Tracheïtis: Ontsteking van luchtpijp (luchtpijpontsteking)
De luchtpijp is een belangrijk onderdeel van de luchtwegen van het lichaam. Wanneer lucht door de neus of mond komt, gaat deze door het strottenhoofd en langs de luchtpijp. De trachea vertakt dan in twee buizen, de bronchiën, die rechtstreeks lucht aan de longen leveren. De luchtpijp zorgt er ook voor dat koolstofdioxide uit het lichaam wordt verwijderd door middel van uitademing. Een tracheïtis is een ontsteking van het slijmvlies van de luchtpijp (trachea). Deze kan levensbedreigend zijn wanneer de luchtpijp verstopt raakt, wat het ademen bemoeilijkt. Een snelle behandeling is dan ook noodzakelijk. De prognose van tracheïtis is doorgaans zeer goed wanneer de behandeling snel wordt gestart.
Epidemiologie tracheïtis
Tracheïtis treft vooral jonge kinderen omdat de trachea (luchtpijp) bij hen kleiner is, gemakkelijker geblokkeerd raakt en daardoor ook sneller opzwelt. Af en toe komt het echter ook voor bij patiënten in de puberteit. Kinderen ouder dan acht jaar hebben meestal geen ernstige symptomen door tracheïtis. Een virale infectie komt vaker voor dan een bacteriële infectie. Jongens worden iets vaker dan meisjes getroffen.
Oorzaken: Bacteriële of virale infectie van de luchtpijp
De bacteriën
Staphylococcus aureus (
stafylokokkenbacterie),
Streptococcus pneumoniae,
Haemophilus influenzae en
Moraxella catarrhalis veroorzaken bacteriële tracheïtis. De meeste patiënten lopen een luchtpijpontsteking op door de bacterie
Staphylococcus aureus. Ook virussen kunnen een luchtpijpontsteking veroorzaken. Het griepvirus (
influenza) of rinovirussen zorgen voor een virale tracheïtis. Meestal ontstaat een
ontsteking van de luchtpijp door een eenvoudige bovenste luchtweginfectie zoals een
verkoudheid (milde infectie met symptomen aan neus en keel).
Symptomen luchtpijpontsteking
De patiënt heeft vaak eerst een bovenste luchtweginfectie waarbij hij moet
hoesten, lichte
koorts heeft en een
loopneus vertoont. Na twee tot vijf dagen volgen symptomen van de luchtwegobstructie door de tracheïtis. Deze omvatten hogere koorts, inspiratoire
stridor (een hoog, piepend ademgeluid) en een variabele mate van ademnood. Daarnaast moet de patiënt diep hoesten, net zoals bij
kroep (virale infectie met blaffende hoest bij kinderen). De patiënt heeft bovendien een droge,
pijnlijke hoest. Verder heeft de patiënt een toxisch uiterlijk, mogelijk in combinatie met
cyanose (blauwe verkleuring van de huid), en hij heeft een versnelde ademhaling (
tachypneu). Retrosternale pijn (
pijn achter het borstbeen),
heesheid (dysfonie),
slikproblemen en
keelpijn zijn tot slot nog andere symptomen waarmee een patiënt zich mogelijk presenteert.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
In de meeste gevallen stelt de arts de diagnose aan de hand van een grondig klinisch onderzoek van de patiënt. Een uitgebreide anamnese is daarbij onontbeerlijk waarbij hij alle zichtbare symptomen documenteert. De arts luistert met zijn stethoscoop naar de longen van de patiënt en identificeert zo de abnormale
ademgeluiden (stridor) bij de patiënt. De patiënt vertoont tot slot intercostale intrekkingen. Hierbij trekken de spieren tussen de ribben van de patiënt in wanneer deze probeert te ademen.
Diagnostisch onderzoek
Verdere onderzoeken zijn nodig om een tracheïtis te diagnosticeren. De arts voert een volledig
bloedonderzoek uit. Ook maakt hij een röntgenfoto (
radiografisch onderzoek) van de luchtpijp. Een
bronchoscopie kan eveneens nuttig zijn voor diagnostische doeleinden. Voorts zijn een tracheale cultuur en een nasofaryngeale cultuur nodig. Tot slot meet de arts het zuurstofgehalte in het bloed bij de patiënt. Dit onderzoek heet in
medische termen een
pulsoximetrie.
Differentiële diagnose
De arts verwart een tracheïtis vaak met de volgende aandoeningen:
- angio-oedeem (zwelling van de diepere huidlagen)
- candidiasis (schimmelinfectie door gist Candida die mogelijk het bloed, de geslachtsorganen, de huid, de mond, de keel en/of de nagels aantast)
- difterie (besmettelijke bacteriële infectie van keel en luchtwegen)
- epiglottitis (ontsteking van het strotklepje)
- kroep
- een peritonsillair of retrofaryngeaal abces
- tuberculose
Behandeling
Wanneer de patiënt tekenen van stridor (piepende ademhaling) of cyanose (blauwe huidskleur) vertoont, vereist dit onmiddellijke medische zorg. Deze symptomen wijzen namelijk mogelijk op een gedeeltelijke obstructie (verstopping) van de luchtwegen, wat een potentieel fatale aandoening kan zijn. De arts zal trachten de infectie te genezen en de luchtwegobstructie te verhelpen. De arts plaatst mogelijk een endotracheale tube (buis) in de luchtwegen van de patiënt zodat deze in staat is om beter te ademen. Verder krijgt de patiënt intraveneus
antibiotica toegediend wanneer de tracheïtis door bacteriën is veroorzaakt. Tot slot kan zuurstoftoediening bij sommige patiënten nodig zijn.
Prognose: Obstructie is levensbedreigend
De patiënt geneest in de meeste gevallen snel na een snelle behandeling. Indien de luchtpijp verstopt raakt, is dit echter levensbedreigend, vandaar dat een snelle behandeling vereist is.
Complicaties
Mogelijke complicaties omvatten obstructie, wat mogelijk kan leiden tot de dood. Ook
het toxisch shock syndroom (ernstige bacteriële infectie met koorts en schade aan organen) kan optreden als de aandoening werd veroorzaakt door de bacterie
Staphylococcus aureus. Tot slot kan orgaanfalen mogelijk optreden.
Preventie van tracheïtis
Preventie van tracheïtis richt zich vooral op het voorkomen van infecties die de aandoening kunnen veroorzaken. Dit kan worden bereikt door:
- Hygiëne: Regelmatig handen wassen en het vermijden van contact met mensen die verkouden zijn of griep hebben.
- Vaccinaties: Het tijdig laten vaccineren tegen virale infecties zoals griep en bepaalde bacteriële infecties zoals difterie.
- Gezonde levensstijl: Het versterken van het immuunsysteem door een gezonde voeding, voldoende slaap en regelmatige lichaamsbeweging.
- Vroege behandeling van luchtweginfecties: Het tijdig behandelen van verkoudheden en andere bovenste luchtweginfecties om complicaties zoals tracheïtis te voorkomen.