Refractiechirurgie in het oog: Chirurgie en ooglaseren
De oogarts zet chirurgische en laserbehandelingen (refractiechirurgie) in voor de behandeling van refractieafwijkingen aan de ogen. Refractiechirurgie corrigeert het gezichtsvermogen bij bijziendheid, verziendheid, astigmatisme en keratoconus (bolling van het hoornvlies). Bij deze behandelingen krijgt het hoornvlies een andere vorm, zodat het beter in staat is licht te richten op het netvlies. Een ander type van refractiechirurgie voor patiënten met ernstige bijziendheid omvat het inbrengen van een dunne lens in het oog. Door deze oogbehandelingen is het gezichtsvermogen van de patiënt in veel gevallen verbeterd, al zijn ook complicaties en bijwerkingen mogelijk.
Refractieve aandoeningen en hun impact op het gezichtsvermogen
Refractieafwijkingen zoals bijziendheid, verziendheid, astigmatisme en keratoconus kunnen het gezichtsvermogen ernstig beïnvloeden. Dit hoofdstuk biedt een uitgebreide uitleg over deze aandoeningen, hoe ze zich ontwikkelen en welke rol refractiechirurgie speelt bij de behandeling ervan.
Bijziendheid (myopie) en de rol van refractiechirurgie
Bijziendheid is een veelvoorkomende refractieafwijking die kan leiden tot wazig zicht op afstand. Dit deel bespreekt de oorzaken van bijziendheid, de diagnose, en hoe refractiechirurgie kan helpen bij het corrigeren van het gezichtsvermogen bij patiënten met deze aandoening.
Verziendheid (hypermetropie) en behandelingsmogelijkheden
Verziendheid is het tegenovergestelde van bijziendheid, waarbij patiënten moeite hebben met het zien van dichtbij. Dit hoofdstuk bespreekt de medische achtergrond van verziendheid, de symptomen, en de behandelingsopties, inclusief refractiechirurgie.
Astigmatisme: Onregelmatigheden in het hoornvlies
Astigmatisme is een refractieafwijking die veroorzaakt wordt door onregelmatigheden in de kromming van het hoornvlies. Dit gedeelte gaat in op hoe astigmatisme zich manifesteert, hoe het wordt gediagnosticeerd, en de manieren waarop refractiechirurgie het gezichtsvermogen kan verbeteren.
Keratoconus en de behandelmogelijkheden via refractiechirurgie
Keratoconus is een aandoening waarbij het hoornvlies dunner wordt en bol gaat staan, wat kan leiden tot slecht zicht. Dit gedeelte bespreekt de impact van keratoconus op het gezichtsvermogen en de mogelijke chirurgische ingrepen die het hoornvlies kunnen stabiliseren en het zicht kunnen verbeteren.
Indicatie refractiechirurgie
Dankzij refractiechirurgie hoeft een patiënt meestal geen bril of
contactlenzen meer te dragen. Een bril brengt immers enkele consequenties met zich mee (
onderhoud, reiniging, krassen voorkomen, ...). Alvorens de patiënt refractiechirurgie ondergaat, krijgt hij een grondig voorgesprek om alle behoeften, verwachtingen in combinatie met het behandelplan, de kosten, de risico’s en de voor- en nadelen te bespreken. De beste kandidaten voor refractiechirurgie zijn gezonde patiënten van 18 jaar en ouder met gezonde ogen die niet tevreden zijn met een bril of contactlenzen en die genieten van activiteiten, zoals
zwemmen of skiën, die moeilijk te doen zijn met een bril of contactlenzen. Veel patiënten ondergaan deze operatie voor het gemak alsook voor cosmetische doeleinden. Refractiechirurgie is echter niet voor alle patiënten aanbevolen.
Tegenindicatie refractiechirurgie
In de volgende omstandigheden is refractiechirurgie niet aangewezen:
Vooronderzoeken refractiechirurgie
De oogarts bepaalt de exacte brekingsafwijking (brilrecept) voor de operatie. Hij onderzoekt de ogen grondig via een
pachymetrie, waarbij hij de vorm, de dikte en de structuur van de cornea (het hoornvlies) meet. Hij meet ook de pupilgrootte en bekijkt grondig de oogzenuw en het netvlies. Daarnaast doet hij een
contrastgevoeligheidstest en test hij de
traanproductie van de patiënt. Bij dit
grondig oogonderzoek meet hij ook de intra-oculaire druk (
medische term: oogdruk) via
tonometrie. Aan de hand van deze resultaten weet hij of een behandeling mogelijk is, en ook welke ooglasertechniek het meest geschikt is voor de patiënt.
