Spijsverteringsstelsel (maag-darmstelsel) menselijk lichaam
Het spijsverteringskanaal wordt ook maag-darmkanaal genoemd. Het spijsverteringsstelsel bestaat uit een reeks holle organen. Tezamen kunnen zij vereenvoudigd voorgesteld worden als een holle buis of eigenlijk een lange, kronkelende slang, die loopt van de mond tot de endeldarm en anus, met als functie de opname en vertering van voeding en de afvoer van onverteerbare voedingsresten. Normaal gesproken doet een maaltijd er ongeveer 24 tot 30 uur over om het gehele traject af te leggen. In de dikke darm en de endeldarm blijft het eten het langste aanwezig.
Het maag-darmstelsel bij de mens.
1. slokdarm, 2. maag, 3. dunne darm, 4. appendix, 5. blindedarm, 6. karteldarm, 7. endeldarm, 8. anus /
Bron: Edelhart Kempeneers, Wikimedia Commons (Publiek domein)Het spijsverteringsstelsel van het menselijk lichaam
Verschillende onderdelen
Het spijsverteringskanaal bestaat uit:
- mond
- slokdarm
- maag
- dunne darm
- dikke darm
- endeldarm en anus
- galblaas
- alvleesklier
- lever
Maag-darmstelsel is een complexe eenheid
Het spijsverteringsstelsel is een complexe eenheid van in serie geschakelde organen. In technische termen wordt dit spijsverteringskanaal, dat de mondholte met de darmuitgang verbindt, het maag-darmkanaal genoemd. Hier wordt het voedsel opgesplitst in de afzonderlijke componenten, opgenomen in de bloedbaan en worden de onbruikbare stoffen voorbereid voor uitscheiding.
De verschillende onderdelen van het maag-darmstelsel
Mond
De reis van je voedsel begint al op het moment dat het je mond binnenkomt. Hier start de voedselverwerking – een subtiel samenspel van speeksel, enzymen en spieren dat ervoor zorgt dat elke hap op de juiste manier wordt klaargemaakt voor de rest van je spijsverteringskanaal. Het klinkt misschien simpel, maar er speelt zich een klein wonder af bij elke maaltijd.
Kauwen
Zodra je een hap van je favoriete gerecht neemt, komt het meest onderschatte deel van het spijsverteringsproces in actie: kauwen. Elke hap die je neemt, wordt door je tanden en kiezen grondig vermalen. Die tanden kunnen behoorlijk wat kracht aan. Wist je dat je kaken bij het kauwen een druk van wel 23 kilogram per vierkante centimeter op je tanden kunnen uitoefenen? Dat is bijna net zoveel als het gewicht van een grote doos boeken op een vingertop! Het is dan ook geen wonder dat goed kauwen essentieel is om je voedsel om te zetten in een zachte, smeuïge massa die gemakkelijk door te slikken is.
Maag-darmstelsel /
Bron: Blamb/Shutterstock.comMaar waarom is dat kauwen eigenlijk zo belangrijk? Het antwoord is eenvoudig: voor een optimale spijsvertering. Door elke hap goed te vermalen, vergroot je het oppervlak van het voedsel, waardoor de verteringssappen verderop in je darmen beter hun werk kunnen doen. Het is dan ook niet voor niets dat voedingsdeskundigen aanraden om elke hap minstens 20-30 keer te kauwen voordat je hem doorslikt. Snel-snel een maaltijd naar binnen schrokken? Beter van niet!
Speeksel
Terwijl je kauwt, begint de tweede speler in de voedselverwerking zijn werk: je speeksel. Dit vloeibare elixer wordt door je speekselklieren geproduceerd zodra het voedsel je mond binnenkomt. Maar speeksel doet meer dan alleen je hapje natmaken. Het bevat namelijk enzymen, waaronder amylase, die de verwerking van voedsel in gang zetten. Amylase breekt zetmeel af in suikers, wat zorgt voor een eerste aanzet tot de vertering van koolhydraten. Terwijl je geniet van een boterham of een hap pasta, begint dit wonderlijke proces al in je mond.
