Symptomen hiv/aids: koorts, nachtzweten, hoofdpijn & moeheid
Wat zijn de symptomen van hiv? Hiv symptomen bestaan vaak uit enorme moeheid, nachtzweten, veel gewichtsverlies zonder duidelijke reden, koorts, hardnekkige diarree en kortademigheid. Deze klachten kunnen wijzen op een vergevorderde hiv-infectie. Aids is de latere fase van een hiv-infectie, wanneer het lichaam niet langer het vermogen heeft om infecties adequaat te bestrijden. De infecties die gepaard gaan met aids worden opportunistische infecties genoemd en kunnen klachten en symptomen van allerlei aard geven. Een niet gering aantal mensen met hiv weten niet dat ze besmet zijn, aangezien het lang kan duren voor iemand klachten krijgt na besmetting met hiv. Het kan zijn dat iemand pas na twee jaar klachten krijgt, maar het komt ook voor dat het langer dan tien jaar duurt. Aids is de latere fase van een hiv-infectie, wanneer het lichaam niet langer in staat is het hoofd te bieden aan infecties.
Wat is hiv/aids?
Aids is een ernstige ongeneeslijke ziekte en wordt veroorzaakt door het Humaan Immunodeficiëntie Virus, afgekort hiv. Er zijn twee soorten hiv: hiv1 en hiv2. Hiv2 komt vooral in West-Afrikaanse landen voor en hiv1 komt overal ter wereld voor. In het lichaam valt het virus het afweersysteem of immuunsysteem aan. Hierdoor verliest het menselijk lichaam geleidelijk het vermogen om infecties en bepaalde vormen van kanker te bestrijden.(1) Als iemand is besmet met hiv, dan wordt dat seropositief genoemd.
hiv /
Bron: C. Goldsmith, Wikimedia Commons (Publiek domein)Op het moment dat het afweersysteem van de persoon zwaar is aangetast, is het gevoelig geworden voor infecties, opportunistische infecties genaamd. De diagnose aids wordt gesteld als zich bij een hiv-geïnfecteerde persoon opportunistische infecties voordoen en bepaalde tumoren worden geconstateerd. Aids staat voor
Acquired Immune Deficiency Syndrome. In het Nederlands betekent dit: Verworven Immuun Deficiëntie Syndroom. Verworven, omdat het een infectieziekte is, waarbij de patiënt het heeft gekregen van een ander persoon. Immuun Deficiëntie, aangezien het virus het afweersysteem van het lichaam aantast. Syndroom, vanwege het feit dat het hier gaat om een verzameling van meerdere ziektes, opportunistische infecties en bepaalde tumoren.
Oorzaak van hiv
Hiv wordt veroorzaakt door een virus. Het kan zich verspreiden door seksueel contact of bloed, of van moeder op kind tijdens zwangerschap, bevalling of
borstvoeding.
Hiv/aids besmetting
Bloed en sperma
Hiv wordt overgedragen wanneer het virus het lichaam binnenkomt. Er zijn verschillende mogelijke manieren waarop het virus het lichaam kan betreden. Het virus kan zich bevinden in bloed, sperma, vaginaal vocht, voorvocht en moedermelk. Bij iemand die geïnfecteerd is met hiv, bevatten vooral bloed en sperma hoge concentraties van het virus. De kans op infectie bestaat bij onveilige handelingen met deze lichaamsvochten.
Onveilige handelingen
De onveilige handelingen zijn:
- Onveilig seksueel contact: meestal wordt de hiv-infectie verspreid door het hebben van onbeschermde seks met een besmette partner. Het virus kan in het lichaam terechtkomen via de binnenkant van de vagina, vulva, penis, anus of mond door het verrichten van seksuele handelingen.
- Het inspuiten met eerder gebruikte naalden bij druggebruik: hiv verspreidt zich vaak onder de injectiedrugsgebruikers die naalden of spuiten delen, die besmet zijn met bloed van een geïnfecteerd persoon.
- Overdracht van een seropositieve moeder op het kind gedurende de zwangerschap of de geboorte.
- Het gebruik van onveilige bloedproducten of bloedtransfusie met besmet bloed in de gezondheidszorg, hetgeen slechts sporadisch voorkomt in ontwikkelde landen.