Bijwerkingen en complicaties
Refractiebehandelingen zijn over het algemeen kort en veroorzaken weinig ongemak. De oogarts gebruikt
verdovende oogdruppels. De patiënt houdt tijdens de behandeling de ogen zo stil mogelijk. Meestal mag de patiënt reeds naar huis kort na de behandeling. De meeste patiënten hebben na refractiechirurgie geen bril of contactlenzen meer nodig. Maar bij de
veroudering van de ogen is het na veertigjarige leeftijd vaak toch aangewezen om een bril te dragen voor het lezen bijvoorbeeld.
Bijwerkingen en complicaties van refractiechirurgie omvatten:
Af en toe verdwijnen deze symptomen niet. In zeldzame gevallen heeft een patiënt zelfs met een bril een slechter gezichtsvermogen na refractiechirurgie. Afhankelijk van de complicaties en bijwerkingen bestaat de behandeling uit
oogdruppels, een bril of contactlenzen, chirurgie, kunsttranen of opnieuw een ooglaseroperatie.
EpiLASIK
Epi-LASIK is zeer vergelijkbaar met LASIK en LASEK en is voor ogen van bepaalde patiënten een goed alternatief. De flap is dunner dan bij een LASIK-flap, wat voor sommige patiënten met een dunner dan normaal hoornvlies nuttig is. De epi-LASIK flap is vergelijkbaar met de dunne flap die gemaakt wordt bij LASEK-chirurgie. De flap bevat bij beide ooglaserbehandelingen namelijk cellen van de zeer dunne buitenlaag van het hoornvlies (de epitheellaag). Een LASEK-flap is gemaakt met een instrument met een scherp mes. Bij Epi-LASIK wordt de flap gescheiden van de onderliggende hoornlaag (het stroma) met een epitheliale separator (soort instrument) dat een plastic mes met een dunne botte kant heeft. Tijdens het herstelproces draagt de patiënt een zachte contactlens.
Intra-oculaire lenzen (IOL)
Voor patiënten die erg
bijziend zijn en die geen geschikte kandidaten zijn voor een laserbehandeling, plaatst de oogarts een plastic of siliconen lens in het oog voor of achter de iris. De natuurlijke lens van de patiënt blijft nog op z’n plaats. Risico van fakische IOL-implantatie omvatten cataract,
glaucoom (verhoogde oogboldruk), infecties en zwelling van het hoornvlies (
corneaoedeem). Sommige patiënten krijgen na dergelijke ingreep nog een andere ooglasercorrectie om het gezichtsvermogen verder te corrigeren. Een voorbeeld van een intra-oculaire lens is de
multifocale Symfony-lens.
Intracorneale ringsegmenten (Intacs)
Intacs staat voor "intrastromale cornea ringen". Intacs wordt veelal gebruikt door de oogarts voor patiënten met keratoconus, een aandoening die leidt tot een verlies van het gezichtsvermogen als gevolg van een dunner en onregelmatiger gevormd hoornvlies. Maar ook bij ectasie (ectasie: verwijd hoornvlies) en onregelmatig astigmatisme, beide veroorzaakt door een eerdere ooglaserbehandeling, is Intacs mogelijk. De oogarts implanteert twee plastic halvemaanvormige plastic ringen in de middelste laag van het hoornvlies dichtbij de buitenrand. De plastic ringen veranderen de vorm van het hoornvlies. De chirurg is bij deze operatietechniek indien nodig in staat de ingreep ongedaan te maken door het verwijderen van de plastic bogen. De risico's omvatten
astigmatisme (wazig zien door brekingsfout in het oog), ondercorrectie, overcorrectie, een infectie, schitteringen en het zien van halo's.
