Virale hepatitis D-infectie: Ontstoken lever door virus
Virale hepatitis D is een infectieziekte waarbij de lever ontstoken en gezwollen is. Deze ontsteking van de lever is het gevolg van een hepatitis D-virus. De infectie is echter enkel mogelijk wanneer mensen het hepatitis B-virus dragen. De symptomen zijn acuut of chronisch, en bestaan uit onder andere geelzucht, een donker gekleurde urine, een lichte ontlastingskleur, zwakte, vermoeidheid, een gezwollen buik. Een chronische leverontsteking leidt sneller tot levercirrose, leverfalen of zelfs leverkanker. Medicatie, medische behandelingen en een levertransplantatie zijn mogelijke behandelingsopties voor patiënten met een virale hepatitis D-infectie. Wanneer het mogelijk is om het virus volledig uit het lichaam te elimineren, is de prognose uitstekend. De vooruitzichten zijn wel afhankelijk van vele factoren.
Synoniem hepatitis D-infectie
Een hepatitis D-infectie bestempelen artsen soms als een ‘hepatitis-deltavirusinfectie’.
Epidemiologie
Wereldwijd lijden zo’n vijftien à twintig miljoen mensen aan een hepatitis D-infectie. Hepatitis D is niet gebruikelijk in België en Nederland. Hepatitis D komt vaker voor in andere delen van de wereld, zoals Oost- en Zuid-Europa, het Middellandse Zeegebied en het Midden-Oosten, delen van Azië, waaronder Mongolië, Centraal Afrika en het Amazone-rivierbekken in Zuid-Amerika.
Oorzaken: Door hepatitis D-virus én hepatitis B-virus
Hepatitis D-virus én hepatitis B-virus
Hepatitis D is een virale infectie die veroorzaakt is door het hepatitis D-virus. Het hepatitis D-virus (HDV) heette oorspronkelijk ‘deltavirus’ (delta-agens) en werd ontdekt in 197 door Rizzetto et al. Dit is een enkelstrengig RNA-virus van de familie Flaviviridae. Het virus is een onvolledig RNA-virus (diameter 40-50 nm). Het hepatitis D-virus bezit de mantel van HBV (
hepatitis B-virus) en dus ook het antigeen HBsAg. Het HDV bezit in de kern een eigen hepatitis D-antigeen (HDAg) (ook gekend als het ‘delta-antigeen’). Wil het hepatitis D-virus zich vermeerderen, dan is hiervoor de hulp van het hepatitis B-virus nodig. Daarom is sprake van een co-infectie (gelijktijdig met HBV-infectie) of van een superinfectie (later bij aanwezigheid van HBV in het lichaam). Het HDV komt bijgevolg uitsluitend voor bij patiënten die reeds een hepatitis B-virus dragen. HDV is in staat om een leverziekte te verergeren bij patiënten met recente (acute) of langdurige (chronische) hepatitis B-infectie. Bovendien is het hepatitis D-virus in staat oom klachten et veroorzaken bij mensen die het hepatitis B-virus dragen, maar nog nooit symptomen gehad hebben.
Andere virussen
Ook andere virussen staan er om bekend dat ze mogelijk leiden tot hepatitis D zoals:
Overdracht
De overdracht van de infectie vindt plaats door middel van bloed en
bloedproducten (
bloedtransfusie, intraveneus
drugsgebruik, prikincident, beschadigde huid). Af en toe is een besmetting ook mogelijk via seksueel contact. De infectie treedt wel alleen maar op wanneer HDV tegelijk wordt overgedragen met HBV.
Risicofactoren
Hepatitis D komt enkel voor wanneer patiënten reeds hepatitis D hebben. Risicofactoren voor het krijgen van een hepatitis D-infectie omvatten:
- een zwangerschap van een geïnfecteerde moeder (zij is in staat om het virus door te geven aan de baby)
- het dragen van het hepatitis B-virus
- mannen die seks hebben met andere mannen
- misbruik van intraveneuze (via een ader) of injectiegeneesmiddelen
- veel bloedtransfusies ontvangen hebben
- wonen in werelddelen waar het hepatitis D-virus vaker voorkomt
Symptomen van acute en chronische infectie
De incubatietijd (tijd tussen het oplopen van de besmetting en het tot uiting komen van de symptomen) bedraagt twee weken. Een drager van HBsAg (zoals bijvoorbeeld een intraveneuze druggebruiker) loopt mogelijk een besmetting met HDV op (superinfectie). De incubatietijd bedraagt hierbij twee weken tot ongeveer drie maanden. De symptomen van de leverontsteking starten acuut, subacuut of chronisch.
