Refractiechirurgie in het oog: Chirurgie en ooglaseren
De oogarts zet chirurgische en laserbehandelingen (refractiechirurgie) in voor de behandeling van refractieafwijkingen aan de ogen. Refractiechirurgie corrigeert het gezichtsvermogen bij bijziendheid, verziendheid, astigmatisme en keratoconus (bolling van het hoornvlies). Bij deze behandelingen krijgt het hoornvlies een andere vorm, zodat het beter in staat is licht te richten op het netvlies. Een ander type van refractiechirurgie voor patiënten met ernstige bijziendheid omvat het inbrengen van een dunne lens in het oog. Door deze oogbehandelingen is het gezichtsvermogen van de patiënt in veel gevallen verbeterd, al zijn ook complicaties en bijwerkingen mogelijk.
Indicatie refractiechirurgie
Dankzij refractiechirurgie hoeft een patiënt meestal geen bril of
contactlenzen meer te dragen. Een bril brengt immers enkele consequenties met zich mee (
onderhoud, reiniging, krassen voorkomen, ...). Alvorens de patiënt refractiechirurgie ondergaat, krijgt hij een grondig voorgesprek om alle behoeften, verwachtingen in combinatie met het behandelplan, de kosten, de risico’s en de voor- en nadelen te bespreken. De beste kandidaten voor refractiechirurgie zijn gezonde patiënten van 18 jaar en ouder met gezonde ogen die niet tevreden zijn met een bril of contactlenzen en die genieten van activiteiten, zoals
zwemmen of skiën, die moeilijk te doen zijn met een bril of contactlenzen. Veel patiënten ondergaan deze operatie voor het gemak alsook voor cosmetische doeleinden. Refractiechirurgie is echter niet voor alle patiënten aanbevolen.
Tegenindicatie refractiechirurgie
In de volgende omstandigheden is refractiechirurgie niet aangewezen:
Vooronderzoeken refractiechirurgie
De oogarts bepaalt de exacte brekingsafwijking (brilrecept) voor de operatie. Hij onderzoekt de ogen grondig via een
pachymetrie, waarbij hij de vorm, de dikte en de structuur van de cornea (het hoornvlies) meet. Hij meet ook de pupilgrootte en bekijkt grondig de oogzenuw en het netvlies. Daarnaast doet hij een
contrastgevoeligheidstest en test hij de
traanproductie van de patiënt. Bij dit
grondig oogonderzoek meet hij ook de intra-oculaire druk (
medische term: oogdruk) via
tonometrie. Aan de hand van deze resultaten weet hij of een behandeling mogelijk is, en ook welke ooglasertechniek het meest geschikt is voor de patiënt.
Bijwerkingen en complicaties
Refractiebehandelingen zijn over het algemeen kort en veroorzaken weinig ongemak. De oogarts gebruikt
verdovende oogdruppels. De patiënt houdt tijdens de behandeling de ogen zo stil mogelijk. Meestal mag de patiënt reeds naar huis kort na de behandeling. De meeste patiënten hebben na refractiechirurgie geen bril of contactlenzen meer nodig. Maar bij de
veroudering van de ogen is het na veertigjarige leeftijd vaak toch aangewezen om een bril te dragen voor het lezen bijvoorbeeld.
Bijwerkingen en complicaties van refractiechirurgie omvatten:
Af en toe verdwijnen deze symptomen niet. In zeldzame gevallen heeft een patiënt zelfs met een bril een slechter gezichtsvermogen na refractiechirurgie. Afhankelijk van de complicaties en bijwerkingen bestaat de behandeling uit
oogdruppels, een bril of contactlenzen, chirurgie, kunsttranen of opnieuw een ooglaseroperatie.
EpiLASIK
Epi-LASIK is zeer vergelijkbaar met LASIK en LASEK en is voor ogen van bepaalde patiënten een goed alternatief. De flap is dunner dan bij een LASIK-flap, wat voor sommige patiënten met een dunner dan normaal hoornvlies nuttig is. De epi-LASIK flap is vergelijkbaar met de dunne flap die gemaakt wordt bij LASEK-chirurgie. De flap bevat bij beide ooglaserbehandelingen namelijk cellen van de zeer dunne buitenlaag van het hoornvlies (de epitheellaag). Een LASEK-flap is gemaakt met een instrument met een scherp mes. Bij Epi-LASIK wordt de flap gescheiden van de onderliggende hoornlaag (het stroma) met een epitheliale separator (soort instrument) dat een plastic mes met een dunne botte kant heeft. Tijdens het herstelproces draagt de patiënt een zachte contactlens.