LASEK: Epitheliale laser keratomileusis
Deze vorm van ooglaserchirurgie is nauw verwant met PRK. Hierbij wordt een epitheliale flap gemaakt. Vervolgens worden epitheliale cellen losgemaakt met een alcoholoplossing. Een laser hervormt het hoornvlies. Daarna gebeurt een vervangende plaatsing van het klepje. Na de operatie krijgt de patiënt een zachte contactlens, wat helpt bij het herstelproces. Een LASEK-operatie is aanbevolen voor de behandeling van bijziendheid (myopie: objecten op afstand wazig zien),
verziendheid (hypermetropie: objecten vlakbij wazig zien) en astigmatisme.
LASIK: Laser In Situ Keratomileusis
De arts gebruikt
LASIK om bijziendheid, verziendheid en/of astigmatisme te corrigeren. De chirurg maakt bij LASIK een zeer dunne flap in het centrale deel van het hoornvlies met een laser of een microkeratoom. Na het optillen van de flap, vervormen zeer gerichte ultraviolette stralen van een excimerlaser het hoornvlies. Dit doet het toestel door het verdampen van kleine hoeveelheden hoornvliesweefsel onder de flap aan het hoornvlies. De arts legt vervolgens de flap weer op de goede plaats. LASIK gebeurt soms ook met behulp van computerweergave (Wavefronttechnologie) om een gedetailleerd beeld van het hoornvlies weer te geven, wat nuttig is tijdens de behandeling. De patiënt herstelt meestal reeds na enkele dagen. LASIK veroorzaakt weinig ongemak tijdens en na de operatie. Het gezichtsvermogen verbetert bij het ooglaseren snel, en de meeste patiënten hervatten het werk na één tot drie dagen. Af en toe treden wel complicaties op, zoals een
hoornvliesaandoening waarbij het hoornvlies verbreed en verkromd is, maar ook hoornvliesectasie (verbreding en verkromming van het hoornvlies), infectie, nachtblindheid enzovoort zijn mogelijk.
Lensectomie
Soms verwijdert de oogarts de natuurlijke lens. Hij plaatst daarna een plastic of siliconen lens achter de iris (lensectomie met IOL-implantatie). Dit is een betere chirurgische ingreep voor patiënten met ernstige verziendheid die ouder zijn dan veertig jaar. De oogarts maakt hiervoor een kleine opening in het oog, wat kleine risico’s met zich meebrengt op een ernstige infectie in het oog. Jonge patiënten krijgen deze ingreep meestal niet omdat ze een verhoogd risico lopen op een
netvliesloslating (ablatio retinae) na de operatie.
PRELEX
PRELEX staat voor de vervanging van de ooglens bij
presbyopie (ouderdomsverziendheid). De operatietechniek is eveneens nuttig voor patiënten met een troebele ooglens als gevolg van de oogziekte cataract. De chirurg implanteert bij PRELEX een multifocale lens om presbyopie te corrigeren, een aandoening waarbij de lens van het oog zijn flexibiliteit verliest. De patiënt krijgt aan beide ogen een ingreep, maar niet tegelijkertijd om overbelasting te voorkomen.
PRK: Fotorefractieve Keratectomie
Bij PRK is het gebruik van een excimerlaser vereist. PRK zet de oogarts in om milde tot matige bijziendheid, astigmatisme en verziendheid te corrigeren. In tegenstelling tot LASIK maakt de laser hierbij geen flap. De laser verwijdert de cellen op het hoornvliesoppervlak aan het begin van de behandeling. Ook hierbij verwijderen de laserstralen kleine hoeveelheden van het hoornvlies waardoor de vorm van het hoornvlies wijzigt. De patiënt krijgt hierdoor een beter gezichtsvermogen waardoor hij in de meeste gevallen ook geen bril of contactlenzen meer nodig heeft. Dit type van ooglaseren is eveneens mogelijk met computerweergave van het hoornvlies. Na de operatie plaatst de oogarts een contactlens op het oog dat fungeert als verband en bescherming. Hierdoor groeien de huidcellen opnieuw aan en heeft de patiënt ook minder pijn. Deze behandeling kent een duurtijd van gemiddeld vijf minuten per oog.
