Osteopenie: Verminderde botdichtheid zonder symptomen
Osteopenie staat voor de afname van de hoeveelheid botweefsel, zonder dat dit tot klachten of symptomen leidt. De verminderde botdichtheid is nog niet zo laag om de diagnose van “osteoporose” te krijgen, waarbij wel symptomen optreden. Een lagere botdichtheid (verminderde sterkte van de botten) verhoogt wel het risico op het ontwikkelen van osteoporose. Vaak gaat een lage botdichtheid gepaard met het verouderen. De botten verdunnen hierbij omdat het lichaam sneller botcellen absorbeert dan nieuwe botcellen aanmaakt. Medische factoren, omgevingsfactoren en genetische factoren spelen een belangrijke rol in de totstandkoming van osteopenie. De behandeling verloopt veelal via medicijnen of leefstijladviezen.
Oorzaken osteopenie
Bij het verouderen, verdunnen de botten. Dit is het gevolg van het feit dat minder botcellen geabsorbeerd worden, en een lagere productiesnelheid van nieuw bot plaatsvindt, wat resulteert in een
verlies van botmassa. De piek van de botdichtheid ligt rond de dertig jaar. Rond deze leeftijd zijn de botten erg dik waardoor mensen minder risico lopen op het ontwikkelen van osteopenie. Zijn de botten echter dunner op deze leeftijd, dan is het risico weer hoger. In sommige gevallen is osteopenie niet het gevolg van botverlies, maar is dit het resultaat van een
lagere botdichtheid. Mogelijk zijn bepaalde gezondheidsproblemen of bepaalde medische behandelingen, zoals radiotherapie of chemotherapie voor
kanker, ook de oorzaak van osteopenie.

Bepaalde medicijnen vormen een risicofactor voor osteopenie /
Bron: Stevepb, PixabayRisicofactoren verminderde botdichtheid
Aandoeningen en medische behandelingen
Volgende aandoeningen en medische behandelingen verhogen het risico op osteopenie:
Genetica
Sommige genetische factoren leiden eveneens sneller tot de totstandkoming van osteopenie:
- Aziatische afkomst
- een blanke huidskleur
- een familiegeschiedenis van osteoporose
- een smalle romp
- voorbeschiktheid voor een lage botdichtheid
- vrouwen: vrouwen hebben een lagere piek botdichtheid en het botverlies versnelt rond de tijd van de menopauze

Roken verhoogt het risico op osteopenie /
Bron: Geralt, Pixabay Omgevingsfactoren
De levensstijl speelt een belangrijke rol voor de sterkte van de botten. Door volgende omgevingsfactoren krijgen mensen sneller de diagnose van osteopenie:
- een sedentaire levensstijl (levensstijl met weinig beweging)
- het consumeren van een voeding met weinig calcium of vitamine D of met te veel zout
- het regelmatig drinken van alcohol
- het regelmatig drinken van cola
- het regelmatig drinken van koffie
- roken
Symptomen van osteopenie
Osteopenie brengt geen symptomen en ook geen
pijn met zich mee, waardoor veel mensen zich niet bewust zijn van de aandoening. Meestal stellen artsen per toeval deze diagnose bij een
botbreuk of een standaard botdichtheidsmeting.
Diagnose en onderzoeken
Diagnostisch onderzoek
Diverse mensen krijgen het advies om zich te laten testen op mogelijk botverlies via een botdichtheidsmeting. Dit geldt vooral voor postmenopauzale vrouwen, volwassenen die een botbreuk hebben gehad na de leeftijd van vijftig jaar, volwassenen met een medische aandoening die mogelijk bijdraagt aan botverlies of die mensen die medicijnen nemen of behandelingen ondergaan die mogelijk leiden tot botverlies. De diagnose van osteopenie gebeurt aan de hand van een botdichtheidsmeting, ook gekend als een
DXA-scan. De DXA-scan is tevens zeer nuttig bij het voorspellen van toekomstige fracturen. De resultaten van een DXA-scan zijn er in twee vormen: een T-score en Z-score. De T-score vergelijkt de botdichtheid met deze van een gezonde dertigjarige van hetzelfde geslacht. De Z-score vergelijkt de resultaten met de gemiddelde persoon van dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht als de patiënt. De arts gebruikt vaak T-scores om ofwel osteopenie of osteoporose te diagnosticeren. Een resultaat tussen -1,0 en -2,5 wijst op osteopenie.
Differentiële diagnose
Vaak verwarren mensen
osteomalacie, osteomyelitis en
artrose (reumatische aandoening van gewrichtskraakbeen met pijn, stijfheid,
gewrichtsgeluiden en hardheid) met osteopenie. De aandoeningen lijken gelijkaardig, maar zijn ze niet. Osteomalacie is de medische term voor “beenverweking”. Dit is het gevolg van onvoldoende verkalking van het bot door een probleem in de fosfor- en calciumstofwisseling. Dit is namelijk te laag in het bloed, wat resulteert in onder andere pijn,
spierzwakte,
vermoeidheid en ernstige misvormingen.
Osteomyelitis staat voor een botinfectie (ontsteking van het beenmerg). Artrose is tot slot een gewrichtsontsteking met een verlies van kraakbeen en is de meest voorkomende vorm van
artritis (gewrichtsontsteking).

Zuivelproducten bevatten calcium, wat nuttig is om (verder) botverlies te voorkomen /
Bron: HealthGauge, Flickr (CC BY-2.0)Behandeling via medicijnen of leefstijladviezen
De arts bekijkt eerst de geschiedenis van de patiënt en houdt rekening met diverse factoren om een mogelijke behandeling in te zetten. Hij bekijkt de mogelijke geschiedenis van fracturen, het medicijnengebruik en de aanwezigheid van andere medische aandoeningen zoals reumatoïde artritis. De arts houdt tevens rekening met het rook- en drinkgedrag van de patiënt. Aan de hand van deze informatie, berekent de arts het risico op een botbreuk van de patiënt in de komende tien jaar. Hij weet dan ook welk advies hij aan de patiënt zal meegeven: medicijnen gebruiken om het risico op fracturen te verminderen, of leefstijlaanpassingen doorvoeren. Meestal zijn medicijnen pas nuttig wanneer osteopenie ernstig genoeg is en osteoporose is opgetreden. De arts zet hiervoor dan
bisfosfonaten in.
Levensstijlaanpassingen zijn een vitaal onderdeel van de behandeling van osteopenie want hierdoor valt botverlies te voorkomen.
Wandelen, hardlopen,
dansen,
traplopen, tuinieren, springen, lichte gewichten tillen en andere gewicht dragende oefeningen versterken de botten.
Zwemmen en
fietsen zijn dan weer niet aanbevolen. Andere adviezen zijn stoppen met roken, minder alcohol, koffie en cola consumeren, en het innemen van een voeding met weinig zout maar wel met voldoende voedingsstoffen (calcium en vitamine D). De beste bronnen van calcium zijn melk en andere zuivelproducten, groene groenten en calcium verrijkte producten. Vitamine D is te vinden in
eieren,
zalm, sardines, zwaardvis, en sommige soorten
visolie.
Lees verder