Erfelijk angio-oedeem: Onderhuidse zwelling van gezicht
Erfelijk angio-oedeem komt voor bij ongeveer 1 op 10.000 tot 1 op de 50.000 mensen. Dit vertegenwoordigt ongeveer 2% van de klinische gevallen van angio-oedeem. De leeftijd waarop de symptomen van erfelijk angio-oedeem beginnen, is sterk variabel, maar meer dan twee derde van de patiënten krijgt symptomen vóór de leeftijd van vijftien jaar. De ziekte kent geen raciale, etnische of geslachtsvoorkeur.
Epidemiologie erfelijk angio-oedeem
Erfelijk angio-oedeem komt voor bij ongeveer 1 op 10.000 tot 1 op de 50.000 mensen. Dit vertegenwoordigt ongeveer 2% van de klinische gevallen van angio-oedeem. De leeftijd waarop de symptomen van erfelijk angio-oedeem beginnen, is sterk variabel, maar meer dan twee derde van de patiënten krijgt symptomen vóór de leeftijd van vijftien jaar. De ziekte kent geen raciale, etnische of geslachtsvoorkeur.
Oorzaken: Tekort van eiwit door genetische verandering
Genetische verandering
Erfelijk angio-oedeem is een uiterst zeldzame autosomale dominante aandoening als gevolg van een wijziging van een gen dat het eiwit “C1-remmer” (C1 inhibitor) regelt. Door de genmutatie ontstaat namelijk een erfelijke deficiëntie (tekort) van het eiwit “C1 esterase inhibitor (C1-INH)”, een onderdeel van het complementsysteem waardoor het eiwit onvoldoende of juist functioneert. Hierdoor zijn de bloedvaten aangetast. Bij een aanval van erfelijk angio-oedeem ontstaat een snelle zwelling van diverse lichaamsdelen. Meestal is een familiegeschiedenis van de aandoening aanwezig, al zijn deze zich niet altijd bewust van de aanwezigheid van de ziekte of weten ze niet steeds dat een familielid onverwacht, plotseling en vroegtijdig is overleden als gevolg van erfelijk angio-oedeem.
Erfelijkheid
Een kind heeft vijftig procent kans om deze ziekte te erven als één van zijn of haar ouders lijdt aan erfelijk angio-oedeem. Bij circa 20% van de patiënten ontstaat de ziekte spontaan, en is geen familiegeschiedenis van erfelijk angio-oedeem aanwezig. Deze patiënten kunnen echter ook de ziekte doorgeven aan het nageslacht.
Risicofactoren aanvallen
De meeste aanvallen gebeuren spontaan, zonder aanwijsbare reden, maar volgende uitlokkende factoren van aanvallen van angio-oedeem zijn bekend. Deze richten zich op medische aandoeningen en behandelingen alsook op omgevingsfactoren.
Een zwangerschap lokt mogelijk een aanval van angio-oedeem uit /
Bron: PublicDomainPictures, Pixabay Medische aandoeningen en behandelingen
Volgende medische aandoeningen en behandelingen lokken soms een aanval van angio-oedeem uit:
- ACE-remmers (medicijnen tegen een hoge bloeddruk)
- chirurgie
- een aandoening, zoals een verkoudheid (milde infectie met symptomen aan neus en keel) of griep
- een infectie
- een klein trauma
- een tandheelkundige behandeling (kwetsbaar voor aanvallen aan het strottenhoofd)
- hormonen: Bij vrouwen nemen de aanvallen soms toe tijdens de menstruatie, de zwangerschap en het geven van borstvoeding. Het gebruik van oestrogeen afgeleide geneesmiddelen, zoals orale anticonceptiva (via de mond ingenomen medicijnen tegen een zwangerschap) en hormoonvervangende therapie gaat eveneens gepaard met een toename in frequentie en ernst van aanvallen.
Omgevingsfactoren
Ook enkele omgevingsfactoren zijn bekend voor erfelijk angio-oedeem:
- angst
- langdurig staan of steeds terugkerende dagelijkse activiteiten zoals scheppen, typen, met de hamer werken, langdurig schrijven, het duwen van een grasmaaier …
- spanning
Naast de erfelijke vorm van angio-oedeem bestaat er ook een verworven vorm van
angio-oedeem.
