Mycoplasma genitalium: Seksueel overdraagbare aandoening
Mycoplasma genitalium is een wereldwijd aanwezige seksueel overdraagbare aandoening. Vaak treedt de besmettelijke aandoening ongemerkt op. Mycoplasma genitalium diagnosticeert een arts vaak verkeerd omdat de symptomen vergelijkbaar zijn met deze van chlamydia, ook een seksueel overdraagbare aandoening. Plasproblemen, een afscheiding uit de vagina of penis en pijn bij de geslachtsgemeenschap zijn enkele kenmerken van de aandoening. Anno oktober 2020 is er een toenemende prevalentie van antibioticaresistentie van de bacteriële infectie waardoor wetenschappers waarschuwen voor een nieuwe ‘superbacterie’. De bacterie werd voor het eerst geïdentificeerd als een nieuwe soort Mycoplasma in 1983.
Epidemiologie van bacteriële infectie
Mycoplasma genitalium is een relatief recent erkende seksueel overdraagbare aandoening. Het komt wereldwijd voor en wordt steeds vaker gedetecteerd in populaties die risicovol seksueel gedrag vertonen. Studies tonen aan dat het bij ongeveer 1% tot 2% van de mensen met een nieuwe seksueel overdraagbare aandoening wordt gevonden. De prevalentie kan variëren afhankelijk van de regio en de demografische kenmerken van de onderzochte populaties.
Oorzaken en risicofactoren van Mycoplasma genitalium-infectie
Mycoplasma genitalium is een kleine bacterie zonder celwand die behoort tot de Mollicutes. De bacterie leeft op de trilhaar-epitheelcellen van de urinewegen en geslachtsorganen bij de mens. De meeste patiënten lopen de ziekte op doordat een man geen condoom draagt waardoor de bacterie kan binnendringen in de slijmvliezen en lichaamsvloeistoffen. Heeft een persoon meerdere seksuele partners, dan verhoogt het risico op een besmetting met de bacterie. Patiënten met een Mycoplasma genitalium-infectie lijden soms ook aan een andere seksueel overdraagbare aandoening, bijvoorbeeld veroorzaakt door
Chlamydia trachomatis. Verder is Mycoplasma genitalium een risicofactor voor een
hiv-infectie. Homoseksuele mannen en patiënten die eerder behandeld zijn met azitromycine-antibiotica zijn tot slot vaker getroffen.
Risicofactoren
De belangrijkste risicofactoren voor Mycoplasma genitalium-infectie zijn ongepaste of onbeschermde seksuele relaties, meerdere seksuele partners, en een geschiedenis van andere seksueel overdraagbare aandoeningen. Mensen met een verzwakt immuunsysteem of die in een omgeving leven met een hoge prevalentie van geslachtsziekten hebben een verhoogd risico.
Symptomen
Geen tekenen
Een patiënt met Mycoplasma genitalium ervaart vaak geen symptomen van Mycoplasma genitalium. Hierdoor dragen veel patiënten de bacteriële infectie onbewust met zich mee. Treden er toch tekenen op, dan zijn deze vaak vergelijkbaar met deze van
chlamydia en
gonorroe.
Mannen
Mannen lijden aan
uretritis (ontsteking van de plasbuis) waardoor de plasbuis geïrriteerd, ontstoken en gezwollen is. Deze
ontsteking kenmerkt zich door een (waterige)
penisafscheiding, een jeukende penis,
teelbalpijn en een brandende, stekende
pijn bij het plassen. Sommige mannen lijden door de bacteriële infectie aan
epididymitis (een ontsteking van de bijbal), prostatitis (prostaatontsteking) balanitis en
posthitis (voorhuidontsteking van penis met roodheid en pijn).
Vrouwen
Ook vrouwen lijden aan uretritis (plasbuisontsteking), maar ook een
bekkenontsteking (infectie van de vrouwelijke geslachtsorganen),
cervicitis (baarmoederhalsontsteking),
cystitis (blaasontsteking),
salpingitis (eileiderontsteking met ernstige
buikpijn) en
endometritis (ontsteking van baarmoederslijmvlies) zijn mogelijk het gevolg van een Mycoplasma genitalium-infectie.
