Plakkerige ontlasting: symptomen en oorzaken kleverige poep
Plakkerige ontlasting of poep kan het gevolg zijn van te veel vet in je dieet. Een vetrijk dieet kan bijvoorbeeld leiden tot ontlasting die plakkeriger is dan normaal, terwijl een vezelrijk dieet leidt tot een gezonde spijsvertering en een goede stoelgang. Plakkerige ontlasting kan ook het gevolg zijn van een spijsverteringsstoornis, waarbij er ofwel sprake is van een probleem met de afbraak van vetten (malabsorptie) ofwel een onvermogen van de darm om vetten in het lichaam op te nemen (maldigestie). Het vetgehalte van de ontlasting is toegenomen als er gedurende meerdere dagen meer dan 10 gram vet in de ontlasting aanwezig is. In dat geval spreekt men ook wel over 'steatorroe' of 'vetdiarree'. Dit komt vaak door een lichamelijke ziekte. Verschillende organen spelen een rol in de spijsvertering. Als ze niet goed werken, kan de afbraak van vetten uit voedsel worden verstoord. Het lichaam scheidt vervolgens het vet uit via de ontlasting. Het resultaat is plakkerige ontlasting of poep.
Plakkerige ontlasting
Sophie voelde zich al een paar dagen niet helemaal lekker. Haar buik voelde opgeblazen aan en toen ze naar de wc ging, merkte ze iets vreemds op. Haar ontlasting was anders dan normaal het was kleverig en bleef aan de toiletpot plakken. Ze probeerde het weg te spoelen, maar het was hardnekkiger dan ze gewend was. Sophie maakte zich zorgen en vroeg zich af of dit een teken was van iets ernstigs.
Plakkerige ontlasting is iets dat iedereen wel eens kan meemaken. Hoewel het misschien wat gênant of ongemakkelijk lijkt, kan het ons veel vertellen over wat er in ons lichaam gebeurt. Vaak heeft plakkerige ontlasting te maken met de manier waarop ons lichaam voedsel verwerkt en hoe goed onze spijsvertering werkt. Het kan een signaal zijn dat we iets verkeerd eten, of het kan wijzen op onderliggende problemen met onze darmen of spijsverteringsorganen. Maar wat betekent het precies als je last hebt van plakkerige ontlasting? En wanneer moet je je zorgen maken? Laten we er eens dieper in duiken en ontdekken wat de mogelijke oorzaken zijn van plakkerige ontlasting en wat je eraan kunt doen.
Hoe vaak komt het voor en bij wie?
Plakkerige ontlasting, ook wel kleverige of vettige ontlasting genoemd, kan een symptoom zijn van verschillende onderliggende spijsverteringsproblemen. Hoewel het geen aandoening op zichzelf is, komt het wereldwijd regelmatig voor bij mensen van alle leeftijden. De frequentie waarmee plakkerige ontlasting voorkomt, varieert echter afhankelijk van geografische regios, eetgewoonten, de prevalentie van specifieke ziekten zoals malabsorptie en pancreasaandoeningen, en andere risicofactoren zoals dieet en levensstijl.
Laten we de epidemiologie van plakkerige ontlasting nader bekijken en de factoren bespreken die bijdragen aan de incidentie en prevalentie van dit symptoom.
Algemene prevalentie: Plakkerige ontlasting in de algemene bevolking
Plakkerige ontlasting kan op verschillende momenten in het leven optreden en is soms het gevolg van veranderingen in het dieet of tijdelijke maag- en darmklachten. Hoewel de prevalentie moeilijk precies te bepalen is vanwege de vele verschillende oorzaken, wordt aangenomen dat miljoenen mensen wereldwijd op een bepaald moment in hun leven met dit symptoom te maken krijgen. In de meeste gevallen is plakkerige ontlasting tijdelijk en wordt het veroorzaakt door dieetfactoren of voorbijgaande aandoeningen zoals gastro-enteritis of lactose-intolerantie.
- Incidenteel voorkomend: Veel mensen ervaren incidentele episodes van plakkerige ontlasting na het eten van vetrijke of vezelarme maaltijden, of als gevolg van tijdelijke spijsverteringsstoornissen.
- Chronische gevallen: Bij mensen met onderliggende aandoeningen zoals coeliakie, pancreasinsufficiëntie, of inflammatoire darmziekten (IBD) kan plakkerige ontlasting een chronisch probleem zijn.
Oorzaken-gerelateerde prevalentie
De incidentie van plakkerige ontlasting hangt vaak nauw samen met de prevalentie van specifieke ziekten of aandoeningen die dit symptoom veroorzaken. De meest voorkomende oorzaken van plakkerige ontlasting zijn aandoeningen die leiden tot malabsorptie van vetten, eiwitten of koolhydraten. Hieronder bespreken we de prevalentie van enkele van de belangrijkste oorzaken:
Coeliakie
Coeliakie, een auto-immuunziekte waarbij de dunne darm beschadigd raakt door gluteninname, is een belangrijke oorzaak van plakkerige ontlasting. Mensen met coeliakie kunnen hun voedsel niet goed verteren, wat leidt tot vettige, plakkerige ontlasting.
- Prevalentie wereldwijd: Coeliakie komt voor bij ongeveer 1 op de 100 mensen wereldwijd. In Europa en Noord-Amerika ligt de prevalentie iets hoger, met een schatting van 1-2% van de bevolking. De aandoening blijft echter vaak ondergediagnosticeerd, wat betekent dat veel mensen onopgemerkt met coeliakie leven.
- Effect op ontlasting: Bij onbehandelde coeliakie wordt de darmwand beschadigd, wat leidt tot malabsorptie van voedingsstoffen. Dit kan resulteren in plakkerige, vettige ontlasting die moeilijk door te spoelen is.
Pancreasinsufficiëntie
Exocriene pancreasinsufficiëntie (EPI) treedt op wanneer de alvleesklier niet genoeg enzymen produceert om vetten, eiwitten en koolhydraten goed te verteren. Dit leidt tot malabsorptie en kan plakkerige ontlasting veroorzaken.
- Prevalentie wereldwijd: EPI komt vaker voor bij mensen met aandoeningen zoals chronische pancreatitis, cystische fibrose, of na operaties waarbij delen van de alvleesklier worden verwijderd. De prevalentie van EPI bij chronische pancreatitis wordt geschat op ongeveer 30-85%, afhankelijk van de ernst van de ziekte.
- Effect op ontlasting: Door een gebrek aan verteringsenzymen blijft vet onverteerd in de ontlasting, wat resulteert in steatorroe, een aandoening waarbij vettige, plakkerige ontlasting optreedt.
Inflammatoire darmziekten (IBD)
Zowel ziekte van Crohn als colitis ulcerosa kunnen leiden tot malabsorptie en plakkerige ontlasting. Bij mensen met deze aandoeningen kan de darmwand ontstoken raken, wat de opname van voedingsstoffen belemmert.
- Prevalentie wereldwijd: IBD komt voor bij ongeveer 0,2-0,3% van de bevolking wereldwijd, hoewel de incidentie in ontwikkelde landen, zoals in Europa en Noord-Amerika, aanzienlijk hoger is, met een prevalentie van 0,5-1%.
- Effect op ontlasting: De ontsteking van de darmwand kan leiden tot een slechte opname van voedingsstoffen, wat resulteert in diarree of plakkerige ontlasting.