Symptomen: Zwelling van gezicht, buik en bovenste luchtwegen
Erfelijk angio-oedeem presenteert zich met aanvallen van niet-jeukende cutane angio-oedeem (maar geen urticaria). Dit houdt in dat een zwelling ontstaat van voornamelijk het
gezicht (
zwelling van het gezicht), de
lippen, de mond en de
ogen, maar ook van mogelijk de
handen (
gezwollen handen), de armen (gezwollen armen), de
voeten (
gezwollen voeten), de
benen, de genitaliën (geslachtsorganen), de billen, het darmkanaal en de bovenste luchtwegen. Deze zwelling houdt mogelijk twee tot vijf dagen aan. De frequentie en de ernst van de aanvallen varieert sterk onder patiënten, en zelfs onder familieleden. Bij ongeveer één op de vier patiënten gaat een niet-specifieke
rode huiduitslag (erytheem) vooraf aan een aanval van angio-oedeem, al is dit geen diagnostisch criterium. Ook een brandend, tintelend gevoel is gerapporteerd vlak voor het krijgen van een aanval.
Huid
Deze zwelling verschijnt in tegenstelling tot
netelroos (
huidziekte met jeukende bultjes) in de onderhuidse weefsels in plaats van op de huid. De zwelling is vaak ernstiger in de late kindertijd en adolescentie. De zwelling aan de voeten en handen is ongemakkelijk en kan zeer
pijnlijk zijn. De patiënten zijn vaak niet in staat om deel te nemen aan de normale dagelijkse activiteiten.
Buik
Erfelijk angio-oedeem tast mogelijk de buikorganen aan (intestinaal
oedeem). Hierbij zijn de maag, de darmen, de blaas en de urethra (urinebuis) getroffen. Dit gaat gepaard met terugkerende (ondraaglijke)
buikpijn,
buikkrampen (kolieken), een opgezette buik,
braken,
diarree,
constipatie en uitdroging (
dehydratie). Af en toe treedt zelfs
ascites (vochtophoping in de buik) of een
hypovolemische shock (onvoldoende bloedvolume in het lichaam) op door de zwelling van de ingewanden. Buikpijn is een typisch kenmerk van erfelijk angio-oedeem, aangezien dit symptoom zelden optreedt bij andere soorten angio-oedeem.
Bovenste luchtwegen
Bij sommige patiënten zijn het strottenhoofd (larynx) en de tong aangetast door angio-oedeem, hetgeen resulteert in een tongzwelling (
macroglossie), een gezwollen keel, plotselinge
heesheid,
uvulitis (gezwollen huig van de tong),
hoesten en een verstopping van de bovenste luchtwegen. Dit kan leiden tot een plotselinge dood als gevolg van
verstikking.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Een arts vermoedt erfelijk angio-oedeem op basis van de aanwezige tekenen en symptomen. De arts voert verder een lichamelijk onderzoek uit waarbij hij de zwelling van de huid opmerkt. Ook naar een mogelijke familiegeschiedenis van angio-oedeem vraagt hij.
Differentiële diagnose
De diagnose is moeilijk te stellen omdat de symptomen lijken op een aantal andere aandoeningen. Een aanvankelijk verkeerde diagnose is dan ook niet zeldzaam. Buikpijn bijvoorbeeld verwarren artsen mogelijk met acute appendicitis (ontsteking van de blindedarm) of andere oorzaken van een acute buikpijn. Artsen sturen patiënten daarom mogelijk door naar een psychiater omdat ze vermoeden dat ze lijden aan een psychogene pijn (pijn met een psychische oorzaak) of omdat ze een eetstoornis zoals boulimie of anorexia hebben.
