Hurler-syndroom: Stofwisselingsziekte door ontbrekend enzym
Het Hurler-syndroom is een zeldzame stofwisselingsziekte waarbij een patiënt door een ontbrekend enzym niet in staat is om lange ketens van suikermoleculen (glycosaminoglycanen) te breken. Geleidelijk aan treden bij de erfelijke aandoening diverse symptomen op zoals spier- en skeletafwijkingen, hartafwijkingen en een verstandelijke handicap. De behandeling bestaat uit een wekelijkse toediening van het ontbrekende enzym. De ziekte blijft echter op heel wat vlakken progressief. Een groot deel van de behandeling is bijgevolg ondersteunend gericht. De vooruitzichten van patiënten met de ziekte van Hurler zijn tot slot slecht. De meeste patiënten komen namelijk reeds op erg jonge leeftijd te overlijden.
Synoniemen Hurler-syndroom
Het Hurler-syndroom (MPS IH) is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- alfa-L-iduronaat deficiëntie
- dysostosis multiplex
- lipochondrodystrofie
- mucopolysacharidose type I
- ziekte van Hurler-Pfaundler
Epidemiologie Hurler-syndroom
Ongeveer één op de 100.000 kinderen komt ter wereld met het Hurler-syndroom. De stofwisselingsziekte kent geen seksuele, raciale of geografische voorliefde.
Oorzaken: Ontbrekend enzym
Patiënten met het syndroom van Hurler kunnen het enzym lysosomaal alfa-L-iduronidase niet aanmaken. Dit enzym helpt bij het afbreken van lange ketens van suikermoleculen (glycosaminoglycanen). Deze moleculen zijn verantwoordelijk voor de vloeistof en stevigheid rond de gewrichten en de stevigheid van de organen. Zonder het enzym bouwen de glycosaminoglycanen zich op en beschadigen ze organen, zoals het hart.
Overervingspatroon en erfelijkheid
De erfelijke aandoening is het gevolg van mutaties (wijzigingen) in het IDUA-gen. De ziekte van Hurler heeft een autosomaal recessieve overervingswijze. Hierdoor zijn beide foute genen nodig om de ziekte tot uiting te brengen. De ouders lijden zelf niet aan de ziekte, maar dragen wel elk een fout gen mee.
Symptomen zijn progressief
De symptomen van patiënten met het Hurler-syndroom variëren van mild tot ernstig. Daarnaast presenteert een patiënt zich niet altijd met alle symptomen. Meestal ontwikkelt een patiënten tussen de drie en acht jaar symptomen.

Een wazig gezichtsvermogen is het gevolg van een troebel hoornvlies /
Bron: Nufkin, Flickr (CC BY-2.0) Gezicht
Bij de geboorte zijn zuigelingen met de ziekte veelal normaal en vertonen ze geen lichamelijke of neurologische afwijkingen. Wel zijn in de eerste twee jaar van het leven enkele dikke en grove gelaatstrekken met een dikke huid, een brede en ingezonken neusbrug, een grote schedel, een bol voorhoofd, een vlak
gezicht, forse wenkbrauwen, dikke lippen, een open mond en een dikke en grote tong (
macroglossie) merkbaar. Door de grote tong treden spraakproblemen op. De patiënt heeft voorts een
wazig gezichtsvermogen door een troebel hoornvlies en ook slechthorend of doof.
Oculair hypertelorisme (ver uit elkaar staande ogen) zijn hierbij ook erg typisch.
Infecties
De patiënt is meer vatbaar voor urineweg- en luchtweginfecties en een
middenoorontsteking (otitis media).
Neurologisch
De ontwikkeling van een kind met het Hurler-syndroom stopt rond tweejarige leeftijd. Aangezien de ziekte progressief is, verliest de patiënt deze vaardigheden later weer. De patiënt heeft tevens een progressieve verstandelijke handicap.