En dat is nog niet alles. Speeksel heeft ook een smeuïgende functie. Het maakt je voedsel zacht en glad, zodat het soepel door je keel en slokdarm kan glijden. Je kunt het vergelijken met het smeren van een fiets – zonder olie loopt alles stroef en moeilijk. Op dezelfde manier zorgt speeksel ervoor dat je voedsel moeiteloos de volgende etappe van de spijsverteringsreis kan beginnen.
Voorbeeld: Een appel in actie
Stel je eens voor dat je een sappige, knapperige appel eet. Zodra je die eerste hap neemt, beginnen je tanden te werken als miniatuurhamertjes die de appel in kleine stukjes slaan. Terwijl je kauwt, vermengen die stukjes zich met je speeksel. Het enzym amylase begint meteen met het afbreken van de natuurlijke suikers in de appel. Na ongeveer 20 tot 30 keer kauwen, voel je dat de appel is veranderd in een zachte, smeuïge brij die je moeiteloos kunt doorslikken. Het moment dat je slikt, glijdt de appelbrij soepel je keel in – klaar voor de volgende stap in je spijsvertering.
Slokdarm
Daarna slik je het eten door en hierbij wordt de neusholte afgesloten door de huig en de luchtpijp door het strotklepje, een dun kraakbeenklepje, bedekt met een slijmvlies, dat zich aan de basis van de tong bevindt. Het voedsel komt via de keelholte in de slokdarm terecht. De slokdarm is een soort buis tussen de keel en de maag en is een ongeveer 25 cm lang. Deze elastische buis met een doorsnee van 2,5 cm fungeert als transportbuis van de keelholte naar de maag. De spieren in de slokdarm zorgen voor samentrekkingen of kneedbewegingen, waardoor het voedsel wordt voortgestuwd in de richting van de maag. Het transport van een spijsbrok door de slokdarm duurt ongeveer 10 seconden. De zwaartekracht speelt hierbij een ondergeschikte rol. Door de peristaltische bewegingen van de slokdarm, kun je in omgekeerde houding, dus met je hoofd naar beneden, eten en drinken.
Waar ligt de maag? /
Bron: Nerthuz/Shutterstock.comMaag
Daarna bereikt de voeding de maag, die de vorm heeft van een gekromde zak. De maag is te beschouwen als een sterk verwijd gedeelte van het spijsverteringskanaal. Gemiddeld blijft het voedsel ongeveer twee uur lang in de maag, waar het voedsel verder wordt afgebroken door maagsap. Door peristaltische bewegingen wordt het eten gekneed tot een vloeibare spijsbrij. Overigens moet de maag ook beschouwd worden als tijdelijke opslagplaats van voedsel, zodat de dunne darm niet in één keer wordt overladen met voedsel maar steeds behapbare hoeveelheden te verwerken krijgt. Door spierbewegingen van de maag komt het deels verteerde voedsel bij de maagportier terecht, een kringspier die op dat ogenblik verslapt. De maaginhoud schuift op naar de twaalfvingerige darm, welke het begin vormt van de dunne darm. Zodra de brij voorbij de kringspier is, sluit deze zich weer af.
Dunne darm
De dunne darm heeft een lengte van ongeveer 9 meter en bestaat uit de twaalfvingerige darm, de nuchtere darm en de kronkeldarm. De dunne darm heeft drie functies:
- het (voortzetten van het) verteringsproces;
- de resorptie van het verteerde voedsel, d.w.z. de opname van de voedingsstoffen in bloed- en lymfevaten;
- het transport naar de dikke darm van het onverteerbare en onverteerde voedsel.
Galblaas en alvleesklier /
Bron: Nerthuz/Shutterstock.comOp het moment dat de zure spijsbrok in de 25 cm lange twaalfvingerige darm is geneutraliseerd door het natriumbicarbonaat, welke in grote hoeveelheden wordt geproduceerd door de
alvleesklier, gaat de maagportier opnieuw open. Indien de pH van de zure voedselbrij die afkomstig is uit de maag niet zou worden geneutraliseerd, zou de rest van het maag-darmstelsel beschadigd raken. Voorts produceert de alvleesklier verteringsenzymen, die de vertering voortzetten. Naast pH-neutralisatie is de twaalfvingerige darm verantwoordelijk voor een deel van de vertering.
