Jacobsen-syndroom: Aangeboren aandoening
Het Jacobsen-syndroom is een aangeboren aandoening die ontstaat door een ontbrekend stuk van chromosoom 11 (deletie). Hierdoor variëren de symptomen sterk. De meeste patiënten hebben een vertraagde ontwikkeling en afwijkingen in gedrag, uiterlijk en bloed. Daarnaast zijn tal van andere symptomen mogelijk. Dr. Jacobsen beschreef de ziekte voor het eerst in de medische literatuur in 1973.
Synoniemen Jacobsen-syndroom
Het Jacobsen-syndroom is ook bekend onder de volgende synoniemen:
- 11q deletiesyndroom
- 11q syndroom, gedeeltelijk
- 11q23 deletiesyndroom
- Del (11) (q23.3)
- Del (11) (qter)
- Deletie 11q-syndroom, gedeeltelijk
- Distale 11q monosomie
- Distale 11q-syndroom
- Distale deletie 11q
- Distale monosomie 11q
- Gedeeltelijke monosomie van de lange arm van chromosoom 11
- Jacobsen trombocytopenie
- Monosomie 11q gedeeltelijk
- Monosomie 11qter
- Telomeren deletie 11q
- Terminale deletie 11q
"JBS" is de afkorting van deze aandoening.
Epidemiologie van het Jacobsen-syndroom
Prevalentie van Jacobsen-syndroom
Jacobsen-syndroom, ook bekend als 11q-deletiesyndroom, is een zeldzame genetische aandoening die optreedt als gevolg van een deletie op chromosoom 11. De prevalentie van dit syndroom wordt geschat op ongeveer 1 op 100.000 geboorten. Vanwege de zeldzaamheid is het moeilijk om exacte cijfers te geven, maar het wordt vaker gediagnosticeerd bij mensen met een verstandelijke beperking of een onverklaarde ontwikkelingsachterstand.
Geografische spreiding
Er is geen specifieke geografische spreiding bekend voor het Jacobsen-syndroom. Het komt wereldwijd voor, maar de diagnoses zijn relatief zeldzaam vanwege de variabiliteit in symptomen en de moeilijkheid van het identificeren van de genetische oorzaak bij minder ernstige gevallen.
Familiale en sporadische gevallen
De meeste gevallen van Jacobsen-syndroom zijn sporadisch, wat betekent dat het syndroom meestal niet in de familie voorkomt. In zeldzame gevallen is het mogelijk dat een ouder een gemuteerd gen draagt, wat de kans vergroot dat het syndroom wordt doorgegeven aan hun kinderen.
Mechanisme
Genetische oorzaak van Jacobsen-syndroom
Jacobsen-syndroom is het gevolg van een deletie op het lange arm van chromosoom 11 (11q). Deze deletie leidt tot het verlies van belangrijke genen die nodig zijn voor de normale ontwikkeling en functie van verschillende lichaamsdelen. De deletie kan variëren in omvang, wat leidt tot een breed scala aan symptomen en ernst.
Moleculaire mechanismen en genetische expressie
De deletie op 11q beïnvloedt de expressie van meerdere genen, wat de variabiliteit van het syndroom verklaart. Sommige van de genen die verloren gaan, zijn betrokken bij de ontwikkeling van het zenuwstelsel, het immuunsysteem en de cardiale functie, wat de breedte van de symptomen van het syndroom verklaart.
Efecten op verschillende lichaamsystemen
Jacobsen-syndroom kan invloed hebben op veel verschillende lichaamsystemen. Het kan leiden tot hartafwijkingen, groeiachterstand, verstandelijke beperkingen, spraak- en taalproblemen, en gedragsproblemen. De aard en ernst van de symptomen variëren sterk, afhankelijk van de grootte van de deletie en de betrokken genen.
Oorzaken en erfelijkheid: Deletie van genetisch materiaal
De
aangeboren aandoening ontstaat door een deletie van genetisch materiaal in chromosoom 11. Mogelijk zijn 340 genen, die nodig zijn voor de ontwikkeling van normale lichaamsfuncties, betrokken. Omdat deze deletie plaatsvindt aan het uiteinde (terminus) van de lange (q) arm van chromosoom 11, staat het Jacobsen-syndroom ook bekend als terminale deletie 11q. In de meeste gevallen is de aandoening niet erfelijk en ontstaat de deletie tijdens de reproductieve celdeling van de
baby in de
baarmoeder.
