Longkanker: symptomen, oorzaak, stadium en behandeling
Longkanker symptomen bestaan uit verandering in het hoestpatroon, bijvoorbeeld door een hardnekkige prikkelhoest en soms zit er bij het opgehoeste slijm een streepje bloed. Andere symptomen bij longkanker kunnen bestaan uit kortademigheid, een longontsteking die steeds terugkeert, aanhoudende heesheid en een zeurende pijn in de borststreek, de rug of rond de schouders. Vanaf 2008 is kanker voor het eerst de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland. Voorheen was dit hart- en vaatziekten, aldus de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Bij mannen is longkanker de meest voorkomende vorm van kanker, gevolgd door prostaatkanker. Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Wat zijn de oorzaken en symptomen van longkanker en hoe kan longkanker worden behandeld? In het begin merk je vaak nog weinig van longkanker. Meestal begint het met wat vage, algemene symptomen en klachten.
Beeldvormend onderzoek van de longen /
Bron: Minerva Studio/Shutterstock.comIncidentie van longkanker in Nederland
Het aantal mensen dat op 1 januari 2022 longkanker had, wordt geschat op 32.200, 16.200 mannen en 16.100 vrouwen. Bij personen jonger dan 30 jaar komt longkanker slechts sporadisch voor. Daarna stijgt de incidentie (= het aantal nieuwe gevallen van longkanker in een jaar) snel met het klimmen der jaren.
Vormen van longkanker
Niet-kleincellige en kleincellige longkanker
Longkanker wordt meestal onderverdeeld in twee grote groepen of vormen, die goed zijn voor ongeveer 95% van alle gevallen. De indeling berust op de belangrijkste kenmerken van de cellen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de kleincellige en de niet-kleincellige vorm van longkanker. De niet-kleincellige vorm van longkanker heeft in tegenstelling tot de kleincellige vorm, vrij grote cellen. Deze indeling zegt ook iets over de groeisnelheid van de tumor en de snelheid waarmee deze tumor zich uitzaait (metasteert) door het lichaam. Beide vormen bevatten verschillende subtypen van tumoren.
Kleincellige longkanker komt minder vaak voor en groeit sneller en heeft meer kans op uitzaaiingen dan niet-kleincellige longkanker. Vaak heeft kleincellige longkanker zich al verspreid naar andere delen van het lichaam, wanneer de kanker wordt gediagnosticeerd.
Vormen van primaire longkanker
Ongeveer 5% van de longkankers zijn van zeldzame soorten cellen, met inbegrip van carcinoïd tumor (een zeldzame en langzaam groeiende kwaadaardige tumor),
lymfoom (een vorm van kanker uitgaande van de lymfocyten, een type cel van het immuunsysteem), en andere.
De belangrijkste specifieke vormen van primaire longkanker zijn als volgt:
- Een adenocarcinoom, een niet-kleincellige vorm van longkanker dat ontstaat in klierweefsel, is de meest voorkomende vorm van longkanker. Het maakt 30% -40% van alle gevallen uit.
- Plaveiselcelcarcinoom, ook een niet-kleincellige vorm van longkanker, uitgaande van plaveiselcellen, een cel in het epitheel, dat is het weefsel dat organen en andere weefsels bedekt, is de tweede meest voorkomende vorm van longkanker. Deze vorm maakt ongeveer 30% van alle longkankers uit.
De belangrijkste oorzaak van longkanker: het roken van sigaretten
Het roken van sigaretten is de belangrijkste oorzaak van een longtumor. Ongeveer 90% van longkanker ontstaat ten gevolge van het gebruik van tabak. Sigarettenrook bevat meer dan 4000 chemische stoffen, waarvan er vele zijn geïdentificeerd als veroorzaker van kanker. Een persoon die meer dan een pakje sigaretten per dag rookt, heeft een 20 tot 25 keer groter risico op het ontwikkelen van longkanker dan iemand die nooit een sigaret heeft aangeraakt. Het risico voor het krijgen van longkanker voor een persoon die gedurende 20 jaar twee pakjes sigaretten per dag rookt, is zelfs 60 tot 70 maal zo hoog als voor iemand die nooit heeft gerookt.[1] Wanneer een persoon stopt met roken, zal het risico op longkanker geleidelijk afneemt. Ongeveer 15 jaar na het uitdrukken van de laatste sigaret, daalt het risico voor longkanker tot het niveau van iemand die nooit heeft gerookt. De risico's hangen samen met het aantal sigaretten dat wordt gerookt, de leeftijd waarop iemand begint met roken en de duur dat iemand rookt of heeft gerookt doordat hij ermee stopte.
