Klapvoet: Voetafwijking met abnormale loopgang
Patiënten met een klapvoet tillen het voorste deel van de voet niet op. Zij lopen dan ook met de knie overmatig geheven en zetten de voet op de punt neer. Door deze tijdelijke of permanente voetafwijking neemt de patiënt een andere loopgang aan, waardoor mensen soms ook spreken van een ‘hanentred’. Klapvoeten komen veelal tot stand door zwakte of verlamming van de spieren die de voet optillen. Een klapvoet is bijgevolg geen ziekte maar een voetafwijking die duidt op een onderliggend neurologisch, musculair of anatomisch probleem. De behandelingen voor een klapvoet variëren afhankelijk van de oorzaak en bestaan uit chirurgie, fysiotherapie en hulpmiddelen. De voetafwijking resulteert tot slot sneller in valpartijen en struikelen waardoor preventieve maatregelen vereist zijn.
Synoniemen
Een ‘voetheffersparese’ en ‘dropvoet’ zijn synoniemen voor een klapvoet.
Oorzaken: Onderliggend probleem
Een klapvoet is een symptoom van een tijdelijk of permanent onderliggend probleem. Zwakte of
verlamming van de spieren die de voet optillen liggen meestal aan de basis van klapvoeten.
Aandoeningen aan wervelkolom
Een verwonding aan de zenuwwortels in de wervelkolom veroorzaakt mogelijk een klapvoet. Daarnaast oefent een tumor of cyste in de wervelkolom druk uit op de kuitbeenzenuw, met een klapvoet als gevolg. Ook ontstaat soms een te sterke groei van het bot in de wervelkolom waardoor klapvoeten tot stand komen. Enkele wervelkolomaandoeningen die de voetafwijkingen als resultaat hebben omvatten:
Bijwerkingen van medicatie en alcohol
Bijwerkingen op medicijnen of alcohol veroorzaken soms ook klapvoeten.
Hersenaandoeningen
Neurologische aandoeningen dragen bij aan de voetafwijking. Voorbeelden hiervan zijn:
Spieraandoeningen
Aandoeningen waarbij de spieren geleidelijk verzwakken of verslechteren leiden soms ook tot een klapvoet. Deze omvatten:
Zenuwschade
Meestal ontstaat een klapvoet door een verwonding van de peroneale zenuw (nervus peroneus: kuitbeenzenuw). Deze zenuw is een vertakking van de heupzenuw (nervus ischiadicus) die van de achterkant van de knie naar de voorkant van het scheenbeen loopt. Omdat deze zenuw zich dicht bij het oppervlak bevindt, ontstaat hieraan snel schade. Een letsel aan de peroneale zenuw gaat ook gepaard met
pijn of gevoelloosheid langs het scheenbeen of de bovenkant van de voet. Enkele veel voorkomende aandoeningen die leiden tot schade aan of druk op de kuitbeenzenuw:
- een bevalling
- een heup- of knievervangingsoperatie
- het compartimentsyndroom (pijn, gevoelloosheid en zwakte als gevolg van druk op of schade aan spieren, bloedvaten en zenuwen)
- een tumor of cyste
- lange tijd met een been in het gips gezeten hebben
- lange uren in kleermakerszit of gehurkt doorgebracht hebben
- sportletsels
- suikerziekte (diabetes mellitus)
Symptomen: Slepen van tenen over grond
Een patiënt met een klapvoet is niet in staat om het voorste deel van de voet op te tillen. Hierdoor gaan de tenen tijdens het lopen over de grond slepen (schrapen) omdat ze de voet aan de punt neerzetten. De patiënt compenseert dit door de knie hoger dan normaal op te tillen (zoals hij op een
trap zou lopen), of anders zwaait hij het been in een wijde boog (overdreven swingende heupbeweging). Door deze abnormale looppas klapt de voet als het ware ongecontroleerd op de vloer bij elke stap. Het laten vallen van de voet gebeurt met één voet of met beide voeten tegelijkertijd. Bij sommige patiënten voelt de huid op de bovenkant van de voet en tenen gevoelloos aan.