In de twaalfvingerige darm komt overigens niet alleen het afvoerkanaal van de alvleesklier uit, maar ook die van de
galblaas. Dat gebeurt via een gemeenschappelijke opening, die 'de Papil van Vater' wordt genoemd. In de twaalfvingerige darm wordt het gal toegevoegd aan de spijsbrok. De gal is afkomstig van de
lever en de galblaas. Zodra er vetten in de twaalfvingerige darm komen, wordt er gal toegevoegd welke een emulgerende werking op de vetten heeft. Grotere vetdruppels worden verdeeld in een groot aantal kleinere druppeltjes.
De twaalfvingerige darm gaat over in het tweede gedeelte van de dunne darm, de zogeheten nuchtere darm, die ongeveer 2 meter lang is. De nuchtere darm gaat tenslotte over in de kronkeldarm, die ongeveer 3 meter beslaat. In de nuchtere darm en de kronkeldarm vindt een belangrijk deel van de vertering en opname van voedselbestanddelen plaats. Zo kan vitamine B12 alleen in de kronkeldarm worden opgenomen. De passage van het voedsel door het middelste en het laatste gedeelte van de dunne darm duurt circa 1 à 2 uren.
Dunne darm /
Bron: Nerthuz/Shutterstock.comDikke darm
Na het verteringsproces en de resorptie van voedingsstoffen in de dunne darm, komt het onverteerbare en onverteerde voedsel terecht in de dikke darm, die ongeveer 1,5 meter lang is. Het materiaal wordt verder ingedikt doordat er water aan wordt onttrokken. In de dikke darm leven een groot aantal bacteriën, die zorgen voor rottings- en gistingsprocessen. Er zijn tevens een aantal bacteriën die in staat zijn
vitamine K te maken, welke een rol speelt bij de bloedstolling.
Endeldarm
Er wordt in de dikke darm ontlasting gevormd en via peristaltische bewegingen worden deze naar de endeldarm getransporteerd. De endeldarm wordt ook wel 'rectum' genoemd. Om en nabij een etmaal na de maaltijd, vult de endeldarm zich met ontlasting die afkomstig is van de maaltijd. Soms kan het ook ietsje langer duren.
Anus en sluitspier
De anus bestaat uit een kringspier die de endeldarm afsluit. Wanneer de endeldarm of het rectum gevuld raakt, drukt de ontlasting of poep steeds meer tegen de binnenste sluitspier (interne sfincter) van de anus aan. De interne sluitspier is een gladde, onwillekeurige spier, die gevormd wordt door een verdikking van de spierlaag van de laatste 3-4 cm van de endeldarm. Als gevolg van deze prikkeling begint deze sluitspier zich te ontspannen, waardoor de buitenste (anale) sluitspier (externe sfincter) zich juist strak aanspant. Dit wordt de 'onvrijwillige reflex' van de anus genoemd en het veroorzaakt een gevoel van aandrang om naar het toilet te gaan en de ontlasting uit te scheiden. De buitenste sluitspier kan je onder eigen invloed ontspannen wanneer je op het toilet zit waardoor je kunt poepen.
Samenstelling van de ontlasting
De dagelijkse gang naar het toilet lijkt misschien niet meer dan een routine, maar wist je dat je ontlasting eigenlijk een complexe samenstelling heeft? Dat ‘gewone hoopje’ in de toiletpot is een wonderlijke mix van alles wat zich in je darmen heeft afgespeeld. Tijd om eens wat beter te kijken naar waar je ontlasting uit bestaat!