Radiale keratotomie en astigmatische keratotomie
Bij radiale keratotomie en astigmatische keratotomie verandert de chirurg de vorm van het hoornvlies door diepe insnijdingen met behulp van een diamantzaag. Radiale keratotomie is vervangen door ooglasercorrectie en wordt de oogarts niet meer vaak ingezet. Astigmatische keratotomie gebeurt vaak op hetzelfde moment als
cataractchirurgie (staaroperatie om een
troebele ooglens te verhelpen).
Voorbereiding op refractiechirurgie
Pre-operatieve instructies
Voor de refractiechirurgie moet de patiënt enkele belangrijke voorbereidende stappen volgen, zoals het vermijden van contactlenzen enkele weken voor de ingreep, het stoppen met het gebruik van bepaalde medicijnen die de behandeling kunnen beïnvloeden, en het vermijden van make-up rond de ogen. Ook wordt aangeraden om vervoer naar en van de operatie te regelen, aangezien de patiënt na de ingreep mogelijk niet in staat is om zelf te rijden.
Nazorg na de ingreep
Na de operatie is het cruciaal dat de patiënt de nazorginstructies nauwkeurig opvolgt. Dit omvat het gebruik van voorgeschreven oogdruppels, het vermijden van wrijven in de ogen, het dragen van een beschermende bril of oogmasker gedurende de eerste dagen, en het vermijden van zwemmen en stofrijke omgevingen. Regelmatige controleafspraken bij de oogarts zijn ook belangrijk om het herstel te monitoren en eventuele complicaties tijdig te identificeren.
Innovaties in refractiechirurgie
Nieuwe lasertechnologieën
Recente ontwikkelingen in lasertechnologie, zoals SMILE (Small Incision Lenticule Extraction), bieden nog preciezere en minder invasieve opties voor refractiechirurgie. SMILE vereist slechts een kleine incisie en kan leiden tot een sneller herstel en minder risico op droge ogen vergeleken met traditionele LASIK.
Personalized Laser Treatments
Met de opkomst van
wavefront-guided technologieën kan de behandeling nu nog verder gepersonaliseerd worden. Deze geavanceerde systemen analyseren de unieke imperfecties van het oog en passen de laserbehandeling daarop aan, wat resulteert in betere visuele resultaten en minder bijwerkingen.
Herstel en langdurige zorg na refractiechirurgie
Na refractiechirurgie is het belangrijk om goed voor de ogen te zorgen en het herstel te ondersteunen. Dit hoofdstuk bespreekt de herstelperiode, de nazorg en de stappen die patiënten moeten nemen om een optimaal resultaat te behalen.
Postoperatieve zorg en opvolging
Na de operatie is de opvolging essentieel om te zorgen dat het herstel goed verloopt en om eventuele complicaties vroegtijdig op te sporen. Dit gedeelte legt uit welke zorgmaatregelen belangrijk zijn tijdens de postoperatieve fase.
Langdurige effecten en zorgen na refractiechirurgie
Hoewel veel patiënten onmiddellijk baat hebben bij refractiechirurgie, kunnen er op de lange termijn bijwerkingen of complicaties optreden. Dit hoofdstuk bespreekt mogelijke langetermijneffecten zoals droge ogen, halo's of wazig zicht.
Risico’s en complicaties van refractiechirurgie
Refractieve oogchirurgie, hoewel over het algemeen veilig, brengt een aantal risico's met zich mee. Dit hoofdstuk bespreekt de mogelijke complicaties van refractiechirurgie en hoe deze kunnen worden geminimaliseerd.
Infecties en ontstekingen na refractiechirurgie
Infecties zijn een van de mogelijke complicaties na refractiechirurgie. Dit deel legt uit hoe infecties kunnen optreden, de symptomen, en hoe ze te voorkomen of te behandelen zijn.
Visuele bijwerkingen zoals droge ogen en halo’s
Na refractiechirurgie kunnen sommige patiënten last krijgen van visuele bijwerkingen zoals droge ogen of halo's rond lichten. Dit hoofdstuk bespreekt deze bijwerkingen en hoe ze kunnen worden beheerd.
Praktische tips voor het leven met / omgaan met refractiechirurgie in het oog
Refractiechirurgie kan je zicht aanzienlijk verbeteren, maar een goed herstel en een optimaal resultaat vereisen de juiste nazorg. Door zorgvuldig om te gaan met je
oog en je herstel serieus te nemen, kun je complicaties voorkomen en een helder zicht behouden.
