Japanse encefalitis: Hersenontsteking door infectie met mug
Japanse encefalitis is een vorm van hersenontsteking die vooral voorkomt in Zuidoost-Azië. De verspreiding van deze virale infectie gebeurt via besmette muggen. Meestal vertonen patiënten geen of slechts milde griepachtige symptomen, maar soms ontstaan plotseling ernstige symptomen zoals hoofdpijn, koorts, verlamming en verwardheid. Deze ziekte kan enkel ondersteunend worden behandeld bij ernstige symptomen. De patiënt laat zich best inenten, draagt altijd de juiste kledij en gebruikt insectenwerende producten om muggen te weren. Deze ziekte is tot slot niet besmettelijk tussen mensen.
Epidemiologie Japanse encefalitis
Japanse encefalitis komt vooral voor in landelijke gebieden van Zuidoost-Azië, de Pacific eilanden en het Verre Oosten, met name op plaatsen waar varkenshouderijen en rijstvelden aanwezig zijn.
De ziekte is geïdentificeerd in de volgende landen:
- Australië
- Bangladesh
- Birma
- Brunei
- Cambodja
- China
- Filippijnen
- Guam
- Indië
- Indonesië
- Japan
- Laos
- Maleisië
- Nepal
- Noord-Korea
- Pakistan
- Papoea-Nieuw-Guinea
- Rusland
- Saipan
- Singapore
- Sri Lanka
- Taiwan
- Thailand
- Timor-Leste
- Vietnam
- Zuid-Korea
Japanse encefalitis is zeldzaam voor reizigers die risicogebieden bezoeken. Dit hangt af van het seizoen, de activiteiten, de duur van de reis en de bestemming. Naar schatting ontwikkelt jaarlijks minder dan 1 op 1 miljoen reizigers Japanse encefalitis. Patiënten die in landelijke gebieden wonen waar de infectie veel voorkomt, lopen een hoger risico. Ongeveer 75% van de gevallen betreft kinderen onder de 15 jaar. De World Health Organization (WHO) schat dat wereldwijd ongeveer 68.000 patiënten zijn aangetast door Japanse encefalitis.
Oorzaken Japanse encefalitis
De oorzaak van Japanse encefalitis is een infectie met het
arbovirus. Dit virus is aanwezig bij varkens en
vogels. De
overdracht gebeurt door een
mug die een besmet dier bijt. Vervolgens kan de besmette mug een mens bijten. De infectie verloopt van mug op mens en is niet mogelijk van mens op mens, waardoor de aandoening niet besmettelijk is.
Risicofactoren
De risicofactoren voor Japanse encefalitis omvatten:
- Wonen in of reizen naar gebieden waar de ziekte veel voorkomt, zoals Zuidoost-Azië en de Pacific eilanden
- Langdurige blootstelling aan buitenomstandigheden in risicogebieden, vooral tijdens de zomermaanden
- Ontmoetingen met varkens en vogels die het virus kunnen dragen
- Onvoldoende vaccinatie bij reizen naar risicogebieden
Symptomen
De meeste patiënten met Japanse encefalitis vertonen geen of slechts milde symptomen die vergelijkbaar zijn met
griep. Deze symptomen duren meestal kort. Bij minder dan 1% van de geïnfecteerde patiënten ontwikkelen zich ernstigere symptomen. De infectie verspreidt zich naar de
hersenen meestal 5-15 dagen na besmetting. Mogelijke symptomen zijn onder meer:
Een
stijve nek
Plotselinge
hoofdpijn
Verhoogde temperatuur,
hoge koorts
Braken
In een later stadium kunnen de volgende symptomen optreden:
Stuipen (oncontroleerbare fysieke bewegingen en veranderingen in bewustzijn)
Desoriëntatie
Oncontroleerbaar schudden van bepaalde lichaamsdelen (tremoren:
bevingen)
Onvermogen om te spreken
Spierzwakte
Blindheid
Ataxie (
medische term voor evenwichts- en coördinatieproblemen)
Coma
Verlamming
Verwardheid
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen die kunnen wijzen op een ernstige vorm van Japanse encefalitis zijn onder meer:
- Ernstige neurologische symptomen zoals ernstige stuipen en coma
- Snel verslechterende toestand ondanks behandeling
- Significante veranderingen in mentale toestand, zoals extreme desoriëntatie of verwardheid
- Aanwijzingen van langdurige verlamming of andere ernstige complicaties
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De arts bevraagt de patiënt over de symptomen en de reisgeschiedenis naar risicogebieden, activiteiten tijdens deze reis en eerdere vaccinaties. Klinische bevindingen kunnen onder meer koorts, hoofdpijn,
misselijkheid,
diarree, braken, en/of
spierpijn zijn, evenals een veranderde mentale toestand,
epileptische aanvallen en verlamming.