Een klapvoet treedt bij een aantal patiënten op zonder symptomen van
voetpijn of
beenpijn. Soms is de voetafwijking namelijk het enige symptoom van een onderliggend probleem. Andere patiënten hebben pijn en/of neurologische symptomen zoals tintelingen (
paresthesieën) of
brandend gevoel aan de voeten. Klapvoeten gaan daarnaast soms gepaard met een evenwichtsverlies of coördinatieproblemen, waardoor het moeilijk is om zonder hulp(middelen) te lopen.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Een klapvoet is meestal goed te diagnosticeren tijdens een lichamelijk onderzoek. De arts bekijkt de loopgang en test de beenspieren op tekenen van zwakte. Een snelle test voor het opsporen van een klapvoet is om op de patiënt op de hielen te laten lopen. Als dit moeilijk is voor de patiënt, wijst dit mogelijk op een klapvoet. Daarnaast bekijkt de arts of bepaalde delen van en rond de voet gevoelloos zijn. De arts bekijkt tevens de
schoenen van de patiënt. De neus van de schoen is vaak afgeschaafd door het slepen van de voet over de grond.

Soms is een bloedonderzoek ook nodig /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay Diagnostisch onderzoek
De arts gebruikt ook beeldvormende onderzoeken om de oorzaak van de klapvoet op te sporen zoals:
Verder is een
bloedonderzoek nodig wanneer de arts vermoedt dat
alcoholmisbruik of diabetes mellitus aan de basis liggen van de klapvoeten.
De klapvoet tast meestal de spieren aan die verantwoordelijk zijn voor het naar boven bewegen van de enkel en de voet, met name de voorste tibialis, extensor halluces longus en extensor digitorum longus.
Behandeling van klapvoet
De behandeling voor een klapvoet is afhankelijk van de oorzaak. Een vroege behandeling van een klapvoet vergroot de kans op herstel.
Chirurgie
Bij zenuwschade is vaak een operatie vereist om een beschadigde zenuw te repareren of te decomprimeren (druk op een zenuw verlichten). Ook bij een permanente voetafwijking is een operatie nodig om de loopgang en stabiliteit te verbeteren.
Fysiotherapie
De patiënt krijgt fysiotherapie voor het versterken van de voet- en beenspieren. Hierdoor verbetert het looppatroon van de patiënt. De fysiotherapeut zet bij een aantal patiënten elektronische apparaten in die de beenzenuwen stimuleren tijdens het lopen (zenuwstimulatie).
Orthopedische hulpmiddelen
Verder zijn patiënten ook gebaat met schoeninzetstukken, spalken en braces.
Prognose van voetafwijking
De vooruitzichten variëren afhankelijk van de oorzaak van de klapvoet. Wanneer de aandoening het gevolg is van druk op een zenuw, herstelt de patiënt meestal binnen de drie maanden nadat verdere druk vermeden wordt. Een gedeeltelijke peroneale zenuwverlamming na een totale knievervanging heeft een goede prognose. Bij een volledige postoperatieve verlamming van de peroneale zenuw is de prognose variabel. Een gedeeltelijke verlamming van de kuitbeenzenuw herstelt sneller dan een volledige verlamming. Bij directe schade aan de nervus peroneus is de uitkomst gunstiger voor een penetrerend trauma dan voor een bot trauma.
Complicaties van klapvoeten
Een klapvoet verhoogt het risico op struikelen en
valpartij. Het is bijgevolg belangrijk dat de patiënt voorzorgsmaatregelen in het huis neemt:
- elektrische snoeren niet in het looppad plaatsen
- fluorescerende tape op de bovenste en onderste traptreden plaatsen
- geen kleedjes en tapijten gebruiken
- geen rommel op de grond leggen
- kamers en trappen goed verlichten
Lees verder