Acute infectie
De meeste patiënten met acute hepatitis D hebben symptomen. Andere symptomen omvatten:
Chronische infectie
Een chronische hepatitis D-infectie gaat meestal met minder symptomen gepaard, maar wel ontstaan hierdoor sneller ernstige complicaties. Volgende chronische symptomen zijn mogelijk:

Een bloedonderzoek is nodig /
Bron: Frolicsomepl, PixabayDiagnose en onderzoeken
Artsen diagnosticeren hepatitis D op basis van de
medische geschiedenis, een lichamelijk onderzoek en een
bloedonderzoek. Tijdens een lichamelijk onderzoek bekijkt de arts naar de huidskleur, de eventuele
zwelling van de benen, een
zwelling in de voeten of enkels en de gevoeligheid of zwelling in de buik. Soms is een speciale
echografie nodig om de stijfheid van de lever te meten; dit onderzoek staat bekend als een
elastografie. Ook is aanvullend mogelijk nog een leverbiopsie vereist. De arts haalt hierbij een klein stukje weefsel uit de lever weg met behulp van een naald. Een patholoog onderzoekt vervolgens het weefsel (biopt) onder een microscoop en identificeert dan mogelijk tekenen van een ziekte of van leverschade. Een
leverbiopsie gebruiken artsen vrijwel uitsluitend als andere onderzoeken onvoldoende informatie bieden over de leverbeschadiging of ziekte.
Behandeling van virale infectie
Als chronische hepatitis D leidt tot
cirrose, zet de arts medicijnen, chirurgie en andere medische procedures in. Als acute hepatitis D leidt tot acuut
leverfalen, of als chronische hepatitis D leidt tot leverfalen of
leverkanker, is mogelijk een
levertransplantatie nodig.
Complicaties van leverontsteking
Acute hepatitis D
In zeldzame gevallen leidt acute hepatitis D tot acuut leverfalen, een aandoening waarbij de lever plotseling stopt met werken. Dit komt zelden voor, maar leverfalen treedt wel vaker op wanneer hepatitis D- en B-infecties samen optreden dan wanneer een patiënt enkel een hepatitis D-infectie heeft.
Chronische hepatitis D
Chronische hepatitis D veroorzaakt mogelijk levercirrose, leverfalen en leverkanker. Patiënten die lijden aan chronische hepatitis B en hepatitis D, hebben meer kans om deze complicaties te ontwikkelen dan mensen die alleen chronische hepatitis B hebben. Een vroege diagnose en behandeling van chronische hepatitis B en D vermindert de kansen op ernstige gezondheidsproblemen.
Cirrose
Cirrose is een aandoening waarbij de lever langzaam afsterft, waardoor deze z’n functie niet meer kan voltooien. Littekenweefsel vervangt hierbij gezond leverweefsel, waardoor de bloedstroom door de lever gedeeltelijk geblokkeerd is. In de vroege stadia van cirrose blijft de lever aan het werk. Aangezien cirrose verergert, treedt leverfalen op.
Leverfalen
Leverfalen vordert meestal in maanden of jaren. De leverfunctie is niet meer in de mogelijkheid om z’n taken te vervullen of beschadigde cellen te vervangen.
Leverkanker
Patiënten met zowel chronische hepatitis B als chronische hepatitis D lijden sneller aan leverkanker. Daarom is minimaal twee keer per jaar een echografie of een ander beeldvormend onderzoek van de lever noodzakelijk. De arts is zo in staat om tijdig
kanker op te sporen, waardoor sneller een
kankerbehandeling kan volgen.
Prognose HDV-infectie
De prognose is uitstekend voor patiënten met een co-infectie waarbij bij de behandeling beide virussen uit het lichaam verwijderd zijn. De prognose is variabel voor patiënten die lijden aan een superinfectie. De algemene prognose hangt wel af van de duur en ernst van de hepatitis B-virus infectie, alcoholgebruik, andere ziekten en de leeftijd.

Het is belangrijk om geen persoonlijke voorwerpen te delen /
Bron: Pexels, PixabayPreventie van ontstoken lever
De preventiemaatregelen voor hepatitis B helpen om een hepatitis D-infectie te voorkomen. Het delen van naalden of persoonlijk voorwerpen is niet aanbevolen. Verder moeten mensen steeds handschoenen dragen wanneer ze bloed of open
huidzweren van een andere persoon moeten aanraken. Voor hepatitis D is er geen vaccin beschikbaar, maar een vaccin voor hepatitis B bestaat wel en voorkomt ook hepatitis D.
Lees verder