Andere oorzaken van longkanker
Andere oorzaken van longkanker zijn:
- passief roken of meeroken;
- luchtverontreiniging van motorvoertuigen, fabrieken en andere bronnen verhogen waarschijnlijk het risico op longkanker;
- blootstelling aan asbest verhoogt het risico op longkanker met factor negen;
- longziekten, zoals tuberculose (tbc) en chronische obstructieve longziekte (Chronic Obstructive Pulmonary Disease - COPD), verhogen ook het risico op longkanker;
- blootstelling aan radon (een radioactief edelgas dat men niet kan zien, ruiken of proeven en dat vrijkomt uit bouwmaterialen en uit de bodem) vormt een ander risico.[2]
- bepaalde beroepen waar men langdurig blootstaat aan arseen, chroom, nikkel, aromatische koolwaterstoffen en ethers, kunnen het risico op longkanker vergroten.
- een persoon die longkanker heeft doorgemaakt, heeft meer kans om voor de tweede keer longkanker te krijgen dan de gemiddelde persoon kans heeft om voor de eerste keer longkanker te krijgen.
Symptomen van longkanker
Verschijnselen
Tot een vierde van alle mensen met longkanker vertoont geen symptomen op het moment dat de kanker wordt vastgesteld. De tumor wordt in zulke gevallen vaak bij toeval gevonden, ofschoon er achteraf in een aantal gevallen wel wat vage, algemene symptomen zijn aan te wijzen, zoals zich niet helemaal fit en lekker voelen, verminderde eetlust en soms ook wat vermagering (gewichtsverlies). De symptomen van longkanker kunnen sterk variëren en zijn mede afhankelijk van de plaats en de grootte van de tumor en van eventuele uitzaaiingen (metastasen). Longkanker verspreidt zich meestal naar de
lever, de bijnieren, de
botten en de
hersenen.
Symptomen van de primaire longkanker zijn
hoesten, een veranderd hoestpatroon,
ophoesten van bloed,
pijn op de borst (pijn in de borstkas), terugkerende luchtweginfecties, zoals longontsteking (zie onder) en (toename van de)
kortademigheid. Bij uitzaaiingen kan er elders in het lichaam pijn optreden.
Beschrijving
Hieronder volgt een korte bespreking van de symptomen:
- Iedere nieuwe hoest bij een roker of een ex-roker kan op longkanker duiden.
- Een hoest die niet verdwijnt of na verloop van tijd erger wordt, moet aan de huisarts worden voorgelegd.
- Het ophoesten van bloed (hemoptoë of bloedspuwing) komt bij een aanzienlijk aantal mensen voor die longkanker ontwikkelen. Het ophoesten van bloed kan het gevolg zijn van het krachtig hoesten en dat is niet verontrustend. Het kan echter ook een teken zijn een ernstige aandoening of ziekte, zoals longkanker.
- Ongeveer een kwart van de mensen met longkanker krijgt pijn op de borst. De pijn is dof en hardnekkig.
- Kortademigheid kan duiden op een verspreiding van de tumor in de longen.
- Een piepende ademhaling, reutelende ademhaling, of heesheid kunnen duiden een ontsteking in de longen die veroorzaakt wordt door de kanker.
- Herhaaldelijke luchtweginfecties, zoals bronchitis of longontsteking, kunnen een teken zijn van longkanker.
Bijzondere verschijnselen
Tevens worden regelmatig bijzondere verschijnselen beschreven, zoals
trommelstokvingers (verdikking van het uiteinde van de vingers) en gewrichtsklachten gezien bij longkanker. Door de tumor geproduceerde stoffen veroorzaken deze typische verschijnselen. En een enkele keer komt nagelloslating (
onycholyse) voor. Ageusie (afwezigheid van smaakvermogen) is een bekend fenomeen bij mensen met longkanker. Een dysgeusie (verandering van smaak) waarbij al het voedsel
zoet smaakt, is echter zeldzaam.
