GAPO-syndroom: Afwijkingen van groei, gezicht, tanden & ogen
Het GAPO-syndroom is een zeldzame erfelijke aandoening waarbij vooral afwijkingen ontstaan aan het gezicht. Het acroniem “GAPO” is afgeleid van de belangrijkste kenmerken: groeivertraging, alopecia (haaruitval), pseudoanodontie (falen van tandontwikkeling) en optische atrofie (afsterven van de oogzenuw). Het diagnosticeren van deze ziekte vormt voor de artsen een uitdaging, omdat hiervoor geen genmutatie bekend is en slechts enkele tientallen patiënten lijden aan de aandoening. Patiënten krijgen een ondersteunende en symptomatische behandeling. Veelal zijn de vooruitzichten minder goed, want de levensduur is verkort. De ziekte werd voor het eerst beschreven in 1947.
Synoniemen GAPO-syndroom
Het GAPO-syndroom is ook gekend als het “Groeivertraging-alopecia-pseudoanodontie-opticusatrofie syndroom”.
Epidemiologie
Sinds het beschrijven van de aandoening zijn enkele tientallen patiënten gerapporteerd in de medische literatuur. Door het lage aantal patiënten zijn geen grootschalige studies uitgevoerd rond dit syndroom. Bijgevolg is geen andere nuttige epidemiologische informatie gevonden in de geraadpleegde bronnen.
Oorzaken en erfelijkheid
Het GAPO-syndroom resulteert uit een deletie in beide kopieën van het ANTXR1-gen, dat codeert voor Anthrax Toxin Receptor 1. Dit gen is noodzakelijk voor de aanmaak van actine en de verstoring ervan remt de juiste functie van het actinenetwerk. De aandoening kent een autosomaal recessief overervingspatroon. Hierdoor moeten beide kopieën van het gemuteerde gen aanwezig zijn opdat het GAPO-syndroom tot uiting komt.
Risicofactoren
Er zijn geen specifieke risicofactoren geïdentificeerd die het optreden van het GAPO-syndroom kunnen voorspellen. De aandoening is erfelijk en komt alleen tot uiting als beide ouders drager zijn van de mutatie in het ANTXR1-gen.
Symptomen: Afwijkingen van groei, gezicht, tanden en ogen
De symptomen zijn duidelijk kort na de geboorte. Deze variëren echter sterk tussen patiënten met het GAPO-syndroom.
Groei, gezicht en tanden
Bij de geboorte bemerkt de arts meteen afwijkingen aan het gezicht. Het voorhoofd is prominent. Het middelste deel van het
gezicht is bovendien niet normaal ontwikkeld (hypoplasie van het middelste gedeelte van het gezicht). Een ander opvallend kenmerk bij de patiënt is een te korte onderkaak (
micrognathie). De permanente (volwassen) tanden komen voorts niet tevoorschijn. Wat het haar betreft, verschijnt het hoofdhaar soms wel, maar verdwijnt dit na de eerste maanden van het leven, waardoor
haaruitval (alopecia) optreedt. De wenkbrauwen en/of
wimpers zijn bijgevolg schaars of afwezig. Daarnaast is de botgroei vertraagd, wat resulteert in een
kort gestalte.
Ogen
De ogen zijn bijna altijd afwijkend. De ogen staan ver uit elkaar (
hypertelorisme). Tevens zijn de oogleden gezwollen en ook zijn hangende oogleden mogelijk (
ptosis). Voorts sterft de oogzenuw af waardoor de verbinding naar de
hersenen defect is. Deze progressieve oogziekte is gekend als “
opticusatrofie” of “optische atrofie”. Sommige patiënten hebben ook
glaucoom (een verhoogde oogdruk),
nystagmus (wiebelogen),
strabisme (scheelzien), megalocornea (een groot hoornvlies) en een abnormale kromming van de hoornvlies aan beide ogen (
keratoconus).
Bijkomende symptomen
Patiënten zijn verder ongewoon gevoelig voor infecties van de ademhalingswegen. Huidletsels, een verhoogde hersendruk in de kindertijd, een vertraagde werking van de schildklier (
hypothyreoïdie),
hartafwijkingen, een vergroting van de lever (
hepatomegalie), doofheid, een
navelbreuk (uitstulping van de buikwand rond de navel), nierinsufficiëntie, een afwezige of
onregelmatige menstruatie en weinig spermaproductie zijn andere symptomen.
Skeletafwijkingen omvatten een misvormde
borstkas, abnormaal gevormde wervels, een aangeboren
dislocatie (ontwrichting) van de heupen of een vertraagde botleeftijd. De patiënt heeft een algemene psychomotorische vertraging. Het geestelijk functioneren is meestal subnormaal. Tot slot is de
huid hyperelastisch waardoor de patiënt een verouderde verschijning heeft.
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van het GAPO-syndroom kunnen zijn:
- Ernstige groeivertraging bij de geboorte
- Extreem haaruitval en schaarsheid van wenkbrauwen en wimpers
- Opvallende afwijkingen aan het gezicht, zoals prominente voorhoofden en micrognathie
- Progressieve achteruitgang van de gezichtsvermogen door optische atrofie
- Verhoogde gevoeligheid voor ademhalingsinfecties en huidletsels
- Vertraagde botgroei en skeletafwijkingen
Diagnose en onderzoeken
Het diagnosticeren van dit syndroom is erg moeilijk, zeker omdat de exacte genmutatie niet bekend is. Een kinderarts en oogarts werken samen om alle klinische symptomen in kaart te brengen. De arts voert verder nog een cerebrale
angiografie uit (radiografisch beeld van de bloedvaten in de hersenen). Daarnaast is een
MRI-scan van de hersenen vereist. Bovendien toont een
huidbiopsie de eventuele
huidafwijkingen. Een prenatale diagnose is niet mogelijk omdat de symptomen niet op te sporen zijn via een
echografie.
Behandeling
Het GAPO-syndroom is niet te genezen. De behandeling bestaat uit het opvolgen van de oogafwijkingen door
regelmatige oogonderzoeken en deze eventueel symptomatisch te behandelen. Een symptomatische en ondersteunende behandeling gebeurt ook bij de andere gezondheidsafwijkingen.
Prognose
De meest ernstige bedreigingen voor de gezondheid zijn luchtweginfecties, zoals een
longontsteking (pneumonie:
ontsteking van de onderste luchtwegen) en bronchiale aandoeningen. Een snelle behandeling van een
verkoudheid (milde infectie met symptomen aan neus en keel) en
griep is belangrijk. De meeste patiënten hebben een verkorte levensduur. Meestal komen zij tussen het vierde en zesde decennium te overlijden.
Complicaties
Complicaties van het GAPO-syndroom kunnen onder andere zijn:
- Verhoogde kans op luchtweginfecties zoals longontsteking en bronchiale aandoeningen
- Problemen met de schildklier, zoals hypothyreoïdie
- Skeletafwijkingen die kunnen leiden tot verminderde mobiliteit
- Vergroting van de lever en nierinsufficiëntie
- Problemen met het hart en verhoogde hersendruk in de kindertijd
Preventie
Er zijn geen bewezen methoden voor de preventie van het GAPO-syndroom, omdat de aandoening erfelijk is en geen milieu- of levensstijlfactoren omvat. Genetische expertise kan nuttig zijn voor ouders die een familiegeschiedenis van het syndroom hebben, om hen te informeren over de kans op het doorgeven van de aandoening aan hun kinderen.