Lactose-intolerantie
Lactose-intolerantie treedt op wanneer het lichaam onvoldoende lactase produceert, het enzym dat nodig is om lactose (melksuiker) te verteren. Dit kan leiden tot malabsorptie van lactose en plakkerige ontlasting.
- Prevalentie wereldwijd: Lactose-intolerantie komt wereldwijd zeer vaak voor, vooral bij volwassenen. Ongeveer 65% van de wereldbevolking heeft een verminderde capaciteit om lactose te verteren na de kindertijd. In Aziatische, Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse populaties kan de prevalentie oplopen tot 90-100%.
- Effect op ontlasting: Bij lactose-intolerantie kan het onverteerde lactose fermenteren in de darmen, wat leidt tot diarree, gasvorming en soms plakkerige ontlasting.
Voedselintoleranties en dieetgerelateerde oorzaken
Naast lactose-intolerantie kunnen ook andere voedselintoleranties of onevenwichtige diëten leiden tot plakkerige ontlasting. Voedingsmiddelen met een hoog vetgehalte, bewerkte suikers, of een laag vezelgehalte kunnen de spijsvertering verstoren en bijdragen aan plakkerige ontlasting.
- Prevalentie wereldwijd: Voedselintoleranties zoals fructose-intolerantie of glutenintolerantie komen steeds vaker voor, vooral in westerse landen. Ongeveer 5-10% van de wereldbevolking heeft een vorm van voedselintolerantie.
- Effect op ontlasting: Onevenwichtige diëten met te veel vet of suiker kunnen de spijsvertering vertragen en leiden tot plakkerige ontlasting.
Demografische en geografische verschillen
De prevalentie van plakkerige ontlasting hangt sterk af van demografische factoren zoals leeftijd, geslacht en geografische locatie, en van het voorkomen van onderliggende spijsverteringsaandoeningen.
Leeftijd
- Kinderen: Bij kinderen wordt plakkerige ontlasting vaak gezien als gevolg van voedingsintoleranties, zoals lactose-intolerantie, of als bijwerking van bepaalde medicijnen. Coeliakie komt ook vaak voor bij kinderen, wat een risicofactor is voor plakkerige ontlasting.
- Volwassenen: Bij volwassenen is plakkerige ontlasting vaker gerelateerd aan chronische aandoeningen zoals pancreasinsufficiëntie, IBD, of voedselintoleranties die zich ontwikkelen naarmate men ouder wordt.
Geslacht
Er is geen duidelijk geslachtsverschil in de prevalentie van plakkerige ontlasting, maar bepaalde onderliggende aandoeningen zoals IBD en coeliakie hebben wel een lichte vrouwelijke oververtegenwoordiging.
Geografische variatie
- In ontwikkelde landen komt plakkerige ontlasting vaker voor als gevolg van voedselintoleranties en spijsverteringsstoornissen zoals coeliakie en IBD.
- In ontwikkelingslanden is plakkerige ontlasting vaker het gevolg van parasitaire infecties of malabsorptie door slechte voedingsomstandigheden.
Impact op de kwaliteit van leven
Ofschoon plakkerige ontlasting vaak wordt gezien als een ongemak of gênant symptoom, kan het een significante impact hebben op de kwaliteit van leven, vooral als het chronisch is. Mensen met plakkerige ontlasting ervaren vaak:
- Sociaal ongemak door het frequente gebruik van het toilet of door de moeilijkheden bij het doorspoelen van de ontlasting.
- Buikpijn en winderigheid, vooral als het symptoom het gevolg is van malabsorptie of voedselintoleranties.
- Gewichtsverlies en voedingsdeficiënties, vooral bij onderliggende aandoeningen zoals coeliakie of pancreasinsufficiëntie.
- Mensen met chronische plakkerige ontlasting kunnen zich ongemakkelijk voelen over het bespreken van hun klachten met een arts, wat kan leiden tot verlate diagnose van ernstige onderliggende aandoeningen.
Oorzaken van plakkerige ontlasting
Vetdiarree
Als voedingsvetten (meer dan 10 g per dag) in korte tijd worden uitgescheiden, bestaat er vaak een vermoeden van
vetdiarree (ook wel steatorroe of steatorree genoemd). Bij vetdiarree is de ontlasting vaak dun, plakkerig en vettig doordat er vaak te veel vet in de ontlasting zit. De oorzaak kan voedselintolerantie of een bepaalde ziekte zijn. Een spijsverteringsstoornis is vaak te wijten aan verminderde vetopname in de darm (malabsorptie) of een slechte vertering van de voeding in maag of darmen als gevolg van bijvoorbeeld onvoldoende afscheiding van de spijsverteringstoffen (maldigestie).
Dunne darm /
Bron: Nerthuz/Shutterstock.comMalabsorptie
Malabsorptie is een spijsverteringszwakte waarbij het lichaam de voedingsstoffen in voedsel niet goed kan opnemen en verwerken. Het komt vaak voor bij inflammatoire darmaandoeningen zoals de
ziekte van Crohn of
colitis ulcerosa, maar ook bij glutenintolerantie (coeliakie) of
kortedarmsyndroom, waarbij een deel van de dunne darm ontbreekt, waardoor de voedselbrij sneller door de darm gaat.
Maldigestie
Bij een slechte spijsvertering wordt het voedsel niet afgebroken tot de opneembare componenten. Het treedt op wanneer het lichaam niet genoeg galzuur of pancreasvocht kan leveren. Oorzaken kunnen zijn: een kleinere maag, zoals bij een gastric bypass (maagomleiding), of
(maag)zweren, tumoren, ontstekingen en bijwerkingen van medicatie.
Galziekte
Galzuur is uiterst belangrijk voor de spijsvertering omdat het het vet in het voedsel afbreekt. Het spijsverteringssap dat in de
lever wordt geproduceerd, stroomt normaal gesproken via het galkanaal in de darm. Indien het galkanaal echter door
galstenen of een tumor is verstopt, komt er weinig of geen galzuur in de darm, waardoor het vet onverteerd wordt uitgescheiden.
Galblaas en alvleesklier /
Bron: Nerthuz/Shutterstock.comZiekte van de alvleesklier
Net als de
galblaas is de
alvleesklier betrokken bij de vertering van vetten. Als exocriene klier maakt het alvleeskliersap aan, een mengsel van enzymen en basen. Het alvleeskliersap bestaat uit enzymen die verantwoordelijk zijn voor de afbraak van koolhydraten, eiwitten en vetten. Net als bij galzuur is het van invloed op de vetopname in de darm. Een tekort aan alvleeskliersap kan optreden als de alvleesklieringang een buisje in de alvleesklier waardoor het sap van de alvleesklier uit de alvleesklier naar het eerste deel van de dunne darm (duodenum) stroomt gesloten is of als er een
ontsteking van de alvleesklier is (
pancreatitis). In beide gevallen moet onmiddellijk een arts worden geraadpleegd, aangezien een alvleesklieraandoening in 15-20 procent van de gevallen ernstig is en zelfs levensbedreigend kan zijn. Ontsteking van de alvleesklier komt tot uiting in plotselinge, hevige
pijn in de bovenbuik, die naar de
rug en
borst uitstraalt. De pijn loopt vaak als een riem door het lichaam. De begeleidende symptomen zijn
misselijkheid,
braken,
winderigheid,
koorts en een algemeen gevoel van ziekte.
