Urethraal syndroom: Irritatie van urethra (urinebuis)
Het urethraal syndroom (urethraal pijnsyndroom, symptomatische abacteriurie) is een aandoening waarbij de urethra (urinebuis, plasbuis) geïrriteerd is. De urethra gaat door de irritatie zwellen, waardoor de buis vernauwt. De symptomen van het urethraal syndroom doen denken aan de tekenen van een lagere urineweginfectie, al kan de arts geen tekenen van een infectie vinden via de uitgevoerde onderzoeken. Er ligt ook geen andere bacteriële of virale infectie aan de basis van deze irritatie. Bekende symptomen zijn pijn bij het plassen en frequent plassen. Medicijnen en veranderingen in de levensstijl zijn de vaakst toegepaste behandelingen bij deze aandoening.
Oorzaken van urethraal syndroom
De exacte oorzaak van het urethraal syndroom is niet bekend anno november 2019. Wanneer een bacteriële of virale oorzaak van de irritatie aan de urethra gevonden kan worden, is sprake van
uretritis (plasbuisontsteking), maar bij het urethraal syndroom vindt de arts geen tekenen van een infectie terug. Sommige artsen geloven dat het urethraal syndroom te wijten is aan een laaggradige infectie van de klieren van de Skene aan de zijkanten en onderkant van de urethra. De klieren van Skene zijn embryologisch verwant met de prostaat bij de man, dus het urethraal syndroom kan een vergelijkbare oorzaak hebben met chronische prostatitis (
prostaatontsteking).
Risicofactoren van irritatie aan urinebuis
Aandoeningen
Bepaalde aandoeningen of medische (be)handelingen verhogen de kans op het ontwikkelen van het urethraal syndroom zoals:
- allergieën
- anatomische kenmerken zoals divertikels, postoperatieve littekens en verklevingen en structurele afwijkingen
- een bevalling zonder een episiotomie (chirurgische insnijding in het weefsel tussen de vagina en de anus)
- een hormonale onbalans (zoals een laag oestrogeengehalte)
- een recente blaas- of urineweginfectie veroorzaakt door bacteriën
- een trauma aan de plasbuis (fietsen, tampongebruik, ruw vrijen, …)
- kankerbehandelingen zoals radiotherapie en chemotherapie
- soa’s (gonorroe, chlamydia, mycoplasma genitalum)
Omgevingsfactoren
Daarnaast ontstaat het urethraal syndroom sneller wanneer één of meer van deze omgevingsfactoren aanwezig zijn:
- geslacht: vrouwen zijn vaker getroffen dan mannen
- geslachtsgemeenschap: ruw vrijen, vrijen zonder condoom
- irriterende middelen zoals maandverband, condooms, vaginale douches, sterke zepen of andere voorbehoedsmiddelen en producten voor de persoonlijke hygiëne die chemicaliën bevatten
- medicijnen die het immuunsysteem onderdrukken (immunosuppressiva)
- voedingsmiddelen en dranken die de urethra irriteren (cafeïne, pikant of gekruid voedsel, alcohol)
- vrouwen die verschillende kinderen ter wereld gezet hebben
Symptomen
De patiënt kampt met tekenen die vergelijkbaar zijn met deze van een lagere urineweginfectie, zoals:
Diagnose en onderzoeken
De arts bevraagt de patiënt over zijn
medische geschiedenis, mogelijke risicofactoren en aanwezige symptomen. Tekenen die wijzen op het urethraal syndroom omvatten een geschiedenis van chronische recidiverende urineweginfecties maar zonder de aanwezigheid van zowel bacteriegroei als pyurie (
pus in de urine) bij een
urineonderzoek en urinecultuur. Een
echografie van het bekkengebied en een
cystoscopie (
inwendig kijkonderzoek van de blaas) zijn andere onderzoeken die de arts mogelijk inzet. De diagnose is echter in veel gevallen lastig te stellen door de arts omdat de aandoening een diagnose van uitsluiting is. De symptomen doen voorts vaak denken aan een urineweginfectie, uretritis of cystitis (
blaasontsteking).
Behandeling
Sporadisch zet de arts
antibiotica in bij patiënten met het urethraal pijnsyndroom. Af en toe zijn de resultaten hiervan effectief, wat aangeeft dat in sommige gevallen de oorzaak te wijten is aan een bacteriële infectie die niet zichtbaar is in de urine of urinecultuur (soa, urineweginfectie of andere infectie). Voor patiënten met het chronisch urethraal syndroom zet de arts een langdurige, lage dosis antibioticabehandeling in op een continue basis of na de geslachtsgemeenschap telkens wanneer de geslachtsgemeenschap mogelijk aan de basis ligt van de totstandkoming van de symptomen. Aangezien een laag oestrogeengehalte ook mogelijk een bron is voor het urethraal pijnsyndroom, schrijft de arts mogelijk hormonale substitutietherapie (vervangingstherapie) en via de
mond ingenomen
anticonceptiepillen in die
oestrogeen bevatten bij vrouwen met deze aandoening. Verder zet de arts
pijnstillers en ontstekingsremmers in. Wanneer mogelijke omgevingsfactoren aan de basis liggen van de symptomen, wijzigt de patiënt het best zijn levensstijl. Wanneer de irritatie van de plasbuis mogelijk te wijten is aan een anatomisch of structureel probleem, is tot slot soms chirurgie nodig om dit probleem te herstellen.
Lees verder