Cotard-syndroom: Aandoening met wanen van dood te zijn
Het Cotard-syndroom (ook wel bekend als "walking corpse syndrome") is een zeldzame en ernstige psychische stoornis waarbij de patiënt gelooft dat hij dood is, niet bestaat, of onsterfelijk is. Deze aandoening ontstaat door schade aan de hersenen, wat leidt tot een sterk verstoord beeld van de werkelijkheid. Behandeling is mogelijk met medicijnen, elektroconvulsietherapie en/of psychotherapie, maar de prognose blijft zorgwekkend, vooral vanwege het hoge risico op zelfdoding en andere complicaties. Het syndroom werd voor het eerst beschreven door de Franse neuroloog Jules Cotard (1840-1889) in 1880.
Oorzaken en risicofactoren: Schade aan hersenen
Het Cotard-syndroom wordt in verband gebracht met letsels aan de hersenen, met name in de pariëtale kwab, wat kan leiden tot hersenatrofie. Het syndroom komt meestal voor bij patiënten die hersenletsel hebben opgelopen door een van de volgende aandoeningen:
Daarnaast is het Cotard-syndroom mogelijk een zeldzame bijwerking van het
medicijn valacyclovir, vooral bij verhoogde serumconcentraties van de metaboliet 9-carboxymethoxymethylguanine (CMMG).
Symptomen
Hersenletsel veroorzaakt ernstige
verwardheid, waardoor patiënten angstaanjagende overtuigingen ontwikkelen. Patiënten met het Cotard-syndroom ontkennen vaak hun eigen bestaan of dat van hun organen, ledematen of bloed. Sommigen geloven dat ze dood zijn of verrotten, terwijl anderen zich onsterfelijk wanen. Deze wanen leiden vaak tot sociaal isolement en verwaarlozing van persoonlijke hygiëne en lichamelijke gezondheid, omdat de patiënt bijvoorbeeld denkt geen voedsel nodig te hebben. De externe realiteit wordt evenmin begrepen, wat een vertekend beeld van de buitenwereld oplevert.
Patiënten met milde klachten hebben last van
depressie,
angst, boosheid, schuldgevoelens, wanhoop en zelfhaat. Bij ernstige gevallen treden intense wanen van ontkenning en chronische psychiatrische depressie op. Patiënten reageren niet op plezierige prikkels en hebben geen interesse in sociale activiteiten. Symptomen van onderliggende ziekten, zoals
hallucinaties,
hoofdpijn, epileptische aanvallen,
prikkelbaarheid, en
agitatie (rusteloosheid), komen eveneens voor.
Diagnose en onderzoeken
Het Cotard-syndroom wordt volgens de DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, 5th Edition) geclassificeerd als een somatisch waanstoornis, waarbij de wanen betrekking hebben op lichamelijke functies of sensaties. Er zijn geen specifieke diagnostische criteria voor het Cotard-syndroom binnen de DSM-5, waardoor de diagnose sterk afhankelijk is van klinische interpretatie.
Om andere oorzaken uit te sluiten en hersenschade in beeld te brengen, zijn een
bloedonderzoek en
beeldvormende onderzoeken zoals een
CT-scan of
MRI-scan van de hersenen noodzakelijk.
Behandeling van het Cotard-syndroom
Een intensieve, langdurige behandeling en opvolging is essentieel voor patiënten met het Cotard-syndroom. Medicamenteuze behandeling is de eerste stap, waarbij vaak gebruik wordt gemaakt van
antidepressiva,
antipsychotica, kalmeringsmiddelen en/of
stemmingsstabilisatoren. Voor patiënten met depressie is
elektroconvulsietherapie (ECT) vaak effectiever dan medicatie.
Als het Cotard-syndroom het gevolg is van een bijwerking van valacyclovir, dient het medicijn in overleg met een arts te worden stopgezet, wat kan leiden tot het verdwijnen van de symptomen. Tot slot is psychotherapie, met name
cognitieve gedragstherapie, nuttig om de psychische stoornis te behandelen.
Prognose
De prognose van het Cotard-syndroom hangt sterk af van de onderliggende oorzaak en de tijdige en juiste behandeling. Anno augustus 2024 blijft de aandoening zeer ernstig, met een aanzienlijke kans op chronische symptomen indien niet vroegtijdig ingegrepen wordt. Patiënten die adequaat behandeld worden met een combinatie van medicatie, psychotherapie en eventueel elektroconvulsietherapie (ECT), kunnen een gedeeltelijke of volledige verlichting van symptomen ervaren. Echter, vanwege de zeldzaamheid en complexiteit van de aandoening, blijft de prognose voor veel patiënten onzeker. Het risico op terugval of blijvende psychische problemen is aanwezig, zelfs na succesvolle behandeling.
Complicaties
Complicaties bij het Cotard-syndroom zijn divers en kunnen levensbedreigend zijn:
- Patiënten negeren vaak hun eigen fysieke en mentale gezondheid, wat kan leiden tot ernstige ondervoeding, uitdroging en infecties.
- Er is een hoog risico op zelfverwonding en suïcide, vooral bij patiënten die geloven dat ze onsterfelijk zijn of al dood zijn.
- Sociale isolatie verergert de symptomen van depressie en kan leiden tot verdere mentale achteruitgang.
- Er kunnen bijkomende complicaties optreden door het gebruik van psychofarmaca, zoals bijwerkingen van antidepressiva en antipsychotica.
Preventie
Het voorkomen van het Cotard-syndroom is uitdagend, gezien de zeldzaamheid en complexe etiologie van de aandoening. Anno augustus 2024 zijn er echter enkele belangrijke strategieën voor risicoreductie:
- Vroegtijdige behandeling van onderliggende neurologische en psychische aandoeningen kan het risico op het ontwikkelen van het Cotard-syndroom verminderen.
- Regelmatige monitoring en opvolging van patiënten met risicofactoren, zoals ernstig depressieve stoornissen of psychotische symptomen, kunnen bijdragen aan vroegtijdige interventie.
- Educatie van gezondheidswerkers over de vroege symptomen en signalen van het Cotard-syndroom kan helpen bij een snellere diagnose en behandeling.
- Het zorgvuldig monitoren van medicatiegebruik, vooral bij middelen zoals valacyclovir, kan bijdragen aan het voorkomen van medicatie-geïnduceerde gevallen van het Cotard-syndroom.
Lees verder