Soa
Mensen die al een seksueel overdraagbare aandoening hebben opgelopen, zoals syfilis,
genitale herpes, gonorroe,
chlamydia of last hebben van een
bacteriële vaginose, lopen meer kans op een hiv-infectie tijdens (onbeschermde) seks met een besmette partner.
Het virus wordt niet verspreid via alledaags contact, zoals het bereiden van voedsel, het delen van handdoeken en beddengoed, of via zwembaden, sauna's, telefoons, of het plaatsnemen op een toilet. Het is ook onwaarschijnlijk dat het virus wordt verspreid door contact met
speeksel, tenzij het is besmet met bloed.
Stadia hiv-infectie
Er worden drie stadia van een hiv-infectie onderscheiden:
Acute hiv-infectie (hiv-1)
Een acute hiv-infectie is het vroegste stadium van hiv-infectie en ontwikkelt zich over het algemeen binnen 2 tot 4 weken nadat een persoon met hiv is besmet. Gedurende deze periode hebben sommige mensen griepachtige symptomen, zoals koorts, hoofdpijn en huiduitslag. In de acute fase van infectie vermenigvuldigt hiv zich snel en verspreidt zich door het hele lichaam. Het virus valt aan en vernietigt de infectiebestrijdende CD4-cellen van het immuunsysteem. Tijdens het acute stadium van hiv-infectie is het hiv-niveau in het bloed erg hoog, wat het risico op overdracht van hiv enorm verhoogt.
Chronische Hiv-infectie (hiv-2)
De tweede fase van Hiv-infectie is de zogeheten chronische hiv-infectie (ook asymptomatische hiv-infectie of klinische latentie genoemd). Tijdens dit stadium van de ziekte blijft hiv zich vermenigvuldigen in het lichaam, maar op zeer lage niveaus. Mensen met een chronische hiv-infectie hebben mogelijk geen hiv-gerelateerde symptomen, maar ze kunnen hiv nog steeds verspreiden naar anderen. Zonder behandeling met hiv-medicijnen ontwikkelt een chronische hiv-infectie zich doorgaans binnen 10 jaar of langer naar aids, hoewel het voor sommige mensen minder tijd kan kosten.
Aids (hiv-3)
Aids is het laatste, meest ernstige stadium van hiv-infectie. Omdat hiv het immuunsysteem ernstig heeft beschadigd, kan het lichaam opportunistische infecties niet bestrijden. Opportunistische infecties zijn infecties en infectiegerelateerde kankers die vaker voorkomen of ernstiger zijn bij mensen met een verzwakt immuunsysteem dan bij mensen met een gezond immuunsysteem. Mensen met hiv krijgen de diagnose aids als ze een CD4-score hebben van minder dan 200 cellen / mm3 of als ze bepaalde opportunistische infecties hebben. Zonder behandeling overleven mensen met aids meestal ongeveer 3 jaar.
Klachten en symptomen hiv
Veel mensen met hiv weten niet dat ze besmet zijn, aangezien het lang kan duren voor iemand klachten krijgt na besmetting met hiv. Het kan zijn dat iemand pas na twee jaar klachten krijgt, maar het kan soms ook langer dan tien jaar duren. Dat verschilt van persoon tot persoon. Sommige mensen ontwikkelen geen symptomen nadat ze besmet zijn met hiv. Tachtig tot negentig procent van de mensen die met hiv worden geïnfecteerd, krijgt echter te maken met een zogenaamde conversiegriep. Dat zijn griepachtige verschijnselen en klachten binnen enkele dagen tot weken na blootstelling aan het virus. Ze klagen onder andere over koorts, nachtzweten, huiduitslag, hoofdpijn, vermoeidheid, plotseling gewichtsverlies, misselijkheid en overgeven en vergrote, gezwollen lymfeklieren in de hals (
gezwollen lymfeklieren). De persoon wordt meestal binnen twee tot vier weken, na het moment waarop hiv-infectie heeft plaatsgevonden, ziek. De conversiegriep duurt doorgaans korter, maar verloopt heftiger dan een gewone griep. Deze symptomen verdwijnen meestal binnen enkele dagen vanzelf. Daarna voelt de persoon zich weer normaal en heeft hij geen symptomen meer. Deze asymptomatische fase duurt vaak jaren. Gedurende deze fase is de geïnfecteerde persoon wel besmettelijk en kan hij het virus doorgeven aan anderen.