Alcoholgebruik
Bij overmatig en langdurig gebruik kan alcohol leiden tot chronische ontsteking van de alvleesklier. Om deze reden kan er, als de productie van spijsverteringsenzymen afneemt, plakkerige ontlasting optreden.
Stress
Er zijn wat bronnen die
(chronische) stress relateren aan plekkerige poep. Plakkerige ontlasting ontstaat vaak door stoornissen in het vetmetabolisme of door een enorme overmaat aan voedingsvetten die het lichaam niet kan opnemen. Stress is evenwel geen directe oorzaak van plakkerige ontlasting. Bij aanhoudende stress produceert je lichaam bepaalde hormonen die kunnen leiden tot een verhoogde afscheiding van vocht en elektrolyten, alsook slijm in de darm. Daarnaast kan stress leiden tot
zachte of waterige ontlasting of diarree.
Sommige medicijnen veroorzaken plakkerige ontlasting /
Bron: Stevepb, PixabayMedicijnen
Bepaalde middelen die je neemt om af te vallen, vertragen de opname van voedingsvetten uit de darm in het lichaam. Het overtollige vet kan zodoende worden uitgescheiden als een vette en plakkerige ontlasting. Andere medicijnen die tot steatorroe kunnen leiden, zijn onder meer:
- het antibioticum neomycine
- colchicine, een middel tegen jichtaanvallen
- colestyramine, hetgeen de hoeveelheid cholesterol en galzuren verlaagt en wordt gebruikt bij verhoogd cholesterol
Te snel werkende schildklier
Hyperthyreoïdie is de medische naam voor een
schildklier die te snel werkt. Kenmerkende klachten zijn een snelle en onregelmatige pols,
trillende handen, gevoeligheid voor warmte en een neiging tot zweten. De huid is vrij warm, klam en vochtig, en als teken van verhoogde metabole activiteit is de stoelgang frequent en zacht, er is gewichtsverlies ondanks een toename van de eetlust en haarverlies. De
spieren kunnen pijnlijk zijn. De getroffenen zijn
nerveus en prikkelbaar en lijden aan slapeloosheid.
Gele diarree en buikpijn door giardiasis /
Bron: Andrey Popov/Shutterstock.comParasitaire infecties: Giardiasis
Giardiasis is een infectie veroorzaakt door de parasiet Giardia lamblia. Deze parasiet besmet de dunne darm en verstoort de normale absorptie van voedingsstoffen.
- Symptomen: Diarree, buikpijn, winderigheid, vermoeidheid en plakkerige ontlasting.
- Prevalentie: Giardiasis komt wereldwijd voor, vooral in gebieden met slechte sanitaire voorzieningen. Het is een van de meest voorkomende parasitaire infecties in ontwikkelde landen door besmet waterbronnen.
- Behandeling: Antibiotica zoals metronidazol of tinidazol zijn effectief in het behandelen van giardiasis.
Cystische fibrose
Cystische fibrose is een erfelijke aandoening die de alvleesklier, longen en andere organen aantast. Bij de alvleesklier veroorzaakt cystische fibrose een verstopping van de klierkanalen, waardoor onvoldoende verteringsenzymen worden afgescheiden.
- Symptomen: Vettige, plakkerige ontlasting (steatorroe), gewichtsverlies, chronische diarree, buikpijn en een verhoogd risico op infecties van de longen.
- Prevalentie: Cystische fibrose komt voor bij ongeveer 1 op de 2.500 tot 3.500 geboorten in westerse landen.
- Behandeling: Patiënten gebruiken vaak spijsverteringsenzymen als supplementen, volgen een hoog-calorisch dieet en krijgen medicijnen om de symptomen te beheersen en infecties te voorkomen.
Orlistat en andere vetabsorptieremmers
Orlistat is een medicijn dat wordt gebruikt bij gewichtsverlies. Het werkt door de enzym lipase te blokkeren, waardoor vetten niet worden afgebroken en geabsorbeerd in de darmen.
- Symptomen: Vettige, plakkerige ontlasting, frequente stoelgang, buikpijn en winderigheid.
- Prevalentie: Mensen die Orlistat gebruiken voor gewichtsverlies ervaren vaak deze bijwerkingen, vooral als ze vetrijke maaltijden eten.
- Behandeling: Aanpassen van het dieet door vetinname te beperken kan de symptomen verminderen. In sommige gevallen kan het nodig zijn om het gebruik van Orlistat te heroverwegen.
Galzuurmalabsorptie
Galzuurmalabsorptie treedt op wanneer galzuren niet goed worden geabsorbeerd in de dunne darm. Dit kan leiden tot diarree en plakkerige ontlasting.
- Symptomen: Plakkerige, vettige ontlasting, diarree, buikpijn en winderigheid.
- Prevalentie: Het komt voor bij ongeveer 1-2% van de bevolking en kan geassocieerd zijn met aandoeningen zoals de ziekte van Crohn, ileumresectie of bepaalde infecties.
- Behandeling: Behandeling kan bestaan uit het gebruik van cholestyramine (een bindmiddel voor galzuren) of andere medicijnen die de absorptie van galzuren bevorderen.
Amyloïdose
Amyloïdose is een zeldzame aandoening waarbij abnormale eiwitafzettingen, amyloïde fibrillen genaamd, zich ophopen in organen en weefsels, waaronder de darmen.
- Symptomen: Plakkerige, vettige ontlasting, gewichtsverlies, vermoeidheid en tekenen van malabsorptie.
- Prevalentie: Amyloïdose is zeldzaam, met een prevalentie van ongeveer 1 op de 100.000 mensen.
- Behandeling: De behandeling richt zich op het beheersen van de onderliggende oorzaak van de amyloïdeafzettingen, wat vaak complex is en gespecialiseerde medische zorg vereist.
Intestinale tumoren of obstructies
Intestinale tumoren of obstructies kunnen de normale spijsvertering verstoren en leiden tot plakkerige ontlasting.
- Symptomen: Plakkerige, vetachtige ontlasting, buikpijn, gewichtsverlies, verminderde eetlust en obstipatie of diarree.
- Prevalentie: Intestinale tumoren zijn relatief zeldzaam maar komen vaker voor bij oudere volwassenen. Obstructies kunnen worden veroorzaakt door tumoren, littekens (adhesies) of darmverstoppingen.
- Behandeling: Behandeling kan variëren van chirurgische ingrepen tot chemotherapie, afhankelijk van de oorzaak van de obstructie of tumor.
Hyperlipidemie
Hyperlipidemie, of verhoogde vetspiegels in het bloed, kan ook leiden tot plakkerige ontlasting, vooral wanneer de vetten niet goed worden afgebroken en geabsorbeerd.
- Symptomen: Plakkerige ontlasting, vaak gepaard met andere symptomen zoals verhoogde cholesterolniveaus en een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
- Prevalentie: Hyperlipidemie komt voor bij ongeveer 20-30% van de volwassenen wereldwijd, afhankelijk van dieet en genetische factoren.
- Behandeling: Behandeling omvat dieetveranderingen, zoals het verminderen van vetinname, en medicatie zoals statines om de vetspiegels te verlagen.
Bacteriële overgroei in de darm (SIBO)
Small Intestinal Bacterial Overgrowth (SIBO) is een aandoening waarbij er een abnormale groei van bacteriën in de dunne darm optreedt, wat de normale spijsvertering verstoort.
- Symptomen: Plakkerige, vetachtige ontlasting, diarree, opgeblazen gevoel, buikpijn en winderigheid.