Laboratoriumonderzoek
Meerdere laboratoriumonderzoeken bevestigen de diagnose van erfelijk angio-oedeem. De arts laat een bloedonderzoek uitvoeren naar de C4-spiegel (verlaagd bij de meeste patiënten met de ziekte). Verder test hij de C1-INH-waarden in het bloed, evenals de C1q-concentraties. Ten slotte meet hij de bloedspiegels van het eiwit.
Behandeling van erfelijk angio-oedeem
De behandeling van erfelijk angio-oedeem bestaat uit verschillende mogelijkheden. Profylaxe is een behandeling die een aanval moet voorkomen, terwijl acute therapie een behandeling is om een aanval te verlichten. De behandeling bestaat uit geneesmiddelen, waarbij echter wel een afweging dient gemaakt te worden tussen enerzijds de voordelen en anderzijds de nadelen en bijwerkingen van medicijnen.
Acute aanvallen van erfelijk angio-oedeem behandelen
Bij een acute aanval van angio-oedeem dienen patiënten pijnstillers in te nemen. Deze werken tegen de buikkrampen en tegen het braken. Patiënten krijgen verder een hoge dosis C1-INH concentraat om de ziekte te behandelen.
Corticoïden (krachtige ontstekingsremmende medicijnen) en antihistaminica (medicijnen tegen allergieën) zijn niet effectief in de behandeling van een aanval van erfelijk angio-oedeem. Als de bovenste luchtwegen zijn aangetast, is mogelijk een kunstmatige luchtweg nodig, zoals een intubatie (inbrengen van een buisje in de luchtwegen) of een tracheostomie (het inbrengen van een buisje in de luchtpijp). Deze ingreep moet dan in een ziekenhuis plaatsvinden. De aanvallen verdwijnen spontaan na enkele dagen.
Prognose van patiënten met erfelijk angio-oedeem
De symptomen nemen bij de meeste patiënten af naarmate ze ouder worden. Patiënten overlijden soms door verstikking door een luchtwegobstructie. Dit is mogelijk te voorkomen als de aandoening tijdig en correct wordt gediagnosticeerd en behandeld. Wel neemt door de vele buikkrampen de kwaliteit van leven af.
Complicaties van erfelijk angio-oedeem
Patiënten met erfelijk angio-oedeem kunnen te maken krijgen met verschillende ernstige complicaties:
Luchtwegobstructie
Een van de meest gevaarlijke complicaties is de obstructie van de luchtwegen, wat kan leiden tot
verstikking en mogelijk de dood als dit niet onmiddellijk wordt behandeld. Dit gebeurt door zwelling van het strottenhoofd (
larynx) of de tong, waardoor de luchtstroom naar de longen wordt geblokkeerd.
Hypovolemische shock
Zwelling van de buikorganen kan leiden tot een ernstige vochtophoping in de buik (ascites) of zelfs een
hypovolemische shock. Deze toestand, waarbij onvoldoende bloedvolume in het lichaam aanwezig is, kan levensbedreigend zijn en vereist onmiddellijke medische interventie.
Kwaliteit van leven
Chronische aanvallen van buikpijn, zwelling en andere symptomen kunnen de kwaliteit van leven van patiënten ernstig verminderen. De voortdurende dreiging van een nieuwe aanval kan leiden tot
angst en
depressie, waardoor het dagelijks functioneren wordt belemmerd.
Preventie van aanvallen van angio-oedeem
Artsen schrijven geneesmiddelen voor om de aanvallen van angio-oedeem te verminderen. In sommige gevallen gebruiken patiënten dan androgenen (mannelijke hormonen) om de lever te stimuleren tot de aanmaak van meer C1-INH-eiwit. Artsen verkiezen in de meeste gevallen stanozolol en danazol. Dit zijn twee synthetische androgenen die net zo goed werken als methyltestosteron maar minder bijwerkingen hebben. De arts schrijft in een lage dosis antifibrinolytische geneesmiddelen (medicijnen die overmatig bloeden voorkomen) voor zoals epsilonaminocapronzuur en tranexaminezuur. Als patiënten een operatie of tandheelkundige ingreep ondergaan, kan een C1-INH-concentraat helpen om een aanval te voorkomen.
Lees verder