Klachten ontstaan als de hoeveelheid virus toeneemt en de afweer wordt aangetast. Deze klachten bestaan vaak uit: enorme moeheid,
nachtzweten, veel gewichtsverlies zonder duidelijke reden, koorts, hardnekkige diarree en kortademigheid. Deze klachten kunnen wijzen op een vergevorderde hiv-infectie.
Klachten en symptomen aids
Aids is de latere fase van een hiv-infectie, wanneer het lichaam niet langer het vermogen heeft om infecties adequaat te bestrijden. hiv veroorzaakt aids doordat het structureel en onophoudelijk de CD4+ T-cellen aanvalt en vernietigt. Deze cellen zijn zogeheten lymfocyten (speciale witte bloedcellen) die het immuunsysteem aansturen in het geval van een infectie. Zodra het aantal CD4-cellen een bepaald niveau (een ondergrens) bereikt, wordt van een besmet persoon gezegd dat hij aids heeft.
Opportunistische infecties
De infecties die gepaard gaan met aids worden opportunistische infecties genoemd, omdat ze gebruik maken van de mogelijkheid een verzwakte gastheer te infecteren. Opportunisme betekent handelen naar de mogelijkheden van het betreffende moment. De meest voorkomende opportunistische infecties omvatten:
- Een longontsteking veroorzaakt door een soort schimmel die Pneumocystis Jerovicii heet, waardoor meestal koorts met hoesten en toenemende benauwdheid met piepende ademhaling ontstaat.
- Toxoplasmose: een infectie veroorzaakt door een parasiet, de Toxoplasma gondii. Een besmetting met de parasiet Toxoplasma gondii kan symptomen geven als koorts, algemene malaise, ooginfectie, lever- en miltvergroting en huiduitslag. Ook kunnen zich beschadigingen aan onder andere de hersenen en het netvlies voordoen.
- Candidiasis (ook wel 'spruw' genoemd): een schimmelinfectie van mond, keel, huid, nagels of vagina. Het wordt veroorzaakt door Candida albicans.
- Cytomegalovirus (CMV): een virusinfectie die meestal oogaandoeningen veroorzaakt, maar soms ook andere delen van het lichaam aantast, zoals de longen, de darmen en de hersenen. In de longen leidt het tot hoesten, pijn op de borst en kortademigheid. In de darmen kan het misselijkheid, diarree en gewichtsverlies veroorzaken. In de hersenen kan CMV hoofdpijn en verwardheid veroorzaken. CMV in het oog kan leiden tot wazig zien, vlekken of 'vlokken' en uiteindelijk tot blindheid.
- Herpes: een ziekte die veroorzaakt wordt door het herpessimplex virus (HSV). Herpes treedt meestal op in het mondgebied of rond de geslachtsdelen en anus. Bij herpes genitalis is er vaak sprake van jeuk en een geïrriteerd, branderig of pijnlijk gevoel; rode plekjes op de huid of slijmvliezen; een tot twee dagen daarna worden blaasjes of zweertjes zichtbaar op of rond de penis, de schaamlippen, de ingang van de vagina, rond de anus, binnenin de vagina, op de baarmoedermond in de anus.
Vermoeidheid /
Bron: Istock.com/BartekSzewczyk
- De bacteriële infectie Mycobacterium-avium-complex (MAC) die kan leiden tot koortsaanvallen, algeheel gevoel van malaise, nachtelijk zweten, gezwollen klieren, vermoeidheid, buikkramp, diarree en gewichtsverlies.
- Varicella-zoster-virus (gordelroos): dit virus geeft een pijnlijke huiduitslag met vlekken en blaasjesvorming.
- Tuberculose (tbc): een bacteriële infectie die in veel gevallen de longen aantast. TBC is wereldwijd de meest voorkomende doodsoorzaak bij hiv-geïnfecteerde personen. Symptomen zijn onder meer aanhoudende hoest, pijn op de borst, bloed in het sputum (opgehoest slijm), slapte of vermoeidheid, gewichtsverlies, gebrek aan eetlust, rillingen en lichte koorts, nachtelijk zweten.
