Extrinsieke allergische alveolitis: Longaandoening
Extrinsieke allergische alveolitis heeft een moeilijke naam, maar de omschrijving is eenvoudig. “Extrinsiek” verwijst naar de oorzaak die buiten het lichaam gelegen is. “Allergisch” duidt op een allergische reactie van het lichaam op een specifieke stof of aandoening. “Alveolitis” is een ontsteking van de longblaasjes in de longen. Extrinsieke allergische alveolitis is met andere woorden een longaandoening die optreedt na herhaalde inademing van stof van dierlijke of plantaardige oorsprong, meestal in een bepaalde beroepsomgeving. Een voorbeeld hiervan is het inademen van beschimmeld hooi als boer. Zowel een acute als chronische vorm zijn mogelijk. Meestal treden milde symptomen op zoals ademhalingsproblemen en een droge hoest. De behandeling bestaat uit medicatie en het vermijden van de uitlokkende prikkel. De vooruitzichten zijn tot slot meestal goed wanneer de patiënt een snelle diagnose en behandeling krijgt.
Synoniemen extrinsieke allergische alveolitis
Extrinsieke allergische alveolitis (EAA) is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- allergische alveolitis
- allergische interstitiële pneumonitis
- organic dust disease
- pneumoconiose (stoflongen) door inademen van organisch stof
Epidemiologie longaandoening
Allergische alveolitis tast mannen en vrouwen in gelijke aantallen aan. Meestal zijn patiënten getroffen die werken in een beroepsomgeving waarbij ze werken met dierlijke of plantaardige stoffen. In de meeste gevallen zijn volwassenen getroffen, maar bij blootstelling aan stoffen van
vogels lijden soms ook kinderen aan de ziekte.
Oorzaken: Blootstelling aan dierlijke of plantaardige stoffen
Allergische alveolitis, een vorm van
overgevoeligheidspneumonitis, is te wijten aan herhaalde blootstelling aan dierlijke of plantaardige stoffen. Een brede waaier van stoffen gaat hiermee gepaard, zoals stoffen van vogels, tabak, paddenstoelen, enzovoort. De stofdeeltjes moeten 5 micron of kleiner zijn om in de alveoli terecht te komen.
Symptomen
Allergische alveolitis ontwikkelt zich niet meteen bij de eerste blootstelling. Dit vindt meestal plaats na herhaalde of langdurige blootstelling. De symptomen starten meestal vier tot acht uur na de blootstelling aan het sensibiliserende antigeen. De patiënt heeft in de acute vorm milde en korte aanvallen van
ademhalingsproblemen, een piepende ademhaling (
stridor) en een droge
hoest. Koude
rillingen, zweten,
spierpijn, een beklemmend gevoel op de borst, ongemak en/of
vermoeidheid kunnen hiermee gepaard gaan. Bij vaak herhaalde aanvallen of een erg langdurige blootstelling aan een specifieke organische stof ontstaat chronische extrinsieke allergische alveolitis. Hierdoor ontstaan meer ernstige symptomen zoals
koorts, reutelende ademhalingsgeluiden (
reutels), ademhalingsproblemen, een blauwverkleuring van de huid (
cyanose),
gewichtsverlies, een gebrek aan energie en soms ook het
ophoesten van bloed.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De arts bevraagt de patiënt over zijn (voormalig) beroep. Meestal wijzen de aanwezige symptomen in combinatie met een uitlokkende factor in het beroepsleven al in de richting van allergische alveolitis. De arts bemerkt bij het lichamelijk onderzoek een versnelde ademhaling (
tachypneu), koorts en af en toe een piepende ademhaling. Wanneer hij met zijn stethoscoop luistert naar de
ademhalingsgeluiden (
auscultatie), hoort hij een reutelend geluid aan beide kanten van de longen. Om de diagnose van de ziekte te bevestigen, zijn nog verdere onderzoeken vereist.
Diagnostisch onderzoek
De patiënt krijgt een
röntgenfoto van de longen. Via een
CT-scan krijgt de arts een beeld over het stadium van de longziekte. De ernst van de ademhalingsproblemen valt in kaart te brengen met een longfunctietest, ook gekend als een “
spirometrie”. Een
longbiopsie onthult de karakteristieke histopathologische kenmerken van een allergische alveolitis. Ook een
bloedonderzoek is nuttig.
Differentiële diagnose
Symptomen van de volgende aandoeningen hebben een soortgelijke symptomenreeks als extrinsieke allergische alveolitis. De arts verwart deze aandoeningen bijgevolg wel eens met extrinsieke allergische alveolitis. Daarom zijn ze nuttig als differentiële diagnose.
Astma
Astma kenmerkt zich door ademhalingsmoeilijkheden veroorzaakt door diverse factoren, vaak geassocieerd met
allergieën (allergische reactie door contact met uitlokkende stof). De luchtwegen zijn hierbij vernauwd.
Desquamatieve interstitiële pneumonie
Desquamatieve
interstitiële longziekte is een chronische vorm van een
longontsteking (pneumonie:
ontsteking van de onderste luchtwegen) die gepaard gaat met littekenvorming en ontstekingen. De exacte oorzaak van deze aandoening is niet bekend. Ademhalingsmoeilijkheden en een harde hoest komen voor.
