Hypervolemie (overmatig veel bloedvolume): Oorzaken
Bij patiënten met hypervolemie is overmatig veel vocht in het bloed aanwezig. Het lichaam heeft voldoende vocht nodig om goed te functioneren, maar hoewel het lichaam voldoende vocht nodig heeft om gezond te blijven, is een overmatige hoeveelheid vocht gevaarlijk daar dit een onbalans veroorzaakt in het lichaam. Meestal is de bloedaandoening te wijten aan een onderliggende aandoening of een omgevingsfactor. Hypervolemie is vaak goed te behandelen wanneer de arts dit vroeg detecteert. Daarnaast moet de arts het onderliggend probleem behandelen of verhelpen om een terugkeer van de symptomen te voorkomen.
Synoniemen
Hypervolemie is ook nog gekend als
- bloedovervulling
- plethora (obsoleet)
- vloeistofoverbelasting
- volbloedigheid
Oorzaken: Aandoeningen
Hypervolemie vloeit in de meeste gevallen voort uit een overmatige hoeveelheid natrium (zout) in het lichaam. Te veel zout in het bloed (
hypernatriëmie) leidt tot een onbalans van het lichaamsvocht. Meestal treedt hypervolemie op omdat het lichaam een probleem heeft met het reguleren van natrium en water, maar andere oorzaken zijn ook bekend.
Congestief hartfalen
Bij congestief
hartfalen is het hart niet in staat om voldoende bloed te pompen. De bloedpompfunctie van het hart neemt af, waardoor de nieren minder goed functioneren, en te veel vocht in het lichaam blijft. Hypervolemie is gebruikelijk bij patiënten met chronisch hartfalen. Bij sommige patiënten verdwijnt hypervolemie nooit helemaal, zelfs niet met een behandeling.
Hormonen
Het
premenstrueel syndroom (aandoening met symptomen voor en bij menstruatie) en de zwangerschap zorgen er mogelijk voor dat het lichaam meer natrium en water vasthoudt. Dit veroorzaakt bij veel patiënten een lichte zwelling, een
opgeblazen gevoel en ongemak. Zwangere vrouwen die opvallende zwellingen of een opgeblazen gevoel opmerken, moeten medische hulp inroepen. Dit wijst namelijk mogelijk op
zwangerschapshypertensie (hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap).
Levercirrose
Wanneer de lever niet in staat is om voedingsstoffen goed op te slaan, te verwerken en toxines weg te filteren, ontstaat hypervolemie. De
leverproblemen leiden vooral tot vochtretentie in het buikgebied (ascites) en de ledematen (
oedeem, vaak
pitting oedeem). Ascites is de meest voorkomende
complicatie van levercirrose.
Nierfalen
De nieren helpen bij de regulatie van de hoeveelheid natrium en vocht in het lichaam. Wanneer nierproblemen aanwezig zijn, lopen patiënten meer risico op hypervolemie. Hypervolemie komt relatief vaak voor bij patiënten met ernstige
nierproblemen en in een ziekenhuisafdeling voor intensieve zorgen. Zorgverstrekkers moeten bij patiënten met
nierfalen de vloeistofniveaus zeer goed bewaken, omdat hypervolemie af en toe leidt tot congestief hartfalen,
een langzame wondgenezing en
darmproblemen.
Andere aandoeningen en medische behandelingen
Volgende aandoeningen en medische behandelingen veroorzaken mogelijk hypervolemie.
Oorzaken: Omgevingsfactoren
Milde hypervolemie treedt soms op na het eten van voedsel met te veel natrium of tijdens
hormonale veranderingen. Milde hypervolemie verdwijnt meestal vanzelf als de patiënt geen andere klachten heeft. Bij een aantal andere omgevingsfactoren komt hypervolemie tot stand.
Intraveneuze vloeistoffen
Intraveneuze vloeistoffen zijn levensreddend wanneer een patiënt lijdt aan
uitdrogingsverschijnselen (dehydratie) of onvoldoende vocht kan drinken (bijvoorbeeld na een operatie). De intraveneuze vochttoediening bevat meestal natrium (zout) en water om de lichaamsvloeistoffen aan te vullen en de natriumspiegels in evenwicht te brengen. Wanneer de arts te veel vocht toedient, leidt dit echter tot hypervolemie, vooral wanneer de patiënt reeds lijdt aan andere gezondheidsproblemen. Wanneer de arts intraveneus vloeistoffen toedient tijdens of na een operatie bij
slokdarmkanker, is dit geassocieerd met hypervolemie alsook op een hoger risico op overlijden na de operatie.
Medicijnen
Het gebruik van
medicijnen die hormonale veranderingen veroorzaken, leiden mogelijk ook tot hypervolemie.
