Marshall-syndroom: Afwijkingen aan gezicht, oren en ogen
Het Marshall-syndroom is een aandoening waarbij de patiënt afwijkingen heeft aan het gezicht, de ogen, de oren en het skelet. De behandeling van deze genetische aandoening bestaat vooral uit chirurgie, diverse therapieën en hulpmiddelen. Hoewel de symptomenreeks zeer variabel is, zijn de vooruitzichten van patiënten met dit zeldzame syndroom meestal uitstekend. De arts D. Marshall beschreef de ziekte voor het eerst in de medische literatuur in 1958.
Synoniemen Marshall-syndroom
Het Marshall-syndroom is ook nog gekend onder als "doofheid-bijziendheid-cataract-zadelneus, type Marshall". De gebruikte afkorting van dit syndroom is "MRSHS".
Epidemiologie aandoening
Het Marshall-syndroom treft mannen en vrouwen in gelijke aantallen. Verdere epidemiologische gegevens zijn niet gevonden in de geraadpleegde literatuur.
Oorzaken en erfelijkheid
Het Marshall-syndroom is een genetische aandoening waarbij mutaties (wijzigingen) in het COL11A1-gen plaatsvinden. Bij deze autosomaal dominante ziekte erft het kind de mutatie direct van een ouder. Slechts één kopie van het gemuteerde gen is voldoende om de aandoening te veroorzaken.
Symptomen aan gezicht, ogen, oren en skelet
Gezicht
De patiënt vertoont een dikker dan normaal schedeldak, waarin kalkaanslag te vinden is. Soms ontbreken de frontale sinussen. Voorts is het middelste gedeelte van het
gezicht bij de patiënt plat en gezonken. De neus van de patiënt vertoont bovendien diverse afwijkingen: een
zadelneus (neusmisvorming met instorting van neusbrug), een omgedraaide neusbrug en neusgaten en een kleiner dan normaal of ontbrekend neusbeen zijn typische
neusafwijkingen. De lippen zijn goed gevuld. De bovenste snijtanden steken naar voren uit wat leidt tot een overbeet. Voorts heeft de patiënt een kleine onderkaak. Een gespleten lip of gehemelte (
schisis) zijn ook vaak gerapporteerd. Tot slot heeft de patiënt weinig beharing op de
wimpers en wenkbrauwen.
Ogen
De meeste patiënten zijn zeer bijziend (
myopie). Het glasvocht (de geleiachtige massa achteraan in het oog) sterft langzaam af waardoor het risico op een
netvliesloslating (ablatio retinae) toeneemt. Sommige patiënten komen ter wereld met
cataract (staar: troebele ooglens) terwijl anderen deze oogziekte ontwikkelen in de adolescentie. Bovendien lijden sommige patiënten aan
scheelzien (strabisme), een verplaatste ooglens (
ectopia lentis, lensdislocatie) of
glaucoom (een verhoogde oogboldruk). De ogen van de patiënt staan tot slot ver uit elkaar (
hypertelorisme).
Oren
Mild tot ernstig
gehoorverlies is gebruikelijk en dit treedt mogelijk erg vroeg op (zelfs tijdens het eerste levensjaar). De vervorming van het geluid is het gevolg van zenuwbeschadiging en daarom is sprake van
perceptief gehoorverlies. Het gehoorverlies is progressief en daardoor horen patiënten op latere leeftijd hogere tonen niet meer goed. Tevens zijn patiënten met het syndroom vatbaarder voor infecties waardoor het gehoorvermogen tijdelijk nog slechter is. Door de slechthorendheid is de ontwikkeling van de patiënt soms vertraagd en heeft de patiënt leerproblemen.
Skelet
Veel patiënten hebben een kort en gedrongen uiterlijk. Door de
skeletafwijkingen heeft de patiënt
stijve gewrichten.
Artrose (reumatische aandoening van gewrichtskraakbeen met
pijn, stijfheid,
gewrichtsgeluiden en hardheid) van de knieën en de wervelkolom begint reeds tijdens de volwassenheid.
Andere symptomen
Bijkomende symptomen die vaak aanwezig zijn, omvatten minder goed kunnen zweten en dun haar.
Diagnose en onderzoeken
Diagnostisch onderzoek
Voor het stellen van de diagnose zijn een kinderarts en oogarts vereist. Een
röntgenfoto toont talrijke botmisvormingen, vooral in het gezicht en in de schedel. Voorts voert de arts een
MRI-scan van de
hersenen uit. De oogarts doet verder een grondig
oogonderzoek waardoor hij de oogafwijkingen identificeert. De bevestiging van de diagnose van het Marshall-syndroom gebeurt aan de hand van een genetisch onderzoek.