Risicofactoren
Genetische factoren
Het belangrijkste risicofactor voor Jacobsen-syndroom is het aanwezig zijn van een deletie op het chromosoom 11. Deze deletie kan spontaan optreden tijdens de bevruchting of kan erfelijk zijn. Er zijn geen bekende omgevingsfactoren die het risico op Jacobsen-syndroom verhogen, maar het syndroom is meestal het gevolg van een de novo genetische mutatie.
Oudere moederleeftijd
Hoewel de leeftijd van de moeder vaak geassocieerd wordt met verhoogde risico’s op genetische aandoeningen zoals Downsyndroom, is er geen duidelijk bewijs dat het risico op Jacobsen-syndroom wordt verhoogd door een oudere moederleeftijd. Echter, zoals bij veel genetische syndromen, kan de kans op spontane mutaties groter zijn met ouder worden van de ouders.
Genetische overdracht en familiegeschiedenis
Jacobsen-syndroom wordt meestal sporadisch overgedragen, maar in sommige gevallen kunnen ouders met een kleinere genetische afwijking een verhoogd risico op overdracht hebben. Dit kan leiden tot een familiale geschiedenis van het syndroom, hoewel dit zelden het geval is.
Risicogroepen
Mensen met een verstandelijke beperking
Patiënten met een verstandelijke beperking en een onverklaarde genetische oorzaak kunnen verhoogde kans hebben op een diagnose van Jacobsen-syndroom, vooral wanneer er andere fysieke symptomen aanwezig zijn, zoals hartafwijkingen of typische gezichtskenmerken van het syndroom.
Kinderen met ontwikkelingsachterstand
Ouders van kinderen met een ontwikkelingsachterstand of vertraagde spraak- en motorische ontwikkeling moeten op de hoogte zijn van de mogelijkheid van Jacobsen-syndroom, vooral wanneer andere symptomen zoals hartafwijkingen of gedragsproblemen aanwezig zijn.
Ouders van kinderen met een chromosomale afwijking
Als een ouder of naaste verwant een chromosomale afwijking heeft die gerelateerd is aan een deletie op chromosoom 11, kunnen zij een verhoogd risico hebben om een kind te krijgen met Jacobsen-syndroom. Dit geldt met name als de deletie in het chromosoom van de ouder aanwezig is.
Symptomen: Afwijkingen aan gezicht, bloed en centraal zenuwstelsel
Het Jacobsen-syndroom veroorzaakt uiteenlopende symptomen. Vooral de ontwikkeling is aangetast. Daarnaast ontstaan afwijkingen aan het
gezicht en het bloed.
Centraal zenuwstelsel
Het centraal zenuwstelsel (
hersenen en ruggenmerg) is bij pasgeborenen aangetast. Dit leidt tot verminderde intelligentie, ontwikkelingsproblemen en een motorische achterstand. Kinderen hebben problemen met spreken, lopen, staan en zitten. Later ontstaan gedragsproblemen zoals dwangmatig gedrag, een korte aandachtsspanne en gemakkelijk afgeleid zijn. Vaak krijgen kinderen met het Jacobsen-syndroom de diagnose
ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder).
Gezicht
Patiënten hebben vaak schedelafwijkingen, zoals een groot hoofd (
macrocefalie) of een puntig voorhoofd (trigonocefalie). Andere veelvoorkomende gezichtsafwijkingen zijn:
- een brede neusbrug
- een dunne bovenlip
- een kleine onderkaak
- een V-vormige mond
- gebitsafwijkingen
- hangende oogleden (ptosis)
- huid die de binnenste ooghoeken bedekt (epicanthale plooien)
- kleine, laagstaande oren die naar achter gedraaid zijn
- ver uit elkaar staande ogen (hypertelorisme)
Bloed
Bijna alle patiënten hebben bij de geboorte het
bloedziekte "Paris-Trousseau syndroom". Hierdoor is de functie van de bloedplaatjes abnormaal, wat leidt tot
trombocytopenie of
pancytopenie (verlaagd aantal van alle bloedcellen). Deze bloedplaatjesaandoening veroorzaakt problemen met overmatige bloedingen en snel
blauwe plekken.