Stadiumindeling van longkanker
De stadiumindeling van longkanker (niet-kleincellig longcarcinoom, afgekort NSCLC) is als volgt:
Stadium NSCLC | Beschrijving |
Stadium I | kleine tumor zonder uitzaaiingen |
Stadium II | grotere tumor en/of uitzaaiingen in de lymfeklieren in de long |
Stadium IIIa | uitzaaiingen in de lymfeklieren tussen beide longen (mediastinum), aan de kant van de tumor |
Stadium IIIb | uitzaaiingen in de lymfeklieren tussen beide longen (mediastinum), aan de andere zijde dan de tumor of boven het sleutelbeen (supraclaviculair) |
Stadium IV | uitzaaiingen in andere organen |
Onderzoek en diagnose
Als je symptomen vertoont die op longkanker kunnen duiden, zal de arts een reeks onderzoeken starten. Het doel is om het vermoeden van longkanker te bevestigen of weg te nemen. De arts zoekt ook naar andere mogelijke oorzaken van de klachten.
Lichamelijk onderzoek en medische geschiedenis
Bij een eerste onderzoek krijgt de arts een beeld van de algemene gezondheidstoestand van de patiënt. Hij vraagt naar symptomen en mogelijke risicofactoren (anamnese). Tegelijkertijd krijgt hij de eerste indicaties van verdenking op longkanker, bijvoorbeeld als de lymfeklieren op een typische plek opgezwollen zijn.
Röntgenfoto's van de longen
Röntgenfoto's van de longen worden gebruikt om tumoren en hun precieze locatie en grootte te onthullen. Andere longziekten kunnen ook worden opgespoord.
CT-scan /
Bron: Tyler Olson/Shutterstock.comCT en MRI
Een dwarsdoorsnede-onderzoek in de vorm van een computertomografie (CT)-scan wordt gedaan als het resultaat van het röntgenonderzoek niet doorslaggevend was of als het longkanker suggereert. Als er een tumor is, kan de procedure worden gebruikt om de exacte locatie en lokale verspreiding te bepalen. De CT kan ook worden gebruikt om uitzaaiingen (metastasen) in het hoofd, de borstkas en de maagstreek te zoeken.
Magnetische resonantietomografie (MRT) is een andere methode voor de diagnose van metastase. In bepaalde weefsels of organen, zoals de hersenen, is magnetische resonantietomografie beter geschikt dan computertomografie om metastasen uit te sluiten of op te sporen.
Bronchoscopie (longmonster)
De bronchoscopie (longmonster) is de belangrijkste diagnostische maatregel. Een flexibele buis (bronchoscoop) wordt in de luchtwegen ingebracht. De bronchoscoop is uitgerust met een lichtgeleider, camera en pincet. Dit instrument maakt het mogelijk om de diepere luchtwegen, de bronchiën, via de luchtpijp te bekijken en, indien nodig, kleine weefselmonsters (biopsieën) te nemen. Deze monsters worden vervolgens onder microscoop onderzocht. Op deze manier kan er bepaald worden of het monstermateriaal kankercellen bevat en zo ja, wat voor soort kanker het is.
Als het verdachte gebied zich in een gebied van de longen bevindt dat niet rechtstreeks met de bronchoscoop kan worden bereikt, kan het monster worden genomen met behulp van een naaldbiopsie. Dit kan van buitenaf door de huid worden gedaan met behulp van een bronchoscopie of via de slokdarm met een endoscoop. Onder controle van een beeldvormende methode (echografie of computertomografie) wordt een fijne naald in het longweefsel gestoken en vervolgens wordt een stukje weefsel uitgestanst of worden cellen aangezogen. Deze procedure wordt naaldbiopsie of naaldaspiratie genoemd.
Methoden om de verspreiding van de tumor te bepalen
Echografie (echoscopisch onderzoek)
Echografie is bijzonder geschikt voor het ontdekken van metastasen of dochtertumoren in de buik. Op deze manier wordt met name de lever onderzocht.
Skeletscintigrafie (botscintigrafie)
Skeletscintigrafie (botscintigrafie) wordt specifiek gebruikt om metastasen in het skelet op te sporen. Hiervoor wordt een radioactieve stof in de bloedbaan geïnjecteerd, die zich voornamelijk ophoopt in de gebieden in het bot waar het botmetabolisme wordt verhoogd - bijvoorbeeld omdat de tumor zich daar heeft uitgezaaid (metastase). Met een speciale camera kunnen de gebieden met verrijkte radioactiviteit zichtbaar worden gemaakt. De gebruikte radioactieve stoffen zijn markers die zeer snel uiteenvallen en zich op lange termijn niet in het lichaam ophopen.
Positron Emission Tomography (PET)
Middels PET kan de metabolische activiteit in weefsels worden aangetoond met radioactief gelabelde glucose (suiker). Het metabolisme is bij tumoren doorgaans hoger dan bij gezond weefsel. Het kan daarom hieraan worden herkend.