Differentiële diagnose
De symptomenreeks van volgende aandoeningen en syndromen lijken op deze van het Marshall-syndroom en zijn daarom bruikbaar voor een differentiële diagnose:
Congenitale spondyloepifyseale dysplasie
Bij deze aandoening treedt een groeiachterstand voor de geboorte op met misvormingen aan de rug en/of afwijkingen in de ogen.
Congenitale syfilis
De symptomen van de chronische besmettelijke ziekte
syfilis verschijnen pas weken tot soms jaren na de geboorte. Typische kenmerken van
congenitale syfilis omvatten
koorts,
huidproblemen en een
laag geboortegewicht. Latere symptomen zijn
botpijn,
tandafwijkingen,
wazig gezichtsvermogen (een verminderde
gezichtsscherpte), pijn aan de ogen, een ongevoeligheid voor licht, een zadelneus, een botuitsteeksel van het voorhoofd, een korte bovenkaak en doofheid.
Het Stickler-syndroom
Bij het
Stickler-syndroom, een bindweefselaandoening, treden mutaties op in hetzelfde gen waarbij de ogen, het skelet, het binnenoor en/of het hoofd en gezicht zijn aangetast.
Het Wagner-syndroom
Degeneratie van het glasachtig lichaam in het oog en cataract komen voor bij deze autosomaal dominante aandoening. Sporadisch treedt een netvliesloslating op bij het
Wagner-syndroom.
Belangrijke opmerking
Het Marshall-syndroom is niet hetzelfde als het Marshall-Smith-syndroom want bij deze laatste aandoening hebben patiënten juist een grote lengte.
Behandeling van afwijkingen
Het Marshall-syndroom kent geen effectief bewezen behandeling, en daarom is een multidisciplinair team van artsen nodig om ondersteunende en symptomatische behandelingen aan te bieden. Soms is een
cataractoperatie vereist wanneer staar aanwezig is. Een netvliesloslating valt eveneens chirurgisch te behandelen via een
pneumatische retinopexie of
sclerale knik. Een
hoorapparaat behandelt het eventuele gehoorverlies. Logopedie en fysiotherapie zijn vaak nodig bij de patiënt om de ontwikkeling van de patiënt te stimuleren. Verder is plastische chirurgie nuttig bij de correctie van een zadelneus. Een tandheelkundige behandeling is bij een aantal patiënten tot slot vereist.
Prognose is uitstekend
De levensverwachting is niet aangetast door de ziekte. Bij de meeste patiënten is het gezichtsvermogen bovendien vrij goed tot normaal na de oogbehandelingen.
Complicaties van Marshall-syndroom
Gehoorcomplicaties
- Progressief gehoorverlies: Gehoorverlies kan toenemen naarmate de patiënt ouder wordt, wat invloed kan hebben op communicatie en sociale interacties.
- Hoorproblemen door infecties: Patiënten met Marshall-syndroom zijn vatbaarder voor infecties die tijdelijk het gehoor kunnen verslechteren.
Oogcomplicaties
- Netvliesloslating: De degeneratie van het glasvocht kan leiden tot netvliesloslating, wat een ernstige bedreiging vormt voor het gezichtsvermogen.
- Cataract: De vorming van cataract kan het gezichtsvermogen verder belemmeren en kan vereisen dat er chirurgische ingrepen worden uitgevoerd.
Skeletcomplicaties
- Artrose: De aandoening kan leiden tot vroege ontwikkeling van artrose, vooral in de knieën en wervelkolom, wat pijn en stijfheid kan veroorzaken.
- Stijve gewrichten: Stijve gewrichten kunnen mobiliteit en levenskwaliteit beïnvloeden, wat kan leiden tot beperkingen in dagelijkse activiteiten.
Gezichtcomplicaties
- Zadelneus: De afwijkingen in de neusstructuur kunnen leiden tot esthetische en functionele problemen, zoals ademhalingsmoeilijkheden.
- Beperkte beharing: Minder beharing op de wimpers en wenkbrauwen kan esthetische en mogelijk functionele problemen veroorzaken.
Preventie van Marshall-syndroom
Het Marshall-syndroom is een zeldzame genetische aandoening waarvoor geen specifieke preventie beschikbaar is. Aangezien het syndroom erfelijk is, kan genetische expertise nuttig zijn voor paren met een familiegeschiedenis van het syndroom of andere genetische aandoeningen. Tijdens de genetische expertise kan worden besproken:
- De kans op het doorgeven van de aandoening aan nakomelingen
- Beschikbare genetische tests om het risico te beoordelen
- Bespreking van de opties voor preconceptionele of prenatale screening
Lees verder