- Salmonella-infectie: een soort van voedselvergiftiging. De symptomen zijn onder meer overgeven (braken), een lichte koorts en ernstige diarree, waarbij er bloed in de ontlasting kan zitten.
Vroeg in het ziektebeloop
Voornoemde infecties doen zich op verschillende momenten in het verloop van de ziekte voor. Vroeg in het ziektebeloop zien we vaak de volgende infecties:
- Spruw
- Herpes simplex
- Gordelroos.
- Harige leukoplakie in de mondholte (een menginfectie van Candida en het Epstein-Barr-virus).
- Trombocytopenische purpura (bloeduitstortingen als gevolg van een verhoogde afbraak van bloedplaatjes).
- Longontsteking veroorzaakt door pneumokokken
Laat in het ziektebeloop
En laat in het ziektebeloop:
- Pneumocistis-carinii-longontsteking.
- Tuberculose (tbc).
- Kaposi-sarcoom (een zeldzame kanker die uitgaat van de binnenbekleding van bloedvaten van de huid en van de slijmvliezen van de mond, neus en anus).(2)
- Toxoplasmose.
- Cryptokokkose (een infectie die door de schimmel Cryptococcus neoformans wordt veroorzaakt en meestal het zenuwstelsel en de longen treft).
- Cryptosporidiose (veroorzaakt door de bacterie Cryptosporidium en naast waterige diarree krijgen mensen vaak maagpijn of maagkramp, en een milde koorts).
- Aan hiv gerelateerd lymfoom (gezwel van het lymfatisch weefsel).
Onderzoek en diagnose
Hiv wordt meestal gediagnosticeerd door je bloed of speeksel te testen op antistoffen tegen het virus. Helaas heeft je lichaam tijd nodig om deze antilichamen te ontwikkelen, meestal zo'n 12 weken. Een snellere test controleert op hiv-antigeen, een eiwit dat direct na infectie door het virus wordt geproduceerd.
Als je de diagnose hiv/aids krijgt, kunnen verschillende tests worden gedaan om het stadium van de ziekte te bepalen. Deze tests bestaan uit:
- CD4 T-celtelling. CD4-T-cellen zijn witte bloedcellen die specifiek zijn gericht tegen en vernietigd worden door hiv. Zelfs als je geen symptomen hebt, is er sprake van aids wanneer het aantal CD4-cellen onder de 200 per milliliter zakt.
- Viral load (ook wel hiv-RNA genoemd). Deze test meet de hoeveelheid virus in je bloed. Een hogere viral load is in verband gebracht met een slechtere uitkomst.
- Geneesmiddelenresistentie. Sommige stammen van hiv zijn resistent tegen medicijnen. Deze test kan bepalen of een specifieke vorm van het virus resistent is en helpt bij het nemen van beslissingen over de behandeling.
De arts kan ook laboratoriumtests uitvoeren om te controleren op andere infecties of complicaties, waaronder:
Behandeling hiv/aids
Er is geen remedie voor hiv/aids, maar er zijn veel verschillende medicijnen beschikbaar om het virus te bestrijden. Een dergelijke behandeling wordt antiretrovirale therapie of ART genoemd. Elke klasse van medicijnen blokkeert het virus op verschillende manieren. ART wordt nu aanbevolen voor iedereen, ongeacht het aantal CD4 T-cellen. Het wordt aanbevolen om drie medicijnen uit twee klassen te combineren om te voorkomen dat er medicijnresistente stammen van hiv worden aangemaakt.
Het gaat om de volgende klassen of groepen medicijnen:
- Niet-nucleoside reverse transcriptaseremmers (NNRTI's) schakelen een eiwit uit dat nodig is voor hiv om kopieën van zichzelf te maken.
- Nucleoside of nucleotide reverse transcriptaseremmers (NRTI's) zijn defecte versies van de bouwstenen die hiv nodig heeft om kopieën van zichzelf te maken.
- Proteaseremmers (PI's) inactiveren hiv-protease, een ander eiwit dat hiv nodig heeft om kopieën van zichzelf te maken.