Mediastinoscopie
Een mediastinoscopie is kortweg een kijkoperatie in de borstholte. Mediastinoscopie is een endoscopisch onderzoek van de ruimte tussen de longen (mediastinum) of de daar gelokaliseerde lymfeklieren onder algemene anesthesie. Het wordt uitgevoerd als de bevindingen van computertomografie, magnetische resonantietomografie of positronemissietomografie nog steeds vragen onbeantwoord laten en de arts verwacht dat de resultaten van het onderzoek informatie geven over de verdere behandeling.
Radiotherapie (bestraling) /
Bron: Adriaticfoto/Shutterstock.comBehandeling van longkanker
Operatie, chemotherapie en radiotherapie
De behandeling die ingezet wordt, is mede afhankelijk van de plaats en de grootte van de tumor, van eventuele uitzaaiingen en van de conditie van de patiënt. De behandelingsmogelijkheden bij longkanker zijn: chirurgie (operatie), chemotherapie en bestraling (radiotherapie).
Bij een operatie wordt de tumor met het omringende longweefsel verwijderd. Bij radiotherapie worden de tumor en de aangrenzende lymfeknopen bestraald hetzij om te proberen genezing te bereiken (curatief) hetzij om de klachten te verminderen (palliatief). Chemotherapie houdt in behandeling met celdodende geneesmiddelen. Dit kan ingezet worden wanneer de ziekte reeds uitzaaiingen heeft (palliatief) of in combinatie met andere behandelingsmodaliteiten zoals:
- chemotherapie gevolgd door chirurgie;
- chemotherapie gevolgd door radiotherapie; of
- chirurgie gevolgd door radiotherapie.
Endoluminale brachytherapie
Inwendige bestraling wordt ook wel brachytherapie genoemd. Naast de gebruikelijke bestralingsbehandeling is er de mogelijkheid van bestralingstherapie in de luchtwegen (endoluminale brachytherapie). De tumor wordt dus van binnenuit bestraald. Bij longkanker wordt deze behandeling bijvoorbeeld gebruikt om te voorkomen dat gevorderde tumoren de luchtwegen ernstig vernauwen en daardoor kortademigheid veroorzaken.
Radiofrequente ablatie (RFA)
Bij deze techniek wordt onder verdoving door de borstwand een sonde, 'elektrode', geplaatst vlakbij (of in) de tumor. Daarna wordt er energie via deze sonde geleid, waardoor er lokaal een warmte ontstaat die alle kankercellen doodt. RFA wordt met name toegepast bij patiënten die geen chirurgie kunnen ondergaan, bijvoorbeeld door andere gezondheidsproblemen of omdat de tumor op een plek zit waardoor deze moeilijk met een operatie is weg te halen.
Immunotherapie
Immunotherapie is een behandeling die een afweerreactie tegen kankercellen stimuleert. Deze behandeling versterkt of verandert je eigen afweersysteem, zodat het de kankercellen beter kan elimineren. De behandeling werkt niet direct in op de tumor, zoals chemotherapie, maar is gericht op het afweersysteem zelf.
Sinds 2015 is er een nieuw geneesmiddel gekomen voor patiënten met niet-kleincellige longkanker, een zogenaamde PD-1 remmer (Nivolumab). Patiënten met niet-kleincellige longkanker die niet goed reageren op de behandeling met chemotherapie komen in aanmerking voor dit nieuwe middel. PD-1 is een eiwit aan de buitenkant van een T-cel. T-cellen zijn belangrijk in ons immuunsysteem. Als het eiwit PD-L1 of PD-L2 zich bindt aan PD-1, dan wordt een T-cel inactief.
Bepaalde type kankercellen zijn aan de buitenkant uitgerust met het eiwit PD-L1. T-cellen die hieraan binden worden inactief. Het gevolg is dat het immuunsysteem de kankercellen niet aanvalt. Het nieuwe geneesmiddel blokkeert de binding van PD-L1 aan PD-1, waardoor de T-cellen actief blijven.
Doelgerichte therapie
Doelgerichte therapie duidt op een behandeling waarbij medicijnen de celdeling van kankercellen remmen, of kankercellen doden. Doelgerichte therapie is een behandeling voor patiënten met bepaalde afwijkingen in hun tumoren die kunnen worden opgespoord door middel van biomarkertesten. Bij biomarkertesten wordt gezocht naar veranderingen in het DNA van de tumor. Deze veranderingen kunnen bijvoorbeeld mutaties in het DNA zijn. Sommige longkankerbehandelingen kunnen deze veranderingen rechtstreeks aanpakken. Deze longkankerbehandelingen veroorzaken vaak minder bijwerkingen omdat ze zich richten op wat er precies mis is met de kankercel, in plaats van ook op het doden van normale, gezonde cellen. Deze therapieën vallen specifieke doelen op of in de tumorcellen aan. Niet iedereen komt in aanmerking voor doelgerichte therapieën voor longkanker.