Volg nauwgezet de medische opvolging
Je
oog heeft na de ingreep tijd nodig om te genezen, en een goede opvolging is cruciaal om je zicht te optimaliseren en complicaties te voorkomen. Houd je strikt aan de controleafspraken met je oogarts en meld direct eventuele klachten, zoals aanhoudende pijn, ernstige droogheid of een plotselinge verslechtering van je zicht. Je arts kan je oogdruk en wondgenezing evalueren en indien nodig bijsturen.
Gebruik de voorgeschreven oogdruppels zoals aangegeven. Dit helpt om droge ogen te verminderen en infecties te voorkomen. Vermijd oogwrijven, want dit kan het hoornvlies beschadigen en het genezingsproces verstoren.
Bescherm je ogen tegen invloeden van buitenaf
Je ogen zijn na de ingreep extra gevoelig voor invloeden van buitenaf, dus het is belangrijk om ze goed te beschermen. Draag de eerste weken een zonnebril met UV-bescherming, zelfs op bewolkte dagen, om irritatie en overgevoeligheid voor licht te verminderen. ’s Nachts kan een speciale beschermbril of oogkapje voorkomen dat je per ongeluk in je ogen wrijft tijdens het slapen.
Vermijd water in je ogen, vooral in de eerste weken. Douche voorzichtig en was je gezicht zonder direct water in je ogen te laten komen. Zwembaden, sauna’s en bubbelbaden kunnen bacteriën bevatten die het risico op
ziekenhuisinfecties vergroten, dus wacht met deze activiteiten tot je arts ze veilig acht.
Geef je ogen de nodige rust
Direct na de ingreep is je zicht vaak wazig en kan fel licht je storen. Gun je ogen voldoende rust door schermtijd te beperken, vooral in de eerste dagen. Langdurig turen naar een beeldscherm kan droge ogen verergeren, dus neem regelmatig pauzes en knipper bewust om je ogen vochtig te houden.
Lees de eerste dagen liever niet te veel, vooral niet in slecht verlichte ruimtes, omdat dit extra inspanning vergt van je ogen. Luister in plaats daarvan naar audioboeken of podcasts om je ogen te ontlasten. Vermijd zware fysieke inspanningen, zoals tillen, intensief sporten of bukken, omdat dit druk op je ogen kan uitoefenen en de genezing kan vertragen.
Pas je leefstijl aan voor een optimaal herstel
Een gezonde leefstijl ondersteunt het genezingsproces en helpt je ogen sneller herstellen. Volg een
evenwichtig voedingspatroon met voldoende vitaminen en antioxidanten, zoals vitamine A, C en E, die de gezondheid van je ogen bevorderen. Hydratatie is essentieel, dus drink voldoende water om droge ogen te verminderen.
Je
hersenen hebben tijd nodig om zich aan te passen aan je nieuwe zicht. In de eerste weken kan je diepteperceptie anders aanvoelen en kun je moeite hebben met het inschatten van afstanden. Dit is normaal en verbetert meestal na verloop van tijd. Wees voorzichtig met traplopen, autorijden en andere activiteiten waarbij een goed dieptezicht nodig is.
Vermijd situaties die je herstel kunnen vertragen
Na refractiechirurgie is het belangrijk om situaties te vermijden die je herstel kunnen belemmeren. Rijd de eerste dagen niet zelf, zeker niet 's nachts, totdat je zicht stabiel is en je arts aangeeft dat het veilig is. Vermijd sporten waarbij je ogen kunnen worden geraakt, zoals contactsporten of zwemmen, tot je volledig bent hersteld.
Wees voorzichtig met cosmetische producten rondom je ogen. Wacht minstens twee weken voordat je weer oogmake-up gebruikt en vervang oude mascara’s en eyeliners om het risico op infecties te minimaliseren.
Ga zorgvuldig om met je nieuwe zicht
Het kan even duren voordat je gewend bent aan je verbeterde zicht. Sommige patiënten ervaren lichtschitteringen of halo’s rondom lampen, vooral in het donker. Dit verbetert meestal na enkele weken of maanden. Geef je
hersenen de tijd om zich aan de veranderingen aan te passen en wees geduldig met je herstel.
