Kattenkrabziekte: Huidletsels en gezwollen lymfeklieren
De kattenkrabziekte is een goedaardige bacteriële infectie met de Bartonella-bacteriën. De besmetting gebeurt het vaakst door een krab van een geïnfecteerde kat, die overigens zelf niet ziek is. De patiënt heeft hierbij een regionale, chronische lymfeklierontsteking in combinatie met huidletsels. Deze milde infectie maakt mensen met een gezond immuunsysteem bijna niet ziek, maar patiënten die een zwak immuunsysteem hebben, vertonen meestal wel (ernstige) symptomen. De infectieziekte valt goed te behandelen, maar de behandeling verloopt moeilijker indien de infectie zich uitbreidt naar andere orgaansystemen. Door enkele maatregelen te nemen, lopen mensen minder risico om de infectie te krijgen.
Synoniemen kattenkrabziekte
De kattenkrabziekte (CSD) is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- Bartonellose
- Cat-scratch disease
- Cat-scratch fever
- Cat-scratch koorts
- Kattekrabziekte
- Lymphogranuloma benignum
- Lymphoreticulosis benigma
- Subacute regionale lymfadenitis
Epidemiologie aandoening
Volgens Emedicine is de kattenkrabziekte wereldwijd één van de meest voorkomende oorzaken van chronische lymfadenopathie bij kinderen en adolescenten. De ziekte is vooral te vinden in gebieden met een warm en vochtig klimaat. De ziekte kent mogelijk een mannelijke voorliefde, omdat mannen ruwer met
katten spelen dan vrouwen, maar andere onderzoeken melden een gelijke verhouding tussen mannen en vrouwen. Tot slot lopen patiënten met een
verzwakt immuunsysteem een hoger risico om de ziekte te ontwikkelen.
Oorzaken bacteriële infectie: Bacterie door verspreiding van katten
De staafvormige
gramnegatieve bacterie Bartonella henselae veroorzaakt de infectieziekte bij de mens. Er zijn 25 soorten Bartonella, waarvan minstens 8 in staat zijn om mensen te besmetten. De
verspreiding van de bacterie gebeurt via de krab van een geïnfecteerde kat (meestal een jonge kitten onder de 12 maanden) of door een ander geïnfecteerd scherp voorwerp. Tevens verspreidt de infectie zich door blootstelling aan kattenvlooien. Daarnaast zorgt het contact met besmet
speeksel op beschadigde huid (open wonde) ook voor de bacteriële infectie. Tot slot komt het geïnfecteerde speeksel mogelijk terecht in de slijmvliezen, zoals de neus, de mond en de ogen, waar het eveneens resulteert in de symptomen van de ziekte.
Symptomen: Gezwollen lymfeklieren en huidletsels
Drie (3) tot tien (10) dagen nadat de patiënt is gekrabt, verschijnen de symptomen. Bij de patiënt ontwikkelen zich huidletsels op de krabplaats. Deze papules,
knobbeltjes of puisten zijn roodbruin en hebben een grootte van 3 tot 5 mm. De huidletsels zijn meestal het eerste symptoom van de ziekte. Na ongeveer één tot drie weken ontwikkelt de patiënt
pijnlijke gezwollen lymfeklieren (lymfadenopathie) in de buurt van de plaats van de krab of beet (vooral de
oksels en de hals, soms ook de nek of lies). Hij voelt zich bovendien niet goed (malaise), hij is
vermoeid en hij heeft
hoofdpijn. Soms verschijnt een patiënt eveneens met koorts. Af en toe heeft hij
keelpijn, heeft hij weinig zin om te eten en verliest hij daardoor gewicht. De kattenkrabziekte tast mogelijk vele orgaansystemen aan zoals de lymfeknopen, de ogen (neuroretinitis), de
hersenen (
encefalopathie), de huid (bacillaire angiomatose,
erythema nodosum (acuut ontstane pijnlijke rode onderhuidse zwelling met pijnlijke knobbeltjes),
erythema multiforme), de longen (
longontsteking (pneumonie:
ontsteking onderste luchtwegen) en de botten (
artritis en
osteomyelitis). Bij de ontsteking van de
lymfeklieren komen soms
gezwollen oksels en
pijn aan de oksel voor.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De arts voert een grondig lichamelijk onderzoek uit bij de patiënt. Hierbij is een anamnese, een grondig vraaggesprek, onontbeerlijk. De arts merkt tevens de zichtbare symptomen op waaronder gezwollen lymfeklieren (lymfadenopathie) en de kras of beet van een krab. Bij een lichamelijk onderzoek is een vergrote milt (in
medische termen gekend als
splenomegalie) ook mogelijk.
Diagnostisch onderzoek
Een speciaal
bloedonderzoek bevestigt de diagnose, al is deze wel moeilijk te stellen. Daarom gebeurt vaak nog een lymfeklierbiopsie om andere oorzaken van gezwollen klieren uit te sluiten.
Differentiële diagnose
De arts verwart de kattenkrabziekte vaak met volgende aandoeningen:
Behandeling
Bij milde symptomen, die voorkomen bij de kattenkrabziekte, is
medicatie veelal onnodig. Bij ergere symptomen en bij
hiv- of aidspatiënten (die een verzwakt immuunsysteem hebben) schrijft de arts
antibiotica voor.
Prognose
De prognose van de kattenkrabziekte is veelal uitstekend waardoor de meeste patiënten met een gezond immuunsysteem spontaan herstellen.
Lymfadenitis (ontsteking van de lymfeklieren) verdwijnt meestal ook spontaan na twee tot vier maanden, maar bij sommige patiënten is dit pas na twee jaar. Bij patiënten met een verzwakt immuunsysteem of met een onderliggende aandoening is een antibioticabehandeling vereist om eveneens volledig te herstellen.
Complicaties van de kattenkrabziekte
Bij patiënten met een verzwakt immuunsysteem ontstaan mogelijk complicaties waaronder encefalopathie, neuroretinitis, osteomyelitis en het Parinaud-syndroom (oogaandoening: granulomateuze
conjunctivitis met adenopathie). Deze ontstaan vooral indien de patiënt geen (tijdige) behandeling krijgt.
Preventie ziekte
Op diverse manieren valt de ziekte te voorkomen. Vooreerst zorgt een katteneigenaar er voor dat zijn of haar kat regelmatig een behandeling tegen
vlooien krijgt. Daarnaast is ruw spelen afgeraden. Na het spelen met de kat, wast de persoon bovendien best zijn of haar
handen. Als een kat daarnaast laat merken dat ze liever alleen is en geen aandacht wil, dan dwingt de persoon ook geen aandacht af, omdat dit mogelijk een krab of beet van een geïnfecteerde kat verhoogt. Tot slot is het beter om een kat binnen te houden.
Lees verder