Er zijn anno 2024 doelgerichte therapieën voor longkankertumoren die kenmerken vertonen van afwijkingen in EGFR, ALK, ROS-1, NTRK, MET, RET en BRAF V600E.
Symptoomgerichte behandeling
Pijn is een van de belangrijkste symptomen bij vergevorderde kanker. Er zijn echter verschillende opties beschikbaar om deze pijn te verlichten. Andere veel voorkomende symptomen die min of meer goed kunnen worden behandeld, zijn zwakte, verlies van eetlust, braken en kortademigheid.
Aanvullende maatregelen: voeding en psychologische ondersteuning
Naast de standaard medische behandeling zijn er tal van benaderingen die een gunstig effect kunnen hebben op het beloop van de ziekte: een gezond dieet versterkt bijvoorbeeld de algemene gezondheidstoestand en voorkomt tekorten aan voedingsstoffen. Kanker is een enorme psychologische last, advies van een psycho-oncoloog of ondersteuning van een speciaal opgeleide psycholoog kan helpen om het mentale evenwicht te behouden of te herstellen.
Revalidatie
Revalidatiemaatregelen helpen je om terug te keren naar het dagelijkse werk en gezinsleven. Ze kunnen poliklinisch of in een gespecialiseerd centrum worden uitgevoerd.
Vervolgonderzoeken
Vervolgonderzoeken dienen om een herhaling van de ziekte zo vroeg mogelijk vast te stellen. Voor elk persoon met longkanker moet een individueel vervolgplan worden opgesteld. Na behandeling gericht op genezing van de ziekte vindt het eerste onderzoek vier tot zes weken na beëindiging van de behandeling plaats. Daarna, gedurende de eerste twee jaar, is er ongeveer elke drie maanden een afspraak met een arts inclusief een röntgenfoto en bloedonderzoek. De onderzoeken worden dan nog eens drie jaar halfjaarlijks afgenomen, en dan nog maar eens per jaar.
Palliatieve behandeling
Bij ongeneeslijke kanker is het doel van de behandeling om de progressie van de ziekte te vertragen, eventuele symptomen te verlichten en de kwaliteit van leven te verbeteren. Dit wordt palliatieve behandeling genoemd.
Prognose
Niemand kan het exacte verloop van de ziekte voorspellen. Je arts kan wel iets zeggen over de algemene vooruitzichten voor mensen met hetzelfde type kanker en hetzelfde stadium. Om je prognose te bepalen, zal de arts het volgende overwegen:
- je testresultaten
- het type en het stadium van longkanker
- de snelheid en mate van tumorgroei
- hoe goed jij en de bij jou vastgestelde kanker op de behandeling reageren
- andere factoren, zoals je leeftijd, conditie en algehele gezondheid, en of je momenteel rookt
Overlevingskansen van longkanker
Er is ene duidelijk verschil wat betreft de prognose tussen niet-kleincellige en kleincellige longkanker. Gemiddeld zijn 5 jaar na de diagnose nog 23 van de 100 mensen met niet-kleincellige longkanker in leven.[3] Gemiddeld zijn 5 jaar na de diagnose nog 8 van de 100 mensen met kleincellige longkanker in leven.[4]
Preventie
De volgende maatregelen verkleinen de kans dat je longkanker krijgt:
Niet roken
Als je nog nooit hebt gerookt, begin dan niet. Roken is de belangrijkste risicofactor voor het krijgen van longkanker.
Stoppen met roken /
Bron: Dmytro Zinkevych/Shutterstock.comStop met roken
Stoppen met roken vermindert het risico op longkanker, zelfs als je al (tientallen)jaren rookt.
Vermijd meeroken
Als je met een roker samenwoont of werkt, spoor hem of haar dan aan om te stoppen.
Ventileer je huis
Het radioactieve gas radon kan in woningen opstapelen en longkanker veroorzaken. Radon (en thoron) komen vrij als gas uit de bodem en stenen. Met constante ventilatie zorg je dat concentraties laag blijven in huis.