Intra-oculaire lenzen (IOL)
Voor patiënten die erg
bijziend zijn en die geen geschikte kandidaten zijn voor een laserbehandeling, plaatst de oogarts een plastic of siliconen lens in het oog voor of achter de iris. De natuurlijke lens van de patiënt blijft nog op z’n plaats. Risico van fakische IOL-implantatie omvatten cataract,
glaucoom (verhoogde oogboldruk), infecties en zwelling van het hoornvlies (
corneaoedeem). Sommige patiënten krijgen na dergelijke ingreep nog een andere ooglasercorrectie om het gezichtsvermogen verder te corrigeren. Een voorbeeld van een intra-oculaire lens is de
multifocale Symfony-lens.
Intracorneale ringsegmenten (Intacs)
Intacs staat voor "intrastromale cornea ringen". Intacs wordt veelal gebruikt door de oogarts voor patiënten met keratoconus, een aandoening die leidt tot een verlies van het gezichtsvermogen als gevolg van een dunner en onregelmatiger gevormd hoornvlies. Maar ook bij ectasie (ectasie: verwijd hoornvlies) en onregelmatig astigmatisme, beide veroorzaakt door een eerdere ooglaserbehandeling, is Intacs mogelijk. De oogarts implanteert twee plastic halvemaanvormige plastic ringen in de middelste laag van het hoornvlies dichtbij de buitenrand. De plastic ringen veranderen de vorm van het hoornvlies. De chirurg is bij deze operatietechniek indien nodig in staat de ingreep ongedaan te maken door het verwijderen van de plastic bogen. De risico's omvatten
astigmatisme (wazig zien door brekingsfout in het oog), ondercorrectie, overcorrectie, een infectie, schitteringen en het zien van halo's.
LASEK: Epitheliale laser keratomileusis
Deze vorm van ooglaserchirurgie is nauw verwant met PRK. Hierbij wordt een epitheliale flap gemaakt. Vervolgens worden epitheliale cellen losgemaakt met een alcoholoplossing. Een laser hervormt het hoornvlies. Daarna gebeurt een vervangende plaatsing van het klepje. Na de operatie krijgt de patiënt een zachte contactlens, wat helpt bij het herstelproces. Een LASEK-operatie is aanbevolen voor de behandeling van bijziendheid (myopie: objecten op afstand wazig zien),
verziendheid (hypermetropie: objecten vlakbij wazig zien) en astigmatisme.
LASIK: Laser In Situ Keratomileusis
De arts gebruikt
LASIK om bijziendheid, verziendheid en/of astigmatisme te corrigeren. De chirurg maakt bij LASIK een zeer dunne flap in het centrale deel van het hoornvlies met een laser of een microkeratoom. Na het optillen van de flap, vervormen zeer gerichte ultraviolette stralen van een excimerlaser het hoornvlies. Dit doet het toestel door het verdampen van kleine hoeveelheden hoornvliesweefsel onder de flap aan het hoornvlies. De arts legt vervolgens de flap weer op de goede plaats. LASIK gebeurt soms ook met behulp van computerweergave (Wavefronttechnologie) om een gedetailleerd beeld van het hoornvlies weer te geven, wat nuttig is tijdens de behandeling. De patiënt herstelt meestal reeds na enkele dagen. LASIK veroorzaakt weinig ongemak tijdens en na de operatie. Het gezichtsvermogen verbetert bij het ooglaseren snel, en de meeste patiënten hervatten het werk na één tot drie dagen. Af en toe treden wel complicaties op, zoals een
hoornvliesaandoening waarbij het hoornvlies verbreed en verkromd is, maar ook hoornvliesectasie (verbreding en verkromming van het hoornvlies), infectie, nachtblindheid enzovoort zijn mogelijk.
Lensectomie
Soms verwijdert de oogarts de natuurlijke lens. Hij plaatst daarna een plastic of siliconen lens achter de iris (lensectomie met IOL-implantatie). Dit is een betere chirurgische ingreep voor patiënten met ernstige verziendheid die ouder zijn dan veertig jaar. De oogarts maakt hiervoor een kleine opening in het oog, wat kleine risico’s met zich meebrengt op een ernstige infectie in het oog. Jonge patiënten krijgen deze ingreep meestal niet omdat ze een verhoogd risico lopen op een
netvliesloslating (ablatio retinae) na de operatie.
