Virale hepatitis A-infectie: Ontsteking van lever door virus
Hepatitis A is een virale infectie die leidt tot ontsteking van de lever door het hepatitis A-virus (HAV). Het komt vooral voor in gebieden met een lagere sociaaleconomische status en treft vaak kinderen. Niet alle geïnfecteerde personen vertonen symptomen. De ziekte wordt gekenmerkt door algemene tekenen en geelzucht. Het virus kan zowel in de ontlasting als in het bloed worden aangetoond. De behandeling is ondersteunend, en de meerderheid van de patiënten herstelt volledig. Complicaties zijn zeldzaam. Het hepatitis A-virus werd voor het eerst geïdentificeerd in 1973.
Synoniemen
Hepatitis A is ook bekend als 'hepatitis infectiosa' of 'hepatitis epidemica'. De afkorting voor hepatitis A-infectie is 'HAV'.
Epidemiologie
Hepatitis A is de meest voorkomende vorm van virale hepatitis wereldwijd, vaak voorkomend in epidemieën. De ziekte komt frequent voor bij jongvolwassenen die naar gebieden reizen waar het virus endemisch is, zoals Mexico, Midden- en Zuid-Amerika en sommige ontwikkelingslanden. In deze landen, waar de hygiënische omstandigheden vaak slecht zijn, is tot 90% van de bevolking vóór de leeftijd van tien jaar geïnfecteerd met HAV. De ziekte komt meestal in het najaar voor en tast vooral kinderen en jongvolwassenen aan.
Oorzaken van hepatitis A: Het virus
Het hepatitis A-virus (HAV) is een kubusvormig RNA-virus, een
enterovirus, met een diameter van 27-29 nm. De overdracht van de infectie gebeurt via de orale route. Het virus verspreidt zich via menselijke feces (ontlasting) en kan worden overgedragen door besmet voedsel (vooral schaaldieren en groenten) of voorwerpen. Overbevolking en slechte sanitaire voorzieningen bevorderen de verspreiding van het virus. HAV vermenigvuldigt zich in de lever en wordt uitgescheiden in gal. Het virus is ongeveer twee weken vóór het begin van de symptomen en tot zeven dagen daarna in de ontlasting van geïnfecteerde personen aanwezig. De ziekte is het besmettelijkst net vóór het begin van de geelzucht.
Andere virussen die hepatitisachtige symptomen kunnen veroorzaken, zijn onder meer:
Symptomen van hepatitis A: Algemene tekenen en geelzucht
Veel kinderen vertonen geen symptomen door hepatitis A, terwijl ongeveer 75% van de volwassenen symptomen ervaart. De incubatietijd van HAV is twee tot zes weken. De symptomen treden vaak plotseling op en kunnen mild tot ernstig zijn. In de beginfase kunnen patiënten zich onwel voelen, met symptomen zoals
misselijkheid,
verlies van eetlust,
braken,
buikpijn,
diarree,
koorts,
vermoeidheid,
gewrichtspijn en/of
gewichtsverlies. Bij een deel van de patiënten (vooral volwassenen) verschijnt na één tot twee weken geelzucht, wat vaak gepaard gaat met een verbetering van de andere symptomen. Als de symptomen aanhouden en verwardheid optreedt, is een medische beoordeling noodzakelijk. Geelzucht gaat vaak gepaard met
donkere urine en
bleke ontlasting als gevolg van intrahepatische cholestase (galstuwing in de lever). De gele verkleuring van de huid, slijmvliezen en lichaamsvloeistoffen vermindert meestal na enkele dagen tot weken.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Bij hepatitis A kan de lever vergroot zijn (
hepatomegalie) en in ongeveer 10% van de gevallen is ook de milt voelbaar. Soms zijn er
gezwollen lymfeklieren (lymfadenopathie). Een huiduitslag kan sporadisch voorkomen.
Diagnostisch onderzoek
HAV-deeltjes kunnen worden aangetoond door elektronenmicroscopie van de feces (ontlasting). Een bloedonderzoek is noodzakelijk om de aanwezigheid van antilichamen te detecteren. Dit onderzoek kan zowel bij een acute als een genezen infectie worden uitgevoerd. Wanneer IgM-antilichamen worden aangetroffen, is verdere diagnostiek meestal niet nodig, hoewel de leverfunctie moet worden gemonitord totdat deze weer normaal is.
Voldoende drinken is essentieel om uitdroging te voorkomen. /
Bron: Clker Free Vector Images, PixabayBehandeling
Er is geen specifieke antivirale behandeling voor hepatitis A. De meeste patiënten hoeven niet in het ziekenhuis te worden opgenomen en kunnen de ziekte 'uitzieken'. Het is belangrijk om voldoende te drinken om
uitdroging te voorkomen en alcohol te vermijden.
Corticosteroïden zijn niet effectief en
pijnstillers kunnen in sommige gevallen nuttig zijn om symptomen te verlichten. Verbeterde sanitaire voorzieningen en vaccinatie zijn de belangrijkste methoden om de ziekte te voorkomen.
Prognose
De vooruitzichten voor hepatitis A zijn uitstekend, vooral door verbeteringen in hygiëne, volksgezondheid en watervoorziening. De meeste patiënten herstellen volledig binnen drie tot zes weken na het begin van de symptomen. Hepatitis A ontwikkelt zich nooit tot een chronische leverziekte. De sterfte is relatief laag, met een percentage van 0,1% bij jongvolwassenen, maar stijgt met de leeftijd. De meest voorkomende doodsoorzaken zijn fulminante levernecrose (afsterven van leverweefsel).
Complicaties
Hepatitis A veroorzaakt zelden chronische leverziekte of dodelijke complicaties, in tegenstelling tot
hepatitis B en
hepatitis C. Patiënten die eenmaal zijn geïnfecteerd, zijn levenslang immuun voor HAV. Complicaties buiten de lever zijn zeldzaam maar kunnen optreden, vooral bij mensen boven de vijftig. Deze complicaties omvatten:
Sommige patiënten kunnen uitdrogingsverschijnselen vertonen, waarvoor intraveneuze vochttoediening in het ziekenhuis nodig kan zijn. Soms kan de ziekte bifasisch verlopen, waarbij geelzucht terugkeert. Ernstige geelzucht kan zeven tot twintig weken aanhouden, een aandoening bekend als 'cholestatische virale hepatitis'. Zeer zeldzaam zijn ernstige complicaties zoals verwoestende hepatitis, levernecrose en overlijden.
Preventie van hepatitis A
Een goede voedsel- en persoonlijke hygiëne is cruciaal om hepatitis A te voorkomen. Het virus is bestand tegen chlorering, maar wordt inactief door kokend water gedurende tien minuten.
Sinds 1995 is een HAV-vaccin beschikbaar, dat wordt aanbevolen voor de volgende risicogroepen:
- Personen die (frequent) reizen naar endemische gebieden
- Patiënten met een chronische leverziekte
- Patiënten met hemofilie (bloedingsziekte door het ontbreken van stollingsfactoren)
- Werknemers die frequent contact hebben met hepatitispatiënten, zoals in residentiële instellingen
Lees verder