Vermijd kankerverwekkende stoffen op het werk
Tref voorzorgsmaatregelen om jezelf te beschermen tegen blootstelling aan giftige chemicaliën op het werk. Volg de voorzorgsmaatregelen en -protocollen van je werkgever.
Eet veel fruit en groenten
Kies voor een gezond dieet met een verscheidenheid aan groenten en fruit. Voedselbronnen van vitamines en voedingsstoffen zijn het beste. Vermijd het nemen van grote doses vitamines in de vorm van supplementen, omdat deze schadelijk kunnen zijn. Zo gaven onderzoekers die het risico op longkanker bij zware rokers hoopten te verkleinen, bètacaroteensupplementen. De resultaten toonden echter aan dat de supplementen het risico op kanker bij rokers zelfs verhoogden.
Dagelijks bewegen
Probeer iedere dag minimaal een half uur matigintensief te
bewegen.
Pleuritis carcinomatosa
Pleuritis is een ontsteking van de pleura (borstvlies of longvlies). Er zijn twee vliezen rond de long, een longvlies, en een borstvlies. Daartussen zit een klein beetje vocht, zodat bij ademhaling de vliezen makkelijk over elkaar heen kunnen glijden. Pleuritis kan worden veroorzaakt door een virusinfectie, zoals griep die het borstvlies aantast. Vaak is deze aandoening een reactie op beschadiging van de longen vlak onder het borstvlies, veroorzaakt door longontsteking of
longembolie. Het borstvlies kan ook aangedaan zijn door longkanker of door uitzaaiingen van kanker elders in het lichaam en in dat geval spreekt men van pleuritis carcinomatosa. Dit is een zeer kwaadaardige aandoening vanuit de longvliezen, waarbij er tumorcellen op de vliezen zitten. De cellen kunnen daar terecht komen via de bloedbaan vanuit een tumor in de long of vanuit andere organen. Dit proces wordt metastering of uitzaaiing genoemd.
Het meest kenmerkende symptoom van pleuritis is pijn in de borst. Dit kan zich voordoen als een oppervlakkig onaangenaam gevoel, maar het kan ook een hevig stekende pijn zijn. De pijn kan steeds aanwezig zijn of zich alleen optreden bij
diep ademhalen of hoesten optreden. Soms is er uitstralingspijn naar de buik, nek of schouder. Andere symptomen zijn: snelle en oppervlakkige ademhaling, minder beweeglijkheid van spieren aan de pijnlijke zijde en ademhalingsproblemen, het gevoel hebben dat ademhalen moeilijk is.
Symptomen longontsteking (pneunomie)
Longontsteking (pneumonie) is een ontsteking van de longblaasjes en het omringende weefsel. Een longontsteking ontstaat meestal na besmetting met een bacterie of virus en is dikwijls het gevolg van een verkoudheid of griep. Het is van belang dat de ziekte tijdig onderkend wordt, aangezien de longblaasje flink aangetast kunnen worden waardoor de longinhoud steeds kleiner wordt. Dit kan de dood tot gevolg hebben. Wat zijn de kenmerken en symptomen van longontsteking?
- veel hoesten en het opgeven van slijm, die soms roestkleurig of bloederig is.
- hoge koorts, koude rillingen, delirium - dat is een plotseling optredende verwardheid.
- kortademigheid, een snelle oppervlakkige ademhaling, in rusttoestand.
- pijn op de borst die erger wordt bij (diepe) ademhaling.
- algehele malaise: vermoeidheid, lusteloosheid, klam/zweten, spierpijn, verminderde eetlust, hoofdpijn.
- cyanose: blauwe lippen en/of gelaat en vingers (onder de nagels).
Bij een
longontsteking die door organismen, maar niet door bacteriën wordt veroorzaakt, zijn er minder specifieke symptomen en zullen de ziekteverschijnselen meer geleidelijk verschijnen.
Noten:
- Knol, K. et al: Tabaksgebruik: gevolgen en bestrijding; Lemma BV, Utrecht, 2005.
- Radon - Vraag en antwoord: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=12340; Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM).
- Kanker.nl. Overlevingscijfers van niet-kleincellige longkanker. https://www.kanker.nl/kankersoorten/longkanker/algemeen/overlevingscijfers-van-niet-kleincellige-longkanker (ingezien op 19-5-2023)
- Kanker.nl. Overlevingscijfers van kleincellige longkanker. https://www.kanker.nl/kankersoorten/longkanker/algemeen/overlevingscijfers-van-kleincellige-longkanker (ingezien op 19-5-2023)
Lees verder