- Prevalentie: SIBO komt vaker voor bij mensen met onderliggende darmproblemen zoals de ziekte van Crohn, diverticulitis of na operaties aan het maag-darmkanaal.
- Behandeling: Behandeling kan bestaan uit het gebruik van antibiotica om de bacteriële overgroei te verminderen en dieetveranderingen, zoals een koolhydraatarm dieet, om de symptomen te beheersen.
Temporomandibulaire gewrichtsaandoeningen (TMJ)
Temporomandibulaire gewrichtsaandoeningen (TMJ) kunnen indirect bijdragen aan spijsverteringsproblemen die plakkerige ontlasting kunnen veroorzaken.
- Symptomen: Kaakpijn, hoofdpijn, moeite met kauwen en soms gastro-intestinale symptomen zoals buikpijn en onregelmatige ontlasting.
- Prevalentie: TMJ-stoornissen komen voor bij ongeveer 5-12% van de bevolking en kunnen variëren in ernst.
- Behandeling: Behandeling omvat fysiotherapie, het dragen van een gebitsbeugel, pijnstillers en soms chirurgische ingrepen.
Bepaalde metabolische stoornissen, zoals hyperparathyreoïdie, kunnen de spijsvertering beïnvloeden en leiden tot plakkerige ontlasting.
Hyperparathyreoïdie houdt in dat de bijschildklieren overactief zijn. Ze maken te veel hormonen aan.
- Symptomen: Plakkerige, vetachtige ontlasting, botpijn, spierzwakte en vermoeidheid.
- Prevalentie: Hyperparathyreoïdie komt voor bij ongeveer 1 op de 1.000 mensen.
- Behandeling: Behandeling richt zich op het reguleren van de hormoonspiegels, vaak door medicatie of chirurgie.
Symptomen
Afhankelijk van de oorzaak, kan plakkerige ontlasting gepaard gaan met een of meer van de volgende klachten:
- leemachtige, plakkerige, glanzende en zuur tot scherp ruikende ontlasting
- na de stoelgang drijven er vetdruppels in het water van de toiletpot.
- de stoel blijft vastzitten of plakken aan de toiletpot
- winderigheid
- buikpijn
- opgeblazen gevoel
- gevoel van volheid na slechts een paar happen te hebben gegeten (vroege verzadiging)
- diarree
Plakkerige ontlasting bij kinderen
Zelfs in de kindertijd zijn er ziekten die kunnen leiden tot een plekkerige ontlasting of poep. De meest voorkomende oorzaak is de metabole ziekte Cystic fibrosis of taaislijmziekte, waarbij klieren in de longen, lever, alvleesklier en darmen viskeuze afscheidingen produceren. In deze gevallen functioneert de alvleesklier ook slecht en produceert deze te weinig spijsverteringsenzymen. Bovendien kan de ziekte van Crohn ook in de kindertijd voorkomen.
Plakkerige ontlasting tijdens de zwangerschap
Tijdens de zwangerschap verandert het vetmetabolisme en worden meer vetten opgebouwd en minder afgebroken. Dit leidt vanaf de twaalfde week van de zwangerschap tot een verhoging van de bloedlipideniveaus. Toch mag een overmatige hoeveelheid vet niet via de ontlasting worden uitgescheiden. Als dat zo is, moet je onmiddellijk een afspraak maken met je huisarts.
Risicogroepen en -factoren
Als het gaat om plakkerige ontlasting, zijn er bepaalde groepen mensen die net wat vaker met dit ongemak te maken krijgen. Of het nu gaat om een dieet dat niet helemaal lekker valt, een onderliggend gezondheidsprobleem, of een genetische aanleg het risico kan sterk variëren. Laten we eens kijken naar wie er meer kans heeft om plakkerige ontlasting te ervaren, en wat de factoren zijn die dit kunnen uitlokken.
Mensen met spijsverteringsstoornissen
De spijsvertering is een complex systeem, en als er ergens iets misgaat, kunnen problemen zoals plakkerige ontlasting snel op de voorgrond treden. Mensen met aandoeningen zoals coeliakie, inflammatoire darmziekten (zoals de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa), en lactose-intolerantie behoren tot de belangrijkste risicogroepen.
- Waarom? Deze aandoeningen zorgen ervoor dat je lichaam moeite heeft om voedingsstoffen, vooral vetten, goed te verteren. Dit leidt tot malabsorptie en kan resulteren in vettige, plakkerige ontlasting die moeilijk doorspoelt.
- Feitje: Wereldwijd wordt geschat dat 1 op de 100 mensen coeliakie heeft, en nog veel meer mensen zijn lactose-intolerant. Bij deze groepen komt plakkerige ontlasting regelmatig voor, vaak als eerste signaal dat er iets niet goed zit in de darmen.
Mensen met gal- of pancreasproblemen
Als je galblaas of alvleesklier niet optimaal werkt, kun je problemen verwachten in de verwerking van vetten, en dat heeft direct invloed op je stoelgang. Mensen met galstenen, galwegobstructies, of pancreatitis (ontsteking van de alvleesklier) lopen een verhoogd risico op plakkerige ontlasting.
- Waarom? Galzuur en alvleesklierenzymen zijn essentieel voor het afbreken van vetten. Wanneer er een verstopping is of een ontsteking, kunnen deze enzymen en galzuren hun werk niet goed doen. Het gevolg? Vetten blijven onverteerd in de ontlasting, wat zorgt voor een vettige, plakkerige textuur.
- Feitje: Chronische pancreatitis komt voor bij ongeveer 50 op de 100.000 volwassenen. Bij veel van deze mensen wordt plakkerige ontlasting een terugkerend probleem.
Mensen die een vet- of vezelarm dieet volgen
Je bent wat je eet, en dat geldt zeker voor je spijsvertering. Mensen die veel vetrijke, vezelarme voedingsmiddelen eten, zoals fastfood, rood vlees en gefrituurde snacks, lopen een groter risico op plakkerige ontlasting. Een ongezond dieet kan je darmen flink belasten en tot verteringsproblemen leiden.
- Waarom? Vetten die niet goed worden verwerkt, kunnen zich ophopen in de ontlasting en ervoor zorgen dat deze plakkerig wordt. Daarnaast kan een gebrek aan vezels de ontlasting harder en moeilijker doorspoelbaar maken.
- Feitje: Uit onderzoek blijkt dat in westerse landen maar liefst 40% van de volwassenen te weinig vezels eet, wat een belangrijke factor is in het ontstaan van spijsverteringsproblemen en plakkerige ontlasting.
Mensen met een ongezonde levensstijl
Alcoholgebruik, stress en roken zijn allemaal factoren die een negatieve invloed kunnen hebben op je spijsvertering en je risico op plakkerige ontlasting kunnen vergroten. Overmatig alcoholgebruik kan leiden tot schade aan de alvleesklier en een verminderde enzymproductie, wat de vertering van vetten verstoort. Stress beïnvloedt de manier waarop je darmen werken en kan leiden tot onregelmatige stoelgang en darmproblemen.
- Waarom? Alcohol en roken verhogen het risico op ontstekingen en verminderde enzymproductie, terwijl stress de darmbewegingen kan versnellen of vertragen, wat resulteert in plakkerige ontlasting of diarree.
- Feitje: Chronische stress verhoogt de kans op spijsverteringsproblemen, en 30-40% van de mensen die langdurige stress ervaren, melden veranderingen in hun stoelgang, waaronder plakkerige ontlasting.