Andere symptomen
Andere veelvoorkomende symptomen zijn:
Alarmsymptomen
Cardiovasculaire symptomen
Een van de alarmsymptomen van Jacobsen-syndroom zijn hartafwijkingen, die vaak aanwezig zijn bij pasgeborenen. Deze kunnen onder andere hartgeruis of aangeboren hartafwijkingen zijn, die snel gediagnosticeerd moeten worden voor verdere behandeling.
Fysieke kenmerken van het syndroom
De typische gezichtskenmerken van Jacobsen-syndroom kunnen ook dienen als alarmsymptomen. Deze omvatten brede ogen, een korte neus, een afstaande oren, en een platte achterhoofdsknof. Deze fysieke kenmerken kunnen zichtbaar zijn bij de geboorte en helpen artsen om verder onderzoek naar het syndroom te initiëren.
Gedragsproblemen en psychische symptomen
Gedragsproblemen, zoals agressie, hyperactiviteit, en problemen met concentratie, komen vaak voor bij patiënten met Jacobsen-syndroom. Deze symptomen moeten nauwlettend worden gevolgd en kunnen wijzen op de noodzaak voor psychologische of gedragsmatige therapieën.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De diagnose wordt meestal gesteld bij de geboorte of in de vroege kindertijd. De gezichtsafwijkingen zijn vaak meteen zichtbaar. Verder voert de arts een uitgebreid lichamelijk en
neurologisch onderzoek uit.
Diagnostisch onderzoek
Een kenmerkend symptoom van de aandoening is de slechte werking van de bloedplaatjes, wat een
bloedonderzoek vereist voor de diagnose. Verder zijn een
gehooronderzoek,
oogonderzoek, endocrien onderzoek en immunologisch onderzoek nodig. Een cytogenetische analyse (chromosoomonderzoek) bevestigt de diagnose. Prenatale diagnostiek is mogelijk door middel van cytogenetische analyse, waarbij de arts een monster van het vruchtwater uit de placenta van de zwangere vrouw neemt of een
vlokkentest uitvoert.
Differentiële diagnose
Symptomen van de volgende aandoeningen kunnen lijken op de variëteit van symptomen van het Jacobsen-syndroom:
- Kabuki-syndroom (afwijkingen aan hoofd, gezicht, hersenen en skelet)
- Noonan-syndroom
- Turner-syndroom (aandoening bij meisjes door missende genen)
- verworven trombocytopenie als gevolg van sepsis (bloedvergiftiging: overdreven reactie van het immuunsysteem op ziektekiemen)
Behandeling
Er is geen effectieve behandeling voor het Jacobsen-syndroom. Een ondersteunende behandeling waarbij kinderartsen, neurologen, oogartsen, orthopedisch specialisten, pediatrische cardiologen en andere zorgverleners samenwerken, is nodig. Deze behandelingen worden zo snel mogelijk ingezet om de beste resultaten te bereiken. Bij voedingsproblemen krijgt de patiënt sondevoeding. Een hartoperatie kan nodig zijn bij ernstige hartafwijkingen, wat meestal in de neonatale periode gebeurt. De patiënt krijgt standaard
antibiotica. Regelmatig bloedonderzoek is noodzakelijk en een
bloedtransfusie kan nodig zijn bij operaties. Infecties worden behandeld met
medicatie. Patiënten met oogproblemen krijgen een bril,
contactlenzen of een oogoperatie. Orthopedische technieken, eventueel in combinatie met chirurgie, worden gebruikt om afwijkingen aan gewrichten, pezen, spieren en botten te behandelen. Fysiotherapie verbetert coördinatie en mobiliteit. Voor de vertraagde ontwikkeling zijn fysiotherapie, logopedie en ergotherapie beschikbaar. Speciaal onderwijs en psychologische ondersteuning zijn ook beschikbaar.