Anticonceptiepillen, hormoonvervangende therapie en soortgelijke hormonale geneesmiddelen zorgen ervoor dat het lichaam te veel zout en vocht vasthoudt. Bovendien veroorzaken sommige
antidepressiva, bloeddrukmedicijnen en niet-steroïde ontstekingsremmende geneesmiddelen (
NSAID's) milde hypervolemie.
Te zout eten
De maximale aanbevolen dagelijkse inname van zout bedraagt 2,3 mg. Door de consumptie van te veel natrium, houdt het lichaam meer water vast. Dit resulteert in lichte hypervolemie en een opgeblazen gevoel. Een zoute maaltijd veroorzaakt echter geen problemen bij gezonde mensen. Een extreme inname van zout is echter potentieel levensbedreigend, vooral voor jonge kinderen, ouderen en patiënten met gezondheidsproblemen.
Symptomen
De symptomen van hypervolemie variëren afhankelijk van de locatie van het vocht en ook of reeds andere aandoeningen aanwezig zijn. De meest voorkomende symptomen zijn:
Diagnose en onderzoeken
Een arts diagnosticeert hypervolemie door bij het lichamelijk onderzoek de patiënt te controleren op tekenen van zwelling. Daarnaast luistert de arts naar de
ademgeluiden (
auscultatie) om tekenen van vocht te identificeren. Hij hoort hierbij krakende geluiden. Hij vraagt tijdens het onderzoek aan de patiënt om te gaan liggen. De patiënt bemerkt hierbij dat de ademhaling bemoeilijkt is. De patiënt heeft verder vaak een hoge bloeddruk (
hypertensie). De polsslag is voorts sterk en snel. Ook is een
bloedonderzoek en
urineonderzoek nodig om hier natrium in op te sporen. Omdat hypervolemie bij veel patiënten het gevolg is van andere gezondheidsproblemen, zet de arts bijkomende
beeldvormende testen in om bijvoorbeeld hartfalen, een nieraandoening en een leverziekte op te sporen. Deze bestaan dan bijvoorbeeld uit een
röntgenfoto, een
CT-scan, een
echografie en
elektrocardiografie (meting van de elektrische activiteit van het hart).

Medicijnen en andere behandelingen zijn beschikbaar /
Bron: Stevepb, PixabayBehandeling van hypervolemie
De behandeling van hypervolemie gebeurt vooral via
diuretica (plaspillen). Hierdoor moet de patiënt meer plassen (
pollakisurie). De arts kijkt echter steeds naar de onderliggende ziekte van de patiënt en stemt hierop zijn behandeling af. Diuretica zijn bijvoorbeeld niet altijd effectief of inzetbaar bij patiënten met ernstige nierproblemen. Zij hebben eerder baat bij niervervangende therapieën, zoals dialyse of hemofiltratie. Patiënten met hart-, nier- of leveraandoeningen volgen daarnaast mogelijk een zoutarme voeding. Hierdoor ontstaan normale natriumspiegels, wat helpt om hypervolemie te voorkomen. Patiënten met congestief hartfalen krijgen het advies om dagelijks minder te drinken. De arts bepaalt mogelijk de juiste vloeistof- en zoutinname per patiënt.
Alarmtekens bij abnormale toename van bloedvolume
Een opgeblazen gevoel na het eten van een zoute maaltijd of tijdens de premenstruele fase van de cyclus van een vrouw is normaal.
Gezwollen enkels en voeten zijn voor gezonde mensen na een lange dag staan of lopen en tijdens lange vlucht niet ernstig omdat dit dan binnen enkele uren verdwijnt. Bij een overmatige zwelling, een gewichtstoename of een vochtophoping zonder duidelijke oorzaak, moet de patiënt echter een arts raadplegen, vooral als de patiënt een familiegeschiedenis heeft met hart-, nier- of leverproblemen.
Prognose van vloeistofbelasting
De oorzaak van hypervolemie bepaalt meestal de vooruitzichten van hypervolemie. Patiënten bij wie het vasthouden van water maar af en toe en slechts mild gebeurt, hebben een goede prognose wanneer ze geen andere gezondheidsproblemen ervaren. Hypervolemie gerelateerd aan een hart-, nier- of leverziekte vereist medische aandacht. De patiënt moet goed alle richtlijnen inzake voeding, medicatie en/of andere behandelingen opvolgen om de symptomen te verminderen.
Preventie van overmatig veem bloedvolume
Veel patiënten met congestief hartfalen, een nieraandoeningen of een leverziekte krijgen het advies om een zoutarm dieet te volgen om hypervolemie te voorkomen of tot een minimum te beperken. De arts verwijst de patiënt hiervoor door naar een voedingsdeskundige.