PRELEX
PRELEX staat voor de vervanging van de ooglens bij
presbyopie (ouderdomsverziendheid). De operatietechniek is eveneens nuttig voor patiënten met een troebele ooglens als gevolg van de oogziekte cataract. De chirurg implanteert bij PRELEX een multifocale lens om presbyopie te corrigeren, een aandoening waarbij de lens van het oog zijn flexibiliteit verliest. De patiënt krijgt aan beide ogen een ingreep, maar niet tegelijkertijd om overbelasting te voorkomen.
PRK: Fotorefractieve Keratectomie
Bij PRK is het gebruik van een excimerlaser vereist. PRK zet de oogarts in om milde tot matige bijziendheid, astigmatisme en verziendheid te corrigeren. In tegenstelling tot LASIK maakt de laser hierbij geen flap. De laser verwijdert de cellen op het hoornvliesoppervlak aan het begin van de behandeling. Ook hierbij verwijderen de laserstralen kleine hoeveelheden van het hoornvlies waardoor de vorm van het hoornvlies wijzigt. De patiënt krijgt hierdoor een beter gezichtsvermogen waardoor hij in de meeste gevallen ook geen bril of contactlenzen meer nodig heeft. Dit type van ooglaseren is eveneens mogelijk met computerweergave van het hoornvlies. Na de operatie plaatst de oogarts een contactlens op het oog dat fungeert als verband en bescherming. Hierdoor groeien de huidcellen opnieuw aan en heeft de patiënt ook minder pijn. Deze behandeling kent een duurtijd van gemiddeld vijf minuten per oog.
Radiale keratotomie en astigmatische keratotomie
Bij radiale keratotomie en astigmatische keratotomie verandert de chirurg de vorm van het hoornvlies door diepe insnijdingen met behulp van een diamantzaag. Radiale keratotomie is vervangen door ooglasercorrectie en wordt de oogarts niet meer vaak ingezet. Astigmatische keratotomie gebeurt vaak op hetzelfde moment als
cataractchirurgie (staaroperatie om een
troebele ooglens te verhelpen).
Voorbereiding op refractiechirurgie
Pre-operatieve instructies
Voor de refractiechirurgie moet de patiënt enkele belangrijke voorbereidende stappen volgen, zoals het vermijden van contactlenzen enkele weken voor de ingreep, het stoppen met het gebruik van bepaalde medicijnen die de behandeling kunnen beïnvloeden, en het vermijden van make-up rond de ogen. Ook wordt aangeraden om vervoer naar en van de operatie te regelen, aangezien de patiënt na de ingreep mogelijk niet in staat is om zelf te rijden.
Nazorg na de ingreep
Na de operatie is het cruciaal dat de patiënt de nazorginstructies nauwkeurig opvolgt. Dit omvat het gebruik van voorgeschreven oogdruppels, het vermijden van wrijven in de ogen, het dragen van een beschermende bril of oogmasker gedurende de eerste dagen, en het vermijden van zwemmen en stofrijke omgevingen. Regelmatige controleafspraken bij de oogarts zijn ook belangrijk om het herstel te monitoren en eventuele complicaties tijdig te identificeren.
Innovaties in refractiechirurgie
Nieuwe lasertechnologieën
Recente ontwikkelingen in lasertechnologie, zoals SMILE (Small Incision Lenticule Extraction), bieden nog preciezere en minder invasieve opties voor refractiechirurgie. SMILE vereist slechts een kleine incisie en kan leiden tot een sneller herstel en minder risico op droge ogen vergeleken met traditionele LASIK.
Personalized Laser Treatments
Met de opkomst van
wavefront-guided technologieën kan de behandeling nu nog verder gepersonaliseerd worden. Deze geavanceerde systemen analyseren de unieke imperfecties van het oog en passen de laserbehandeling daarop aan, wat resulteert in betere visuele resultaten en minder bijwerkingen.
Herstel en langdurige zorg
Herstelperiode en tijdlijn
Het herstel na refractiechirurgie varieert afhankelijk van de gekozen techniek. Over het algemeen kan de patiënt binnen enkele dagen tot weken een aanzienlijke verbetering van het gezichtsvermogen ervaren. Het is belangrijk om te begrijpen dat het volledige herstel van het gezichtsvermogen tot enkele maanden kan duren, vooral bij technieken zoals PRK waarbij de oppervlaktelaag van het hoornvlies wordt hersteld.
Langdurige opvolging en ondersteuning
Regelmatige opvolging is cruciaal om het succes van de ingreep te waarborgen. Patiënten moeten hun oogarts op de hoogte houden van eventuele veranderingen in hun gezichtsvermogen en moeten voorbereid zijn op mogelijke aanvullende behandelingen of correcties als dat nodig blijkt.
Lees verder