Hartnupziekte: Stofwisselingsziekte met huiduitslag
De Hartnupziekte is een erfelijke stofwisselingsziekte waarbij een afwijking ontstaat aan het aminozuurmetabolisme. Aminozuren zijn essentiële bouwstenen voor de eiwitproductie in het lichaam. De ziekte treft vooral de huid en hersenen. De patiënt verliest grote hoeveelheden aminozuren in de urine, en heeft een huiduitslag en ataxie (een evenwichts- en coördinatiestoornis). Een aangepaste voeding en het vermijden van zonlicht zijn de meest geschikte behandelingsmethoden. De Hartnupziekte ontleent zijn naam aan de Engelse familie “Hartnup” waarbij diverse familieleden aan de ziekte leden. Deze familie werd voor het eerst beschreven in de medische literatuur in 1956 door de arts Baron en zijn collega’s.
Synoniemen Hartnupziekte
De Hartnupziekte is eveneens bekend onder deze synoniemen:
- Hartnupstoornis
- Pellagra-cerebellaire ataxie-Nier aminoacidurie Syndroom
- Tryptofaan malabsorptie (problemen met de opname van voedingsstoffen)
- Ziekte van Hartnup
Epidemiologie erfelijke stofwisselingsziekte
De prevalentie bedraagt ongeveer 1 op de 18.000-54.000 mensen. Mannen en vrouwen zijn in gelijke aantallen getroffen. De ziekte kent voorts geen etnische of raciale voorliefde. De aandoening begint meestal in de kindertijd en gaat door tot in de volwassenheid.
Oorzaken en erfelijkheid
Genmutatie
De Hartnupziekte is het gevolg van een genmutatie (= verandering in een gen) in het SLC6A19-gen dat zorgt voor de opname en heropname van aminozuur. Deze aandoening kent een autosomaal recessief overervingspatroon. Dat betekent dat patiënten met deze aandoening een het gemuteerde gen hebben geërfd van beide ouders. Wetenschappers zijn niet zeker waarom de mutatie zich voordoet.
Effect op het lichaam
Door de genmutatie ontstaat een defect in de omzetting van het aminozuur tryptofaan in nicotinamide (= vitamine B3). De darm neemt hierdoor onvoldoende aminozuren op. Vervolgens verlaat een overmatige hoeveelheid aminozuren het lichaam via de urine. In het lichaam is bijgevolg een te lage hoeveelheid aminozuren aanwezig wat resulteert in een
tekort van vitamine B3.
Symptomen: Huiduitslag en lichamelijke en mentale afwijkingen
Sommige patiënten hebben helemaal geen symptomen, terwijl anderen zich presenteren met veel en ernstige symptomen. De symptomen verschijnen meestal in de kindertijd (drie tot negen jaar) of in de eerste dagen of maanden van het leven, maar zijn af en toe ook mogelijk in de volwassenheid. De symptomen duren ongeveer twee weken bij een aanval. De frequentie van deze aanvallen neemt af met de leeftijd. Bij de Hartnupziekte is de patiënt niet in staat om bepaalde aminozuren goed te absorberen. Hierdoor komt de productie van eiwitten en vitamine B-complex in gedrang.
Zonlicht, een slechte voeding, koorts, het gebruik van
sulfonamiden (
medicatie), of emotionele of lichamelijke spanning veroorzaken lichamelijke en/of mentale symptomen. De variatie en ernst van de symptomen varieert sterk.
Lichamelijke symptomen
Lichamelijke symptomen omvatten:
Huiduitslag
De huiduitslag "
pellagra" is een veel voorkomend symptoom. Deze is meestal het gevolg van
blootstelling aan de schadelijke UV-stralen van zonlicht. De huiduitslag ziet er intermitterend rood en
schilfering uit en is meestal zichtbaar op het
gezicht, de hals, de
handen en de
benen. Aanvankelijk is de huid enkel rood, maar na verloop van tijd ontstaat een eczeemachtige uitslag. Bij langdurige blootstelling aan de zon zijn de veranderingen in de pigmentatie van de huid permanent.
Mentale symptomen
Ook op mentaal vlak ontstaan symptomen waaronder:
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De arts bevraagt de patiënt over de persoonlijke en familiale
medische geschiedenis en ook over het begin, het aantal en de ernst van de symptomen.
Diagnostisch onderzoek
Een
urineonderzoek meet de hoeveelheid uitgescheiden aminozuren. Wanneer zich te hoge niveaus van "neutrale" aminozuren in de urine bevinden, wijst dit mogelijk op één van de ziektesymptomen van de Hartnupziekte. Daarnaast is een
bloedonderzoek nodig. In sommige gevallen bevestigt een genetisch onderzoek de diagnose.
Differentiële diagnose
Symptomen van de volgende aandoeningen lijken mogelijk op de symptomen van de ziekte van Hartnup:
Behandeling
Patiënten die geen of slechts milde symptomen vertonen, hebben meestal geen behandeling nodig. Andere behandelingen zijn symptomatisch en ondersteunend gericht voor dit syndroom dat niet te genezen of voorkomen valt.
Voeding aanpassen
De patiënt consumeert eiwitrijke voedingsproducten waarbij voldoende vitamine B3 voorkomt. Goede bronnen van vitamine B3 zijn onder meer: aardappelen, gevogelte, pindakaas, rood vlees, vis en volkoren granen. Rood vlees, gevogelte, vis en pinda's zijn ook uitstekende bronnen van eiwitten. Het vet en huid van vlees en gevogelte zijn rijke bronnen van verzadigd vet en vermijdt de patiënt best. Het eten van te veel verzadigd vet verhoogt namelijk het risico op een te hoog
cholesterolgehalte in het bloed. Lukt het niet om dit voldoende via de voeding op te nemen, dan zijn supplementen van een vitamine B3-complex nodig.

Bescherming tegen de zon is nodig /
Bron: Dimitrisvetsikas1969, Pixabay Zonlicht vermijden
De patiënt vermijdt de directe blootstelling aan het zonlicht. Ook is het smeren van
zonnebrandcrème en het dragen van beschermende kleding aanbevolen.
Complicaties
Complicaties van de aandoening zijn zeldzaam. Mogelijk ontstaan echter veranderingen in de huidpigmentatie als gevolg van deze aandoening. Daarnaast heeft de patiënt moeite met het coördineren van de fysieke bewegingen, of ontwikkelt hij psychiatrische problemen. In zeldzame gevallen presenteert de patiënt zich met neurologische problemen. Deze laatste zijn mogelijk levensbedreigend, maar in de meeste gevallen is een behandeling voorhanden.
Prognose
De acute aanvallen verminderen met het verouderen van de patiënt. De vooruitzichten zijn daarom in de meeste gevallen goed.