Prognose
Voor ongeveer 20% van de patiënten met het Jacobsen-syndroom is de prognose somber, en zij overlijden vaak voor de leeftijd van twee jaar als gevolg van hartproblemen of bloedingen. De levensverwachting van patiënten met het Jacobsen-syndroom is niet goed bekend, maar sommige patiënten bereiken de volwassenheid.
Complicaties van het Jacobsen-syndroom
Het Jacobsen-syndroom, ook wel bekend als terminale deletie 11q, is een zeldzame genetische aandoening veroorzaakt door een deletie op de lange arm van chromosoom 11. Deze deletie kan leiden tot een scala aan lichamelijke en verstandelijke problemen. De ernst van de symptomen varieert sterk van persoon tot persoon.
Naast de primaire kenmerken van het Jacobsen-syndroom, zoals craniofaciale dysmorfie, hartafwijkingen, intellectuele achterstand en bloedingsstoornissen, kunnen er ook verschillende complicaties optreden:
- Hartproblemen: Congenitale hartafwijkingen komen vaak voor bij mensen met het Jacobsen-syndroom. Deze kunnen mild tot ernstig zijn en vereisen mogelijk chirurgische ingrepen of medicatie.
- Ontwikkelingsvertraging: Vertraging in de fysieke en mentale ontwikkeling is een veelvoorkomende complicatie. Dit kan leiden tot problemen met motoriek, spraak, leren en sociale vaardigheden.
- Voedingsproblemen: Sommige kinderen met het Jacobsen-syndroom hebben moeite met voeden, wat kan leiden tot ondervoeding. Dit kan te wijten zijn aan zwakte in de spieren die nodig zijn om te slikken of te zuigen, of aan gastro-intestinale problemen.
- Immuuntekorten: Mensen met het Jacobsen-syndroom hebben vaker last van infecties doordat hun immuunsysteem mogelijk niet goed functioneert.
- Epilepsie: Epileptische aanvallen komen voor bij een klein percentage mensen met het Jacobsen-syndroom.
- Hoorproblemen: Hoorverlies is een veelvoorkomende complicatie. Dit kan mild tot ernstig zijn en kan baat hebben bij hoortoestellen of cochleaire implantaten.
- Oogproblemen: Visuele problemen, zoals bijziendheid, scheelzien en verziendheid, komen vaak voor.
- Slaapproblemen: Slaapstoornissen, zoals slaapapneu en slaapwandelen, kunnen optreden.
- Gedragsproblemen: Agressie, hyperactiviteit en autistische kenmerken kunnen voorkomen.
- Psychische problemen: Angst, depressie en psychose kunnen zich ontwikkelen.
Niet alle mensen met het Jacobsen-syndroom zullen deze complicaties ervaren. De ernst en het type complicaties kunnen per persoon sterk variëren.
Goede medische zorg en begeleiding kunnen de kwaliteit van leven van mensen met het Jacobsen-syndroom aanzienlijk verbeteren. Regelmatige controles bij een arts zijn essentieel om complicaties op te sporen en te behandelen.
Preventie
Genetisch advies
Voor patiënten die een verhoogd risico hebben op het krijgen van een kind met Jacobsen-syndroom, zoals ouders met een chromosomale afwijking, is genetisch advies belangrijk. Dit kan helpen om de kans op de aandoening te begrijpen en de juiste stappen te ondernemen om het risico te minimaliseren.
Prenatale diagnostiek
Prenatale diagnostische technieken, zoals CVS (chorionvillusbiopsie) en vruchtwaterpunctie, kunnen helpen bij het identificeren van genetische afwijkingen, waaronder de deletie op chromosoom 11, die verantwoordelijk is voor Jacobsen-syndroom. Dit kan ouders in staat stellen om geïnformeerde keuzes te maken over hun zwangerschap.
Ondersteuning en educatie
Het bieden van educatie en ondersteuning aan ouders van kinderen met Jacobsen-syndroom is essentieel. Dit omvat informatie over de verwachte symptomen, het beheer van de aandoening, en toegang tot medische en psychologische therapieën om de ontwikkeling van het kind te bevorderen.