Diagnostisch onderzoek
Indien nodig voert de arts een
bloedonderzoek uit om te bevestigen of de patiënt een infectie heeft.
Differentiële diagnose
De differentiële diagnoses omvatten:
Behandeling Japanse encefalitis
Er is geen specifieke behandeling voor Japanse encefalitis. De arts past voornamelijk ondersteunende behandelingen toe. Dit omvat het toedienen van vocht, zuurstof,
pijnstillers en andere medicatie om de symptomen te verlichten. Deze behandeling vindt meestal plaats in een ziekenhuis. De therapieën, in combinatie met rust, helpen het lichaam de infectie te bestrijden.
Prognose Japanse encefalitis
Ongeveer één op de drie patiënten met ernstige symptomen van Japanse encefalitis overlijdt. Bij de overlevenden verbeteren de symptomen langzaam, maar volledig herstel kan een lange tijd duren. Ongeveer de helft van de overlevende patiënten ondervindt blijvende hersenschade. Mogelijke complicaties zijn tremoren,
spiertrekkingen,
persoonlijkheidsveranderingen, spierzwakte, ontwikkelingsproblemen en verlamming in één of meer ledematen. Tussen 20 en 30% van alle patiënten met Japanse encefalitis sterft uiteindelijk aan de ziekte.
Complicaties
Complicaties van Japanse encefalitis kunnen onder meer omvatten:
- Chronische neurologische schade, zoals tremoren en spiertrekkingen
- Blijvende verlamming en motorische problemen
- Cognitieve en gedragsproblemen, waaronder geheugenverlies en persoonlijkheidsveranderingen
- Slecht functioneren van andere organen door ernstige koorts en uitdroging
- Infecties van andere organen door langdurig ziekenhuisverblijf
- Ernstige spierzwakte en motorische problemen
- Langdurige noodzaak van revalidatie
Preventie Japanse encefalitis
Preventieve maatregelen tegen Japanse encefalitis omvatten:
- Vaccinatie: De belangrijkste preventiemaatregel is de vaccinatie tegen Japanse encefalitis. Dit is bijzonder aanbevolen voor mensen die reizen naar risicogebieden of langdurig buiten zijn in deze gebieden.
- Muggenbestrijding: Het dragen van lange mouwen en broeken, vooral tijdens het muggenseizoen, en het gebruik van insectenwerende middelen zoals DEET kan helpen om muggenbeten te voorkomen.
- Muggenbestrijdingsmiddelen: Gebruik van muggenwerende middelen zoals insecticiden en anti-muggen sprays kan helpen om de blootstelling aan muggen te minimaliseren.
- Milieu-aanpassingen: Het vermijden van gebieden met stilstaand water, waar muggen zich kunnen voortplanten, kan het risico op besmetting verminderen.
Voor een uitgebreide en geactualiseerde aanpak van preventieve maatregelen en behandelingen, raadpleeg altijd een medisch professional en volg de laatste richtlijnen van gezondheidsautoriteiten.
Lees verder