Ouderen
Ouder worden brengt veranderingen in je spijsvertering met zich mee. Oudere volwassenen hebben vaker last van gal- en pancreasproblemen, een tragere spijsvertering, en gebruiken vaker medicijnen die de darmfunctie kunnen beïnvloeden, zoals antibiotica of cholesterolverlagers.
- Waarom? Naarmate we ouder worden, neemt de productie van spijsverteringsenzymen af, wat de opname van vetten en andere voedingsstoffen bemoeilijkt. Dit kan leiden tot plakkerige ontlasting en andere spijsverteringsproblemen.
- Feitje: Meer dan 20% van de mensen boven de 65 jaar heeft regelmatig te maken met verteringsproblemen, en plakkerige ontlasting is hier vaak een symptoom van.
Mensen die medicijnen gebruiken die de vetopname beïnvloeden
Bepaalde medicijnen, zoals Orlistat (een medicijn voor gewichtsverlies) of cholestyramine (voor het verlagen van cholesterol), kunnen invloed hebben op de opname van vetten in de darmen. Als gevolg hiervan kunnen mensen die deze medicijnen gebruiken, last krijgen van plakkerige ontlasting.
- Waarom? Deze medicijnen blokkeren gedeeltelijk de opname van vetten in de darmen, wat leidt tot een verhoogde uitscheiding van vet via de ontlasting. Dit zorgt ervoor dat de ontlasting plakkerig, vettig en moeilijk doorspoelbaar wordt.
- Feitje: Mensen die Orlistat gebruiken, ervaren bij gebruik vaak vettige ontlasting als een bijwerking, vooral als hun dieet veel vet bevat.
Mensen met malabsorptieproblemen
Mensen met aandoeningen die de opname van voedingsstoffen belemmeren, zoals cystische fibrose, kortedarmsyndroom of SIBO (Small Intestinal Bacterial Overgrowth), hebben een groter risico op plakkerige ontlasting. Hun lichaam is niet in staat om vetten en andere voedingsstoffen goed te verwerken, wat kan leiden tot spijsverteringsproblemen.
- Waarom? Deze aandoeningen verstoren de normale opname van voedingsstoffen, waardoor er te veel vetten in de ontlasting achterblijven. Dit resulteert vaak in een vettige en plakkerige textuur.
- Feitje: Bij mensen met cystische fibrose wordt plakkerige ontlasting vaak gezien als een belangrijk symptoom, vooral wanneer de pancreas niet voldoende enzymen produceert om vetten te verteren.
Onderzoek en diagnose
Vraaggesprek en ontlastingsonderzoek
Bij de diagnose zal de arts, naast een vraaggesprek over je klachten, het onder de loep nemen van je dieet en het in ogenschouw nemen van je medische geschiedenis, eerst het uiterlijk en het vetgehalte van de stoelgang controleren als onderdeel van een ontlastingsonderzoek. Als dit aanzienlijk is verhoogd, begint het zoeken naar de mogelijke oorzaken. Afhankelijk van de mogelijke onderliggende ziekten worden hier tal van verschillende diagnostische methoden gebruikt.
Bloedonderzoek /
Bron: WathanyuSowong/Shutterstock.comVervolgonderzoek
Als bijvoorbeeld glutenintolerantie wordt vermoed, wordt er een
bloedtest op detecteerbare antilichamen uitgevoerd (zogenaamde serologische tests), om de ziekte vast te stellen. Bovendien moeten weefselmonsters van de dunne darm of de twaalfvingerige darm worden genomen om de diagnose van glutenintolerantie met zekerheid te stellen.
Er kan een secretine-CCK provocatie bij MRCP plaatsvinden (waarbij er afbeeldingen van de galwegen gemaakt worden zonder dat daar röntgenstralen aan te pas komen) om na te gaan of er sprake is van een (tijdelijke) stoornis in de afvloed van gal en/of alvleeskliervocht. Ook kan in dat geval ontlastingsonderzoek nodig zijn, waarbij de uitscheiding van vetten (verhoogd bij alvleesklieraandoeningen) of pancreasenzymen (verminderd bij
alvleesklieraandoeningen) wordt geanalyseerd via de stoelgang. Om een zinvol resultaat te bereiken, moet het ontlastingsonderzoek meerdere keren worden herhaald.
Zelfs bij pancreatitis is er meestal een aanzienlijk verminderde concentratie van de pancreasenzymen in de stoelgang, zodat een ontlastingsonderzoek de eerste indicaties kan zijn voor de ontsteking van het orgaan. Bovendien kunnen bij chronische pancreatitis verhoogde niveaus van speciale spijsverteringsenzymen (amylase, lipase) in het bloed worden gedetecteerd. Daarnaast kunnen echografie- en röntgenonderzoeken, computertomografie (CT-scan) en magnetische resonantiebeeldvorming (MRI-scan) worden gebruikt om alvleesklierverkalkingen (de afvoergang van de alvleesklier kan gaan verkalken) te bepalen, die als typische tekenen van pancreatitis worden beschouwd.
CT-scan /
Bron: Tyler Olson/Shutterstock.com In het geval van
alvleesklierkanker kunnen de tumoren meestal relatief duidelijk worden gediagnosticeerd met behulp van echografisch onderzoek, CT en MRI. Als op basis van deze methoden geen duidelijke diagnose mogelijk is, kan de zogenaamde endoscopische retrograde cholangiopancreatografie (ERCP) informatie verschaffen, waarin contrastmiddelen met behulp van een endoscoop direct in de galwegen kunnen worden geïnjecteerd voor een speciaal röntgenonderzoek. Dit onderzoek kan ook aanwijzingen opleveren voor afsluiting van de galwegen door galstenen of
ontsteking van de galwegen. In het geval van alvleesklierkanker verschijnen vaak bepaalde tumormarkers in het bloedserum, die kunnen worden gedetecteerd als onderdeel van een bloedtest.
Lichamelijk onderzoek
Naast de genoemde diagnostische methoden is een lichamelijk onderzoek met palpatie van en het tikken op de buikstreek en het gebruik van een stethoscoop, ook een goede manier om eerste indicaties te verkrijgen over de mogelijke oorzaak van plakkerige ontlasting.
Behandeling van kleverige poep
In vogelvlucht
Omdat plakkerige ontlasting een symptoom is, moet de behandeling gebaseerd zijn op de onderliggende oorzaak. Als je geen gluten verdraagt, wordt een dieet aanbevolen dat voedingsmiddelen vermijdt die gluten bevatten. Als galstenen verantwoordelijk zijn voor de kleverige poep, vindt meestal een operatie plaats waarbij de galblaas wordt verwijderd. Ontsteking van de alvleesklier bestaat uit pijnstilling en is vooral gericht op het voorkomen van complicaties en het wegnemen van de oorzaak. Zodra de symptomen verbeteren, kan je lichte maaltijden gaan eten. Gemiddeld geneest een alvleesklierontsteking na één tot twee weken. Deze ziekten kunnen slechts in beperkte mate worden voorkomen met een
gezonde levensstijl, maar matig alcoholgebruik en gezond en gevarieerd eten is wel belangrijk.
Behandeling van plakkerige ontlasting: Wat kun je doen?
Plakkerige ontlasting kan ongemakkelijk zijn en soms zelfs verontrustend. Gelukkig is het vaak goed te behandelen, vooral als de onderliggende oorzaak bekend is. De behandeling richt zich op het aanpakken van de oorzaak, het verbeteren van de spijsvertering en het verminderen van de symptomen. Hieronder bespreken we de verschillende behandelingsopties, van eenvoudige aanpassingen in de levensstijl tot medische interventies.
