Viscerale pijn: Vage pijn afkomstig van inwendige organen
Viscerale pijn is de pijn die afkomstig is van de inwendige organen, zoals de maag, de blaas, de baarmoeder of het rectum. Deze pijn is het gevolg van een medische aandoening, een ontsteking, druk of een letsel. Enkele voorbeelden van viscerale pijn zijn bijvoorbeeld bekkenpijn veroorzaakt door een blaasontsteking en buikpijn veroorzaakt door het prikkelbaredarmsyndroom. De pijn komt tot stand doordat de nociceptoren (pijnreceptoren) geactiveerd worden. De pijn beschrijven patiënten meestal als vaag. Vaak komen andere symptomen tot stand die veroorzaakt worden door het autonome zenuwstelsel, zoals veranderingen in de bloeddruk en zweten. Verder is bij viscerale pijn sprake van gerefereerde pijn. De pijn van een bepaalde bron straalt hierbij uit naar een andere plaats, zoals bijvoorbeeld pijn aan de linkerarm voelen bij een hartaanval. Diverse medicijnen en invasieve therapieën behandelen de pijnklachten van patiënten.
Oorzaken van viscerale pijn
Viscerale
pijn duidt op pijn die het gevolg is van de activering van nociceptoren (speciale sensorische zenuwcellen) van de interne organen. Viscerale structuren zijn relatief ongevoelig voor prikkels die normaal pijn oproepen. Verschillende structurele letsels of biochemische afwijkingen verklaren dit soort pijn bij een deel van de patiënten. Deze ziekten zijn gegroepeerd onder gastro-intestinale neuromusculaire ziekten (GINMD) zoals
nierkoliek. Anderen patiënten ervaren af en toe (vaak zeer intense) viscerale pijnen zonder structurele, biochemische of histolopathologische oorzaak van deze pijnklachten. Deze ziekten zijn gegroepeerd onder functionele gastro-intestinale stoornissen (FGID). De twee belangrijkste afzonderlijke entiteiten van functionele
darmaandoeningen zijn functionele dyspepsie en het
prikkelbare darmsyndroom.
Risicofactoren
Patiënten met bepaalde
psychische aandoeningen, zoals een
bipolaire stoornis, een
borderline persoonlijkheidsstoornis en
posttraumatische stressstoornis zijn waarschijnlijk meer vatbaar voor symptomen van viscerale pijn. Anno oktober 2020 is het wetenschappelijk bewijs hierrond echter inconsistent. Sommige wetenschappers melden namelijk dat
chronische pijn leidt tot psychische problemen in plaats van andersom.
Symptomen
Locatie
Een patiënt voelt viscerale pijn als hij een infectie, een trauma, een ziekte, een tumor, een bloeding, druk, een
ontsteking of een letsel aan de binnenkant of de buitenkant van de inwendige organen heeft. Viscerale pijn is diffuus, vaag, moeilijk te lokaliseren omdat de bron van de pijn zich meestal situeert in een verre, meestal oppervlakkige, structuur. De constante of intermitterende (met tussenpozen optredende) pijn is meestal waarneembaar in de middellijn die zich van de onderbuik tot de borst uitstrekt. De pijn beschrijven patiënten als misselijkmakend, knijpend, diep of oppervlakkig, knarsend en dof, saai of scherp.
Bijkomende tekenen
De vorm van
nociceptieve pijn gaat meestal gepaard met symptomen die veroorzaakt worden door het autonome zenuwstelsel. Sommige van deze symptomen zijn
bleekheid,
zweten,
misselijkheid,
braken en veranderingen in de vitale functies zoals de bloeddruk, de hartslag en/of de temperatuur. Sterke emotionele reacties zijn ook vaak voorkomende symptomen en veroorzaken
angst en een gevoel van naderend onheil. Viscerale pijn presenteert zich soms ook door emotionele reacties en ongemak waarbij de patiënt geen pijn meldt. De intensiteit van viscerale pijn die de patiënt voelt, is niet geassocieerd met de mate van het inwendig letsel.