Spieren en gewrichten
Spierproblemen en
skeletafwijkingen treden ook op, zoals een zijdelingse kromming van de wervelkolom (
scoliose), een
kort gestalte (dwerggroei), een klauwhand, korte ledematen, een korte hals en romp, stijfheid, het
carpaal tunnel syndroom (
pijn, gevoelloosheid,
tintelingen en/of
zwakte in hand door druk op de zenuw in de pols), vaak contracturen door de grote gewrichten, en andere gewrichtsproblemen.
Andere symptomen
Andere mogelijke symptomen zijn evenwichtsstoornissen, hartklepproblemen, een
liesbreuk (uitstulping of zwelling in lies of balzak), een
navelbreuk (uitstulping van buikwand rond navel), één of meer archipelvlekken (onschuldige blauwe geboortevlekken bij
baby) en
diarree.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De patiënt heeft een duidelijk hoorbaar ademgeluid wanneer de arts de
ademgeluiden van de longen beluistert met behulp van zijn stethoscoop (
auscultatie). Dit bevestigen de ouders vaak omdat het kind
snurkt tijdens het slapen. Bovendien bemerkt de arts een vergrote lever (
hepatomegalie) en vergrote milt (
splenomegalie).
Diagnostisch onderzoek
Enkele onderzoeken zijn nodig om de diagnose te stellen van het Hurler-syndroom:
- een bloedonderzoek (toont verhoogd aantal mucoplolysachariden en tekort aan alfa-L-iduronidase in witte bloedcellen)
- een elektrocardiografie (meting van de elektrische activiteit van het hart)
- een gehooronderzoek
- een genetisch onderzoek (toont de genetische mutatie)
- een huidbiopt (stukje weefsel van de huid toont het tekort aan alfa-L-iduronidase)
- een MRI-scan van het hoofd (onthult afwijkingen aan de hersenen)
- een onderzoek van het hersenvocht (identificeert een verhoogde concentratie van eiwitten)
- een oogheelkundig onderzoek
- een orthopedisch onderzoek
- een röntgenfoto van de wervelkolom
- een slaaponderzoek (polysomnografie)
- een urineonderzoek (spoort verhoogde concentraties van mucopolysacchariden op)
Behandeling van ziekte
Voor de ziekte van Hurler is geen effectief bewezen behandeling beschikbaar. De patiënt krijgt wel een enzymvervangingstherapie om het ontbrekende enzym in het lichaam aan te vullen. Hiervoor krijgt de patiënt wekelijks via een ader (= intraveneus) een medicijn toegediend. Hierdoor voorkomt de patiënt verdere schade, maar bestaande symptomen blijven wel aanwezig. Bovendien bereikt het medicijn de hersenen niet waardoor de neurologische achteruitgang niet te stoppen valt. Daarnaast krijgen sommige patiënten met de aandoening een
beenmergtransplantatie, hetgeen gemengde resultaten oplevert. Voor de behandeling van de andere symptomen, bekijkt de arts welke ondersteunende behandelingstechnieken hiervoor beschikbaar zijn. Zo helpt een
hoornvliestransplantatie mogelijk bij ernstige schade aan het hoornvlies. De patiënt is eveneens gebaat met een
hoorapparaat. Een
waterhoofd (te veel hersen- en ruggenmergvocht in de schedel), wat af en toe ook optreedt bij kinderen, valt met een drain te behandelen. Een gipskorset of operatie zijn voorhanden om scoliose te verhelpen. Medicijnen of een operatie helpen bij hartklepproblemen. Patiënten met het carpaal tunnel syndroom krijgen ook een operatie. Zuurstoftherapie is dan weer nodig bij
slaapstoornissen. Fysiotherapie, ergotherapie en logopedie zijn tot slot aanbevolen bij kinderen met deze ziekte.
Prognose stofwisselingsziekte is zeer slecht
Het Hurler-syndroom is een stofwisselingsziekte met een slechte prognose. Kinderen met deze ziekte ontwikkelen meestal neurologische problemen waardoor ze op jonge leeftijd komen te overlijden.