Aanpassen van je dieet
Een van de meest effectieve manieren om plakkerige ontlasting aan te pakken is door je dieet aan te passen. Voeding speelt een sleutelrol in de spijsvertering en kan direct van invloed zijn op de consistentie van je ontlasting.
- Verminder vetrijke voedingsmiddelen: Eet minder voedingsmiddelen met veel vet, zoals gefrituurd eten, fastfood en volle zuivelproducten. Deze kunnen de spijsvertering van vetten verstoren en bijdragen aan vettige, plakkerige ontlasting.
- Eet meer vezels: Vezels helpen de ontlasting steviger te maken en bevorderen een gezonde spijsvertering. Voeg vezelrijke voedingsmiddelen toe aan je dieet, zoals volkoren granen, groenten, fruit en peulvruchten. Ze zorgen ervoor dat de ontlasting makkelijker door het spijsverteringskanaal beweegt en minder plakkerig wordt.
- Hydrateer voldoende: Drink veel water, omdat uitdroging kan leiden tot harde, moeilijk doorspoelbare ontlasting. Door gehydrateerd te blijven, blijft de ontlasting zachter en beter verteerbaar.
Tip: Probeer een voedingsdagboek bij te houden om te achterhalen welke voedingsmiddelen je ontlasting beïnvloeden. Dit kan je helpen om triggers te identificeren en te vermijden.
Verhoog je inname van verteringsenzymen
Soms heeft je lichaam moeite met het produceren van voldoende spijsverteringsenzymen, met name de enzymen die vet afbreken, zoals lipase. Dit komt vaak voor bij mensen met aandoeningen zoals pancreasinsufficiëntie of galproblemen.
- Enzym supplementen: Als je last hebt van plakkerige ontlasting door een tekort aan verteringsenzymen, kan je arts je enzym supplementen voorschrijven. Deze supplementen helpen bij het afbreken van vetten, eiwitten en koolhydraten, waardoor je ontlasting minder vettig en plakkerig wordt.
- Behandeling van pancreasinsufficiëntie: Bij aandoeningen zoals chronische pancreatitis kan de arts pancreasenzymvervangingstherapie (PERT) voorschrijven, waarbij enzymen worden ingenomen met de maaltijd om de spijsvertering te ondersteunen.
Tip: Pancreasenzymen moeten meestal bij elke maaltijd worden ingenomen om de spijsvertering van vetten te verbeteren en de ontlasting te normaliseren.
Medicijnen voor specifieke aandoeningen
Wanneer plakkerige ontlasting wordt veroorzaakt door een onderliggende medische aandoening, zoals galziekte, coeliakie, of een darmaandoening, kan specifieke medicatie nodig zijn om de symptomen te verlichten.
- Cholestyramine: Voor mensen met galzuurmalabsorptie kan cholestyramine helpen om overtollig galzuur te binden, wat de vetopname verbetert en plakkerige ontlasting vermindert.
- Gluten- en lactose-intolerantie: Mensen met coeliakie moeten een glutenvrij dieet volgen, terwijl mensen met lactose-intolerantie lactose moeten vermijden of lactase supplementen kunnen nemen om plakkerige ontlasting te voorkomen.
- Probiotica: Voor mensen met darmproblemen zoals SIBO (Small Intestinal Bacterial Overgrowth) of een verstoring van de darmflora, kunnen probiotica worden voorgeschreven. Deze helpen om de balans van de goede bacteriën in de darmen te herstellen, wat de spijsvertering verbetert.
Tip: Overleg met je arts over eventuele supplementen of medicatie die je kunt nemen om je symptomen te verlichten.
Aanpak van gal- en pancreasproblemen
Bij plakkerige ontlasting die wordt veroorzaakt door galblaas- of alvleesklierproblemen, is het van groot belang om de onderliggende oorzaak aan te pakken.
- Chirurgie of behandeling van galstenen: Als galstenen de galwegen blokkeren, kan een operatie nodig zijn om de stenen te verwijderen en de galstroom te herstellen. Dit kan de spijsvertering van vetten verbeteren en de ontlasting normaliseren.
- Behandeling van pancreatitis: Bij chronische alvleesklierontsteking kan een behandeling met medicijnen, dieetveranderingen en soms chirurgie nodig zijn om de ontsteking te verminderen en de enzymproductie te herstellen.
Tip: Neem altijd contact op met je arts als je vermoedt dat gal- of pancreasproblemen de oorzaak zijn van je klachten, vooral als je last hebt van ernstige buikpijn of geelzucht.
Stressmanagement
Ofschoon stress geen directe oorzaak is van plakkerige ontlasting, kan het wel de spijsvertering verstoren. Stress kan bijvoorbeeld leiden tot diarree, obstipatie, of een onregelmatige stoelgang, wat kan bijdragen aan plakkerige ontlasting.
- Ontspanningstechnieken: Mindfulness en diepe ademhalingsoefeningen kunnen helpen om stress te verminderen en de spijsvertering te ondersteunen. Regelmatige lichaamsbeweging kan ook een positief effect hebben op de darmgezondheid.
- Stressgerelateerde medicatie: In sommige gevallen kan een arts antidepressiva of andere medicijnen voorschrijven om stress en angst te verminderen, wat indirect de spijsvertering kan verbeteren.
Tip: Probeer dagelijks enkele minuten te reserveren voor ontspanning, zelfs tijdens drukke dagen. Dit kan helpen om je spijsvertering in balans te houden en symptomen zoals plakkerige ontlasting te verminderen.
Zelfzorgmaatregelen
Naast dieet- en levensstijlveranderingen, zijn er enkele eenvoudige zelfzorgmaatregelen die kunnen helpen om de ontlasting te verbeteren.
- Vermijd grote, vette maaltijden: Eet liever meerdere kleine maaltijden verspreid over de dag, in plaats van grote, vetrijke maaltijden. Dit vermindert de belasting van je spijsverteringsstelsel.
- Beweeg regelmatig: Lichaamsbeweging bevordert een gezonde darmfunctie en kan helpen om obstipatie en verteringsproblemen te voorkomen. Dagelijks 30 minuten wandelen kan al een groot verschil maken.
- Gebruik van natuurlijke vezels: Natuurlijke vezels zoals psyllium of lijnzaad kunnen helpen om de ontlasting in balans te brengen, door het zowel zachter als beter gevormd te maken. Dit maakt het makkelijker om plakkerige ontlasting door te spoelen.
Tip: Let erop dat je vezels langzaam introduceert in je dieet om winderigheid of een opgeblazen gevoel te vermijden.
Dieet & voeding
Als het vet niet meer goed door het lichaam wordt verteerd, moeten transvetten (industrieel verharde vetten) in de voeding worden vermeden. Het gaat hier om onverzadigde vetten die zeer schadelijk zijn. Deze harde en lange keten vetzuren zijn ongezond voor het lichaam en moeilijk verteerbaar. Het is beter als je onverzadigde en meervoudig onverzadigde vetzuren consumeert, evenals triglyceriden met middellange ketens (MCT). MCT-vetten zijn onder meer verkrijgbaar als olie en margarine. Het lichaam heeft de onverzadigde vetzuren nodig om
vitamine A en
E op te nemen. De meervoudig onverzadigde vetzuren leveren omega 3- en 6-vetzuren. Ze zitten in tonijn,
chiazaad, koolzaadolie en eigeel. Vooral de tryglyceriden met middellange ketens zijn interessant. Ze komen in de natuur maar weinig voor, maar komen vooral voor in
kokosolie. Het lichaam kan het zonder galzuur verteren. Kokosolie is in water oplosbaar, wat betekent dat het snel in het bloed terechtkomt en daarom geschikt is voor de behandeling van plakkerige of
vette ontlasting. Bovendien is het raadzaam om verspreid over de dag kleine maaltijden te eten en vertrouwen op hoogwaardige eiwitten.
