenrook. Het vermijden van roken is de belangrijkste preventieve maatregel om het risico op kleincellige longkanker te verkleinen.
Lees verder