Als je merkt dat je ogen snel vermoeid raken, neem dan vaker pauzes en zorg voor een goed verlichte omgeving bij taken zoals lezen of werken achter een computer. Laat je ogen wennen aan verschillende lichtomstandigheden en forceer jezelf niet om gefocust te blijven als je ogen vermoeid aanvoelen.
Door deze richtlijnen te volgen, geef je jezelf de beste kans op een vlot herstel en een scherp zicht na refractiechirurgie.
Misvattingen rond refractiechirurgie in het oog
Refractieve oogchirurgie wordt steeds vaker toegepast om visuele problemen zoals bijziendheid, verziendheid of astigmatisme te corrigeren. Toch bestaan er nog veel misvattingen over deze ingrepen, wat kan leiden tot verwarring en onterechte bezorgdheid. Hieronder worden enkele van de meest voorkomende misvattingen besproken.
Refractiechirurgie is altijd risicovol
Hoewel refractiechirurgie zoals LASIK of PRK risico's met zich meebrengt, zoals bij elke operatie, zijn de meeste ingrepen veilig en succesvol, vooral bij geschikte kandidaten. De technologie is de afgelopen jaren sterk verbeterd, waardoor de kans op complicaties aanzienlijk is verminderd. De ingrepen worden doorgaans uitgevoerd onder plaatselijke
verdoving en zijn meestal snel en pijnloos.
Refractiechirurgie is niet geschikt voor ouderen
Er bestaat de misvatting dat refractiechirurgie alleen geschikt is voor jongere mensen. In werkelijkheid kunnen ook ouderen profiteren van deze ingrepen, zolang ze geen andere oogziekten hebben, zoals
borstkanker of ernstige cataract. Refractiechirurgie kan de visuele scherpte verbeteren, zelfs bij mensen boven de 40 jaar, die mogelijk last hebben van presbyopie (oudere oogproblemen).
Na refractiechirurgie is er geen kans meer op visuele problemen
Hoewel refractiechirurgie veel visuele problemen kan corrigeren, betekent dit niet dat de ogen na de ingreep volledig vrij zijn van toekomstige problemen. Oogziekten zoals
kaakproblemen, glaucoom of
hersenen kunnen zich na de ingreep alsnog ontwikkelen, wat gevolgen heeft voor de visuele gezondheid. Het is belangrijk om regelmatige oogonderzoeken te blijven ondergaan om eventuele nieuwe problemen tijdig op te sporen.
Hoewel refractiechirurgie veel mensen in staat stelt hun bril of contactlenzen achter zich te laten, is het niet gegarandeerd dat je nooit meer visuele correctie nodig hebt. De resultaten kunnen variëren, en sommige mensen ervaren na verloop van tijd een terugval in hun gezichtsvermogen. Dit komt vaak voor bij mensen die later in het leven refractiechirurgie ondergaan, aangezien het gezichtsvermogen naarmate we ouder worden vaak van nature achteruitgaat.
Refractiechirurgie is enkel voor mensen met bijziendheid
Hoewel refractiechirurgie vaak wordt geassocieerd met het corrigeren van bijziendheid, kan het ook effectief zijn voor andere aandoeningen zoals verziendheid en astigmatisme. Er zijn verschillende soorten procedures, zoals
beeldvormende onderzoeken, die speciaal zijn ontwikkeld voor het corrigeren van deze problemen. In veel gevallen kan refractiechirurgie een breed scala aan visuele aandoeningen behandelen.
De hersteltijd na refractiechirurgie is lang
Een andere veelvoorkomende misvatting is dat de hersteltijd na refractiechirurgie lang is en dat patiënten wekenlang moeite hebben met hun gezichtsvermogen. In werkelijkheid is het herstelproces meestal snel, en de meeste patiënten ervaren slechts lichte ongemakken in de dagen direct na de ingreep. Veel mensen kunnen hun dagelijkse activiteiten binnen een paar dagen hervatten, hoewel ze mogelijk tijdelijk gevoelig zijn voor fel licht of vermoeidheid.
Lees verder