Prognose van plakkerige ontlasting: Wat kun je verwachten?
De prognose van plakkerige ontlasting hangt sterk af van de oorzaak en de snelheid waarmee deze wordt aangepakt. In de meeste gevallen is plakkerige ontlasting geen ernstig probleem en kan het worden behandeld met eenvoudige veranderingen in dieet en levensstijl. Echter, als de plakkerige ontlasting wordt veroorzaakt door een onderliggende medische aandoening, zoals een galblaas- of alvleesklierprobleem, of een spijsverteringsstoornis, kan de behandeling complexer zijn en is een langdurige aanpak nodig.
Laten we eens dieper ingaan op de verschillende factoren die van invloed zijn op de prognose:
Tijdelijke oorzaken: Goede prognose
Als plakkerige ontlasting wordt veroorzaakt door tijdelijke factoren zoals een vetrijke maaltijd, lactose-intolerantie, of een lichte verstoring van de spijsvertering (bijvoorbeeld na een periode van stress of een kleine darminfectie), is de prognose meestal zeer goed. Zodra de oorzaak wordt aangepakt door bijvoorbeeld een dieetverandering of het verminderen van stress verdwijnen de symptomen vaak binnen enkele dagen tot weken.
- Voorbeeld: Als iemand een avondje heeft genoten van vet voedsel of veel alcohol heeft geconsumeerd, kan de plakkerige ontlasting slechts enkele dagen aanhouden. Met voldoende hydratatie, rust en het vermijden van vettig voedsel, normaliseert de ontlasting vaak snel.
- Prognose: In deze gevallen keert de ontlasting binnen korte tijd terug naar normaal en zijn er geen langdurige gevolgen te verwachten.
Chronische aandoeningen: Wisselende prognose
Bij mensen met chronische aandoeningen zoals coeliakie, de ziekte van Crohn, pancreasinsufficiëntie, of galproblemen kan de prognose variëren. Hoewel de plakkerige ontlasting in deze gevallen een langer durend probleem kan zijn, is het vaak goed te beheersen met de juiste behandeling.
- Coeliakie: Mensen met coeliakie die een strikt glutenvrij dieet volgen, ervaren vaak een aanzienlijke verbetering van hun spijsvertering en stoelgang binnen enkele weken tot maanden na de diagnose. Zolang gluten worden vermeden, blijft de ontlasting normaal.
- Pancreasinsufficiëntie: Bij mensen met pancreasproblemen kunnen supplementen zoals spijsverteringsenzymen helpen om de vertering te verbeteren en de ontlasting te normaliseren. De prognose hangt echter af van hoe goed de onderliggende aandoening kan worden beheerst.
- Inflammatoire darmziekten (IBD): Voor mensen met chronische aandoeningen zoals de ziekte van Crohn kan plakkerige ontlasting aanhouden, maar met medicatie en dieetveranderingen kan dit vaak onder controle worden gehouden.
Prognose: De symptomen kunnen goed worden beheerd met de juiste behandeling, maar zonder behandeling kan de ontlasting plakkerig blijven en kan de aandoening verslechteren. Regelmatige medische follow-up is vaak nodig.
Ernstige oorzaken: Variabele prognose
Bij mensen met ernstige oorzaken van plakkerige ontlasting, zoals galwegobstructies (door bijvoorbeeld galstenen of een tumor), chronische pancreatitis, of kanker, hangt de prognose af van de onderliggende aandoening en de effectiviteit van de behandeling.
Galwegobstructies: Als de obstructie wordt veroorzaakt door galstenen, kan een operatie of een niet-invasieve ingreep (zoals ERCP) de galstroom herstellen, wat leidt tot een snelle verbetering van de spijsvertering. De prognose is in dit geval vaak goed.
Chronische pancreatitis: Bij mensen met chronische ontsteking van de alvleesklier kan plakkerige ontlasting een langdurig probleem blijven, zelfs met medicatie en dieetveranderingen. De prognose varieert afhankelijk van de ernst van de aandoening en de mate waarin de alvleesklier is beschadigd.
Kanker: Bij een tumor in de galwegen of alvleesklier kan plakkerige ontlasting een van de vroege symptomen zijn. De prognose hangt in dit geval sterk af van het stadium van de kanker en de beschikbaarheid van behandelingsopties.
Prognose: In sommige gevallen kan de plakkerige ontlasting verbeteren met behandeling, maar bij ernstige onderliggende aandoeningen zoals kanker kan de prognose somberder zijn, afhankelijk van de fase waarin de ziekte wordt ontdekt.
Levensstijl en dieet: Positieve prognose bij veranderingen
Bij veel mensen kan een verandering in dieet en levensstijl de sleutel zijn tot het oplossen van plakkerige ontlasting. Door ongezonde vetrijke voedingsmiddelen te vermijden, voldoende vezels te eten en regelmatig te bewegen, kan de spijsvertering aanzienlijk verbeteren en kunnen spijsverteringsproblemen verdwijnen.
- Voorbeeld: Iemand die vaak vetrijke maaltijden eet en last heeft van plakkerige ontlasting, kan binnen enkele weken verbetering zien door over te schakelen op een dieet met meer vezels, minder vet en meer waterinname.
- Prognose: Voor mensen die bereid zijn hun levensstijl aan te passen, is de prognose meestal uitstekend. Door bewuste voedingskeuzes te maken, kan plakkerige ontlasting vaak volledig worden voorkomen.
Psychologische factoren: Wisselende prognose
Stress en emotionele belasting kunnen indirect invloed hebben op de spijsvertering en de frequentie van plakkerige ontlasting verhogen. Door stressmanagementtechnieken toe te passen, zoals pilates, mindfulness en ontspanningsoefeningen, kunnen mensen hun spijsvertering verbeteren.
- Voorbeeld: Iemand die last heeft van stressgerelateerde spijsverteringsproblemen kan door middel van ontspanningstechnieken en stressmanagement een verbetering van de stoelgang ervaren.
- Prognose: Met effectieve stressreductie kan de ontlasting weer normaal worden, hoewel dit een persoonlijke inspanning vereist en soms tijd nodig heeft om effect te zien.
Complicaties
Ofschoon plakkerige ontlasting op zichzelf meestal geen levensbedreigende aandoening is, kan het wel een teken zijn van onderliggende gezondheidsproblemen. Als de oorzaak van de plakkerige ontlasting niet wordt aangepakt, kunnen er op de lange termijn verschillende complicaties optreden. Sommige van deze complicaties zijn direct gerelateerd aan de onderliggende aandoening, terwijl andere voortkomen uit de langdurige effecten van slechte vertering en malabsorptie. Hier is een uitgebreide blik op de mogelijke complicaties van plakkerige ontlasting.