Prognose hiv/aids
Er is geen remedie voor een hiv-infectie. Voordat er behandelingen voor het virus waren, leefden mensen met aids slechts een paar jaar. Medicijnen hebben de vooruitzichten en de overlevingskansen aanzienlijk verbeterd. ART verlengt de gemiddelde levensverwachting en veel mensen met hiv kunnen decennialang met een goede behandeling leven; hiv wordt (in landen met een goede gezondheidszorg) steeds meer gezien als een chronische aandoening. Een toenemend aantal heeft een normale levensverwachting als ze zich nauwgezet aan het medicatieregime houden. Medicijnen helpen het immuunsysteem om infecties te bestrijden en te bestrijden en kanker te voorkomen. Als ART niet regelmatig wordt ingenomen en doses worden overgeslagen, kan het virus resistent worden en kunnen zich manifestaties van aids ontwikkelen.
Geneesmiddelen die worden gebruikt om hiv en aids te behandelen, elimineren de infectie niet. Hoewel effectieve ART het risico op overdracht van hiv vermindert, is het belangrijk om te weten dat je toch nog steeds besmettelijk bent, zelfs wanneer je een effectieve behandeling ondergaat. Intensieve onderzoeksinspanningen zijn gericht op het ontwikkelen van nieuwe en betere behandelingen. Hoewel er momenteel geen veelbelovend vaccin is, wordt ook anno 2024 op dit gebied gestaag verder gewerkt.
Preventie
Hoe kun je het risico op besmetting met hiv verminderen? Iedereen kan hiv krijgen, maar je kunt maatregelen nemen om jezelf tegen hiv-infecties te beschermen.
Laat je testen op hiv
De enige manier om zeker te weten of jij en je partner wel of geen hiv hebben, is een hiv-test laten doen. Dat kan bij je huisarts of bij de soa-poli van de GGD.
Minder risicovolle seks hebben
Hiv wordt voornamelijk verspreid door het hebben van anale of vaginale seks zonder condoom of zonder het nemen van medicijnen om hiv te voorkomen of te behandelen. Anale seks is voor hiv het meest risicovol en het praktiseren daarvan wordt daarom afgeraden.
Gebruik condooms
Gebruik een condoom elke keer dat je seks hebt. Condooms verminderen het risico van overdracht van hiv. Daarnaast beschermen condooms tegen andere seksueel overdraagbare aandoeningen die de immuniteit verder verzwakken.
Beperk het aantal seksuele partners
Des te meer seksuele partners je heeft, des te meer kans je hebt om een partner te treffen met hiv of wiens hiv niet goed onder controle is of om een partner te hebben met een seksueel overdraagbare aandoening (soa). Beide factoren kunnen het risico op overdracht van hiv vergroten. Als je meer dan één seksuele partner hebt, wordt aanbevolen om je regelmatig op hiv te testen. Het beste is om je te beperken tot één seksuele partner met wie je een duurzame, wederzijds monogame relatie hebt.
Soa's behandelen
Laat je testen op soa's en behandel een eventuele soa. Sta erop dat je partners ook worden getest en behandeld. Het hebben van een soa kan het risico vergroten om met hiv geïnfecteerd te raken of het aan anderen te verspreiden.
PrEP
Met een recept van je huisarts kan je apotheek PrEP leveren voor ongeveer 50 euro per maand (bij dagelijks gebruik). PrEP is een optie voor hiv-preventie voor mensen die geen hiv hebben maar een hoog risico lopen om met hiv besmet te raken.
Injecteer geen drugs
Als je wel drugs injecteert, deel dan geen naalden met anderen.
Mannenbesnijdenis
Er zijn aanwijzingen dat de
besnijdenis van mannen kan helpen het risico van een man om een hiv-infectie te krijgen verminderen.
Noten
- Een hiv infectie kan gepaard gaan met kwaadaardige tumoren. De belangrijkste hiervan zijn Kaposi sarcoom (zie elders in het artikel) en het Non-Hodgkin lymfoom (NHL). Het Kaposi sarcoom is de meest voorkomende vorm van kanker bij aidspatiënten en heeft een karakteristieke kleur en vorm (zie voetnoot 2).
- Aids gerelateerde Kaposi sarcomen kunnen op elke plek op het lichaam verschijnen, hebben een karakteristieke kleur en vorm. De kleur, die verandert naar mate de tijd vordert, varieert van donkerbruin/ roze tot diep paars en de vorm is ovaal, ruw en oneffen.
Lees verder