Vrouwen ervaren de volgende tekenen:
Vrouwelijke aandoeningen veroorzaakt door Mycoplasma genitalium verhogen het risico op
onvruchtbaarheid (
vrouwelijke onvruchtbaarheid).
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van Mycoplasma genitalium kunnen bestaan uit ongebruikelijke vaginale afscheiding, branderigheid bij het urineren, en pijn tijdens seks. Bij mannen kunnen symptomen zoals urethritis, pijn bij het urineren, en afscheiding uit de penis optreden. Het is belangrijk om medische hulp te zoeken bij het ervaren van deze symptomen om verdere complicaties te voorkomen.
Diagnose en onderzoeken
Diagnostisch onderzoek
Het is lastig om de bacterie op te sporen aangezien deze geen celwand heeft en dus niet kleurt op de gramkleuring. Een cultuur nemen van Mycoplasma genitalium duurt één à zes maanden omdat het organisme traag groeit. Daarom is het isoleren en cultiveren van de bacterie eveneens ongeschikt voor het stellen van een diagnose. Een
bloedonderzoek is evenmin mogelijk om de bacterie op te sporen. Een
urineonderzoek bij mannen en een vaginaal
uitstrijkje (vaginale wisser) bij vrouwen bieden wel zekerheid over de aanwezigheid van de bacterie.
Differentiële diagnose
De bacteriën
C. trachomatis, N. gonorrhoeae, Trichomonas vaginalis en het
herpes simplex-virus veroorzaken een klinisch beeld dat doet denken aan een infectie veroorzaakt door Mycoplasma genitalium.
Behandeling: Vaak resistent tegen antibiotica
De behandeling van Mycoplasma genitalium gebeurt met
antibiotica, meer bepaald ‘Macroliden’ zoals Azitromycine. Een kuur van ten minste vijf dagen is dan nodig. Wel neemt de resistentie tegen deze antibiotica toe (
antibioticaresistentie). Daarom zet de arts soms
Doxycycline of Moxifloxacine of eventueel Pristinamycinei in. Vaak behandelt de arts de aandoening wel met de foute antibiotica omdat de symptomen doen denken aan chlamydia of een andere seksueel overdraagbare aandoening. Hierdoor herstelt de patiënt echter niet en ontstaat een antimicrobiële resistentie tegen Mycoplasma genitalium. Door de toenemende resistentie tegen antibiotica verloopt de behandeling steeds moeilijker.
Prognose
Met adequate behandeling is de prognose voor Mycoplasma genitalium goed, en verdwijnen de symptomen meestal binnen enkele weken na het starten van de therapie. Onbehandelde infecties kunnen echter leiden tot chronische klachten en complicaties, zoals bekkenontstekingsziekte bij vrouwen of urethritis bij mannen.
Complicaties van seksueel overdraagbare aandoening
Mycoplasma genitalium verhoogt vermoedelijk de kans op
prostaatkanker,
eierstokkanker en
lymfomen (kanker van lymfocyten), al is er wel verder onderzoek vereist om dit te bevestigen (oktober 2020).
Preventie van besmettelijke aandoening
Mannen zouden steeds een condoom moeten dragen bij het beoefenen van geslachtsgemeenschap om de verdere verspreiding van de ziekte te verhinderen. Verder mogen patiënten tot zeven dagen na de behandeling geen geslachtsgemeenschap hebben om het risico op overdracht en een herinfectie te minimaliseren. Vanaf vier weken na het beëindigen van de behandeling, laat de arts de patiënt soms opnieuw testen om er zeker van te zijn dat de bacterie uitgeroeid is. Voorts is ook een test nodig bij de seksuele partner(s) van de patiënt omdat zij mogelijk ook kampen met de aandoening en hiervoor een behandeling nodig is.
Lees verder