Uitstralingspijn
De pijn van een specifiek orgaan straalt soms uit naar verschillende plaatsen van het lichaam. Deze uitstralingspijn of gerefereerde pijn is vaak aanzienlijk intens. Een goed voorbeeld van viscerale pijn die vaak voorkomt, is een
hartaanval. Deze pijn is het gevolg van
ischemie (een tekort aan zuurstof en voedingsstoffen in het bloed) van het hartweefsel. Het meest voorkomende symptoom is
pijn op de borst die de patiënt vaak omschrijft als benauwdheid, druk of een knijpend gevoel op de borst. Het begin van de symptomen is gewoonlijk geleidelijk, verspreidt over meerdere minuten en bevindt zich vaak in de centrale
borstkas (boven het borstbeen). Patiënten voelen deze pijn echter mogelijk in de linkerborst, de rechterborst en zelfs de buikstreek. De geassocieerde symptomen zijn meestal afkomstig van het autonoom zenuwstelsel, zoals misselijkheid, braken,
hartkloppingen en angst. De patiënt voelt meestal gerefereerde pijn (uitstralingspijn) in de linkerarm, maar deze pijn straalt soms ook uit naar de onderkaak, de nek en/of de rug. Andere voorbeelden van gerefereerde pijn zijn
blaaspijn die voelbaar is in het perineum en
rugpijn (
uitstralingspijn naar de rug) die veroorzaakt is door een
nierinfectie.
Diagnose en onderzoeken
Nieuwe en/of onverwachte viscerale pijn wijst mogelijk op een medisch probleem. Het is voor de arts niet altijd eenvoudig om de onderliggende oorzaak te bepalen. De arts bevraagt de patiënt over de
medische geschiedenis, met speciale aandacht voor het feit of bepaalde factoren, zoals slikken, eten of lopen, de pijn verergeren of verlichten. De patiënt ondergaat daarna een lichamelijk onderzoek waarbij de arts de pijnlijke plek inspecteert en palpeert (voorzichtig drukt) om de eventuele aanwezigheid van
knobbeltjes, warmte, gevoeligheid of stijfheid te identificeren. Mogelijk zijn
beeldvormende onderzoeken nodig, zoals een
röntgenfoto, een
CT-scan of een
echografie van de pijnlijke gebieden en nabijgelegen structuren.
Behandeling van gerefereerde pijn / uitstralingspijn
Zodra een behandelbare aandoening is vastgesteld, behandelt de arts dit probleem. Vindt de arts de oorzaak niet snel genoeg, dan behandelt hij de pijn symptomatisch om de pijn te verlichten en sensibilisatie op de lange termijn te voorkomen.
Medicatie
De symptomatische behandeling van viscerale pijn bestaat uit medicijnen. Omdat viscerale pijn secundair is aan een breed scala aan oorzaken, met of zonder bijbehorende pathologie, gebruikt de arts een grote verscheidenheid aan klassen van geneesmiddelen waaronder:
Soms komen wel bijwerkingen tot stand door medicatiegebruik, zoals bijvoorbeeld
constipatie,
medicatie-afhankelijkheid, verslavingen en een ontoereikende pijnverlichting.
Invasieve therapieën
Invasieve therapieën zijn voorbehouden voor patiënten bij wie medicatie en andere niet-invasieve therapieën niet effectief zijn. Zenuwblokkades met een lokaal anestheticum en/of een steroïde medicijn bieden een tijdelijke verlichting. Een permanente zenuwblokkering is soms ook mogelijk door de vernietiging van zenuwweefsel. Neurostimulatie, van een apparaat zoals een ruggenmergstimulator is soms ook inzetbaar voor diverse pijnaandoeningen zoals chronische
pancreatitis (alvleesklierontsteking) en
familiale mediterrane koorts (ontstekingen met
koorts). Andere inzetbare apparaten voor het verminderen van pijn zijn een
transcutane elektrische zenuwstimulators (TENS), gerichte veldstimulatie, externe neuromodulatie, gepulseerde radiofrequente ablatie en neuraxiale medicijnafgiftesystemen.
Lees verder