Tyrosinemie: Opbouw van aminozuur tyrosine met veel tekenen
Tyrosinemie is een zeldzame stofwisselingsaandoening waarbij het lichaam niet in staat is om tyrosine af te breken. De erfelijke ziekte bestaat in drie verschillende vormen. Diverse lichaamsstructuren zijn mogelijk mild tot ernstig aangetast. De meeste patiënten krijgen in de eerste maand van het leven te maken met symptomen aan onder andere het centrale zenuwstelsel, de huid, de ogen, de lever en de nieren. De arts behandelt deze ziekte met medicatie of een speciaal dieet. De vooruitzichten zijn afhankelijk van het type en de ernst van de klachten. Wel ervaren patiënten soms op lange termijn complicaties als gevolg van de ziekte.
Synoniemen van tyrosinemie
Tyrosinemie staat bekend onder deze termen:
- 4-hydroxyphenylpyruvaat dioxygenase (type 3 tyrosinemia)
- erfelijke tyrosinemie
- hypertyrosinaemia
- hypertyrosinemia
- tyrosine aminotransferase (type 2 tyrosinemia)
- tyrosine transaminase deficiency (type 2 tyrosinemia)
- tyrosinemia
- tyrosinemia fumarylacetoacetase (type 1 tyrosinemia)
- tyrosinemie
Epidemiologie van stofwisselingsziekte
Tyrosinemie bestaat in verschillende types. Type 1 treft anno augustus 2024 circa 1 op de 250.000 pasgeborenen in Nederland. Hierdoor komen jaarlijks circa één à twee
baby's ter wereld met tyrosinemie type 1. Minder dan 1 op de 250.000 pasgeborenen lijdt aan tyrosinemie type 2. Tyrosinemie type 3 is erg zeldzaam; deze vorm treft wereldwijd slechts enkele mensen. De ziekte komt wereldwijd voor in alle etnische groepen en bij beide geslachten. Type 2 komt vooral voor rond de Middellandse Zee.
Oorzaken: Opbouw van aminozuur tyrosine
Wat is tyrosine?
Tyrosine is een aminozuur (bouwsteen van eiwitten) dat samen met jodium (uit voedsel en water) de grondstof vormt voor de aanmaak van mono- en di-joodtyrosine (afk. MIT, resp. DIT), tri- en tetrajoodthyronine (afk. T3, resp. T4). Dit zijn alle hormonen van de schildklier. De aanmaak van tyrosine gebeurt in het lichaam, maar tyrosine is ook afkomstig uit de voeding.
Genetische veranderingen
Mutaties (wijzigingen) in de FAH-, TAT- en HPD-genen resulteren respectievelijk in tyrosinemie type 1, 2 en 3. Door de genmutaties is de werking van een deel van de enzymen verstoord. Hierdoor gebeurt de afbraak van het aminozuur tyrosine niet meer goed. Dit resulteert in een ophoping van het aminozuur en de bijproducten in het lichaam.
Overerving
Een baby die ter wereld komt met tyrosinemie heeft wellicht twee gezonde ouders die elk een kopie van het gemuteerde (gewijzigde) gen hebben doorgegeven aan de baby. De stofwisselingsaandoening heeft bijgevolg een autosomaal recessief overervingspatroon.
Vormen en tekenen van stofwisselingsaandoening
Tyrosinemie bestaat in drie vormen, elk met andere symptomen. Deze tekenen zijn ook niet steeds bij elk type aanwezig en daarnaast varieert de ernst en frequentie.
Type 1
Type 1 is het meest voorkomende type van de ziekte. Enkele maanden tot een jaar na de geboorte (en soms ook later) komen de symptomen van tyrosinemie type 1 tot uiting. De belangrijkste symptomen zijn:
Type 2
Patiënten met tyrosinemie type 2 kampen met volgende mogelijke tekenen:
- huid (bij 80% van de patiënten aanwezig): palmoplantaire hyperhidrose (eeltvorming, vooral aan handpalmen en voetzolen)
- neurologisch (bij 50-75% van de patiënten aanwezig): verstandelijke beperking, gedragsstoornissen, convulsies, tremoren (bevingen), ataxie (evenwichts- en coördinatiestoornissen)
- oog (bij 60% van de patiënten aanwezig): nystagmus (wiebelogen), tranende ogen, oogpijn, fotofobie (een overgevoeligheid voor licht)
Type 3
Tyrosinemie type 3 gaat gepaard met volgende mogelijke neurologische klachten:
- een verminderd evenwichtsgevoel
- een verminderde coördinatie
- een verstandelijke beperking
- stuipen (oncontroleerbare fysieke bewegingen en veranderingen in het bewustzijn)
Diagnose en onderzoeken
De arts test type 1 van de ziekte reeds binnen een week na de geboorte van een kind met behulp van de hielprik. Door deze snelle diagnose is het mogelijk om reeds snel te starten met de behandeling waardoor minder schade tot stand komt. In landen waar de hielprik niet gegeven wordt, onderzoekt de arts de patiënt en noteert hij de symptomen. Vervolgens voert hij een
bloedonderzoek en een
urineonderzoek uit.
Behandeling: Dieet en medicatie
Een genezing bestaat niet voor tyrosinemie. De behandeling is afhankelijk van het type en ook van de ernst van de symptomen. Een medicamenteuze behandeling is mogelijk bij type 1. De meeste patiënten met type 2 en ook type 3 volgen een speciaal dieet met zo weinig mogelijk fenylalanine en tyrosine, waardoor minder schade tot stand komt. Verder krijgen patiënten ook voedingssupplementen van aminozuren (behalve fenylalanine en tyrosine) zodat de groei van de patiënt niet belemmerd wordt (eiwitten zijn namelijk nodig voor de groei). Ervaart de patiënt ernstige huidklachten, dan schrijft de arts retinoïden voor. Soms is op latere leeftijd een
levertransplantatie vereist.
Complicaties
Patiënten met tyrosinemie lijden sneller aan volgende aandoeningen:
Preventie van tyrosinemie
Er is momenteel geen manier om tyrosinemie volledig te voorkomen vanwege het genetische karakter van de aandoening. Preventieve maatregelen zijn vooral gericht op het vroegtijdig diagnosticeren en behandelen van de ziekte om complicaties te minimaliseren.
Genetisch advies
Ouders met een bekend risico op het krijgen van een kind met tyrosinemie kunnen genetische expertise overwegen. Dit kan hen helpen om de risico’s beter te begrijpen en om geïnformeerde beslissingen te nemen over hun reproductieve keuzes.
Prenatale diagnose
In sommige gevallen kan prenatale diagnostiek worden overwogen om tyrosinemie vroegtijdig op te sporen bij een ongeboren kind. Dit biedt ouders de mogelijkheid om voorbereid te zijn op eventuele behandelingen kort na de geboorte.
Screening van pasgeborenen
Vroege screening van pasgeborenen, zoals via de hielprik, is essentieel om tyrosinemie type 1 snel te detecteren en tijdig met de behandeling te beginnen. Hierdoor kunnen ernstige complicaties op latere leeftijd worden verminderd.