Malabsorptie van voedingsstoffen
Een van de belangrijkste complicaties van plakkerige ontlasting is malabsorptie, wat betekent dat het lichaam niet in staat is om belangrijke voedingsstoffen uit voedsel op te nemen. Dit kan leiden tot ernstige tekorten aan vitaminen, mineralen en andere voedingsstoffen die het lichaam nodig heeft om goed te functioneren.
Gevolgen:
- Gewichtsverlies: Door een gebrek aan vetabsorptie en calorieën kan onbedoeld gewichtsverlies optreden.
- Ondergewicht en groeivertraging bij kinderen: Kinderen die niet voldoende voedingsstoffen opnemen, kunnen te maken krijgen met groeiachterstand of ondergewicht.
- Tekorten aan vitaminen: Vooral vetoplosbare vitaminen zoals vitamine A, D, E en K worden mogelijk niet goed opgenomen, wat kan leiden tot een verzwakt immuunsysteem, osteoporose en bloedingsstoornissen.
- Tekorten aan mineralen: Malabsorptie kan ook leiden tot tekorten aan belangrijke mineralen zoals ijzer, calcium en magnesium, wat bloedarmoede, botzwakte en spierkrampen kan veroorzaken.
Voorbeeld: Iemand met onbehandelde coeliakie kan door jarenlange malabsorptie last krijgen van ernstige tekorten aan ijzer (bloedarmoede) en calcium (osteoporose).
Gewichtsverlies en spierafbraak
Door een slechte vet- en eiwitabsorptie kan plakkerige ontlasting leiden tot onbedoeld gewichtsverlies en spierafbraak. Dit gebeurt vooral bij mensen met aandoeningen zoals pancreatitis, galblaasproblemen of ernstige darmaandoeningen, waarbij het lichaam niet in staat is om voldoende calorieën en eiwitten op te nemen.
Gevolgen:
- Verzwakte spieren: Door een gebrek aan eiwitten kan spierafbraak optreden, wat leidt tot spierzwakte, vermoeidheid en een verminderd fysiek uithoudingsvermogen.
- Afname van energie: Aanhoudende malabsorptie leidt tot een energiegebrek, wat invloed heeft op de dagelijkse activiteiten.
Voorbeeld: Een persoon met chronische pancreatitis die geen spijsverteringsenzymen krijgt, kan in een paar maanden aanzienlijk gewicht verliezen en te maken krijgen met spierzwakte door ondervoeding.
Osteoporose en botproblemen
Een van de complicaties van plakkerige ontlasting door malabsorptie is een verhoogd risico op
osteoporose (botontkalking) en andere botproblemen. Dit komt doordat het lichaam niet in staat is om voldoende calcium en vitamine D op te nemen, beide essentieel voor de gezondheid van de botten.
Gevolgen:
- Broze botten: Osteoporose kan leiden tot botbreuken, zelfs bij een lichte val of verwonding.
- Botpijn: Sommige mensen met ernstige osteoporose ervaren chronische pijn in hun botten of gewrichten.
Voorbeeld: Iemand met onbehandelde coeliakie kan door een gebrek aan calcium en vitamine D na verloop van tijd osteoporose ontwikkelen, wat hen kwetsbaar maakt voor botbreuken.
Bloedarmoede
Plakkerige ontlasting kan ook leiden tot
Bloedarmoede als gevolg van ijzer- of vitamine B12-tekorten. Dit komt vooral voor bij mensen met malabsorptieproblemen, zoals de ziekte van Crohn, coeliakie of galproblemen.
Gevolgen:
- Vermoeidheid en zwakte: Een gebrek aan ijzer of vitamine B12 kan leiden tot vermoeidheid, kortademigheid, duizeligheid en een algeheel gevoel van zwakte.
- Bleke huid: Mensen met bloedarmoede kunnen een bleke huid en broze nagels ontwikkelen.
Voorbeeld: Iemand met chronische malabsorptie door een galblaasprobleem kan een ijzertekort ontwikkelen, wat leidt tot bloedarmoede en extreme vermoeidheid.
Chronische diarree en uitdroging
Plakkerige ontlasting gaat vaak gepaard met diarree, vooral wanneer er sprake is van malabsorptie van vetten of voedingsstoffen. Chronische diarree kan op zichzelf leiden tot complicaties, zoals uitdroging en elektrolytenstoornissen.
Gevolgen:
- Uitdroging: Wanneer het lichaam te veel vocht verliest door diarree, kan uitdroging optreden. Dit kan leiden tot dorst, droge mond, verminderde urineproductie en in ernstige gevallen zelfs nierproblemen.
- Elektrolytenstoornissen: Diarree kan leiden tot een onevenwicht in de elektrolyten, zoals natrium, kalium en magnesium, wat spierkrampen, vermoeidheid en hartritmestoornissen kan veroorzaken.
Voorbeeld: Een persoon met galzuurmalabsorptie kan last hebben van chronische diarree, wat kan leiden tot uitdroging en elektrolytenstoornissen als dit niet wordt behandeld.
Verhoogd risico op infecties
Plakkerige ontlasting, vooral als gevolg van malabsorptie of inflammatoire darmziekten, kan het immuunsysteem verzwakken. Een verzwakt immuunsysteem verhoogt het risico op infecties, omdat het lichaam niet in staat is om voldoende vitaminen, zoals vitamine A en D, op te nemen, die belangrijk zijn voor een goed werkend immuunsysteem.
Gevolgen:
- Terugkerende infecties: Mensen met een zwakker immuunsysteem kunnen vaker last krijgen van verkoudheid, longontsteking en andere infecties.
- Langzame wondgenezing: Een tekort aan voedingsstoffen kan de wondgenezing vertragen, wat het risico op infecties verhoogt.
Voorbeeld:: Iemand met cystische fibrose kan door malabsorptie en ondervoeding een verzwakt immuunsysteem ontwikkelen, waardoor ze vatbaarder zijn voor longinfecties en andere ziekten.
7. Psychologische gevolgen
Plakkerige ontlasting kan ook een psychologische impact hebben. Aanhoudende darmproblemen kunnen stress, angst en depressie veroorzaken, vooral wanneer de symptomen chronisch of moeilijk te beheersen zijn. Het constante ongemak en de sociale impact van spijsverteringsproblemen kunnen het dagelijks leven verstoren.
Gevolgen:
Stress en angst: Mensen met chronische darmproblemen kunnen angst ontwikkelen voor sociale situaties, vooral als ze vaak last hebben van diarree of het dringend naar het toilet moeten.
Verminderde kwaliteit van leven: Plakkerige ontlasting en andere spijsverteringsproblemen kunnen de levenskwaliteit beïnvloeden, doordat mensen zich ongemakkelijk voelen over hun symptomen of beperkingen ervaren in hun dagelijkse activiteiten.
Voorbeeld: Iemand met IBS (prikkelbare darm syndroom) kan zich sociaal geïsoleerd voelen door de onvoorspelbaarheid van hun symptomen, wat hun mentale gezondheid beïnvloedt.
Preventie
Een gezond en bij voorkeur
plantaardig dieet met voldoende
vezels uit fruit, groenten, bonen,
linzen,
noten, zaden en volle granen, kunnen allemaal de darmgezondheid bevorderen. Het beperken van bewerkte voedingsmiddelen, regelmatig eten, dagelijks
bewegen en voldoende slapen, kan ook helpen bij het bevorderen van een gezonde stoelgang. Verder is het verstandig om niet of matig alcohol te drinken.
Lees verder