Obstructieve uropathie: Blokkering van urinestroom
Obstructieve uropathie is een aandoening waarbij de urinestroom geblokkeerd is. Hierdoor stroomt de urine terug en ontstaat schade aan één of beide nieren. De aandoening kan voortkomen uit onder andere nier- of blaasstenen, bepaalde vormen van kanker of littekenweefsel rondom de urineleiders. Diverse beeldvormende onderzoeken leveren nuttige informatie voor de arts met betrekking tot de oorzaak van de verstopping van de urinestroom. Het is mogelijk om deze blokkering op korte termijn te verhelpen zonder operatie, maar de arts moet ook het onderliggende probleem verhelpen en vaak is een chirurgische ingreep nodig. De vooruitzichten zijn goed wanneer een snelle behandeling volgt, maar in andere gevallen kan er permanente schade aan de nieren ontstaan.
Epidemiologie
Obstructieve uropathie is een aandoening die relatief zeldzaam voorkomt in de algemene bevolking, maar de prevalentie kan variëren afhankelijk van de onderliggende oorzaken en risicofactoren. De aandoening kan op elke leeftijd voorkomen, maar is vaker bij ouderen en mensen met chronische ziekten. Bij mannen komen obstructieve aandoeningen vaker voor door prostaatproblemen, terwijl bij vrouwen baarmoederhals- en blaasproblemen een grotere rol spelen. De incidentie van obstructieve uropathie kan ook toenemen bij mensen met een voorgeschiedenis van nierstenen of kanker van de urinewegen.
Oorzaken
Obstructieve uropathie treedt op wanneer urine niet via de urinewegen kan wegvloeien. De urine komt terug in de
nier, waardoor de nier opzwelt (
hydronefrose: waternier).
Veel voorkomende oorzaken van obstructieve uropathie zijn:
Risicofactoren
De risicofactoren voor obstructieve uropathie kunnen variëren afhankelijk van de onderliggende oorzaken, maar enkele belangrijke risicofactoren zijn:
- leeftijd, aangezien oudere volwassenen vaker last hebben van aandoeningen die obstructieve uropathie kunnen veroorzaken
- geslacht, met een hogere incidentie bij mannen door prostaataandoeningen
- een voorgeschiedenis van nierstenen of urineweginfecties
- bepaalde kankers zoals blaaskanker of prostaatkanker
- chronische ziekten zoals diabetes, die de blaasfunctie kunnen beïnvloeden
- trauma of verwondingen aan het bekkengebied
Symptomen
Obstructieve uropathie kan één of beide
nieren treffen. De aandoening kan plotseling optreden of geleidelijk verergeren. De symptomen hangen af van verschillende factoren, zoals of één of beide nieren aangetast zijn en of de verstopping plotseling of geleidelijk is opgetreden.
Algemene tekenen
Volgende symptomen zijn mogelijk:
Plasproblemen
Diverse
plasproblemen kunnen optreden door de nieraandoening, zoals:
Ongeboren baby
Obstructieve uropathie kan ook een ongeboren foetus aantasten. Eén van de tekenen van obstructieve uropathie bij een ongeboren
baby is een lager niveau van vruchtwater in de
baarmoeder (
oligohydramnion). Urine is één van de onderdelen van vruchtwater. Een foetus met obstructieve uropathie kan niet effectief urineren, wat leidt tot een daling van het vruchtwatervolume en mogelijke foetale complicaties of complicaties bij de geboorte.
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van obstructieve uropathie kunnen onder meer zijn:
- ernstige pijn in de flank die niet vermindert met pijnstillers
- plotselinge veranderingen in urineproductie, zoals een significant verminderde hoeveelheid urine
- aanhoudende koorts in combinatie met flankpijn
- snelle verergering van symptomen zoals oedeem of misselijkheid
Diagnose en onderzoeken
De arts zal
beeldvormende onderzoeken aanvragen om obstructieve uropathie te detecteren. Veelgebruikte onderzoeken zijn onder andere:
- een CT-scan van de buik of het bekkengebied
- een cystourethrografie
- een echografie van de buik of het bekkengebied
- een intraveneuze pyelografie (onderzoek om afwijkingen in de urinewegen op te sporen)
- een MRI-scan
- een nucleaire scan van de nieren
Behandeling
De arts kan een
stent of drain plaatsen in de urineleider of het nierbekken om de blokkade te verhelpen en op korte termijn verlichting te bieden. Soms worden nefrostomiebuisjes gebruikt om urine uit de nieren af te voeren via de rug, en een Foley-katheter kan worden ingebracht via de urethra om de urinestroom te bevorderen. Het is mogelijk om de blokkering op korte termijn te verlichten zonder operatie, maar het is cruciaal om de oorzaak van de verstopping aan te pakken en het urinestelsel te repareren. In veel gevallen is een chirurgische ingreep nodig, zoals het verwijderen van een tumor. Bij ernstige functieverlies kan een nierverwijdering (nefrectomie) nodig zijn.
Prognose
De prognose hangt af van de snelheid van detectie en behandeling. Een snelle behandeling kan vaak leiden tot herstel zonder blijvende schade. Bij een langdurige blokkering kunnen de nieren beschadigd raken. Als slechts één nier is aangetast, zullen chronische
nierproblemen minder snel optreden. Patiënten met schade aan beide nieren kunnen nierdialyse of een niertransplantatie nodig hebben, zelfs na behandeling.
Complicaties
Obstructieve uropathie kan leiden tot ernstige en permanente schade aan de nieren, met
nierfalen als mogelijk gevolg. Schade aan de nieren kan ook leiden tot een verhoogd risico op infecties, zoals
urineweginfecties (UTI's), en andere complicaties zoals hypertensie.
Preventie
Preventie van obstructieve uropathie omvat:
- regelmatige controle en behandeling van aandoeningen die het risico op obstructieve uropathie verhogen, zoals prostaatproblemen of nierstenen
- het drinken van voldoende water om nierstenen te voorkomen
- het tijdig behandelen van urineweginfecties
- het vermijden van onnodige blootstelling aan middelen of situaties die kunnen bijdragen aan littekenvorming of tumoren in de urinewegen
Lees verder