Bronchoalveolaire lavage: Onderzoek en spoeling van longen
Een bronchoalveolaire lavage (broncho-alveolaire lavage, BAL) is een diagnostische procedure waarbij de arts cellen, vloeistof en ander materiaal verwijdert uit de kleinste luchtwegen en de longblaasjes. Dit is belangrijk om infecties en andere longaandoeningen op te sporen. Daarnaast is hij in staat om dankzij het onderzoek ook enkele behandelingen uit te voeren. De arts gebruikt voor het onderzoek een bronchoscoop (soort buisje). Hij brengt vervolgens een zoutoplossing in, spoelt de longen en vangt dan materiaal op dat hij verder laat onderzoeken. De arts verwijdert vervolgens het vocht en laat dit dan verder onderzoeken. Na het onderzoek bespreekt de patiënt de resultaten met de arts en zet deze een gepaste behandeling in. Aan deze minimaal invasieve procedure zijn tot slot enkele mogelijke risico's verbonden.
Toepassingen van bronchoalveolaire lavage
Diagnose stellen
Infecties
Een bronchoalveolaire lavage (BAL) is een medische procedure waarmee de arts cellen en andere delen uit bronchiale en alveolaire ruimtes verkrijgt. Een bronchoalveolaire lavage zet de arts daarom vaak in om infecties te diagnosticeren bij patiënten met immuunsysteemproblemen, bij patiënten met beademingsapparaten, en bij patiënten met het acute respiratory distress syndrome (ARDS). Een BAL diagnosticeert bovendien een
tuberculose (bacteriële infectie met longproblemen), schimmelinfecties die de longen treffen, een
bacteriële longontsteking, een opportunistische of
atypische longontsteking en COVID-19 (virale infectie veroorzaakt door het
coronavirus).
Geen infecties
Een bronchoalveolaire lavage biedt is tevens nuttig voor de ondersteuning van de diagnose van sommige niet-infectieuze aandoeningen zoals diffuse alveolaire bloeding, pulmonale alveolaire proteïnose (PAP), eosinofiele pneumonie,
overgevoeligheidspneumonitis,
interstitiële longaandoeningen (littekens en
ontsteking in longen), chronische
berylliose (
metaalvergiftiging door
vergiftiging met beryllium), de aanwezigheid van kwaadaardige cellen (
longkanker) en
blootstelling aan asbest (zoals
asbestose).
Behandeling uitvoeren
De arts gebruikt een BAL soms ook om hardnekkige slijmproppen te verwijderen (zoals bij
astma en
mucoviscidose). Hele longspoelingen zijn nuttig bij silicose en alveolaire microlithiasis. De ventilatie van de luchtwegen verbeteren is ook mogelijk met BAL. Daarnaast zet de arts een bronchoalveolaire lavage in om een ontsteking van de luchtwegen te verminderen bij aandoeningen zoals een
chronische obstructieve longziekte (COPD) en pulmonale alveolaire proteïnose (PAP).

Voor patiënten met instabiele angina pectoris (onregelmatige pijn op de borst) is dit onderzoek niet aanbevolen /
Bron: Pexels, PixabayContra-indicatie voor medisch onderzoek
De medische procedure is minder geschikt bij patiënt die de afgelopen maand gekampt hebben met een myocardinfarct (
hartaanval) of een
instabiele angina pectoris (onregelmatige
pijn op de borst), hemodynamische instabiliteit, ongecontroleerde aritmieën (hartritmestoornissen) en refractaire hypoxemie (tekort aan zuurstof in het bloed wat slecht te behandelen is).
Voor het onderzoek
De arts doorloopt de
medische geschiedenis en het medicatiegebruik van de patiënt. Soms mag de patiënt namelijk bepaalde medicijnen tijdelijk niet gebruiken of anders moet de patiënt na overleg met de arts de dosis aanpassen. Verder moet de arts op de hoogte zijn van de
rookstatus en blootstellingsgeschiedenis aan
rook. Roken geeft namelijk een substantieel effect op de cellulaire samenstelling van een bronchoalveolaire lavage. De arts bemerkt namelijk veel meer neutrofielen en macrofagen in de longvloeistof dan bij niet-rokers. De patiënt mag tot zes uur voor het onderzoek een lichte maaltijd nuttigen. Niet-bruisend water en thee zonder suiker en melk is toegelaten tot twee uur voor het onderzoek. Tot één uur voor de procedure mag de patiënt de tanden poetsen of een beetje
water drinken om nog
medicatie te nemen.
Tijdens de medische procedure
De totale tijdsduur van dit onderzoek bedraagt circa twintig minuten en veroorzaakt geen of milde
pijn. De arts verdooft eerst de keel van de patiënt. De arts plaatst een bijtring tussen de tanden en kaken van de patiënt. De arts maakt tijdens een BAL gebruik van een
bronchoscoop. Dit is een instrument, een soort buisje waarmee de arts de binnenkant van de luchtwege kan inspecteren. In de dunne, buigzame slang is een videocamera en lamp ingebouwd. De arts plaatst de bronchoscoop via de
mond of soms
neus in de kleinste luchtwegen (bronchiolen) en longblaasjes (alveoli) in de longen. Hij brengt vervolgens een afgemeten hoeveelheid steriele normale zoutoplossing in via de bronchoscoop, om zo een spoeling van de longen uit te voeren (lavage). Enkele minuten later zuigt hij de vloeistoffen, cellen en ander materiaal opnieuw op en plaatst hij dit vocht in een flesje. Af en toe neemt de arts ook nog wat longweefsel weg (
longbiopsie). De arts stuurt dit vocht en monster dan naar een laboratorium voor verder microscopisch onderzoek.
Na de test en de spoeling van de longen
De arts maakt na het onderzoek een longfoto om te kijken of er geen longschade is opgetreden door de bronchoalveolaire lavage. De patiënt gaat dan terug naar de Endoscopie-afdeling waar hij na een halfuur een beetje water toegediend krijgt; de keelverdoving is dan pas uitgewerkt. Lukt het slikken goed, dan mag de patiënt meer drinken en ook weer eten. Keelirritatie,
slikproblemen en wat bloederig
slijm ophoesten is normaal. Binnen de twee dagen verdwijnen deze klachten. Na een gesprek met de longarts in het ziekenhuis, mag de patiënt het ziekenhuis verlaten. De patiënt wordt best naar huis gebracht omdat hij voor de procedure een kalmerend medicijn toegediend heeft gekregen. De longarts stuurt de bevindingen door naar de huisarts of verwijzend arts die dan zorgt voor een gepaste behandeling en eventuele opvolging.
Complicaties van BAL
BAL is een relatief veilige procedure die goed wordt verdragen door de meeste patiënten. De vaakst voorkomende risico's van de procedure zijn vergelijkbaar met deze van een flexibele bronchoscopie (
inwendig kijkonderzoek van de luchtpijpvertakkingen). Deze omvatten voorbijgaande hypoxemie, een longbloeding,
pijn bij de ademhaling, post-BAL-
koorts (waargenomen bij maximaal 30% van de patiënten),
bronchospasmen (
spierkrampen aan luchtpijp met ademnood), infecties, een ademstilstand en zeer zelden een
pneumothorax (klaplong) en schade aan het gebit (door de bijtring).
Lees verder