Water
Voor ongeveer de helft bestaat je ontlasting uit water. Dat is misschien verrassend, aangezien je ontlasting er vaak helemaal niet zo ‘nat’ uitziet. Toch is het watergehalte cruciaal. Het zorgt ervoor dat alles soepel door je darmen beweegt en gemakkelijk het lichaam kan verlaten. Hoe meer water in je ontlasting, hoe zachter en soepeler hij is. Krijg je te weinig vocht binnen, dan neemt je dikke darm zoveel mogelijk water op, waardoor je ontlasting droger en harder wordt. Vandaar dat hydratatie zo belangrijk is voor een goede stoelgang!
- Voorbeeld: Stel je voor dat je een dag weinig water hebt gedronken. De volgende ochtend merk je dat je ontlasting harder en droger is. Dat komt omdat je darmen, altijd op zoek naar een gezonde balans, extra water uit de ontlasting hebben onttrokken.
Slijm
Slijm klinkt misschien niet zo smakelijk, maar het speelt een essentiële rol in je spijsvertering. Het zorgt ervoor dat de ontlasting soepel door je darmen kan glijden en beschermt de darmwand tegen beschadiging. Onder normale omstandigheden is dit slijm in de ontlasting nauwelijks zichtbaar. Pas als je bijvoorbeeld last hebt van darmirritaties of ontstekingen, kan de hoeveelheid slijm toenemen en opvallen in je ontlasting.
- Voorbeeld: Merk je ineens heldere of witachtige slierten in je ontlasting? Dan kan dat wijzen op een toename van slijm, bijvoorbeeld door een prikkelbare darm of lichte irritatie van de darmwand.
Onverteerbare voedselresten
Niet alles wat je eet, kan door je lichaam worden afgebroken. Denk aan het velletje van een druif of de vezels in een stuk bleekselderij. Deze onverteerbare resten passeren je spijsverteringskanaal zonder te worden opgenomen en vormen een belangrijk deel van je ontlasting. Ze geven je ontlasting volume en stimuleren de darmwerking. Een rijke vezelinname zorgt er dan ook voor dat je stoelgang soepel verloopt.
- Voorbeeld: Als je een flinke salade hebt gegeten met tomaatjes en paprika, kun je de schilletjes daarvan de volgende dag terugzien in je ontlasting. Een teken dat je darmen druk bezig zijn geweest met het verwerken van al dat plantaardig materiaal.
Afgestoten darmwandcellen
De binnenkant van je darmen is bedekt met een slijmvlieslaag die regelmatig vernieuwd wordt. Oude darmwandcellen worden afgestoten en verlaten je lichaam met de ontlasting. Deze celvernieuwing is essentieel voor een gezonde darmfunctie en vindt continu plaats, zonder dat je er iets van merkt. De afgestoten cellen vormen een klein, maar belangrijk deel van de ontlasting.
- Voorbeeld: Het lijkt misschien vreemd, maar elke keer als je naar het toilet gaat, neem je afscheid van een heleboel ‘oude’ cellen. Een natuurlijke schoonmaak van je darmen, die je lichaam fris en gezond houdt.
Bacteriën
Je darmen zitten vol met bacteriën – miljarden zelfs! Deze darmbacteriën spelen een cruciale rol in de spijsvertering en helpen bij het afbreken van voedselresten. Een deel van deze bacteriën verlaat je lichaam met de ontlasting. Hun aanwezigheid is volkomen normaal en noodzakelijk voor een gezond darmmilieu.
- Voorbeeld: Een verandering in je dieet, zoals het toevoegen van meer vezels of probiotica, kan de samenstelling van je darmflora beïnvloeden. Dit merk je soms direct aan de geur en structuur van je ontlasting, doordat andere bacteriën aan het werk zijn.
Zouten
Naast water bevat je ontlasting ook zouten. Deze zouten zijn afkomstig uit het verteringsproces en helpen bij het reguleren van de vochtbalans in je darmen. Een juiste hoeveelheid zouten zorgt ervoor dat je ontlasting niet te hard of te dun is.
- Voorbeeld: Bij uitdroging, bijvoorbeeld door hevige diarree, verliest je lichaam zowel water als zouten. Dit kan de samenstelling van je ontlasting veranderen, waardoor het belangrijk is om je vocht- en zoutinname in balans te houden.