Fibroserende alveolitis
Fibroserende alveolitis, ook bekend als acute pulmonaire alveolitis, is een inflammatoire longaandoening gekenmerkt door abnormale bindweefselvorming tussen kleine luchtzakjes (alveoli) of kanalen in de longen. Hoesten en een snelle, oppervlakkige ademhaling zijn mogelijk, zelfs bij matige inspanning. De huid is blauwachtig (cyanotisch) als gevolg van een gebrek aan zuurstof in het circulerend bloed. Enkele complicaties hiervan zijn infecties, emfyseem of
hartproblemen.
Granulomateuze pneumonitis
Granulomateuze pneumonitis is een zeldzame longziekte gekenmerkt door ontstoken
knobbeltjes in de longen. Inhalatie van verschillende antigenen, zoals (dode) bacteriën of microbiële celfragmenten, prikkelt het immuunsysteem in de longen, waardoor ziekteverschijnselen ontstaan. Symptomen zijn onder meer longcomplicaties,
droge hoest en
kortademigheid. Vaak verwart de arts deze ziekte met
tuberculose of een andere longziekte.
Sarcoïdose
Sarcoïdose is een aandoening die veel lichaamssystemen aantast. De patiënt heeft hierbij kleine knobbels in het weefsel. De symptomen variëren afhankelijk van de ernst van de ziekte en het getroffen lichaamsdeel. Longgerelateerde problemen omvatten hoesten en ademhalingsproblemen, al zijn deze symptomen vaak mild of afwezig.
Andere differentiële diagnoses omvatten
longfibrose (littekenvorming in de longen met kortademigheid),
histoplasmose (soort schimmelinfectie) en een
geneesmiddel geïnduceerde interstitiële longziekte.
Behandeling: Uitlokkende factor vermijden en medicatie
De behandeling van extrinsieke allergische alveolitis is afhankelijk van de oorzaak van de allergische reactie. De patiënt vermijdt indien mogelijk de blootstelling aan het allergeen. Een betere ventilatie of het gebruik van gefilterde lucht en gezichtsmaskers verminderen de symptomen in een beroepsmatige omgeving. In ernstige of langdurige gevallen kiezen patiënten beter voor een andere tewerkstelling.
Corticosteroïden zijn krachtige ontstekingsremmende medicijnen die de aanhoudende symptomen verminderen. Ook andere
medicijnen verlichten de symptomen. Bij een tekort aan zuurstof in het bloed (
medische term: hypoxemie), krijgt de patiënt zuurstof toegediend.
Prognose
Als permanente longveranderingen reeds hebben plaatsgevonden bij een late diagnose, reageert de patiënt minder goed op de behandeling. Meestal hebben vogelliefhebbers een slechtere prognose dan landbouwers. Wanneer de diagnose en behandeling echter tijdig plaatsvinden, zijn de symptomen goed onder controle te houden.
Complicaties
Enkele complicaties van deze aandoening zijn:
Preventie
Preventie van extrinsieke allergische alveolitis richt zich voornamelijk op het vermijden van blootstelling aan de uitlokkende stoffen. Enkele belangrijke preventieve maatregelen zijn:
Vermijden van blootstelling
Het is cruciaal om contact met allergenen te minimaliseren. Werkplekken waar stof van dierlijke of plantaardige oorsprong aanwezig is, moeten goed geventileerd worden en het gebruik van beschermende ademhalingsapparatuur, zoals maskers, kan nuttig zijn. Het vermijden van werk dat blootstelling aan bekende allergenen met zich meebrengt, is de meest effectieve manier om de ziekte te voorkomen.
Aanpassen van de werkplek
Voor mensen die werken in omgevingen waar blootstelling aan allergenen onvermijdelijk is, kunnen aanpassingen in de werkplek helpen. Dit kan bijvoorbeeld het installeren van luchtreinigers, het verbeteren van ventilatiesystemen en het gebruik van afzuigsystemen omvatten.
Onderwijs en training
Werkgevers moeten werknemers bewust maken van de risico’s van blootstelling aan allergenen en hen trainen in het herkennen van vroege symptomen van allergische alveolitis. Regelmatig onderwijs over het veilig omgaan met stoffen en het belang van persoonlijke beschermingsmiddelen is essentieel.
Gezondheidsmonitoring
Regelmatige medische controles en longfunctietests voor werknemers in risicovolle omgevingen kunnen helpen bij het vroegtijdig opsporen van symptomen. Vroege detectie kan leiden tot tijdige interventie en vermindert het risico op ernstigere vormen van de ziekte.
Persoonlijke hygiëne
Het handhaven van goede persoonlijke hygiëne, zoals het regelmatig wassen van handen en gezicht, kan helpen om allergenen te verminderen die mogelijk zijn ingeademd of op de huid terecht zijn gekomen.
Preventieve medische zorg
Bij mensen met een voorgeschiedenis van allergische reacties of andere ademhalingsproblemen kan preventieve zorg, waaronder het gebruik van preventieve medicatie zoals antihistaminica of corticosteroïden, nuttig zijn. Dit moet altijd worden besproken met een arts.
Lees verder