Galkleurstoffen
De typische bruine kleur van je ontlasting komt door galkleurstoffen, zoals bilirubine. Gal wordt door je lever geproduceerd om vetten in je voeding af te breken en deze kleurstoffen worden via je galblaas naar je darmen gestuurd. Tijdens de vertering worden ze afgebroken en kleuren ze je ontlasting bruin.
- Voorbeeld: Als je ontlasting ineens lichter van kleur is, kan dat wijzen op een probleem met de galwegen of lever. Bijvoorbeeld na een avondje flink stappen kan je ontlasting soms een andere kleur krijgen door veranderingen in je leverwerking.
Kortom, al deze elementen samen – water, slijm, onverteerbare voedselresten, afgestoten cellen, bacteriën, zouten, en galkleurstoffen – vormen de complexe en veelzijdige samenstelling van je ontlasting. Een klein, dagelijks wonder van je lichaam dat een schat aan informatie biedt over je gezondheid!
Ziekten van het spijsverteringsstelsel
Er zijn verschillende spijsverteringsstoornissen. Infecties zoals gastro-enteritis (een ontsteking van het maag-darmkanaal, vaak '
buikgriep' genoemd) en de
ziekte van Crohn, evenals
pancreatitis (
alvleesklierontsteking), intra-abdominale
abcessen en slokdarmaandoeningen behoren hiertoe. Een aantal voorbeelden:
Darmkanker
Darmkanker is een van de meest voorkomende vormen van kanker in westerse landen. Darmkanker kan worden voorkomen door vroegtijdige verwijdering van (nog) goedaardige
poliepen of kan vaak volledig worden genezen door vroege opsporing. Naast eetgewoonten dragen genetische factoren ook bij aan de ontwikkeling van darmkanker. Het gevaarlijke van darmkanker is dat het vaak jarenlang in de dikke darm groeit zonder symptomen te veroorzaken. De eerste tekenen kunnen gemakkelijk worden verward met andere, ongevaarlijkere ziekten. Omdat de kans op herstel afhangt van het zo vroeg mogelijk opsporen van een kwaadaardige tumor, is screening op darmkanker bijzonder belangrijk. Als de darmkanker beperkt is tot de darmwand en er geen uitzaaiingen zijn, is er kans op herstel van ruim 90 procent!. Klachten in het maag-darmgebied, zoals
obstipatie,
buik- en
darmkrampen,
bloed bij de ontlasting of
terugkerende diarree, moeten altijd door een arts worden opgehelderd
Ziekten van de galblaas en galwegen
Galstenen (of cholelithiasis) komen veel voor. Ze veroorzaken echter alleen klachten bij ongeveer een kwart van de galsteendragers. Als er geen symptomen zijn, is een operatie meestal niet nodig. Als echter symptomen zoals blijvende of herhaalde
pijn in de rechter bovenbuik, een trekkend gevoel van volheid of koliek in de bovenbuik met uitstraling naar de
rechterschouder en de
rechterarm zich uiten, kan een operatieve ingreep nodig zijn.
Ziekten van de alvleesklier
Ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis) kan jarenlang acuut of chronisch zijn. Het is in ieder geval een ernstige ziekte die altijd onmiddellijk medisch behandeld dient te worden. Typische symptomen van acute pancreatitis zijn
hevige buikpijn, krampen,
misselijkheid,
koorts en een ernstig ziektegevoel.
Geel worden van de ogen en de
huid (
geelzucht) kan ook voorkomen. Chronische pancreatitis veroorzaakt doorgaans minder klachten. Vaak merken de getroffenen voor het eerst problemen op bij het eten van vet voedsel en gewichtsverlies. In de regel geneest pancreatitis zonder gevolgen als het op de juiste manier wordt behandeld; in zeldzame gevallen kan het echter dodelijk zijn als de ontsteking ernstig is.
Alvleesklierkanker is zeldzaam, maar zeer gevaarlijk vanwege de vaak late diagnose.
Lees verder